«■fflfflmiKBOJOISSMfflSBL
k
Mll> ES liramïlHHI) M DE
jf
3 I
No. 49.
ACH T-E N-V EERTICSTE
1893.
R G A N G.
VERDRAAGZAAMHEID.
ll
NATIONALE MILITIE.
W OE\*i D A a
ai j n i.
UIT DE PERS.
3
a
dik-
D
de
f
s
den
ont-
sn-
IA
oor
Een maatschappij, waarvan alle leden het-
zelfde gelooven op godsdienstig terrein, of het-
De uitslag der verkiezing te Gouda heeft de
Prot. Noord.br. zeer ontstemd vooral ter wille
van de wijze waarop men van anti-revolutionnaire
zijde is te werk gegaan. In de eerste plaats
acht het blad het zonderling en af keuringswaar-
dig, dat men den vorigen afgevaardigde, den
heer Godin de Beaufort, is voorbijgegaan, voor
al nu er financieele ontwerpen aan de orde zijn.
Het is, vooral voor een partij die over weinig
krachten beschikken kan, onverantwoordelijk en
zelfs belachelijk, haren besten „financier" op het
oogenblik eener belastinghervorming, thuis te
laten. De heer Godin de Beaufort heeft, èn
toen hij met den heer Lobman een wetsvoor
stel tot uitbreiding van kiesrecht indiende, èn
toen hij zoo krachtig meewerkte om ons van het
oude census-artikel af te helpen, wel getoond
in welke richting hij zich beweegt. Als een
partij haar bruikbaarste mannen op stal zet,
vermoordt zij zichzelve.
Ten andere acht het blad het verkeerd, dat
aan de candidaten vragen worden gesteld omtrent
een speciale politieke wet.
„Met welk recht heeft men dat gedaan vraagt
de Pr. N.
„Ware Gouda niet aangesloten aan het anti
revolutionair partijverband, dan zouden wij zijn
vrijheid eerbiedigen. Maar het is dat wel. Nu
heeft onze partij met gezamenlijke en weder-
keerige goedkeuring de programma’s vastge
steld, die aan de candidaten zouden worden
voorgelegd.
„Mag men daar andere voorin de plaats stel
len, of die willekeurig aanvullen Heeft eenig
locaal bestuur of een zijner leden het recht, ter
keuring van den candidaat, een eigen stel van
vragen te ontwerpen Valt zoo iets binnen
den gezichtseinder dier heeren, en, zoo ja, zijn
dan alle districten wel genoegzaam voorzien
van politieke koppen, die precies den politieken
toestand en de beteekenis der aanhangige wets
voorstellen kunnen beoordeelen p
„Misschien hebben die besturen of heeft eenig
bestuurslid zich om raad gewend tot de hoofd
leiders onzer partij. Maar ook dan zouden wij
vragenwaaraan ontleenen die hoofdleiders het
recht om, buiten het algemeen aangenomen pro
gram om, nog een afzonderlijk stel van vragen
te ontwerpen En indien dan de hoofdleiders
meenen dit te mogen en te moeten doen, ware
het dan althans niet behoorlijk, dat dit open
lijk en officieel geschiedde De leiding van
onze partij in den lande berust bij het centraal-
comité, of, als dit niet kan optreden, bij de
commissie van advies. Het centraal-comité is
niet over de zaak gehoord. Zijn dan de vra
gen gesteld door do commissie van advies,
de hh. Kuyper, Keuchenius en van Lintelo de
Geer
Zal de partij één blijven, dan dienen de dee-
len zich te houden aan de gezamenlijke afspra
ken, terwijl bovendien in ’t oog moet worden
gehouden de waarheid, dat de publieke zaak
publiek moet worden behandeld.
Het blad eindigt met een beroep op de Stand..,
een beroep dat in de gegeven omstandigheden
vrij comisch klinkt.
Naar aanleiding van bovenstaande schrijft
het Vad.
„Wie beweren, dat het christelijk kabinet zich
om hervorming van het kiesrecht niet bekom
merd heeft, schijnen zich te vergissen. Althans
de Prot. Noordbr., die het weten kan, vertelt
tot tweemaal toe eerst waar ze de Goudsche
kiezers de les leest, dat zij den heer Godin niet
tot candidaat namen, daarna, als zij de Stand.,
I kiesrecht-inconaequentien verwijt dat de hh.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
voor eiken regel meer 7’/2 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
en reeds daarom hoog wordt
KENNISGE VING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Snoek,
Gelet op het besluit van den Commissaris der
Koningin dezer Provincie van den 8 Mei 11.
Ie Afd. M en 8, no. 586 (Prov. blad no. 58)
brengen ter openbare kennis, dat het onderzoek
van de verlofgangers der militie te land in deze
gemeente zal plaats hebben op Donderdag, den
22 Juni e.k., des voormiddags ten 9'4 ure;
dat aan dat onderzoek zullen behooren deel
te nemen alle binnen deze gemeente gevestigde
Miliciens-Verlofgangers voor zoover zij voorden
lsten April j.l. in het genot van onbepaald
verlof zijn gesteld, om het even tot welke lich
ting zij behooren
dat de Verlofgangers, behoorende tot de lich
ting 1887, ook verplicht zijn, zich aan het voor
geschreven onderzoek te onderwerpen
dat de verlofganger bij het onderzoek moet
verschijnen in uniform gekleed, en voorzien
van de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij
zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn
zakboekje en van zijn verlofpas
dat, behoudens het bepaalde in art. 130 der
wet op de Nationale Militie een arrest van twee
tot zes dagen door den Militie-Commissaris kan
worden opgelegd aan den verlofganger
1°. die, zonder geldige reden, niet bij het
onderzoek verschijnt
2°. die, daarbij verschenen zijnde, zonder
geldige redenen, niet voorzien is van de hiervo-
ren vermelde voorwerpen
3°. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij
het onderzoek niet in voldoenden staat worden
bevonden
4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aan
een ander toebehoorende, als de zijne vertoont.
De verlofgangers worden herinnerd, dat de
strafbepalingen van art. 144 der aangehaalde
wet ten strengste zullen worden toegepast op
degenen, die zonder geldige reden niet verschil’nou.
Sneek den 12 Mei 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
Strijd is noodig. Hij ontwikkelt de krachten
van den strijdende en voert de maatschappij op
meer verlichte baan.
Maar die strijd moet met eerlijke wapenen
worden gestreden. Met moet den tegenstander
vrij laten in de ontplooiing zijner krachten, en
behoort, wil men overwinnen, eigen lamlendig
heid ter zijde te stellen.
Hoeveel gelukkiger kon het leven in de maat
schappij zijn, wanneer de kerkgenootschappen
en de politieke partijen slechts streefden naar
een eigen vooropgesteld ideaal, er niet aan den
kende om tegenstanders, die voorbij zoeken te
jagen, in den weg te loopen.
Er zou dan niet te klagen zijn over verdacht
making, onverdraagzaamheid, huichelarij.
Zal het eenmaal zoover komen
Zoo ja, dan dient vooral de liberale partij
daarin voor te gaan.
Met een eigen ideaal, onder het vaandel der
vrijheid, met de leus recht en vrijheid voor
allen, zal haar de toekomst zijn.
Maar zonder dat alles zal zij op haar beurt
eenmaal in het stof worden getrapt door den
mededinger.
zelfde wenschen op maatschappelijk en staat-
kundig gebied, zal zeker nog een reeks van
jaren op zich laten wachten de tijd, waarin steeds haar tegenstanders met den schaduwkant
alles in allen", ligt ongetwijfeld aan het publiek te vertoonen.
Dit is alweer het gemakkelijkst middel, waar
van alleen die partijen een exceptioneel gebruik
eensgezind- maken, welke alle energie missen en te traag
zijn om zich alleen naar boven te werken,
zonder op de schouders van anderen te kruipen
en deze naar beneden te drukken. Natuurlijk
wordt verheffing door eigen inspanning slechts
gezocht door partijen welke een ideaal hebben,
dat misschien hoog in de lucht hangt, maar die
dat ideaal niet bereikbaar achten door hun om
standers naar omlaag te drukken.
In het bovenstaande ligt een verklaring die
moedgevend is, en wel deze dat onverdraag
zaamheid, uit een goede bedoeling gesproten
daarom ontaardde, dat het den mensch zoo dik
wijls ontbreekt aan eigen kracht.
In den strijd voor het goede en ware heeft
hij zonder ophouden te worstelen tegen de zwak
heden des vleesches als traagheid, moedeloos
heid, gemis aan de noodige wilskracht. Toch
blijft het doel wat hij zich voorstelt, voortdurend
zijn aandacht vorderen. Hij wil overwinnen;
welnu, kan hij den tegenstander niet voorbijrij
den, dan rijdt hij op de baan van den ander
of hij steekt hem de loef af, d. i. hij weet het
zoo te overleggen, dat het voordeel van
wind geheel aan den tegenstander wordt
nomen en enkel hem ten nutte komt.
Zoo wordt op staatkundig gebied zeer
wijls gestreden door de tegenpartij verdacht te
maken. Het is onverdraagzaamheid uit bere
kening, een unfair middel door de gemakzucht
toegepast of wel een noodzakelijk gevolg van
gemis aan idealen zin.
Gewoonlijk wordt dit middel aangegrepen te
gen partijen, die in het ideaal een wapen heb
ben gevonden om in den strijd steeds meer
veld te winnen.
Zoo lezen we b. v. in partijbladen die strij
den voor de vrije ontwikkeling, berichten als
deze dat de socialistische maire van een Fran-
sche gemeente is gestraft wegens overtreding
der drankwet. Hoe onschuldig ook op zich
zelf, heeft zulk een bericht een strekking, die
in vrijzinnigen geest niet te verdedigen is. Het
is een vrijzinnigheid met berekening, waartegen
dan van andere zijde wordt gewezen op vergrij
pen van denzelfden aard bij de vrijzinnige par
tij. En zoo wordt de strijd om beginselen ver
laagd tot een worsteling, waarbij de een den
ander door een slinksche beweging den voet
zoekt te lichten.
Of ook, men onthoudt of ontneemt den tegen
stander den materieelen steun, in eiken strijd
onmisbaar. Men benadeelt b. v. iemand met
geavanceerde beginselen in zijn positie of in zijn
bevorderingof men ontslaat den werkman die
anders denkt dan zijn meester.
het zijn zal
nog in het verre verschiet.
Toch mag aan onzen tijd niet de eigenschap
worden ontzegd, dat hij streeft naar
heid en eenheidhet is een ware zondvleed
van bonden, waarmee de wereld wordt over
stroomd. Op kerkelijk gebied heerscht een
oprecht streven, om het niet een manie te noe
men, zich ten doel stellende, op volmaakt zui
veren bodem te staan, natuurlijk met de be
doeling, om straks de menschheid deze vlekke
loos zuivere leer voor te houden en haar daar
mee te vereenigen binnen de muren van één
j kerkgebouw.
Het is, als ging er van de maatschappij zelve
een ernstige waarschuwing uit, dat ze zich be
boeren moet van haar dwalingen en disharmo
nie, een waarschuwing met het oog op een
naderende blijde toekomst, aan een gemeen
schap, die zoo jammerlijk verdeeld is in zich
zelf, dat ze niet staat in staat zou zijn, de weelde
van dat geluk te dragen.
Want aan al het goede in de vorming van
zooveel bonden opgesloten en aan het stichten
van telkens nieuwe kerkgenootschappen ver
bonden, kleeft één groot euvel
De bonden zijn partijen, die elkaar met harts
tocht bestoken, en de kerken zijn vereenigin-
gen, die zich in hoofdzaak bezig houden met
de gebreken wederzijds.
Elkander op gebreken te wijzen is niet ver
keerd het is een der kenmerken van den wa
ren vriend.
Maar een vriend, die er zijn hoofdbezigheid
van maakt ons te wijzen op onze gebreken en
niet andere kenmerken vertoont, welke ons in
den vriend gewenscht voorkomen, mogen we
toch wel de vraag stellenof hij werkelijk
onze vriend wil zijn
Zoo komt het ons voor, dat alle ijver der
kerkgenootschappen, hoe goed bedoeld ook,
vruchteloos zal blijven, en geen eenheid zal
brengen waar thans de tweedracht heerscht,
zoolang de leer dier kerken exclusief blijft en
de dienaren er hun voornaamste bezigheid van
maken om anderen afbreuk te doen, niet door
hun eigen goede eigenschappen te laten uit
blinken, maar door te wijzen op de verkeerde
hoedanigheden der tegenpartijders.
Niet waar Wie wil uitsteken, heeft twee
middelen te zijner beschikking
Het eene, en daarvan maakt de wereld veel
vuldig gebruik, is, dat men door intrigeeren,
kwaadspreken, lasteren zelfs, de omstanders
naar omlaag drukt.
Dit is het gemakkelijkste middel, daar het
J weinig of geen inspanning vordert van eigen
I krachten.
Het tweede, minder gemakkelijk, is zich
I eigen te maken wat onder de omstanders zeld-
Deze CO UB A NT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
zaam voorkomt
gewaardeerd.
Op staatkundig en maatschappelijk gebied
ziet men hetzelfde gebeuren.
Een partij, die aan het hoofd wil staan, moet
uitsteken; wat ze kan verwezenlijken door maar
era
16
L.
5
8
S
rer*
i u.
u
res.
sua
isa-
•an
:ra,
or*
tj
S1EEKER COURANT