I
1
1893»
R G A N <3
EEN VOORBEELD.
16 fcg IS IF* T M JB ÏS
het
aan
van
van
>0.
BINNENLAND.
oppervlakte
13,
)0,
Alle brieven
in te zenden.
g
:il.
d:
P-
na
M.
10
en
nit
60
a
a
)0
sur
)0,
I.
st.
>u
e-
18
is
ef
s-
m
Men schrijft nit den Haag aan de Zutph. Ct.
Het overige land is onder de inwoners ver
deeld, waarvan i
i een halven morgen in gebruik krijgt,
eigendomsrecht mag echter in geen geval
i den overgedragen.
Herijk het hoofd geboden heeft
lingen van allerlei aard, de eeuwen door.
De bijzonderheden zijn ontleend
Amerikaansche blad The New-City.
BURGEMEESTER, en WETHOUDERS
De Middelb. Cour, merkte in haar ook door
ons geciteerd artikel op, dat het verzet van an-
ti-revolutionaire zijde tegen de schrijfproef Noor
den minister Tak juist een rede moest zijn om
dien eisch te handhaven.
Dit noopt de Standaard haar bedenkingen
tegen de schrijfproef nog nader in ’t licht te
stellen. Die bedenkingen hebben geen speci
fiek anti-revolutionair karakter. Het blad meent
alleen dat men geen maatstaf mag forceeren,
waartegenover twee groote deelen van de be
volking ongelijk staan.
Die twee groote deelen zijn: Eenerzijds de
jongeren -1- de stedelijke bevolking; en ander
zijds de ouderen van jaren 4- de plattelandsbe
volking.
De schrijfproef geeft een privilege aan de jon
geren boven de ouderen en aan de stedelingen
Deze CO Uli AN T verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden L— franco por post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
boven den boerenstand.
Hier nu zou, volgens de Stand.niets tegen
zijn, zoo de geschiktheid gekeurd moest voor een
stel bureelisten. Maar het is onrecht nu er ge
schiktheid geconstateerd moet, om voor of te
gen een candidaat te stemmen.
En zegt men nu, vervolgt de Stand.: Dan
zullen we de schrijfproef tot zulk een minimum
nerleiden, dat zelfs een zestiger ten plattelande
ei' geen bezwaar in ziet, dan is dit zeker een
tegemoetkoming, edoch, dan wordt do schrijf
proef zelve van nog erger conditie.
Dan toch bewijst ze geen enkele geschiktheid
meer, en sterft ze aan tering.
De Standaard bevat een artikel waarin be
toogd wordt, dat men in bijna alle landen van
Europa aan een zeer belangrijk keerpunt is
gekomen in het parlementaire stelsel, een om
standigheid die bij de kiesreohtbeweging hier te
lande nog te zeer uit het oog wordt verloren.
Vroeger werd het als de voornaamste taak
van het Parlement beschouwd, de rechten en
vrijheden der natie bij en tegenover de over
heid te verdedigen. Toen kwam het er dus
niet zoo zeer op aan wie de „nationale advo-
katen” koos, als ze maar bekwaam genoeg wa
ren om de regeering zoo noodig op de vingers
te tikken.
Maar langzamerhand kwam er in den boezem
des volks een tegenstelling, zich grondende op
meerdere of mindere tevredenheid met den be-
staanden toestand. Toen kwam er een keer
punt de natie verdeelde zich in conservatieven
en liberalen en zoo verdeelden ook de afgevaar
digden zich in twee partijen, wier strijd lang
zamerhand ontaarde in een worsteling om de
macht. Hierdoor kreeg de quaestie van het
kiesrecht op eenmaal een andere beteekenis,
want iedere partij vroeg zich nu af, hoe zij zich
door het kiesrecht het overwicht over de tegen
partij kon verzekeren. Dit is dan ook het
eenig motief waaruit in en sedert 1848 de aan
drang naar kiesrechtuitbreiding voortkwam.
Maar juist deze wanverhouding bracht ons tot
een tweede keerpunt, tot een tegenstelling tus-
schen volk en volksvertegenwoordiging, want dat
sollen, dat stoeien, dat schermutselen van cote
rie tegen coterie om in de macht te komen,
wekte den weerzin van de natie, die telkens
weer ontdekte dat de lust om voor haar als
natie op te komen, bij haar representanten ge
heel was ondergegaan in een streven om beur
telings den baas te spelen.
Vandaar dat allengs bij de stembus gansch
andere belangen en ook andere groepen naast
de twee heerschende partijen aan het woord
kwamen, die de vertegenwoordiging en de over
heid er aan herinnerden, dat het parlementaire
stelsel er was om de natie en niet ten bate van
eenige coterie.
De Standaard ziet hierin een vooruitgang,
mits men lette op tweeërlei. Eerstens moet elke
groep die aan ’t woord komt, zorgen hare wor
telen zoo breed mogelijk in den boezem der
natie uit te slaan. En in de tweede plaats
moet, nu er zooveel meeningen tegenover el
kander staan, de vraag meer op den voorgrond
komen Wat is de wensch der natie. Gevolg
hiervan is, dat het overwicht der Kamerleden
daalt, en hun beteekenis almeer bepaald wordt
door den maatstaf die uitwijst, in hoeverre, met
welke warmte en met wat toewijding van
krachten en talenten, elk hunner waarlijk als
volksvertegenwoordiger optrad.
Sneek brengen ter openbare kennis, dat de
1 ajaars-PaardenmarJkt
aldaar zal gehouden worden op Woensdag den
20 September e. k.
Sneek den 8 September 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
Sneek,
Gelet op art. 175 der gemeentewet;
Brengen ter openbare kennis
dat de op 13 dezer afgekondigde Verordening
ter voorkoming van de overbrenging en ver
spreiding van de Cholera in deze gemeente, ge
durende drie maanden ter gemeente-Secretarie
ter lezing is nedergelegd en tegen betaling van
tien cents verkrijgbaar gesteld.
Sneek den 14 September 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
KINGMA, L. Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
UIT DE PERS.
Iaaar verdient zulks te
de sociale ziekte en
Sen ingebracht tegen
grondbezit als
kwaal.
Zooals boven gemeld is, heeft het dorp een
oppervlakte van 300 morgen, waarvan een deel
ADI Eli TEN TEEN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents-
voor eiken regel meer Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
naar de overlevering, de Romei-
een
In een tijd waarin zooveel gesproken wordt
over staatkundig en christelijk socialisme, is
het zeker niet oneigenaardig van een gemeente
melding te hooren maken, die in de dagen van
het absolutisme werd gegrondvest en die glo-
-f aan omwente-
„Wij hebben geen armen” zeide de maire.
„Er zijn wel eenige oude leden, die hulpbe
hoevend zijn. Maar wijl ze hun hutten en
s een kleine bijdrage uit het
gemeentefonds voldoende om ze een leven zon
der eenigen kommer te bezorgen. Gij ziet, dat
j onze bevolking haar land niet kan verkoopen,
i zoodat dus, wanneer er onvoorzichtigen onder
Eenige mijlen van Duinkerken verwijderd betaling der rijksbelasting en tot uitdeeling on-
ligt een dorpje, door visschers en i
woond. Sedert het jaar 1670 wordt aan ieder i
vreemden, is echter niet geoorloofd.
Deze regel, waarop geen uitzondering wordt
sterkte hadden gebouwd, van i toegestaan, is reeds daarom gebleken van prak-
- aioijck over naar Engeland en de portus Ic- tisch nut te zijn, wijl ze het sluiten van hu we-
«U’S, waarvan Julius Cesar gewag maakt, is lijken mogelijk maakt zonder het daaraan ver- Pn trnPi,tio-Pn
older, voorkomende, dot het ge- aie d.P Xjgo XZ.,
zin niet in staat zal zijn in eigen onderhoud te
voorzien, zoodat de inwoners van Fort Mar-
dyck allen het kiesrecht zouden verkrijgen in
dien ze woonden in het land der vrijheid als
Franschen komt hun dit recht van nature toe.
Hun veld brengt geregeld meer groenten en
andere landbouwprodukten voort dan zij voor
eigen onderhoud behoeven, en daarom zijn ze
in staat uit den verkoop van het overschot een
aardig spaarpotje te maken.
Nog meerTerwijl de man naar zee is
hangt de vrouw niet van zijn loon af. Ze kan
leven van de opbrengst van den akker en wan
neer de man terugkomt behoeft zijn loon niet
aangesproken te worden. De matroos aan het
Fort Mardyck bouwt dus reeds op jeugdigen
leeftijd zijn hut en wanneer hij dit gedaan heeft
is hij voor heel zijn volgend leven voor gebrek
bewaard.
Mocht hij niet genoeg geld hebben bespaard
om voor den ouden dag bezorgd te zijn, dan
wordt hem onderhoud verschaft uit het gemeen
tefonds.
Bij mijn bezoek aan het dorp werd ik bij
den maire van deze kleine republiek, waarin
staatkundige twisten onbekend zijn, ioegelaten,
en van dezen, een oud zee-kapitein, Everart
genaamd en in rechte lijn afstammend van een
der grondleggers der kolonie, ontving ik de vol
gende nadere inlichtingen
Ons dorp telt thans 1700 inwoners. Wij re
gelen zelf onze zaken en bestrijden onze eigen
uitgaven.
Door inschrijving hebben we het geld ver
kregen voor den bouw eener openbare school
en ik verzeker u dat we den Staat geen stui
ver kosten.
De bevolking is zeer gezondwe huwen
vroeg en leiden een regelmatig leven.
Gezinnen van 10 tot 12 kinderen zijn geen
zeldzaamheid en ik heb in één enkel jaar niet
minder dan 7 gevallen van tweeling geboorten
geteld. Op deze wijze verdubbelt onze bevol
king in dertig jaren. Ik vermoed dat we na
verloop van jaren verplicht zullen zijn onze
landaandeelen te verkleinen, daar we van alle
zijden ingesloten zijn.
Ook ben ik er zeker van dat de Staat ons
geen land meer geven zal.
„En wat doet ge met uw armen vroeg ik.
cius,
volgens sommige schrijvers geen andere dan de
aan de oevers der Sinus Mardicensis of golf van
Mardijck aangelegde haven.
De Romeinen verdwenen en met hen hun
werken, en nadat Mardijck nog eeuwen lang
la welvaart verkeerd had, werd het ten slotte
<Hn doodsteek toegébracht als havenplaats, toen
Duinkerken aan de Franschen verkocht werd.
In deze periode is Fransch Vlaanderen aan
zooveel verschillende heerschers onderworpen
geweest, dat Bodewijk XIV besloot, in de na
bijheid van Duinkerken een gemeente te stich
ten met Fransch sprekende bevolking niet en
kel het aanplanten der Fransche taal was Lo-
newijks doel, maar ook de wensch, cm voor
oen zeedienst een kern te verkrijgen van ver
trouwbare zeelieden, lag aan deze stichting ten
grondslag.
Een oproeping, daartoe strekkende, had in
zoover succes, dat zich in 1670 vier families
aanboden om den koning van dienst te zijn
net waren de families Bernard, Everart, Soone-
kent en Gooden, alle afkomstig uit Cucq in
Picardië, die zich te Fort Mardijck wilden ves
tigen, waarvoor Bodewijk hun 300 morgen land
verleende. Zoo kwamen deze lieden in ’t bezit
van een uitgestrektheid land, waaraan Bodewijk
echter de voorwaarde verbond, dat ze zich aan
'Ie lichting voor den zeedienst moesten onder
werpen.
De kolonie had in haar ontwikkeling her
baaldelijk te kampen tegen vijandelijke aanvat
ten, gericht tegen het hun verleende privilege,
maar geen der tegenstanders had succes en°in
1(73 bevestigde Bodewijk XV niet alleen de
voorrechten, welke zijn voorganger had verleend,
waar ook stond hij aan de bewoners van Fort
■Mardijck het vischrecht ;oe.
t Trots alle veranderingen welke in Frankrijk
nebben plaats gegrepen sedert Bodewijk XIV
er don schepter zwaaide, is het dorp en het
koninklijk geschenk aan land onaangetast ge
neven en de tegenwoordige organisatie is merk
waardig genoeg voor een korte beschrijving,
meer met het oog op
de bezwaren, door sommi-
i een hervorming van het
een middel ter genezing dier
king gegeven over een stuk grond. Het dorp
heet Fort Mardijck, en geeft de plaats aan waar
m lang vervlogen tijden het fort lag ter be
scherming van de haven van Mardijck, waar
toen oorlogs- en koopvaardijschepen heul kwa
men zoeken.
Zoo staken,
nen, die hier
j mochten zijn, onze wetten hen beschermen te-
Men mag het verkregen stuk land verpach- gen ondergang. - Het dorp is zeer schilderach-
ten, - het door verkoopen, als anderszins, ver- tig gelegen. De huisjes staan op eenigen af-
stand van elkander en de sierlijk zich slinge
rende straten zijn aan weerszijden met rijen
tan wilgeboomen beplant. \Vat de bewoners
aangaat, ze onderscheiden zich door gezonden
krachtigen lichaamsbouw zeer gunstig van
I aan landbouwers is overgelaton. De inkomsten i
hiervan vormen een fonds, dat bestemd is tot
zeelieden be- der behoeftige gemeenteleden. vel(]en }iebben; is
--- -Jaai wornc aan ieder ^et overige land is onder de inwoners ver-
lid der gemeente als geboorterecht de beschik- deeld, waarvan ieder, die in ’t huwelijk treedt,
v;- Het
wor- i
r-
1-
u
s®
10
i
6
iT
6
6
S
st
ta-
en
-• i
iet
les
i
Vbtnyuviu - -o hvttuuu zyu. Uiai
■gj-
r i