'A
Mans- H OBfflTHllI M DE
CHMI ffl fffl iBRWIISSKBï SMI
0
No. 13.
V IJ F T I G 8 T E J A A R Cl A N Q.
1895.
RED DING SHAKEN
W O K M D A G
13 FKBRLARI.
U I T
DE PERS.
it
BINNENLAND.
y,
a
voor. Daar
naar.
een van den Heer Commissaris der Koningin
in Friesland ontvangen besluit, alle houders
van pretentiën ten laste van het Rijk, den dienst
van 1894 betreffende, uit, hunne declaratiën zoo
spoedig mogelijk in te zenden, en het uiterste
tijdstip van indiening, zijnde den laatsten der
maand Juni e. k.niet af te wachten, vermits
die pretentiën, op dat tijdstip niet ingediend
zijnde, volgens de wet van 8 November 1815
{Staatsblad no. 51), worden gehouden voor ver
jaard en vernietigd.
Sneek den 12 Februari 1895.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
ADV EB TEN Tl ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7‘h Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bü
den uitgever.
aangevoerd, dat men zoo den voet zet op een
hellend vlak dat naar de socialistische maat
schappij voert. De heer Treub is intusschen
van meening, dat deze boeman uitgediend heeft
en alleen bij gebrek aan steekhoudende argu
menten wordt voor den dag gehaald.
Als men het beeld van het hellend vlak wil
gebruiken en beweert dat de sociale hervor
mers zich op zulk een vlak bevinden, dan zijn
naar de heer Treub doet uitkomen de
doctrinaire individualisten bezig boven op den
scherpen kant hun partes posteriores door te
zitten. Maar van een hellend vlak is hier geen
sprake. De weg, waarlangs de maatschappij
zich beweegt, is niet hellend naar beneden.
Wil men een beeld, dan kan men spreken van
een langzaam stijgenden, in het midden hoo-
gen, aan beide zijden geleidelijk in een moeras
afloopenden weg. Aan de eene zijde het moe
ras van het dogmatische individualisme, aan de
andere dat van het dogmatische communisme.
Op dien weg gaat de maatschappij niet regel
recht voort, maar wordt zij, al voortschrijden
de, heen en weer geslingerd, nu eens meer na
derende tot het eene, dan weer tot het andere
moeras. In den loop dezer eeuw, tot slechts wei
nige jaren geleden, is de maatschappij hoe langer
hoe verder uit het midden van den weg naar den
kant van het individualistische moeras afgezakt
en dat niet toevallig, maar gedreven door een
openbare meening, die vast overtuigd was van
aan den individualistischen kant niet een dras-
sen- maar een vasten bodem te vinden.
Nog juist bij tijde, toen de kans reeds groot
was dat de maatschappij voor altijd in den dras-
sen grond, die tegen de verwachting aanwezig
bleek te zijn, zou worden vastgezogen, is dit
gevaar ingezien en is de maatschappij begon
nen den gevaarlijken kant van den weg te ver
laten en zich weer naar het midden van den weg
te bewegen. Dat deze beweging, wanneer zij te
lang naar dezelfde richting wordt voortgezet, over
het midden van den weg kan en zal heen brengen,
en de maatschappij in de niet minder gevaarlijke
nabijheid van het communistische moeras zal
voeren, verhelen de voorstanders van sociale
hervormig noch aan zich zelven noch aan
anderen. Maar dit belet hun niet de beweging
onder de gegeven omstandigheden, nu de maat
schappij te veel naar den individualistischen
kant is afgedwaald, met vol vertrouwen te be
vorderen. Op de individualistische richting van
de voorafgaande periode heeft de socialistische,
welke de maatschappij thans uitgaat, dit al
thans voor, dat terwijl de voorafgaande be
weging werd aangewakkerd door de algemeene
overtuiging dat zij niet ver genoeg kon wor
den voortgezet, thans allen, wier blik niet door
het sociaal-democratische dogma is beneveld,
de gevaren van het te ver voortzetten van den
nieuwen koers voor oogen houden en dat dien
tengevolge het gevaar van overdrijving nu veel
minder groot is dan voorheen.
De vooruitgang der maatschappij dwingt tot
een voortdurend zoeken naar het juiste midden
tusschen de individualiteit en de communitische
neigingen van de haar vormende leden en groe
pen. ’t Is een voortdurend slingeren aan het
onvatbare juste milieu, maar naarmate de maat
schappij er verder van verwijderd wordt, naar
die mate worden ook de bezwaren van hun
afdwaling voelbaarder en wordt de drang naar
koersverandering grooter. Die drang is thans
Het bestuur der sociaal-democratische arbei
derspartij in Nederland W. P. G. Helsdin-
gen te Rotterdam, voorzitter, J. H. Schaper te
Groningen, secretaris, G. Israël te Arnhem, pen
ningmeester, W. H. Vliegen te Maastricht, bui-
tenlandsch seer.P. J. Troelstra te Utrecht, Js.
Loopuit te Amsterdam en L. Cohen te Zwolle
heeft aan alle vereenigingen en personen in
Nederland, die voorstanders zijn van uitbreiding
van het kiesrecht, een missive gericht, die ten
doel heeft te komen tot een krachtige bewe
ging in Nederland ten gunste eener snelle en
ruime kiesrechtuitbreiding.
Kon bij de behandeling van het ontwerp-Tak
met een schijn van recht door sommige kamer
leden worden beweerd, dat het volk buiten de
kiezers niet warm is voor de kiesi-echtquaestie,
ditmaal dient, naar ’t bestuur doet uitkomen, te
worden gezorgd, dat dit voorwendsel niet meer
kan worden gebezigd.
Het wil daarom een algemeen democratisch
en arbeiders-comité voor de uitbreiding van het
kiesrecht in ’t leven roepen, een comité, waarin
alle richtingen onder de democratische groepen
- - 7moeten vertegenwoordigd zijn en dat tot taak
zeer sterk. Men moet beginnen met te trachten zaf hebben, op grond van een program van
den wagen weder in het rechte spoor tc bren- kiesrechtuitbreiding, bij gemeen overieg g. oed-
FAt*rï gekeurd een gemeenschappelijke beweging^er
geheel het land in het leven te roepen en te
onderhouden.
In een vergadering, den 10 Maart te Amster-
de vraag, of hij aan den anderen kant weer zal
uitglijden. Dit laatste is mogelijk, is niet on-
waarschijnlijk zelfs, maar vooreerst is daarvoor I
De quaestie der graanrechten brengt bij
voortduring veel pennen in beweging in ver
band met de motie-Dobbelmann, die nog in de
Tweede Kamer in behandeling moet komen, en
met de pogingen zoo in Groningen als in Lim
burg gedaan om het stelsel van protectie op
landbouwgebied toe te passen.
Ook tusschen de Arnh. Ct. en den heer Treub
in ’t Soc. Weekblad is daarover een pennestrijd
gevoerd. Geen van beide partijen is voor graan
rechten. De Arnh. Ct. wil ze niet, de heer
Treub zou ze alleen willen als er kon worden
gezorgd dat de voordeelen althans de pachters
en boeren zelf ten goede kw-amen. De pole
miek is allengs overgegaan in een bespreking
over de middelen door den heer Treub aange
geven om te zorgen dat bij eventueele heffing
niet de grondeigenaars met het voordeel zullen
gaan strijken en de klpinere man, die duurder
brood te eten krijgt, het gelag zou betalen, en
de A. C. heeft er op gewezen dat een premie
aan de graanbouwers dan wellicht nog de voor
keur zou verdienen boven de middelen van den
heer Treub. Hiertegen voert laatstgenoemde
thans in ’t Soc. Weekblad aan, dat de Arnh. Ct.
vermoedelijk heeft bedoeld een bewijs uit het
ongerijmde te geven. Op zichzelf zou er zeker
als noodmaatregel niets tegen te zeggen zijn,
maar in de practijk zou zij vrijwel onuitvoer
baar blijken te wezen. Ten slotte verdedigt hij
de door hem voorgestelde maatregelen.
Het slot van dit artikel is gewijd aan den
rechtsgrond voor het nemen van de verschil
lende maatregelen, welke de heer Treub noo-
dig acht, o. a. het vaststellen van pachtprijzen.
Wij meenen dit gedeelte, hetwelk een belang
rijk en veel besproken punt behandelt, iets uit
voeriger te moeten vermelden.
De rechtsgrond tot het grijpen in de parti
culiere aangelegenheden bestaat, naar de heer
T. doet opmerken, voor den staat overal, waar
de onbeperkte individueele vrijheid leidt tot
toestanden, die uit een algemeen maatschappe
lijk oogpunt bedenkelijk zijn. Die rechtsgrond
is het welke den staat er toe leidt, eischen te
stellen aan het bijzonder onderwijs, ongevacci
neerde kinderen van de scholen te weren, het
vervoer van landverhuizers aan zekere voor
waarden te binden, het oprichten van fabrieken
niet onbeperkt toe te laten, regelen te stellen
voor vrouwen- en kinderarbeid. Die rechtsgrond
is het welke den staat er welhaast toe leiden
zal maatregelen voor te schrijven tot beveili
ging van werklieden tegen ongelukken in fa
brieken en werkplaatsen, verplichte verzekering
tegen de gevolgen van ongelukken, invaliditeit
en ouderdom in te voeren, regelen te stellen
voor de volkshuisvesting, leerplicht in te stel-
enz.
Tegenover deze opvatting wordt gewoonlijk
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, brengen ter openbare kennis,
dat er
aanwezig zijn:
1°. In den houtmolen van Ter Horst aan
de Geeuw
2°. Bij J. T. Bloksma, Pompmaker, Bui
ten ’t Hoogënd
3°. Bij de Wed. Folkert Prins aan de Prin
sengracht
4°. In de smederij van J. Tjaarda, buiten
de voormalige Noorderpoort
5°. Aan het Spoorwegstation
6°. Bij M. Heiners, nabij de Oosterpoorts-
brug
7°. Bij G. S. Hofstra, steenhouwer, aan de
Leeuwarder trekvaart
8°. Bij Th. Asselman, scheepstimmerman,
bij de Oppenhuizerbrug
9°. Bij de Kalkovens van Feenstra, aan den
Oppenhuizerweg
10°. Bij den Concierge der Hoogere Bur
gerschool
ƒ110. Bij den Concierge der school voor Kos
teloos Onderwijs
12°. In den molen van Veen, aan de Fra-
nekervaart.
Tevens wordt in herinnering gebracht, dat
volgens art. 450 van het Wetboek van Straf
recht ieder, die, getuige zijnde van het oogen-
blikkelijk levensgevaar, waarin een ander ver
keert, nalaat dezen die hulp te verleeneu, die
hij hem, zonder gevaar voor zichzelven, ver-
leenen kan, indien de dood van den hulpbehoe
vende er op volgt, gestraft wordt met hechtenis
van ten hoogste drie maanden of geldboete van
ten hoogste driehonderd gulden.
Ten slotte wordt de aandacht gevestigd op
art. 168 der Algemeene Politie-Verordening
dezer gemeente, luidende als volgt
„Niemand mag weigeren een drenkeling in
zijn huis op te nemen.
Ieder is verplicht, die daar te houden, totdat
volgens verklaring van een geneesheer vervoer
kan plaats hebben.”
Overtreding van dit artikel wordt gestraft
met hechtenis van ten hoogste zes dagen of
geldboete van ten hoogste vijfentwintig gulden.
Sneek, den 28 Januari 1895.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
KENNISGE VING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek brengen ter openbare kennis,
dat het 2e Suppletoir-Kohier van den Hoofde-
lijken Omslag, dienst 1894, goedgekeurd door
lïeeren Gedeputeerde Staten van Friesland,
aan den Gemeente-Ontvanger ter invordering is
ter liandgesteld en een ieder verplicht is, zijn
aanslag op den bij de wet bepaalden voet te
voldoen
dat een afschrift van dit Kohier vanaf den
13 dezer, gedurende vijf maanden ter Se
cretarie dezer gemeente ter inzage is nederge-
legd, alle werkdagen van ’s morgens 9 tot ’s na
middags 1 uur.
Sneek den 12 Februari 1895.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester
BENNEWITZ, Secretaris.
KENNISGE V I N G.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der len'
gemeente Sneek noodigen, naar aanleiding van
nog geen gevaar. Het gevaar om aau louter
individualisme te bezwijken, is onze maatschap
pij nog niet te boven en het is ons aller plicht
haar daartegen in bescherming te nemen, zelfe
i al moeten daartoe individueele rechten worden
beperkt en aan banden gelegd. „Het verloop
der maatschappij is de hoogste wet die wij er
kennen. Alle individueele rechten die daaraan
in den weg staan hebben hun rechtsgrond ver
loren, aldus besluit de heer Treub.
De Standaard velt een min gunstig oordeel
over de circulaire der Liberale Unie en de aan
gesloten kiesvereenigingen. Zij schrijft:
Te laat is een boos woord, maar te vroeg
kan even goed schade brengenen die schade
beloopt thans de Liberale Unie.
Ze kwam met haar voorslag te vroeg voor
den dag, en verzwakte daardoor haar positie.
Wat ze bedoelde was kennelijk de schifting
voor te bereiden tusschen de meer conserva
tieve en meer geavanceerde bestanddeelen in
eigen boezem.
Edoch, een schifting moet, om doel te treffen,
tot op zekere hoogte zuiver kunnen zijn.
En hoe wilt ge die zuiverder schifting thans
reeds tot stand brengen
Alsof die schifting niet bijna geheel beheerscht
zal worden door de kansen, die de nieuwe kies
wet zal openen
En hoe wilt ge dan, op dit oogenblik nu
heel het politieke land een middagdutje doet
om kracht te verzamelen voor den strijd, die
om de kieswet komt, de geesten reeds tot een
besliste keuze noodzaken?
Daar is het het oogenblik niet Tv
is de stemming der gemoederen niet
Men slaapt nu zijn winterslaap.
En hadt ge de goêlien dan tot eiken prijs
uit dien winterslaap willen wakker schudden,
was dan ten minste met geen vragen, maar
met een beslisten voorslag gekomen.
Een nieuw voorstel kan u nog wakker maken.
Een reeks vragen wekt ter slaap.
Deze CO VB AN T verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
aaonsB
16
4
i
s.
e
R
co
k,
jo
m
m
•8-
n*
te
ar
”4-1
aWllS»