I
LIMB- B ftïEBnfflHUD WOU Hl:
1
ilj i
No. 84.
DE ARBEIDSOPBRENGST.
an
en
A C II T-E N-V EERTIQSTE J
A R G A N 3,
1893.
r.
31 O C T O B E 12.
noch ondernemer, ontvangt als loon
*8-
Alle brieven
in te zenden.
teur
1,00.
1.59.
kil.
srd
cha-
n eu
)ct.
y8
iur,
an
f40
8 h.
'0 'a
80.
ver*
pnj-
I
^1.
ees-\
ge-f
A\I
‘4
'b
11
rente, ondernemerswinst
der, dat de toeistand van
tot dag, van uur tot uur verergert.
De staat met al zijn burgers is de cijnsplich-
Deze CO ERANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
end I
er
'EN®
EP.
op
vau
RS,
i de
hl-
ieu
ngt
idig
-,oo,
f00,
hierover doen, daarvan houden we ons verze
kerd.
Ook Berlijn telt reeds meer dan 350 millio
naire en deze getallen zijn te danken aan eigen
vrije opgave.
De rente groeit samen met het kapitaal zon
der dat een vinger er voor wordt uitgestoken
en het inkomen wordt genoten nadat men als
physieke arbeid een beweging gemaakt heeft
met de couponschaar of een quitantie met zijn
handteekeuing heeft voorzien.
Het zou waarlijk beter zijn, wanneer het
getal millionairs wat kleiner en dat der bemid
delde neringdoenden wat grooter was
Openbaart zich eenerzijds een toenemen der
groote vermogens, anderzijds valt een niet te
miskennen verminderen en vernietigen van
kleine vermogens waar te nemen. In het eerste
halfjaar van ’92 bedroeg in Duitschland het
aantal faillissementen 1503 meer dan het ge
middelde in de eerste halfjaren van 1880/1889.
Het aantal faillissementen steeg dan ook met
60 °/0. In de jaren 1880/1889 bedroeg het
aantal 2674 in 1890 was het aangegroeid tot
3119, in 1891 tot 3723 en in 1892 tot 4174.
Ieder faillissement nu beteekent meer of min
der den ondergang of de waarde„loozing“ van
geproduceerde goederen, d. i. werkelijk kapitaal.
Bij groote faillissementen heet het meestal,
dat deze of gene zijn kapitaal verloren heeft,
dat veel kapitaal daarbij te gronde is gegaan,
enz.
Dergelijke uitdrukkingen brengen licht op
het dwaalspoor
In werkelijkheid gaat datgene, wat wij kapi
taal noemen, dan niet ten gronde het verwis
selt slechts van bezittertoen het bij den een
niet meer op zijn plaats was, heeft het bij den
ander zijn intrek genomen, waar het de rente-
opbrengst en den rente-aanwas helpt vermeer
deren.
Tegenover den aanwas der groote vermogens
in enkele handen eenerzijds, staat aan den an
deren kant een daarmee overeenstemmende toe
name van schuld.
Onder de Duitsche staten had het hertogdom
Bronswijk een statistiek opgemaakt van de hy
potheekschuld over de jaren van 1856 tot 1874.
In die achttien jaren zijn de hypotheken,
volgens de Duitsche landbouw-courant, met
104 °/0 vermeerderd.
In 1874 bedroeg het voor Bronswijk alleen
een som van 181 millioen mark.
De staat Bruns wijk beslaat in oppervlak
ongeveer het 146ste deel van het Duitsche rijk.
Nemen we dus aan, dat de procentsgewijze tee-
name in de daarop volgende 18 jaren, dat is
tot 1892, dezelfde geweest is als in de vooraf
gegane, zoo zal de hypotheekschuld over geheel
Duitschland een som vertegenwoordigen van
369 X 146 53.874 millioen mark of onge
veer 54 milliard.
Hierbij komen nog ongeveer 10 milliard mark
aan i
gemeenteechuld in ’t geheel dua een schulden
last van 74 milliard mark.
Bij deze Courant behoort ala Bijblad Feuil-
leton-nummer 154.
WINK Gz. te Sneek, om vergunnning tot het
oprichten vaneen TECI1N1SCH-CHEMISCH-
IABRIEK, op het perceel, kadastraal bekend
gemeente Sneek, Sectie C, no. 1267, gelegen
aan de Geeuw.
Dat op Zaterdag den 4 November 1893, des
middags te 12 uren, ten gemeentehuize gele
genheid zal zijn, om tegen die oprichting be-
z'ïa^n..?ta te brengen en deze mondeling en
scariftelijk toe te lichten en dat zoowel de ver
zoekster, als zij, die bezwaren hebben in te
brengen, gedurende drie dagen vóór ovenge
noemd tijdstip ter Secretarie der gemeente, in
de gewone bureau-uren, van de ter zake in«-e-
komen schrifturen kennis kunnen nemen
Sneek, den 21 October 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
UI T DE PERS.
Men weet, dat de Liberale Unie geweigerd
heeft mede te werken tot de door een comité
te Winschoten op touw gezette algemeene adres
beweging voor de kiesrechtontwerpen. Na de
zeer stellige verklaringen, afgelegd in de ver
gaderingen der Unie, acht het hoofdbestuur een
nieuwe verklaring ten eenemale overbodig.
De woorden, die in het antwoord voorkwa
men, „dat ook de niet tot de vereenigiug der
Liberale Unie aangesloten partijgenooten in den
lande de gunstige meening van Tak’s kieswet
deelden,heeft prof. d’Aulnis aanleiding gege
ven tot een protest. In de N. R. Ct. heeft hij
een schrijven geplaatst, waarin hij te kennen
geeft, dat het decreet van de Unie, in Novem
ber 1892 uitgebracht, voorbarig moet genoemd
wordendat de verklaringen, daarover later
afgelegd, in slecht bezochte kiesvergaderingen,
niet veel of niets beteekenen dat de verkie
zing, o. a. te Rotterdam, de onjuistheid der
meening heeft aangetoond volgens welke alle
niet aangesloten partijgenooten in zouden stem
men met de ontwerpen terwijl hij eindigt met
de volgende woorden
„Onze liberale volksvertegenwoordigers, die
de bedoelde ontwerpen, zooals zij daar liggen
afkeuren als in strijd met de grondwet en met
’s lands belang, zullen zich door dat bedrijf niet
laten leiden van het rechte pad.
„Eu het liberale deel der natie evenmin.
„Dit deel hecht nog genoeg aan de voorlich
ting van zijn beproefde leiders in de Kamer,
gelijk een Mees, een De Beaufort, een Van
Houten, een Roëll en zoovele anderen, dan dat
het zich zou laten verblinden door de reclame-
brieven van eenige heeren zonder staatsrechte
lijk mandaat en zonder staatsrechtelijke ver-
ant woordelij kheid.
De Telegraaf heeft reeds dadelijk de opmer
king gemaakt, dat het maar de vraag is wat
men onder „het rechte pad“ verstaat. Is dit
het pad der heeren Mees, De Beaufort, Van
Houten en Roëll, aan wier voorlichting het li
berale deel der natie, volgens den heer d’Aulnis
nog genoeg hecht, „dan dat het zich zou laten
verblinden door de reclame-brieven van eenige
heeren zonder staatsrechtelijk mandaat en zon
der staatsrechtelijke verantwoordelijkheid Of
is het dat der hh. Borgesius, Kerdijk, Veegens
e. a., wier richting zelfs in de club der heeren
met een staatsrechtelijk mandaat en met staats
rechtelijke verantwoordelijkheid de meerderheid
heeft, blijkens de vervanging van den heer Van
der Kaay door mr. Goeman Borgesius als pre
sident der liberale Kamerclub?“
Ook de Anist. wijst op het artikel. Het kan
natuurlijk niet toestemmen dat het rechte pad
tige van het kapitaal, de grondbezitter is de
arbeider voor den eischor der hypotheekrente,
de ondernemer voor den eischer van rente en
grondrente enz.
bekendmaking.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek,
Gelet op de artikelen 6 en 7 der Wet van
2 Juni 1875, (Staatsblad no. 95), tot regeling
van het toezicht bij het oprichten van inrich-
u tingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen
staatsschulden en minstens 10 milliard mark I ve£°orza^en
Brengen ter openbare kennis, dat ter Secre
tarie der gemeente ter visie is gelegd, een ver
zoek met bijlagen van de firma JAN HOU-
Volgens dr. H. Thiel bedroeg in Pruisen de
vermeerdering der hypotheekschulden van 1886
tot 1891, in vijf jaar tijds dus, ruim 3900 milli
oen mark.
Uit een onlangs openbaar gemaakte hypotheek-
statistiek voor het groothertogdom Saksen-Wei
mar blijkt, dat de hypotheekschuld in dien staat
in 10 jaar tijds ruim 56 millioen mark heeft
bedragentegen den rentekoers van 4 be
teekent dus deze schuldvermeerdering, dat de
bevolking van Saksen-Weimar thans 2 millioen
mark meer moet opbrengen voor rentebetaling
dan 10 jaar herwaarts.
Daar Saksen-Weimar naar oppervlak en het
getal zijner inwoners het 154ste deel uitmaakt
van Duitschland, zal, naar de verhoudingen in
Saksen-Weimar berekend, de hypotheekschuld
in Duitschland jaarlijks met 154 X 46 862.4
millioen mark toenemen.
Hierbij herinnert Harmening, dat Saksen-
Weimar, in verhouding tot andere staten,
zich op het gebied van landbouw altijd in een
gunstigen toestand heeft bevonden.
Het aanwassen der schuldenlast van het Duit
sche rijk wordt natuurlijk bevorderd door de
verzwaring der militaire lasten en zoo is de
rijksschuld sedert 1874 met 1 */2 milliard mark
toegenomen, nadat Frankrijk 5 milliard aan
oorlogsvergoeding had betaald.
Zelfs, indien men zich er mee wilde troosten
dat grond en bodem in waarde zijn gestegen,
zoo wordt daarmee het feit niet geloochend,
dat het kapitaal langs hypothecairen weg de
waardevermeerdering onmiddellijk in beslag
neemt, en dus niet doet strekken tot nut van
’t algemeen, maar enkel tot eigen baat aan zich
trekt.
Ja zelfs leert de ervaring bij bouwonderne
mingen ia alle groote steden en vooral in
Berlijn, dat het kapitaal uit het oogpunt van
veiligheid op de waardevermeerdering reeds
van te voren beslag legt.
Wat zeggen ons al deze in cijfers uitgedrukte
feiten
In ’t kort, dat bij een totaal schuld van 75
milliard mark ongeveer, aan hypotheken, staats-
en gemeenteleeningen, Duitschland aan rente
eerst moet opbrengenongeveer 3 milliard
mark, alvorens gedacht kan worden aan grond-
en arbeidsloon, en ver
jaar tot jaar, van dag
ADI ERTENT1ÊN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
voor eiken regel meer 7Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
Hoe verzekert men aan den belanghebbende
het recht op het totaal zijner productie
Het kenteeken van een waarlijk hervormend
socialisme is, dat het elk inkomen, zonder ar
beid verkregen, beschouwt als een onrecht dat
hersteld moet worden.
Wat nu verstaat men onder inkomen, zonder
arbeid verkregen
Daartoe herinneren we allereerst aan de vier
algemeen aangenomen wijzen waarop inkomen
verkregen wordt
rente, grondrente, ondernemerswinst en ar
beidsloon.
Wie geen kapitalist is, geen grondbezitter
noch ondernemer, ontvangt als loon voor zijn
arbeid slechts hetgeen overblijft van het door
hem geproduceerde, na aftrek van rente en
ondernemerswinst.
En hoe hoog is dat loon
In t algemeen zoo hoog, dat het juist toerei
kende is voor de onmisbare levensmiddelen
ook kan men zeggenzoo laag.
Om dus den arbeider zijn volle opbrengst te
kuuneu geven, moet vóór alles worden zorg
gedragen dat het inkomen zonder arbeid den
arbeid blijft drukken, den arbeidenden mensch
tot werktuig verlaagt van zijn evenmensch en
hem, den voortbrenger, berooft van de vrucht
van diens vlijt.
De heerschende factoren in onzen tijd, en te
gelijk de bronnen van het inkomen zonder ar
beid, zijn het kapitaal en den bodem, het eerste
door zijn rente, het laatste door zijn gestadige
toeneming in waarde.
Bovendien bestaat fusschen deze twee facto
ren de wisselwerking, dat het kapitaal door het
recht van eigendom en hypotheek den grond
aan zich trekt, terwijl de grondbezitter, die een
hypotheek noodig heeft, bij het kapitaal moet
aankloppen.
Hoe het inkomen zonder arbeid ontstaat uit
grond en bodem, hoe het toeneemt, is voor nie
mand een geheim.
In iedere stad is de onverdiende waarde-ver-
meerdering waar te nemen.
En in ieder blad, niet het minst in de vrij-
amnige pers, kan men lezen hoe het kapitaal
aangroeit. De mededeelingen over Amerikaan-
sche millionairs, beteekenen iets meer dan een
gewone kroniek volgens deze berichten telt
New-York ruim 1000 millionairs, dat wil zeg
gen dollar-millionairs.
Het begrip „een rijk man“ zal in niet al te
^er verschiet worden omschreven door het getal
billioen.
Nu reeds is een jaarlijksch inkomen van vijf
Millioen dollars geen ongewoon verschijnsel.
Er zijn nog lieden, die zulk een kapitaalvor-
®ing voor gezond houden, omdat zegt Har
dening zij zelf belanghebbenden zijn bij den
aanwas van kapitaal.
De voortgaande ontwikkeling zal uitspraak
«n b in mmi smt
li
ri
IER COERO
■M’
'16
i 5.1
No.
SN