6ESEEÏTE ES lüï fflfflMSSHBT SHK
liiltefflin öo fiööfdstafl MacliL
r
1
1
o
f'
No. 17.
VIJFTIGSTE JA
R G A N G.
1895.
M-
i
WOEIN^D^G-
f
27
ge
UIT
DE PERS.
te
Alle brieven
in te zenden.
lu-
ge-
i'
zal
het
en
dT‘O
bel- I
«n* I
00,11
0 a SI
Deze CO UR AN T verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post ƒ1.25.
en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
)7‘:
M.1
ebr.
‘A
k
Al
-
ontwikkeld mensch
neu-
ver-
sp^ker
Naar in Duitsche bladen wordt verzekerd zou
onder de vele reistochten door keizer Wilhelm
in dit jaar te ondernemen, ook behooren een
t M
over aan Jap Rap en zijn bent. Maar wan
neer menschen van invloed hun macht zien af-
van de werking der vrijgees-
en wanneer ze diensvolgens
en achtereenvolgens ten opzichte van die ont
wikkeling neutraal en reactionair gaan worden
„Zie, dan roepen we de schim op van den
grooten denker, en we klagen hem onzen nood
in deze woorden
Het landvolk is in de stad
Rus in urbe.
Welk rechtgeaard en
kan in onzen tijd van schreiende nooden
traal zijn of reactionnair aan anderen
biedende te spreken O, vrije geest
Rus in urbe
Strijden dan samen, zoo zegt Multatuli,
naain
voor het recht van allen, het gelijke recht en
de gelijke verplichting jegens anderen, allen die
vrij denken tegen het domme, eigenwijze maar
ook en vooral tegen het geslepen en egoïstische
landvolk om het de poort uit te drijven, maar
sine invidia, sine odium (zonder afgunst, zon
der haat.)
„Maar wij zullen ons dat dan maar getroos
ten. Anders zou het ons gaan als met den
boer, zijn zoon en zijn ezel.”
Naar aanleiding daarvan schrijft het Centrum:
r> Wij behooren onder degenen, die het optre
den van den heer De Savornin Lohman als jour
nalist hebben betreurdvooreerst omdat de strij
dende, journalistiek in de anti-revolutionaire par
tij voldoende bezet is, maar ook omdat het van
stonde af aan duidelijk was, dat de oud-minis-
ter en de overigens hoogst bekwame jurist de
eigenaardige gave daartoe mist en in ieder ge
val als polemist niet is opgewassen tegen den
man, wien hij zich tot taak scheen gesteld te
hebben of bij de anti-revolutionaire partij in een
andere conditie te brengen of tot zijn gevoelens
over te halen.
Het is daarom van beteekenis, dat de Neder
lander zijn hoofdartikels van heden besluit met
I een mededeeling, waaruit mag worden opge-
- r-- -- .„„1 gta-
I ken.
De lezers van den Nederlander zullen dit
besluit zeker van harte toejuichen.”
Velen zullen ongetwijfeld met ons met zekere
belangstelling nagaan, of de opvatting van het
Centrum juist is en of bij de strijdvaardige
redactie van de Nederlander de natuur niet
spoedig zal blijken boven de leer te gaan.
BINNENLAND.
Aan den Haagschen correspondent van de
N. Gr. Cl. werd dezer dagen, van een zijde
die hij eenig vertrouwen durft geven, verzekerd,
dat de heer van Houten zoo goed als gereed
is met zijn ontwerp, hetwelk, hoofdzakelijk op
deu grondslag van bewoning van een in ’t per
soneel aangeslagen perceel of perceelsgedeelte
rustende, een kiezerskorps van ongeveer 700.000
zou geven, een uitbreiding alzoo, die vrij dicht
de grens zou naderen van ’t voorstel Takiets
wat hij moet het er terstond bij opmerken
door den Minister van Binnenl. Zaken bij zijn
oppositie als Kamerlid steeds is vooropgesteld
als mogelijk gevolg van zijn stelsel. Men acht
het in de politieke kringen het meest waar
schijnlijk dat de kiesrecht-voordracht in het
zomerrecès, kort vóór de opening van de nieu
we zitting der Kamer, zal inkomen en dat der
halve in het begin van 1896 eerst met de voor
bereiding van dit ontwerp een begin zal worden
gemaakt.
De polemiek tusschen Nederlander (mr. De
Savornin Lohman) en Standaard (dr. Kuyper)
is in den laatsten tijd geregeld aan de orde
Aan het slot eener opmerking over een ander
anti-rev. blad, de Delvenaar, schrijft de heer
Lohman
„Ons van anderen te scheiden zoolang de
noodzakelijkheid daarvan niet is gebleken, en
kel omdat wij in aanleg, in denkwijze, in maat
schappelijke positie verschillen dat achten
wij in strijd met Gods ordening, die ons
zamen gebracht heeft om samen te leven.
„Deze belijdenis moest ons van het hart.
„Evenwel niet, om nu een debat aan te van
gen met de Delvenaar.
„Het is mogelijk dat het blad hetzelfde be
doelt als wijmisschien ook niet. Wij treden
daar niet dieper in.
„Want op óen punt ook dit belijden wij
hebben wij ons vergist.
„Juist naarmate wij ons krachtiger verzetten
tegen uiteengaan, achten wij onderling debat
gewenschter. Vooral ook met onze zusters, die
te zamen vormen „onze christelijke pers.” Te
genover haar te zwijgen, scheen ons hooghartig
en ietwat verwaand. Als een journalist, hoe
klein ook, iets zegt, is het, dachten wij, de
moeite der bespreking wel waard.
„Alzoo handelende, sloegen wij de vermanin
gen van wjjzere mannen in den wind.
„Het blijkt nu dat dit onderling debat niet
begeerd wordt. Wij hebben ons naar ons
beste weten beijverd persoonlijke aanvallen
te laten voor wat ze zijn, maar daarentegen de
zoo scherp mogelijk aan te
duiden. Wij meenden dat dit in elk goed debat
noodig is.
„Maar juist die scherpheid hindert; zij schijnt
wat wij toch niet bedoelden den jour
nalist zelven te prikkelen in plaats 1L.A
zijn verstand op te scherpen. Wij denken in
onze debatten den journalist weg. Maar dat
helpt niet, hij is en blijft er.
„Voortaan zullen wij dus een anderen weg
inslaan. Als het ons dan maar weer niet als
Niettegenstaande de Minister van Oorlog de
zer dagen aan de Tweede Kamer schreef, dat
het door hem als „dure noodzakelijkheid” aan
gevraagde nieuwe geweer klein kaliber „het
beste en goedkoopste in gebruik” is, was er,
zooals onlangs werd medegedeeld, alweer een
voortreffelijker, nieuwer geweer vervaardigd in
de Stiermarksche fabriek.
Nu verneemt men weer, dat Mauser, de be
kende geweerspecialiteit van Duitschland, op
zijne beurt een alweer nog voortreffelijker wa
pen heeft vervaardigd.
Als de Kamer de aanvraag van den Minister
goedkeurt, zal dus diens nieuwe wapen onge
veer verouderd zijn, als het gereed is.
Op die manier, zegt de Haagsche Crt.kun
nen de internationale wapenfabrieken aan den
gang blijven, nieuwe maken voor de groote
van enkel natiën en de afleggers van deze aan de klein-
tjes verkoopen, me met de groote lui willen
meedoen.
Denkt er eens over ’t is wel is waar een
vrije gedachte
Maar hoe meer zich eraan overgeven, des te
talrijker wordt de macht die tot garnizoens
dienst of velddienst wordt geroepen ter be
scherming van den mensch en zijn verheven
geest tegen de legermachten der duisternis,
welke aan allen kant, in allerlei uniform de
veste trachten te omsingelen, in onzen tijd.
Het geloof blij ve aan de geloovigen Spot
ternij of beleedigende taal laten de vrijgeesten hooghartigheid wordt geweten
in I eea -o
der onderdrukte, gemartelde waarheid, dat dit blad de polemiek thans zal
De aardkorst ontdooithet Amsterdamsch
plaveisel is glibberig en vuil en de dames en
heeren wandelen rond met opgeslageu japon
en broekspijp. De heeren slaan er een vouw
in, maar de dames zijn verplicht eenige meters
fluweel of laken in de hand te nemen, wat op
den duur erg lastig moet vallen.
We zouden daarom, wilden de dames slechts
naar ons luisteren, een voorstel willen doen en
wel het volgende
Damesbrengt verandering in uw kleedij
schaft dien ballast van rokken en overrokken af
i en kleedt u als de heeren, ter onderscheiding, nu
ja, zooals zuigelingen, een jongens- of meisjesmuts
I dragen enfin, we durfden er bijna niet
I over beginnen, want het is een vrije, erg vrije
gedachte en we hebben deze week weer ge-
hoord dat de naam van iedere vrije gedachte
I Multatuli is.
Multatuli hebben we deze week voor ons ge
zien in toga virilis.
In toga virilis ja, in het kleed van den man
het was een daad van piëteit van het bestuur
van „de(n) Dageraad” toen het een openbare
I vergadering uitschreef op 19 Februari, den sterf
dag van Multatuliweemoed en hope moeten
dien avond de snaren hebben getokkeld van
ieder vrijdenkersgemoed de poezie van het ma
terialisme, de richting die worstelt, de eenige
richting die worstelt in de wereld omdat ze
I worstelen moet tegen vijanden van allerlei ga
ding.
We zagen op den avond van 19 Febr. Dou-
i wes Dekker weer voor ons in toga virilis, ver
volgd tot in zijn graf, door zwartrokken, om-
dat hij eens zoo oprecht had geschreven dat die
vlag hem hinderde met het geklapper tegen de
ruiten van zijn schrijfvertrek omdat hij, na
den berg van vooroordeelen te hebben doorwor-
steld, durfde zeggen uit de volle overtuiging zijns
harten en in het licht van zijn geest:
Ik weet niet; agnositicus is voortaan mijn
naam.
„God, waarom laat ge ons rondtasten in den
blinde hoorden we hem vertwijfelend uitroe
pen. Indien Multatuli nog een kijkje kou ne
men onder ons, en toga en zwartrok bezig zag
met het doorwoelen van zijn asch, als een hye
na die lijken schoffeert, hij zou er kunnen bij
voegen
„God, waarom laat ge mij, die zoo vurig naar
u gezocht heb, vervolgen door zulke boemans
in spokenkleeding
Of zijn het bedriegers, die mij vervolgen, die
mijn asch niet met rust kunnen laten, mislukte
kooplui die op valschen naam commissionee-
rende, u de beste klanten ontrooven Zou het
dan niet noodig worden dat Ge u openbaardet,
zooals dit onder credietwaardige firma’s gebrui
kelijk is ter waarschuwing hunner clientèle
Maar neen, we worden onwillekeurig onbil
lijk we zouden Multatuli woorden in den mond
leggen, die hij nooit zou hebben willen spre-
ADVLBTLB flËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
voor eiken regel meer 7 */a Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
ken, oneerbiedige woorden jegens een God, dien
hij niet kende en aan wiens bestaan hij daar-
om niet kon gelooven. 1 nemen tengevolge
De heer v. d. Zeijde uit Zaandam en de heer I tige ontwikkeling,
Domela Nieuwenhuis spraken voor een volle
zaal achtereenvolgens de eerste trachtende den
onafhankelijken, denkenden, dichtenden Dek
ker zielkundig te analyseeren, de tweede door
met het voordragen van eenige der schoonste
passages uit den Max Havelaar, het licht te
laten vallen op den letterkundigen Multatuli,
die, zooals geen literatator vóór of na hem,
heeft begrepen welke kracht er schuilt in de
Nederlandsche taal en om tegelijkertijd te doen
hooren, welke harmonische klanken de fijnbe
snaarde ziel wist voort te brengen.
Ni eet excès d’honneur, ni cette indignité,
roept een materialist ons tegemoet en wij ant
woorden Gij zoudt gelijk hebben, wanneer ge
het menschelijk gevoel kondt wegcijferen, het
gevoel van medelijden met een man die, met
buitengewoon helderen geest en onafhankelijk
karakter begaafd, vervolgd, geplaagd, gemarteld
wordt tot aan, tot na. zijn dood, omdat hij durf
de zeggen wat hem waarheid dunkte, of liever
nog omdat hij waagde den leugen en het voor
oordeel op de kaak te stellen, waar deze den
menschelijken geest met opzet houden opge
sloten.
Gij hebt gelijk, wanneer ge het menschelijk
gevoel van dankbaarheid wilt accepteeren als
een schakel in het geheel der natuurlijke phe
nomenon want, wie den blik in ’t rond slaat,
moet dankbaar zijn dat ons in Dekker een voor
beeld ter navolging is gegeven voor allen, die
de belemmeringen van den menschelijken geest
willen verwijderd zien, waar deze aan zijn ont
wikkeling en ontplooiing in vollen rijkdom in
den weg staan.
Vrijheid is een voorwaarde van ons bestaan,
van ons denken, dat heeft Multatuli ons geleerd.
Nu we ’t weten, hetzij geholpen of niet
door Multatuli’s lessen, bespeuren we ’t dage
lijks aan ons, in ons, rondom ons.
De vrijmoedige redenaar slaat den
het best op den kop, de vrijmoedige schaats-
rijder maakt de sierlijkste wendingen.
Het is alleen de bekrompenheid, die oorzaak
is dat zooveel gebroken wordt in de wereld
omdat ze alles te angstvallig aanvat.
Daarom dames, denkt eens na over ons voor-
stelmisschien komt ge, erover denkende, tot
het besef dat de vrouw iets anders heeft te
doen dan te behagentot het besef dat deze j
verplichting een drukkende last is, u door de j
kapitalistische wellust op de schouderen gelegd.
punten van verschil
1
s
nms- h uimraiiE-M iwn n
0
S53v3S<EÏ5i8WS
I
10-
i
cté>
jne
in.
:>1U- rfl
lelt- I
Te- 4
dm I
1st» I
4
'16
^4 I
11J
JUS
nul S'
a
I
j f