■IBS- H OWfflWIHUIl NM111
fflillWt 11BET fflOMISSMffl SIM
k
1
tOmaifcii
e
1
No. 91.
ACIIT-EN-V EERTIQSTE JAARGANG.
IN DEN STILTEGORDEL.
le
:e-
e
P-
an
1893.
aft
tlen-1
I
Nationale Militie.
W O £2 r*i JS O A. <3-
IS
N O V E M B E K.
I
I
Alle brieven
in te zenden.
EI-
ïië,
vrijstel-
56 be-
:iën
•aai.
den‘A
UM,
JEP-
Cents. Bij abonnement is de prijs
-te vernemen bij
*/4
5/
Deze CO GRANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
In de „Kroniek*4 van de Stemmen geeft dr.
A. W. Bronsveld deze maand wederom iets over
de kiesrechtontwerpen en over de kansen der
aanneming of verwerping. Gewagende van de
kansen op verwerping, zeiden Standaard en
ADV EB TEN TIÉN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents-
vooi’ eiken regel meer 71/2 C
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent
den uitgever.
Centrum onlangs, dat men dan een ministerie
I zou krijgen bestaande uit „vrienden van dr
i Bronsveld.44
Deze en dorgelijke opmerkingen beantwoor
dende, waarbij hij verschillende, niet gerecht
vaardigde aanvallen van dr. Schaepman en dr
Kuyper, op zijn persoon aanroert, protesteert
hij er tegen dat deze beide door en door ker
kelijke mannen, die bij alles wat zij doen het
belang van hun kerkgenootschap op ’t oog heb
ben, hem beschuldigen te letten op ’t geldelijk
belang der Ned. Hcrv. kerk. J
Wordt de kieswet aangenomen, dan voorziet
dr. B. hooger eischen aan de rijksgeldmidde-
len. Hij beroept zich daarvoor op een artikel
in de Telegraaf waarin wordt gezegd: „Leer
plicht is in aantocht, onze ellendige onvoldoende
armenzorg eischt verbetering; verzekering der
maatschappelijk-zwakkeren tegen ouderdom in
validiteit en ongevallen kan niet uitblijven de
nood der gemeentelijke financiën dringt elk jaar
naar voorziening. Al deze dingen zullen enorm
veel geld kosten.44 Dit gelooft dr. B. gaarne
en lang is daarin niet alles opgenoemd wat men
van den staat zal verlangen.
De enorme sommen voor dit alles benoodigd,
kunnen alleen worden verkregen door een nieuw
rechtsinstituuthet staatserfrecht, en zoo komen
wij zucht dr. Br. binnen korter of lan
ger tijd bij het communisme. En de man
nen die op die wijze alles wihen opofferen aan
den socialistischen, ja communistischen staat
zij hunkeren naar de aanneming van het kies-
wet-ontwerp. En hnn bondgenooten bij de
stembus zijn de leden van Patrimonium en de
anti-revolutionairen, door de Standaard aange
voerd.
Dr. Br. besluit dit deel van zijn kroniek als
volgt
„Zal t zoo n vaart niet nemen Hoe weet
men het? Is ’tniet lichtzinnig een steen op
een bergtop aan ’t rollen te brengen, denkende
hier of daar wordt hij wel tegengehouden?
De staat, zoo klinkt het, en nog eens de staat.
En de tweede partij, die met de eerste een duet
vormt, klinkt: het geld van de rijken, enorm
veel geld moeten wij hebben! Zoo tracht men
het volk eerst aan het stemrecht te helpen en
dan zal ’t zichzelf wel helpen aan geld. Dat
is nu het vergezicht, dat de democratische
kiesrecht-uitbreiding ons opent.
„Of die „democraten44 niet zullen weten van
bezuiniging? Ongetwijfeld, de mannen van „Cal
vinistisch44 gehalte en de werklieden, die dr.
Schaepman bezig is aan te monsteren, zij zul
len met de socialisten ons hooger onderwijs
kortwieken, de kerken van haar subsidies be-
rooven, en onder een valsche leus van vrijheid
alles wat aan ons protestantsch verleden herin
nert, uitwisschen en door hun gemeenschap oe-
lijken haat ons ten slotte stellen voor de keus
tusschen roomsch- of sociaal-democraat; want
gelijk dit nu wordt gezien in Baden en elders’
alle middenpartijen worden overvleugeld door
die twee best georganiseerde machten, door die
beide armen tusschen welke alle waarachtige
vrijheid zal worden doodgedrukt.
Ieder begrijpt dus, met hoeveel spanning wij
de beslissing tegemoet zien, welke omtrent de
kieswet genomen zal worden. Hoe blijde zou
den wij wezen, indien zij werd verworpen, en
een einde gemaakt aan het bewind van ’een
ministerie, dat, bewust of onbewust, ons land
in de macht voert van het communisme. Kwam
een ministerie aan het bewind, dat deze ramp
afweerde wat zou het er toe doen, of zijn
leden vrienden waren van dr. Bronsveld? Zij
zouden, wat toch de hoofdzaak is, vrienden
van ons volk, de redders wezen van dynastie
heerschers, maar een regel, waarbij allen zich ’t openbaar,
i wel zullen gevoelen. Niet dus meer een ideaal
waarvan het gezag misbruik maakt ten koste
van van het levensrecht van anderen, maar een
toestand waarvan allen, die mensch heeten,
gelijkelijk zullen profiteeren.
Niet echter een laisser faire, dat alles, ook
de wetgeving, laat waaien; niet de toestand der
anarchie dus, zooals droomers zich dien van de
toekomst voorstellen op elk gebied of zooals de
oud-liberalen dien nog met moeite handhaven
op maatschappelijk-economisch gebied
Maar wel een laisser faire dat wetten maakt,
waarin de behoeften des levens niet worden
onthouden en waarbij rechten en plichten met
elkaar afwisselen, zoodat de eersten doel, de
laatsten middel zijn.
Daarheen is het streven onzer maatschappij
gericht. En gaat het laisser faire thans onder,
tengevolge zijner eenzijdige toepassing en een
zijdige bevoorrechting, zeker zal het op den
duur herleven in de eeuw der toekomst, als het
fundament van het groote gebouw der maat
schappelijke samenleving. In onze doorzieke
maatschappij zulk een frischheid en gezondheid
te onderstellen, dat men haar aan den levens
regel van laisser faire zou kunnen onderwerpen,
is, zacht uitgedrukt, misdadige dwaasheid.
Eerst, nadat de plant in de broeikas weer her
leeft en door ontwikkeling van al haar organen
tot bloei zal gekomen zijn eerst dan mag
het veto worden opgeheven, dat thans als nood
zakelijk kwaad over den frisschen regel van
laat-maar-waaien verhangen is.
En buitendienindien ooit deze vrijheidsleus
voor de maatschappij waarde en kracht zal
hebben, moet ze uitgaan van de vrijheid zelve.
Maar een onding is het, een duivelsche list,
wanneer het gezag uit het program der vrij
heid dit artikel, en dit alleen, overneemt, om
de zonen der vrijheid in een blauwen damp te
hullen, zoodat het aan de heerschers gemakke
lijk valt de onnoozele vrijheidshelden om den
tuin te leiden.
Dat dit werkelijk het geval is, leert de er
varing onzer dagen. Door schade en schande
heeft het naar vrijheid verlangende volk ge
leerd, dat het gezag met de vrijheid heeft ge
speeld als poeslief met de muisjes.
Men verdeelt onze maatschappij gewoonlijk
in vijf standen naar den aard van de levens
wijze, naar de hoegrootheid van bezit, en naar
den arbeid door de menschen verricht ter wille
van hun bestaan.
In onze maatschappij zou evenwel met meer
recht een andere verdeeling mogen gelden.
Naarmate het beginsel van laat-maar-ivaaien
zich in meerdere of mindere mate doet gevoe
len als noodlottige maatregel, vinden we in de
gemeenschap heden ten dage naast den stand
der satisfaits een klasse, die de valschheid van
het half doorgevoerde beginsel pijnlijk gevoelt
en openlijk er mee voor den dag komt, de
klasse die haar bedenkingen maakt en ze niet
verzwijgten tusschen deze twee de midden-
klasse, die gedeeltelijk zucht en twijfelt en voor
een ander deel in stilte moppert en zwijgt in
Wie in zijn verbeelding de reis maakt
het hooge Noorden naar den equator, en op de
hoofdpunten zijner reis eenige oogenblikken
verwijlt, doorleeft in korten tijd gewaarwordin-
gen van gansch verschillenden aard.
In ’t Noorden de eeuwige nacht, aan den
evenaar afwisseling en gelijken duur van nacht 1
sn dag ginds totaal gemis van leven, hier le-
ven van den bodem der diepe zee tot hoog in
den dampkring aan de pool de kille nachtvorst,
aan de linie de warme zon als absoluut mo
narch den schepten zwaaiende.
Op dien tocht zuidwaarts passeert men een
streek, waar de noordoost- en zuidoostpassaat
met elkaar in botsing komen. Die streek, de
stiltegordel genoemd, is de plaats waar wind
stilte afwisselt met onweersbuien, waterhoozen
en stormen..kortom: de plaats op aarde, die
voor den schipper groote gevaren oplevert
sis zijnde het tooneel van hevige botsingen.
He overgang van kilheid en warmte, van ijs
koude gestrengheid en warme mildheid in de
wetgeving der natuur.
Een reeks van gewaarwordingen, hiermee
tamelijk overeenstemmend, krijgt men bij het
loorloopen der historie van den mensch en zijn
wetgeving uit den nacht der tijden, naar de
oorden waar het leven zich in het warme zon
licht rijk en overvloedig ontwikkelen zal en
waar de nacht in zijn goddelijke rust geen
verschrikking maar een verpoozing des levens
is.
Uit de donkere perioden der barbaarschheid
naar de heldere dagen van verlichting en be-
Sehaving
I Uit de sfeer waar de mensch geen rust wordt
■elaten en de stem des heerschers den gejaagde
■steeds angstig in de ooren klinkt met zijn gij
fcoe/, uaar den. levenskring, waar het: gij moogt,
■Z1JU leven aanhoudend vervroolijkt en verlicht
het t/y moet slechts vernomen wordt in ei-
■ea binnenste en voor zoover het noodzakelijk
■s om aan het gij moogt van anderen niet in
Keu weg staan.
In één woordde gezegende en vurig door
mer gewenschte woonplaats, waar de rechten
ldes menschen niet miskend en de plichten niet
■^zwaard worden tot een afmattenden last.
I In den ouden tijd waren het enkele hecr-
mlers, een enkele stand, die den Staat vormden
■en met hun wetgeving de maatschappij tiran-
m8e0rden. Het was het bloeitijdperk van het
Wez:ig, waaraan de maatschappij was onderwor-
KCI1> zonder eenige schaduw zelfs van recht
■•Ertegenover te mogen doen gelden.
Eu thans de worsteling, de botsing tusschen
■gezag en vrijheid, waarbij het gezag met de
■racht van den Noorderreus zich verzet tegen
■en dwerg, den kleinen held der vrijheid, die
■‘et moede wordt in den kamp en dien niet op
tjk1 geven, vóór de maatschappij zal zijn ont-
rf'ersteld aan het drukkend en eenzijdig gezag
■aa den Staat, en het laisser faire niet meer
genot zal zijn en een recht alleen van de
Want het gezag, dat van boven af den zegen
neer doet dalen voor het materiëele leven,
dwingt tot zwijgen hen, die afhankelijk zijnen
niet zelfstandig leerden denken of wel het
geeft op zijn manier verklaring van het ver
schijnsel der sociale ziekte, door te wijzen op
overbevolking, malaise of munfstandaard, tegen
over hen, die mondig’worden gerekend on die
men dus niet met een kluitje in ’t riet kan
sturen.
Zoo doorleven we heden ten dage den stilte-
gordel met zijn beurtelings afwisselende wind
stilte en stormen, zijn waterhoozen en onweers
buien.
De slavernij werd afgeschaft, maar de vrij
heid, welke daarvoor in de plaats kwam, mist
alle waarde voor hem, die leeft van de genade
van ’t gezag. Nooit zouden dan ook de Zuide
lijke Staten van N.-Amerika het zwaard hebben
getrokken ten gunste der slavernij, indien ze
geweten hadden wat thans de ervaring hun
leert, namelijk dat laisser faire in bun hand
veel krachtiger wapen is tegen de loonarbei
ders, dan de zweep bij de vroegere slaven, en
nooit hebben die arbeiders in de slavernij zoo
zwaar getobd als thans in hun vrijheid. Eerst
zekerheid des levens, daarna de vrijheid zoo
behoort het maar wie het eerste mist, heeft
aan het tweede niet meer dan de vrije vogel,
die tot mikpunt dient van den jager.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, voldoende aan art. 87 der wet
op de Nationale Militie van den 19den Augus
tus 1861 (Staatsblad no. 72), zooals die is ge
wijzigd bij die van 4 April 1892 (Staatsblad
no. 56), brengen ter openbare kennis, dat de
eerste zitting van den Militieraad voor deze ge
meente zal worden gehouden in het Gemeente
huis te BOLSWARD, op Woensdag den 20
December e. k.des namiddags ten 12’/4 ure,
in welke zitting uitspraak zal worden gedaan
omtrent
1. De verschenen vrijwilligers voor de mi
litie
2. de lotelingen, die redenen van
ling hebben ingediend
3. de lotelingen, in de artt. 55 en
doeld
4. alle overige lotelingen.
Zullende voor dien Raad alleen behoeven te
verschijnen
1. Zij, die zich als vrijwilliger voor de Mi
litie hebben aangeboden
2. de lotelingen, die vrijstelling verlangen
wegens ziekelijke gesteldheid, of gebreken, of
gemis van de gevorderde lengte.
Sneek den 7 November 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
UIT DE PERS.
1
-
■0
ES-
EK
3
Nov.
a te
ïauta
anke
je de
ia de
lYke
i van
.uurd
Oost-
ia te
11 1
7/16
7*
7/»
/8
?2'
,'A
iliS
(HRiVT.
■■-•WH