HEM 11 B IRMMSSMfflT SBL
MlIB Ml IMEilTEÏÏIHUII IIHIIi PE
i
WAT IS WAARHEID?
JAARMARKT of KERMIS
No. 62.
ACH T-E N-V EERTIGSTE J
A R G A N G.
1SÖ3.
tur.
het meerendeel, van Hou-
A.
ver-
van
set,
dag
SN.
3.50
,oo,
rent
i,O0.
JO.
,.50.
f 50
7 i
0 i
10.
M.
ig-
7s
y>
7,
een lange, lange
eigenlijk ongelijk
,00.
kil
srd
;ha-
i en
ten hebben onder elkander uit te maken of het
Daarom be-
De natie wenscht
een
bochels of bulten, een wet waardoor
niet van deze Kamer zou durven verwachten;
,50,
roo,
alle gebreken.
Zelfs zijn er „vrienden", als v. H., die grond
wetsherziening willen om een finale oplossing
te verkrijgen.
AVe meenden dat deze pseudo-volksvertegen-
woordiger met zijn geavanceerde ideeën zooiets
van dat konkelpartijtje kennis te nemen, het
geen haar door de openbare behandeling
gewichtige tijdperken haar redding verschuldigd
is. Zoo heeft het christendom zijn ontstaan te
danken aan het plebs der steden en dorpen van
GalileaMet hoeveel geringschatting werden
deze onwetende menschen niet door de Romein-
sche burgers behandeld Wanneer in die tij
den een paar Romeinsche hoofdlieden langs de
grotten wandelden, waarin de eerste Christenen
vergaderd waren, haalden zij medelijdend de
schouders op. De een vertelde glimlachend,
hoe deze onnoozele dwazen durfden beweren,
dat alle menschen broeders zijn, dat de minste
slaaf de gelijke was van den Romeinschen edel
man. De ander had gehoord, dat deze menschen
van een nieuw, boosaardig, snood of magisch
geloof, gedoopt werden met het bloed van ver
moorde zuigelingen dat zij den zoon van den
timmerman den Koningszetel hadden gegeven
dat zij beweerden één God te hebben, grooter
en machtiger dan Jupiter met heel zijn Olympus.
Toch kwamen uit die spelonken ideeën te
voorschijn, die de wereldgeschiedenis wijzigden,
het trotsche Romeinsche rijk deden instorten en
eeuwen lang het lief en leed der menschheid
beheerschen zouden."
Niemand zal ontkennen, dat wij een hoogst
gewichtig tijdperk doorleven, waarin alle wel-
denkenden op redding zinnen.
Intusschen blijven zij, aan wie de hoogste
belangen zijn toevertrouwd, niet alleen talmen,
maar weigeren ze zelfs een ernstige poging te
ondersteunen, om tot de vurig gewenschte red
ding te geraken.
Ze houden zich onledig met brandkastmijme-
ringen afgewisseld door speeches over de kies-
voorstellen, waarvan schering en inslag isuit
sluiting.
Ieder op zijn beurt houdt
speech, ten bewijze dat ze
hebben. Met de lengte der speeches neemt de
bewijskracht af en de dubbelzinnigheid toe. Het
is of men de voorstellen niet op eens den dood
steek wil geven. Ze moeten verdronken in een
zee van woorden wilt ge een monster van een
dergelijk woordengesputter
Welnu, rijg aan elkaar wat mr. die en prof,
die al zoo geschreven heeft over het stukje
elastiek dat art. 80 heetmaak er één geheel
van en zet aan het slot, dat ge niet wenscht
de deur te openen voor den proletarieërsdrom
of wel ge voegt er aan toe, dat kiesrechtuit-
breiding niet raadzaam is ten tijde van een
Regentschap. Verder noemt ge u nog een voor
stander van kiesrechtuitbreiding, en de speech
zit in elkaarer ontbreekt nog aan een weinig
flux de bouche en een ui. Welnu, de Witte
is in de buurtdaar verkoopen ze spraakwater;
eenmaal daarvan genuttigd en het rolt. „Hard
gaat ie," zou de straatjongen zeggen. Ja wel,
een bult die niet gebocheld is, is welgemaakt
en een welgemaakte bult, een welgeboren
bult, is niet gebocheld en een slaapmuts met
kapitaal is een wakker man; of ook een wak
ker man met kapitaal wordt een slaapmutsof
ook, zooals de Beaufort zoo fort opmerkteal
gemeen kiesrecht is een radicaal middel tegen
alle bezwaren, even radicaal als de dood tegen
bekendmaking.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek maken bekend, dat de
alhier dit jaar begint op Vrijdag den 11 den
Augustus, des morgens acht uur, om te eindi
gen op Vrijdag den ISden Augustus d. a. v.
des morgens acht uur, en dat vóór den 20sten
dier maand alle kramen, disschen, tenten enz.
zullen moeten zijn afgebroken en weggeruimd.
Tevens wordt herinnerd aan art. 12 der Al-
gemeene Politie-Verordening, waarbij is bepaald:
dat niemand eene tent, kraam, tafel of iets der
gelijks op den voor den openbaren dienst bestem
den grond mag opslaan of daarop uitstallingen
van goederen hebben, dan overeenkomstig de
aanwijzing van den Marktmeester of, bij ont
stentenis van dezen, van de Politie en na vol
doening van het marktgeld.
Sneek, 20 Juli 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
UIT DE PERS.
Nu de beraadslagingen over de kiesivetont-
werpen in vollen gang zijn, is een enkele ver
melding van ’tgeen in de pers wordt gezegd
ook over de vermoedelijke kansen zeker niet
ongepast.
„Wat de afloop zal zijn, is uit de tot nu toe
gevoerde debatten nog volstrekt niet op te ma
ken schrijft o. a. de Haagsche correspondent der
Zutf. Ct. De heer Travaglino heeft alle con
servatieven uit alle richtingen en partijen uit-
genoodigd zich aaneen te sluiten, teneinde, zoo
als hij het uitdrukte, Nederland voor deze „on
gelukswet" te bewaren. Nu, onmogelijk is het
niet dat deze illusie verwezenlijkt wordt, om
dat de bestrijders van deze voorstellen volstrekt
geering zoo
daarom
ADVERTEN R1EN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
voor eiken regel meer 7% Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever. J
zekerd blijft.
Met grond mag echter betwijfeld, of de Re-
met zich zal laten konkelen en
zou het volk van Nederland zeker
grooter belangstelling toonen wanneer het ver
nemen mocht, wat er gekonkeld wordt aan het
Hof om een Kamerontbinding te voorkomen,
indien de kieswetten verworpen zijn. Want
daartoe zal het wel komen. Een pacificatie,
waar de natie buiten staat, beduidt toch nie
mendal dat zal ook de Regeering begrijpen,
en van den minister is dan ook toegeven aller
minst te verwachten.
Daarom ware het gewenscht, indien de ju
risten in onze wetgevende vergadering niet van
zins zijn „hun draai" te nemen, dat er maar
spoedig gestemd wordtdan is het woord im
mers aan de natie Er zijn er, die zeggen dat
het Hof dan aan ’t woord is, en, naar den vorm
gesproken, hebben zij, die zoo spreken, gelijk.
Maar dat het Hof eigen positie niet zou willen
verzekeren en versterken in plaats van den
troon door den democratischen stroom aan hot
wankelen te zien gebracht, er is geen redelijken
grond om dit te betwijfelen.
Welnu, de natie zal het wel spoedig met de
regeering eens zijn geworden. Daartoe is niet
die aandrang noodig, waarmee de plutocraten
|ia de Kamer den minister uitnoodigen tot pa
cificatie.
Pacificatie is gewenscht, maar het moet er
een zijn tusschen regeering en volk. Zeer juist
was dan ook het slot van Kerdijk’s sierlijke
rede, dat een parlementaire nederlaag voor de
zen minister, die blijk geeft met zijn tijd mee
pe leven en een blik in de toekomst te kunnen
slaan, haar belooning zal vinden in een natio-
nalen triomf. Bewijzen daarvoor behoefde de
heer Kerdijk niet meer aan te voeren.
Maar de heeren zijn van de wijs. Ze be-
Brijpen er niets van, dat we leven in een over
gangstijdperk, in hetwelk niemand zeggen kan,
waarheen het ons voeren zaldaarom zou hun
bedachtzaamheid zoo uitstekend te stade zijn
gekomen, indien ze zich met het oog op de
toekomst bij den minister hadden aangesloten.
»Het is toch niet aan de grooten en mach-
t'gen der aarde, maar steeds aan de onderste
klassen van het volk, dat de menschheid in
Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f i.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
ze willen toch, voor het meerendeel, van Hou
ten volgen over den dam, die voert naar het
land ven belofte voor alle couponknippers ze
willen er liever eens over praten, eens op kau
wen waarom zou men dan niet liever het
stukje elastiek behouden, mr. van Houten
De heeren willen oplossing.
„Ik ga van de veronderstelling uit, dat de
groote meerderheid van deze vergadering niet
wenscht, dat er van de zaak niets kome, doch
naar een oplossing verlangt," zegt de Beaufort.
Natuurlijk. De heeren vinden kiesrechtuit
breiding urgent. Ze storen zich niet aan volks
uitingen, aan betoogingen en meetings, maar ze
vinden allen de uitbreiding urgent, omdat, ja
omdaX ze urgent is. Waarom anders
De heeren willen en zoeken allen naar een
oplossing. Wat echter opgelost moet worden,
blijft de vraag. De brandende quaestie De
bezwaren tegen de voorgestelde oplossing er
van De liberale partij
Joost mag ’t weten. Maar er moet toch wat
opgelost worden. En in alle deftigheid stopt
men do gansche reeks van onopgeloste zaken
in den kookketel men gaat aan ’t stoken en
heel Nederland kan er getuige van zijn dat de
heeren verlangen naar oplossing. Ze staan met
de grootste aandacht de beweging in den ketel
te beschouwen, wachtende tot althans een der
ingrediënten is opgelost.
„Wenscht men een oplossing verkregen voor
een zeer kleine meerderheid Ja, zal de na
tie antwoorden, nu ze met de roerselen van
„ons bedorven hart" bekend is geraakt.
Hoe kleiner die meerderheid, hoe beter, hoe
liever. Een groote meerderheid is een kentee-
ken, negatief, dat het gietwerk niet deugt en
naar oplossing verlangt.
„Wenscht men een oplossing welke de libe
rale partij zal doen uiteensplijten?"
Och armealsof de Beaufort met zijn kor
nuiten niet druk bezig waren met de wig in
den stam te slaan.
De natie, de groote meerderheid der census
kiezers zelfs, verlangt een finale oplossing; en
daarvan dienden de Kamerleden zich niet on
kundig te houden. Wensehen de heeren hun
zelfstandigheid te handhaven, tegen den stroom
in, a la bonne heure
De natie wenscht een meerderheid voor de
ingediende voorstellen de census-kiezers wen-
schen hetzelfde en hun verwachting is dat hun
afgevaardigden daarmee rekening houden bij
gewichtige beslissingen als deze. Het gaat toch
niet aan wanneer de afgevaardigden op eens
van rol veranderen en optreden als députés der
minderheden? De natie mag dit verwachten,
en heeft bij verwerping het recht de tegen
stemmers gebrek aan ernst te verwijten.
De heeren die het grondwetsartikel maak-
gom, caoutchouc of elastiek is.
kommert het volk zich niet.
een nationale wet, een welgemaakte, zonder
lict in
staat wordt gesteld langs vreedzamen weg een
verandering te brengen in de maatschappij, waar
in, zooals Mill opmerkt „het produkt van den
arbeid verdeeld wordt in omgekeerde reden van
den arbeid en waarin het grootste deel krijgen
zij, wier arbeid slechts fictief is."
Het verlangen naar verzoening wordt ster
ker, een verzoening zegt Mill tusschen
de grootst mogelijke vrijheid van het individu
met het recht van allen op het bezit der ruwe
grondstoffen die de aarde voortbrengt en met
het genot van allen van de voordeelen uit den
gemeenschappelijken arbeid" (J. 8. Mill, auto-
bigraphy).
W enschen de heeren niet hiertoe mee te wer
ken, het zij zoo. Willen ze echter aan het
volk de gelegenheid benemen om in die rich
ting werkzaam te zijn, dan komen de gevolgen
geheel voor rekening van de heeren.
Het volk vraagt lotsverbeteringde vraag: of
de liberale of welke andere partij ook uiteen
zal splijten, is voor het volk een vraag misschien,
maar dan een van zeer ondergeschikt belang.
Het is goed ook, dat de heeren dit in ’t oog
houden.
De kieswetvoorstellen worden in de Kamer
van afgevaardigden niet met groote welwillend
heid bejegend.
En naarmate de tegenstand grooter wordt
hoort men met meer kracht aandringen op ge
meen overleg en pacificatie, een pacificatie na
melijk tusschen Regeering en de Kamer.
Men wil blijkbaar van de Tweede Kamer
een onderonsje maken men wenscht ook de
Regeering in. het clubje op te nemen om vreed
zaam, met vereenden zin een „nationale" wet
te maken.
Het zal de natie zeker niet onverschillig zijn
ireu
ene»
iudet
Ikon»
bijna
I
SNEEKER Cl
5
^8
l/<
7»
7a
7»