en
fflBffl H IB 1MDHIHT SMU
ÏIEIIIS- EJ WBTEffll BLAD M DE
'j
,JD
9
No. 90.
1893,
WERKLOOSHEID.
o
1
ACH T-E N-V EER T I G 8 T E JAARGANG.
Oproeping vrijwilligers voor de
Nationale Militie.
z 2
T E It <35-
11
A O V r: 3d B EC IE.
voor de deur met zijn ge- zijn, wilde toestaan in de mijn af te dalen
A.
gij ziet
antwoorden, dat gij geen
er
en
Alle brieven
in te zenden.
van
een
5N-
1.00
,00,
il.
rd
Jia-
1 en
tf.
y.
:eur
,00.
,00.
,00,
00,
L.
FF;
40
1 a
a
0°.
mee krijgenvul uw zakken maar, neem wat
ge behoeft voor u en uw huisgenooten, want
Bij abonnement is de prijs
-te vernemen bij
niet doelloos mag zijn en
werkloosheid zoeken in uitzetting der productie.
ver
en brieven aan
J tus-
Huet duidelijk
bekendmaking.
De BURGEMEESTER van Sneek herinnert
- -g van ongelukken
aan alinea 2 van art. 28 der Algemeene Po-
Btie-Verordening dezer gemeente, luidende als
Hoeveel levensgeluk is reeds verwoest door
De winter staat 1
noegens en verschrikking beide voor al wat
mensch heet.
Voor den een overvloed van genietingen
--.AU. Li ULL UVUMJgU Uil
zijn beiden wezens van eenerlei maaksel,
k
Deze CO VRANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
voor eiken regel meer 7 */2 Cents. 2“
belangrijk lager. Voor waard en daaromtrent
den uitgever.
en
voor den ander gemis aan het noodigeen toch j
I is
on gevoel n^ets ^uat vau dien overvloed wat
Foor den een tal van gelegenheden om den i
i wij kunnen het niet op, en, wordt er meer naar
I boven gehaald, dan bederft het maar.
Hoe verstandig is toch de mensch en hoe
practisch
Jammer, dat hij van dat verstand en dien
practisehen zin zulk een spaarzaam gebruik
maakt en de boel zoo laat waaien.
Geen mensch behoeft immers armoed te lij
den en te verkommeren met zijn gezin, waar
overvloed isen toch zijn er velen, die in het
koude jaargetij naakt en met leege maag rond-
loopen, terwijl de zolders, pakhuizen en maga
zijnen overvol zijn.
Dwaze menschen
Gij moogt niet stelen en laat u den boel
ontnemen
Waar is dan uw verstand?
En gij laat het toe zonder verzet; gij ziet,
dat zij, die het namen van u, niet eens in
staat zijn het op te maken, en gij ziet uw
kinderen verbleeken en wegteren
Ja, wel, dwaze menschen die zelfs het recht
u laat ontnemen om meer te maken wanneer
ge uw gezin gebrek ziet lijden
Ontwaakt dan uit uw sufheid vloekt over
het stelsel van roof en uitzuiging, vloekt dui
zend groote vloeken niet tegen God, maar
tegen de christelijke maatschappij. Vraagt,
eischt, dat men u afsta van den overvloed, niet
door philantropie-beoefening, maar in ruil voor
uw arbeid.
Men zal u antwoorden dat er overvloed is
meer dan genoeg van alles; dat er geen
werk voor u is.
Welnu, wijst hun, die aldus spreken, op uw
gebrek en toont hun dat er geen overvloed is,
door op te sommen wat gij en de uwen nog
driugcnd behoeft.
En ze zullen u antwoorden, dat gij geen
recht hebt om mee te spreken.
Welnu, eischt dan als uw recht, dat men u
mee laat beschikken over hetgeen gijzelf hebt
voortgebracht.
Jaagt ze op uit hun gemakzucht, zij, die met
hun onpractisch stelsel de productie belemme
ren van goederen, die nog hoog noodig zijn en
werk verschaffen willen tot voortbrenging van
waardelooze zaken.
Zegt hun, dat het schandelijk en God-ontee-
rend is, te durven spreken van armoede en el
lende, terwijl meer dan genoeg voorhanden is.
Noemt dat een leugen, die alle beschaving
en menschenadel waardeloos maakt en logen
straft.
En ze zullen hun best doen om een ander
stelsel te verzinnen ter vervanging van het te
genwoordige. Met de gemakzucht zal het lais-
scz faire worden opgegeven. I
11 I van oneen: Herinnert
Men zal leeren inzien, dat werkverschaffing de ingezetenen, ter voorkomingy
de bestrijding der ^a.n alinea 2 van art. 28 der Algemeene Po-
laissez faire
Hoeveel meer liefde zou er zijn in deze we
reld en hoeveel minder haat en nijd, indien
gebroken werd met dit noodlottige stelsel
Hoe diep te betreuren zijn zulke toestanden
in een maatschappij, die christelijk zich noemt.
Of zou het waar zijn, wat eens een Engelsch
staatsman gezegd heeft, dat de kerk dienst doet
als bolwerk om de maatschappij te beschermen
tegen het christendom
Wel zoo sprak hij tegen iemand die de
Anglikaansche staatskerk bestreed gij be
strijdt de kerk? Weet ge dan niet dat onze
kerk het eenige wapen is dat ons behoedt voor
het christendom
Zou het waar zijn
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek,
Gelet op art. 9 van het Koninklijk besluit
van den 17n December 1861 (Staatsblad 110.127),
zooals dit is gewijzigd bij besluit van 22 Juli
1892 (Staatsblad no. 179);
Roepen op zoodanige ingezetenen, die ver
langen als vrijwilligers bij de Militie op te tre
den, om zich daartoe aan te geven ter gemeen-
te-Secretarie, in de gewone bureau-uren.
Om als vrijwilliger bij de Militie te kunnen
worden aangenomen, moet men ongehuwd of
kinderloos weduwnaar en ingezeten wezen
voorts lichamelijk voor den dienst geschikt, ten
minste 1.56 M. lang, op den ln Januari van het jaar
der toelating als vrijwilliger het 19de jaar ingetre-
den zijn en het 35ste jaar niet volbracht'’heb
ben, tot op het tijdstip der toelating aan zijne
verplichtigen ten aanzien van de Militie, zoover
die te vervullen waren, voldaan en een goed
zedelijk gedrag hebben geleid.
Het bezit van die vereischten, met uitzonde
ring van de lichamelijke geschiktheid en
de gevorderde lengte, wordt bewezen door
getuigschrift van den Burgemeester, verkrijg
baar op plaats en tijd boven vermeld.
Hij, die voor de Militie is ingeschreven, wordt
slechts als vrijwilliger toegelaten voor de Ge
meente, in welke hij ingeschreven is, tenzij hij
geene verplichtingen ten aanzien van de Militie
meer te vervullen heeft.
Hij, die bij de Zeemacht, bij het Leger hier
te Lande, of bij het Krijgsvolk in ’s Rijks Over-
zeesche bezittingen heeft gediend, wordt niet
als vrijwilliger bij de Militie toegelaten, tenzij
hij bij het verlaten van den dienst, behalve
een bewijs van ontslag van den bevelhebber
onder wien hij laatstelijk heeft gediend, een ge
tuigschrift heeft ontvangen, inhoudende, dat hij
zich gedurende zijn diensttijd goed heeft gedragen.
Hij kan, heeft hij dit ontvangen, tot dat°zijn
veertigste jaar volbracht is, als vrijwilliger bii
de Militie worden toegelaten. J
Sneek den 9 November 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
volgt
„Het is verboden bij vriezend wedér de
straat te schrobben of daarop water te wer
pen.”
Zullende hierop ten strengste worden gelet
en overtreding met eene geldboete van ten
hoogste tien gulden gestraft.
Sneek, 10 November 1893.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
BINNENLAN D.
Bij de stemming ter verkiezing van een lid
voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal
in het kiesdistrict Veendam zijn 1315 geldige
stemmen uitgebracht. Herstemming tusschen
de heeren Treub, die 515 en Smidt die 378
stemmen verkreeg. Op den heer Van Digge
len waren 260 en op den heer Van Vliet Ts5
stemmen uitgebracht.
Dr. C. W. Vinkhuizcu, oud-lijfarts van wij
len Koning Willem III, is jl. Donderdag in
Den Haag overleden. Dr. Vinkhuizen bereik
te den ouderdom van 80 jaar. Hij behoorde
nog tot degenen die onder Chassé de Citadel
van Antwerpen hebben verdedigd.
Als geneesheer was hij zeer gezien en heeft
hij zich -zooals men zich herinneren zal
tot het einde in het bijzonder vertrouwen van
wijlen koning Willem III mogen verheugen.
Ter perse is de zevende bundel van de Brie
ven van Multatuli. Dit deel zal bevatten
scheidene brieven van Tine c_ L.l
van Vloten, het zal tevens de verhouding
schen Multatuli en Busken F
schetsen.
Er is een vervolg gekomen op de brochure
„de Weesvader Van ’t Lindenhout ontmaskerd.”
De heer G. van Deth hoeft onder den titel „De
Weesinrichting te Neerbosch” een nieuwe serie
beschuldigingen tegen den directeur der wees-
inrichting doen hooren, beschuldigingen zoo ern
stig, dat men er moeilijk geloof aan kan slaan.
Ihans zijn het goeddeels handelingen van 011-
zedelijken aard, stuitende mishandelingen aan
meisjes toegebracht, stellige vergrijpen tegen de
zeden, gepleegd door onderwijzers aan de in
richting verbonden en eveneens door den direc
teur zelf, die ons worden opgedischt, welke me-
dedeelingen worden besloten met ’t alles over
treffend bericht dat v. ’tL. weesmeisjes plaatst
in café’s met vrouwelijke bediening en als
dienstboden aan eigenaars van bordeelen levert.
Een van de meisjes, door hem gedwongen in
een bordeel te dienen, zou bij ds. van Gheel
Gildemeester in Den Haag haar nood geklaagd
hebben.
De commissie die de zaken onderzoekt, zal
ongetwijfeld op deze nieuwe reeks onthullingen
letten. Zeker is het dat haar rapport thans
met des te grooter belangstelling zal worden
afgewacht.
De brochure is 160 bladzijden groot. De
portretten van den heer en mevr. Van ’t Lin
denhout en van eenige leden van ’t bestuur der
Vereeniging van Neerbosch zijn er bijgevoegd.
De voorrede, waarin de heer Van Deth zegt
wat hem tot schrijven dwingt, wordt aldus be
sloten
„Neen ik mag niet langer wachten. Ik moet
I Zelfs zou de verzameling der schatten nog
grooter kunnen zijn indien men hun, die dupe
1 en
naar boven te brengen wat hun krachten tor-
sen kunnen van de daar nog opgestapelde
schatten.
Maar de toestemming wordt geweigerder
genoeg, zegt men meer dan genoeg, en
1 geest te verfrissoheu en te verhelderen, voor
beid, waarbij de geest ondergaat.
loch zijn beide van nature in geestesaanleg
gelijk en zijn voor beiden door de natuur de
middelen geschonken om dien geest te ontwik
kelen. *-
De menschheid lijdtin haar geheel gevoelt
»e dat, want wie mag meusch heeten, die volop
genieten kan, zonder aan zijn broeder te den
ken, die zuchtend den kouden winter doorleeft,
tenzij de dood tusschen beide komt en een eind
maakt aan het leed.
Wie leeft blij en verheugd zonder ooit ont
stemd te worden door de klachten van wee en
jammer die tot zijn oor doordringen
Neen, zoo ongevoelig kan geen schepsel zijn
dat den naam mensch draagt.
Het zou toch een groote misvatting zijn van
wat men het levensdoel noemt, wanneer iemand
sich gelukkig zou kunnen gevoelen bij het zien
van zooveel ongeluk en ellende, dat hij zou
kunnen lenigen.
Hoe egoïstisch ook de wereld mag zijn, zoo
laag kan ze niet zijn gezonken, dat degeen die
in het veen woont geen turfje zou overhebben
voor zijn buurman die bibbert van de kou en
's nachts gevaar loopt onder zijn dekentje van
katoen te bevriezen.
Men zegt dat er overvloed is in de wereld
en dankt God voor zijn mildheid maar is het
wonder dat men vloekt tegen dien God, wan
neer Hij het toelaat, dat, wat Zijn milde hand
gaf, wordt verdeeld onder menschen en door
menschen als was het een troep roofdieren
Of is het wonder dat zij, die op die verdee-
•ing der goederen het oog hebben, de menschen
verdeelen in uitzuigers en uitgezogenen
Neen, dat behoeft ons niet te verwonderen.
Immers we zien het met eigen oogen.
We zien den overvloed en denken dat
geen opkrijgen aan is.
Gelukkige menschheid
We zien ook het gebibber en gehonger
We vragen Hoe is dat nu mogelijk?
Neen, we verwonderen ons niet meer over
'lat vloekenen kon het baten we vloekten
ffleê!
Want we zien, het hoe de menschen met hun
geest en vernuft onnoemelijke schatten hebben
Weten bijeen te zamelen, en we zien het hoe
die bijeenzameling niet alleen ten goede komt
’au enkelen met uitsluiting van velen, maar
Wat veel erger is we zien hoe die uitgesloten
’‘assa zelfs dupe wordt van de bijeenzameling
ier rijkdommen.
-
zijn beiden wezens van eenerlei maaksel, be
gaafd met verstand en beschikkend over hart i
den ander niets dan dofheid en neerslachtig-
2
2
4
i
8
16
8
rebo-
Ho-
Carat
mge-
Zejjl»
'j
in
1:
1T.
OEEKKR COU
■3»
r. 0
nO
ju