1
1
J
1
Jd
MB 1 IBBfflTMID Wil DE
I
No. 15.
VIJ F TIG R T E Ja
1895,
EEN GOED DENKBEELD.
W
W O K5 A o
SO F IM3 I?l A R I,
r
toe
het voorstel aangaat
mag
en
UIT
1
r.
on-
ge-
h
;W
Abonnementsprij s
Alle brieven en
in te zenden.
1
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS
i voor 3 maanden 1.franco per post ƒ1.25.
stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
W]
orde. Wij vermelden hier wat onlangs door
mr. G. J. Siekesz, oud-voorzitter van de Gel-
dersch-Overijsselsche maatschappij vanlandbouw
en indertijd voorzitter van de staatscommissie
voor landbouw, in het Nederlandsch Landbouw
weekblad werd gezegd.
Hij noemt de aanvaarding van beschermende
rechten een gevaarlijk middel. Dat gevoelen
trouwens velen der voorstellers onwillekeurig
zelven, waar zij verklaren óf ondanks zich-
zelven de toepassing er van te verlangen óf
niet anders dan op bescheiden wijze, de invoe
ring er van te wenschen. Een matig recht
wordt gevraagd, als gevoelde men zelf het ge
vaar van een consequente toepassing van het
stelsel. Maar juist daarin schuilt het groote
gevaar, dat, wie het in toepassing brengt zich
beweegt op een hellend vlak, waarop van ma
tigen geen sprake meer is. Dat althans heeft
het protectionisme in het buitenland voldoende
geleerd. Bij de invoering van beschermende
rechten, komt men alras tot de overtuiging
dat een matig recht niet geeft, wat men er van
verwachtte. Dan wordt op verhooging van het
recht aangedrongen, met terzijdestelling der be
zwaren, welke aanvankelijk slechts bescheide-
lijk een matig recht hadden doen vragen. Eerst
wordt bescherming van slechts één bedrijf ge
vraagd, straks komen meerderen om gelijk recht i
vragen. i
En ’t is wel te denken dat het in ons land I
3e. in ’t belang der waarheid, die niet meer
eenzijdig zal worden onderwezen en gezocht
4e. in ’t belang van het ware
sel, dat iederen staatsburger zijn
-„Uluc, uis mans, aau bepaalde voor- a^e Partijen voor de wet
waarden gebonden die de besteding der rijks- '9 0IlverUiddelijke eisch in den constitutioneelen
Er is nog een ander gevaar, dat wel ma»-
worden overwogen, voor men tot de invoering
van graanrechten met al de gevolgen van dien
overgaat. Men helpt enkelen en brengt velen
nadeel toe. Voor den zandboer, die nu op zijn
varkens nog wat verdient, is de kans benomen
als de voederstoffen duur worden.
De heer Siekesz eindigt als volgt’; „Men mee-
ne met wanneer ik, bij den strijd voor en te
gen protectie, welke thans ook bij ons gestre
den wordt, deze dingen ter ernstige overweging
aanbeveel, dat ik de moeilijkheden, waarmede
ook onze landbouw te kampen heeft, onderschat.
Daarvoor ben ik te lang en te dikwijls voor
de bres ^rongen? Jaren
geleden heb ik er reeds op gewezen, dat de
historie van Jozef in Egypteland een oude ge
schiedenis is, die altijd nieuw blijft.
Ik heb toen herhaaldelijk gezegd, dat men
«oed zoude doen om, evenals die njksbeheerder
der oudheid, in de vette jaren zich te wapenen
tegen de kwade die komen zouden. Had men
dit meer gedaan, en hadde regeering en ver
tegenwoordiging daartoe meer meegewekt, wel
licht zoude thans de malaise niet zoo zwaar
worden gevoeld. Maar het verzuim van jaren
laat zich met in een oogenblik herstellen, en
ook bij grooter inspanning in vroeger jaren zou
de ongunst van den tegenwoordigen tijd niet
geheel zijn te bezweren geweest. Hoe ’t ook
zij, onze landbouw beleeft treurige dagen, en
ik kan mij voorstellen, dat men er toe komt
om tot verbetering naar alles te grijpen waar
van men heil verwacht. Ik kan mij zelfs tot op
ze ere oogte verplaatsen in het denkbeeld van
hen die als laatste redmiddel bescherming, het
je p Uwvaj. graanrechten verlangen. Maar juist
de liefde die ik onzen vaderlandschen landbouw
toedraag, brengt mij er toe om aan te dringen
op bedaard en kalm overleg, op een behoorlijk
onderzoek of wellicht het aangeprezen middel
niet zoude blijken erger te zijn dan de kwaal.
Daten wy ons spiegelen aan onze naburen.
Wm zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich
zacnt.
In de Nijverheid wordt soortgelijk advies ge
geven. Het blad brengt de woorden van prof.
Vissering in herinnering: „Geen voorstander
van bescherming is er dan ook, die zijne eischen
zoo hoog stelt, dat hij een algemeene, volko-
mene, alomvattende bescherming van alle te
genwoordige en toekomstige takken van nijver
heid zou begeeren“, en zet daarop nader uit
een dat graanrechten slechts een deel van den
boerenstand zullen helpen. De graanbouwers
op kleine boerderijen in Drenthe, Gelderland,
Overijssel en Limburg hebben granen noodE
voor veevoeder of eigen gebruik. Voorts zijn
de m het groot graantëlende landbouwers nog
te verdeelen in eigengeërfde boeren en huur-
boeren of pachters.
Wat deze laatsten betreft, zij mogen er tijde
lijk eemge voordeelen van trekken, nl. zoolang
de bestaande huurtijd duurt, maar daarna zal
i óf door toedoen van den eigenaar of admini-
I strateur, óf door toedoen van de pachters zelr
ve, ’tzij bij inschrijving, ’t zij bij publieke ver
huring, de huur hooger worden en de betrek-
evenzoo gaan zou. Dien eenmaal dien weg
opgaat, kan zijn vaart niet meer stuiten. Het
meer op de wereldmarkt geïsoleerd gaat gevoe
len, is er het sprekend bewijs van. En hoe
I men door het pretectionisme wind zaait, om
storm te maaien, dat leert ons Duitschland met
i zijn onrustbarende agrarische beweging, waar
juistere toepassing van het <e lai?dl)°uw en de nijverheid als
jn
DE PERS.
werkelijk liberaal Over graanrechten blijft de discussie
elkff '0‘ 4 ‘'eSelï’ sew0M letier> 40 Cent»,
bel»^ 1 V mee' i. deprij.
den dtgé™ le bjj
vrijheidsbegin- Frankrijk dezer dagen, dat zich hoe langer
TY1POF nn vin 1 i
reent waar-
borgt om diens kinderen te doen onderwijzen
en op voeden naar den voor hem meest wen- I
schelijken geest
5e. als zijnde een
gelijkheidsbeginsel, ieder gevende wat hem ont- I twe,e vÜan<Iig,e machten tegenover elkander zij
breekt om met anderen zich te kunnen meten, gePlaatst
een reuzenstap in de richting der democratie.’
„En dkt van aristocraten zal men zeggen.
„Daar moet iets achter schuilen.”
Ongetwijfeld. Ook aristocraten kunnen de
mocratisch gezind worden.
Was niet Graaf Floris der keerlen God
Prins Willem de vader des volks
Ieder verstandig mensch is op zijn beurt op
portunist een dwaas alleen loopt zijn starre
denkbeelden tegen den muur te pletter.
De schaduwzijde van het Unie-voorstel ligt in
de slot-alineahet democratisch idéé wordt op
eens plutocratisch of aristocratisch door de zin
speling op schoolgeldheffing.
We zijn echter geneigd in het laatste de vlag
te zien en in het democratisch debuut de la
ding.
Door de omstandigheden gedwongen demo
cratisch te zijn, heeft men gemeend een nuttig
werk te verrichten door het uithangen van het
conservatieve vlaggetje.
Zooals men dus zal moeten erkennen is het
voorstel opportunistisch van begin tot einde.
t Is de kern en den inhoud en een bewijs,
dat de democratie ook op het einde der 19de
eeuw voor aristocraten haar bekoring nog niet
heeft verloren.
De Unie „een school met den bijbel” heeft
in de Standaard een rapport doen publiceeren
van den volgenden inhoud
»De bekostiging van de lagere school kome
ten laste van het rijkdeze keere voor elke
lagere school een vaste bijdrage uit naar rege^
len, bij de wet vast te stellen, en naar zooda-
nigen maatstaf, dat de kosten eener eenvoudige
ingerichte lagere school worden gedektdie
uitkeering worde, als thans, aau bepaalde-
gelden voor het beoogde doel verzekeren. Voor
zoover de ingezetenen niet zelven in hun
derwijs voorzien, treden in hun plaats de
meentebesturen op”.
Wij menschen zijn gewoon, bij het voorstel
len eener nieuwigheid, te vragen of er ook iets
achter steekt. Het voorstel der Unie-commis-
sie geeft ontegenzeglijk grond tot vermoedens
g® hen, die in het bijzonder onderwijs een vij-
and zien van het openbare.
Hoe zijn de heereu er toe gekomen dit voor
stel te berde te brengen Aldus mag men
vragen, en dan zijn twee antwoorden aanneme
lijk
1°. De commissie wenscht bijzonder en open
baar onderwijs op voet van gelijkheid te stel
len door de noodzakeijke kosten van beiden te
doen dragen door het rijk
2°. de commissie acht het wenschelijk dat
ons „Christenvolk” na jaren van strijd en fi.
nanciëele offeranden, van den laatstgenoemden
last worde ontheven, om des te krachtiger te
kunnen optreden in den strijd tegen het open
baar onderwijs.
De laatste dezer twee overwegingen zal on
getwijfeld velen doen terugdeinzenzoo zijn
we nu eenmaal. Geen denkbeeld zoo goed, of
we vinden het onaannemelijk zoodra het van
vijanden wordt, aan de hand gedaan met een
of ander bijoogmerk.
We weten dat de Unie-mannen de openbare
school naar de maan wenschen.
Is dan hun voorstel een poging om in die
richting werkzaam te zijn
Ja en neende tobbers hebben door geld
gebrek het plan niet kunnen volvoeren om de
’penbare school over do geheele linie aan te
'allen dit zou anders worden wanneer de Staat
'oor de dubbeltjes zorgt.
Maar de concurrentie wordt voor het „chris-
elijk** onderwijs zwaarder, wanneer de school-
[eldhefiing voor beide categorieën naar gelijken
naatstaf plaats vindthet spreekt wel van zelf
lat naar deze zienswijze voortaan het gehalte
an het onderwijs naast de kleur hoofdzaak
al zijn.
De strijd zal dus meer intensief worden; wat
an het onderwijs ten goede komt. De con-
urrentie die alleen is te verdedigen wanneer
■e partijen gelijke wapens dragen, vindt dus
F de heeren der Unie haar voorstanders, wat 1
®et het oog op den maatschappelijken strijd
B'a een verblijdend teeken vau vooruitgang
heeten. j
liberalen staat. Deze gelijkheid laat op onder-
wijsgebied te wenschen over de neutrale school
is slechts in schijn neutraal, in de werkelijk
heid staat ze zoowel tegen het clericalisme als
het socialisme. En wat de heer Wertheim in
de Eerste Kamer als zijn verlangen van het on
derwijzend personeel uitsprak, houdt indirect
een afkeurend votum in van de neutrale staats
school. De neutrale school is de secteschool
der oud-liberale partij en het is een blijk van
devotie van den oud-liberalen heer Wertheim, dit
sectarisme zuiver te willen houden. Zoo is het
denkbeeld der Unie-commissie een blijk van
ware liberaliteit en zijn een en ander levende
illustraties van den regel, dat liberale denkbeel
den het krachtigst opwassen bij de zwakkere,
onderliggende partij, daarentegen bij de macht
hebbende partij snel verschrompelen en weg
kwijnen of wel verharden en haar zachtheid
van trekken verliezen.
Alle scholen, scholen van alle richting en
strekking gelijk voor de wetiedere partij haar
vrijheid gewaarborgd om, waar ze goedvindt,
onder financiëelen waarborg van den Staat voor
de jeugd het geestesvoedsel te verstrekken naar
haar keuze.
Deze twee wenschen verdienen waardeering
in liberalen kring waar men
wil zijn, d. i. in alle bemoeiingen van Staats
wege te vorderen, dat niet gezorgd worde voor
één richting, de neutrale, maar gezorgd voor al
le richtingen gelijkelijk.
Met minder mag men niet tevreden zijn.
De neutrale school die den muilkorf voor
schrijft, of het papagena’s slot op den mond van
de clericale en sociale anderwyzers, maar haar
neutrale aanhangers vrij laat spreken en onder
wijzen op school, is niet meer dan schijn-neu-
traal.
De besturen eischen van de onderwijzers met
niet-neutrale denkbeelden, dat ze tegenover de
school neutraal zullen zijndit is onbillijk en
moest juist omgekeerd worden, en onverstandig,
omdat den onderwijzer daarmee de bezieling
ontnomen en het neutrale onderwijs tot geest-
doodend onderwijs gemaakt wordt
Resumeerende zijn dus o. i. de voordeelen
aan de toepassing van dit denkbeeld verbonden
le. In ’t belang van het onderwijs door de
gelijkmatige uitreiking van dezelfde wapenen
in den concurrentiestrijd
2e. in ’t belang van het onderwijs der niet-
neutrale onderwijzers, dat meer levenwekkend,
l alzoo aan de jeugd ten goede komt;
Zoo voortgaande beleven we spoedig den tijd
dat de heer de Savornin Lohman in ’t belang
der maatschappij noodig acht, dat al de in
woners van den Staat geljjke wapens worden
verstrekt aan de stembus.
De openbaarheid waarmee de Unie-commis
sie haar denkbeeld ten volle uitwerkt, is
reikend om alle wantrouwen omtrent geheime
bedoelingen weg te vagen.
Wat de lichtzijde van
nog het volgende
De gelijkheid van
iJHMIIIIMI
(■m am mwissMMtt
s
i
r.
>r
‘,9
>Q
n
:e
d
r.
- <^VV*MUAV aan de
c»-—>u\ju U.W zoo
1-1