k I, MEIIIS- IN WIWmiHU!) WlHI M OUffl ffl IIET fflOJNSSHHI SMI. s DE BEMIDDELAAR. No. 57. ACH T-E N-V EERTIOSTE J 1893 F 19 over laat stemmen in de Kamer I. [A U I T DE PERS. 09, tf. ili. Alle brieven in te zenden. rkt ren eg, 'A« sn uft IA oor jke en. bij en. vraag- i moe- Deze CO TRANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.—franco per post ƒ1.25. en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco ciën, die een zeer lucratieve betrekking vaarwel zei, wettigde de vrees, dat het belastingvraag- I stuk door de leidende personen nog brandenden j werd gevonden dan het kiesrechtvraagstuk. En prof, de Louter ademt heeft de uitkomst niet bewezen, dat De schrijver stelde I de inzichten Onder onze binnenlandsche berichten vindt men een staaltje van de weinig vriendschap pelijke verhouding die er bestaat tusschen het hoofdorgaan der sociaal-demoeratische partij in ons land, Recht voor Allen, en het onafhanke lijk sociaal-democratisch weekblad de Nieuwe Tijd van de heeren Troelstra en v. d. Goes. Recht voor Allen verklaarde zich niet verder „met het razen en schelden en bulderen van het heerenblad te zullen inlaten." De Nieuwe Tijd denkt daar harerzijds eenigs- zins anders over. Zij blijft haar collega of juister gezegd de groep, wier orgaan Recht voor Allen is, de critiek niet sparen. In het laatste nommer, Zaterdag verschenen, wordt de „be- keering" van ’t hoofdblad behandeld, de „draai" die R. v, A. genomen heeft ten opzichte van een man hem een Wie weet of er niet een wordt gevonden on en er Het Gids-artikel van den geest der verzoening, zich blijkbaar voor, de strijdende partijen tot uitnernendsten een convenant over te halen de verwijdering, de door den prof, bespeurde en steeds wijder gapende klove tusschen het liberaal kabinet en de „uitnernendsten" van ons geslacht, voor zoover ze in ons land of meer in ’t bijzonder in de hoofdstad van het Sticht wonen, men- schen, bij wie „levenswijsheid zich aan karak- teradel paart" och, och, wat is er toch een afstand tusschen menschen uit de verschillende standen 1 die klove, tusschen den minister en die uit nemende Nederlanders, wil de professor over bruggen allereerst, om daarna de partijen te bewegen elkander te naderen en op de brug elkaar de hand toe te steken. Dat is een humane ingeving geweest van den professor, om de twistenden met elkaar te ver zoenen en hoe nobel, menschlievend gaat hij daarbij te werk Niet als vechtende kwajongens pakt hij ze bij den kraag, maar op een zachte wijs, die z’n goed hart eer aandoet, houdt de L. een ver- zoeningsrede, teneinde de „uitnernendsten" en „obliegenden^1 te bewegen, den minister los te laten en daarna wanneer Tak bevrijd is en weer op zijn boenen staat blijft hij door- redeneeren verzoenend en bevredigend Neen, hij hoopt niet, dat men een maatregel zal aannemen uit partijbelang, dien men „op zich zelf vreest of afkeurt" de professor wenscht vrede en daarom is de tekst van zijn preek ATI LR1 LR '11ÉN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents; voor eiken regel meer 7% Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaard en daaromtrent te vernemen bij den uitgever. Pax vobiscum. Natuurlijk is de rede apaiseerend, niet in ’t minst alarmeerend, zoodat de lecture den lezer tot kalmte stemt, wat voor ons volk een voor deel is van groote waarde. Maar ter zake. Het „brandend vraagstuk" moet worden op gelost, zegt de L. ae behoefte werd reeds in 1877 gevoeld, en de wensch naar uitbreiding van het kiesrecht was de voornaamste en meest populaire aanleiding tot grondwetsherziening. In deze historische beschouwing voortgaande, wordt het liberaal Kabinet in 1891 voor het brandend vraagstuk geplaatst „natuurlijk was dit geen reden om niet tijdens de noodza kelijke en omslachtige voorbereiding andere wetgevende maatregelen tot stand te brengen." Daar heeft de professor wel gelijk in, maar dat aan alle lofzangen een eind komt, schijnt zijn Hooggeleerde in deze quaestie over het hoofd te zien. Er waren er in den aanvang die meenden, dat het „brandend" vraagstuk niet 1 een «oor andere zaken onnoodig mocht worden te- ruggedrongen, en die meening werd geformu leerd als eisch, toen men begon te vreezen, dat het Kabinet wel meer dacht aan redden uit den brand dan aan het blusschen van den brand en die vrees was niet ongegrond; immers, de benoem! over laat stemmen in de Kamer *t zou niet men den vrede wil, is het gevaarlijk onaardig staan, zoo’n plaatje naast een dito bij- voorbeeld van de Maagdenburgsche brand-assu- rantie. Een heerlijk idee ook voor huisjes melkers Wanneer hij een dusdanig plaatje boven den ingang van zijn huisjes mag zien, ligt daarin een aanbeveling „het komt ons voor" dat zulke huisjes aftrek zullen hebben, en „het is de vraag" of de verzekering, die van het plaatje afstraalt „Wie hier zijn intrek neemt is kiezer", niet den melker op het idee zal brengen om de huur met een dubbeltje per week te verhoogen. „Doch waartoe dienen pleidooien voor een verloren zaak „De teerling is geworpen." Het kan niet anders en daarom onderwerpt de L. de ingediende ontwerpen aan een gron dig onderzoek. Wat de kenteekenen betreft, vindt de L. den minister zeer gematigd. v „Het is de vraag, of de minister hier niet zijn doel voorbijstreeft en op zijn standpunt zelfs niet de kennis van lezen en schrijven moest overboord werpen." De heer de L. ziet echter niet de bezwaren voorbij, waarop de uitvoering van ’s ministers denkbeeld zal stuiten. Hij vreest, en o. i. niet ten onrechte, voor misbruiken bij het controlee- ren vau de gemaakte letterteekens. Daarom hadden we verwacht van den heer de L. een andere methode te vernemen om tot de ontdekking van dit kenteeken te komen. Het komt ons daarom voor n’en déplaise den hooggeleerden schrijver dat de eigenhan dige invulling van het stembiljet als schrijf-proef voldoende en verkieselijker is dan de door den minister bedoelde aanvraag. Voldoende omdat het, vergeleken met de voorgestelde invulling van een formulier, al weinig moeilijker is en om te leeren weinig minder bezwaarlijk; verkieslijker omdat men daardoor elke botsing tusschen het bestuur en den aanvrager voorkomt; aan het stembureau is dan overgelaten de leesbaarheid van het stem briefje uit te maken. Natuurlijk zal elke par tij er dan wel voor zorgen dat de naam van zijn candidaat duidelijk genoeg geschreven wordt om te voorkomen dat stemmen van partijgenoo- ten worden ongeldig verklaard verkieslijker ook voor het bestuur, dat gaarne onpartijdig wil zijn. we naar van sommigen laat staan de niet leven in een periode van kiesrechthervorming, maar voor en boven alles in een tijd van fiscale reformatie. We wenschen nu geen kwaad te zeggen van belastingwet nummer een, zelfs niet van numero twee, die meer ontevredenen maakte dan blijde gezichten we wenschen deze opmerking slechts in te lasschen ten bewijze dat de L. als vrede stichter de twistpunten in zijn historische kro niek „natuurlijk" achterwege moest laten. „Daar waren er, die slechts daarom een schoo- nen en geliefden werkkring opofferden, omdat zij de heilige roeping gevoelden, hunne talenten in dienst van het vaderland te stellen." Alles goed en wel, maar wanneer de brand klok luidt moet immers ieder meehelpen aan blusschen Dan moet voor het oogenblik alles worden opgeofferd, tot zelfs den zoeten slaap, om te blusschen het reddingswerk is dan meer als het eigenaardig werk der eigenaars van het brandend perceel aan dezen overgelaten. Dit begrijpt natuurlijk de professor ook wel zijn toast op de ministers dient dan ook niet om op dezen eenvoudigen regel der praktijk te wijzen die toast is meer te beschouwen als het mid del om de stem der verontwaardiging tot zwij gen te brengen en te doen plaats maken voor het viva viva het liberaal Kabinet het is een warm woord, gesproken tot de harten der uitnernendsten, om hen te herinneren aan hun wijsheid van het leven en aan den adel van hun karakter Bravoprofessor 1 daarin ligt het bewijs dat gij gelooft aan het goede in den menschhet stempelt uzelf, indien ge dien stempel nog van noode hadt, tot een mensch van karakteradel al gaan we niet geheel met u mee, wanneer ge de tweeledige belastinghervorming met den naam „schoone monumenten" betitelt, of waar we uw advies onaannemelijk vinden om door te blijven wetgeven met deze Kamer, wanneer de kieswet eenmaal is aangenomen. Rationeel zouden we het vinden, indien deze Kamer de spade over den schouder legt en huiswaarts gaat wanneer de zon, het censuskiesrecht, is ondergegaante werken in de schemering, tot- dat de nacht komt, dunkt ons niet raadzaam. Charmante menschen dus, onze ministers 1 ook Tak, „het parlementair hoofd van het Ka binet", is zulk een charmant mensch volgens de L. „Het schijnt in hooge mate onbillijk, hem grief te maken van zijne voortvarendheid. Zijn naam, zijn karakter, zijne beloften recht vaardigen als om strijd zijne staatkunde." Ziet ge, mannen van karakteradel, gij „uit- nemenden onder de uitnemenden," Tak is ook van karakter. Het schijnt onbillijk, melijk eenvoudig. grief te maken van zijn doortastend ung van Pierson tot minister van finan- karakterik zeg niet, dat het onbillijk is, maar 1 der de vrienden, die het idee aangeeft het komt me zoo voor, het schijnt me zoo toe wanneer j ook beslist te spreken, aldushet is hoogst on billijk. Dat heeft de L. zeker ook begrepen te moeten nalaten, terwijl hij het woord voerde tegen de mannen van levenswijsheid. En nu de kieswetvoorstellen zelf eens beke ken, door de L’s bril. „Het is de vraag, of de Tweede Kamer ver standig handelt met een onmiddellijke behan deling." Zeer voorzichtig uitgedrukt, niet waar „Het is de vraag" zegt de L. en daarbij is het hem er om te doen, een punt van twist voorbij te gaan er is immers niet meer aan te veranderen nu de zaak beslist is en wie vrede wil stichten laat zich natuurlijk niet uit over „oude koeien." „Het is de vraag" maar waarom dan niet ook dit vraagteeken achterwege gelaten Wel natuurlijk, zouden we zeggen. De heer de L. wil tegenover de „uitnemenden" niet den schijn zelfs aannemen alsof hij het „branden" van het vraagstuk zag. Redt en neemt uit dus maar, gij uitnemenden, en de L. zal u niet zeggen dat ge verkeerd doet „het is de vraag" zegt hij, en daarom kan hij toch uw geestverwant en vriend blijven? Ja „het is de vraag", want gij uitnemende vrienden van de L. hadt er voor kunnen zor gen dat het kiesrecht niet zoover werd uitge breid ge hadt niet dadelijk dat brandend r- stuk moeten behandelen, maar eerst alles i ten redden, wat nog gevaar kon loopen hadt eerst het huis moeten leegdragen en dan had de L. u een middeltje verschaft om den brand spoedig en tot u aller genoegen te blus schen. „Het is de vraag" maar nu is het te laat, vrienden, om het huurwaarde-stelsel van de L. nog binnen te smokkelen. Ge hebt u-zelf de pas afgesneden door de fiscale reformatie niet eerst ten einde te doen afloopen. Erg onhandig, vrienden De L. had een prachtig stelsel voor u in ge reedheid, op de oud-Engelsche wijs The tax-payer must be the tax-layer. „Doch het komt mij voor, dat de omstandig heden niet meer aanwezig zijn, waaronder het met vrucht kan worden aanvaard." „Het komt mij voor," „het schijnt me zoo toe," „medunkt jullie, vrienden, hebt een kans- je verspeeldmaar is er een onder u die het verlorene nog herwinnen kan, dan „schijnt mij een huurwaardestelsel met lagen census, nog altijd onder zekere omstandigheden het minst willekeurig, het meest tegen bedrog gewaarborgd en proefondervindelijk het best uitvoerbaar." Natuurlijk, professor wanneer men dan bo ven de deur van elke woning, wier huurwaar de hoog genoeg is, een vergunningsplaatje laat aanbrengen is de uitvoering in de praktijk ta- - 2 SlEEkER Cfl B A A T. I i I 8 16 '16 i. - Utf, dfif ng». ’jita- o, m. van Jros- ’rids □>- ge FA.lC'.iC.jni'buiililHililtliill

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1893 | | pagina 1