MELIYS- H MffiïïilM M M W BH IBIiMDIMÈiïï JML Sb 1895. No. 22. IN EN VOOR DE LAPPEN. t Ze vechten op leven en dood. 1.35.1 1.34. :.O3. r. die doekjes overbodig, wordt geen pijn meer '.t)9 .32. ..38. aat. v.d ‘,ken der] Efll lalia- ,ggeE .,39. .36. in particuliere handen. Welnu, zeggen genoemde raadsleden, dan i we een bepaling, waarbij het houden AM. Irt. den Hoofdelijken Omslag, dienst 1894. UIT DE PERS. Pleit de heer Haffmans voor het optreden van het platteland, in de Volkstem, het nieuwe orgaan van den heer J. de Koo, worden de arbeiders aangespoord zich met kracht te doen gelden ter zake van het kiesrechtvraagstuk. Dat er iets moet gedaan worden voelt men in de arbeidskringen, maar wie het doen zal, wat er moet gedaan worden en wanneer men het zal doen, staat niet vast. De Volkstem meent dat er bijna geen ver schil kan bestaan nopens hetgeen gedaan moet worden. Er moet een algemeene adresbewe ging op touw worden gezet. Eerst wanneer de honderdduizenden, die kiesrecht vragen, zich bij De beslissing door de Tweede Kamer geno men op het adres van het centraal-comité voor den Noord-Ooster Locaal wordt door den heer Haffmans in ’t Venloosch Weekblad beschouwd als een overwinning van het platteland op de steden. Wel is er in de Kamer geen platte- landsclub tot stand gekomen, zoo.tls men inder tijd meldde, maar uit deze stemming blijkt, naar mr. H. doet uitkomen, ten duidelijkste dat zij recht van bestaan heeft. „Zou ons rijk uit wezen? vroegen de heeren zich af na de stemming. Ontspringt niet alleen het Zuiden, maar ook het Noorden aan onzen leiband Dan zijn wij verloren.” „Al dachten zij dit, zij zeiden het echter niet. Evenmin als hunne couranten. Noch A'. R. C. noch Hand., noch het Vad. zien in die stem ming wat zij ishet platteland voor het eerst flink optredende, zich doende gelden en tot de regeering zeggendedat bevoordeelen der groote steden moet ophouden. Wij, meerderheid in de Kamer, verlangen dat er eindelijk ook eens iets voor het platteland gedaan worde. In de plaats van deze beteekenis der stem ming royaal te erkennen, geven zij zich het air van te gelooven, dat alles uit camaraderie is geschied. „De heer Vos de Wael heeft de katholieken meegesleept, de heer Van Alphen de Takkiaansche anci-revolutionairen en de heeren Roessingh c. s. hunne makkers. En ziedaar de onverwachte meerderheid verklaard. De heeren weten wel beter. De katholieken stemden allen voor de conclusie van den heer Roessingh (behalve de heer Michiels van Ver- duynen) en gaven zoodoende den doorslag. Hun redeneering wasAls wij niet voor het platte land in het Noorden in de bres springen, dan blijven de groote steden in eeuwigheid den baas spelen en het platteland in het geheele rijk als verschoveling behandeld. Dit mag niet langer. Dus zij gaan met Roessingh c. s. mee.” De neer Haffmans eindigt aldus: „Het gevolg van dit hun voorstemmen is, dat de voorstanders van het platteland thans hun kracht kennen en het zou mij verwonderen, wanneer zij er in ’t vervolg niet telkens gebruik van maakten als de belangen van het platteland weer miskend worden.” ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents; voor eiken regel meer 7^ Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. Maar dan vallen er dooden, en nu doet zich Welnu, dat komt I ^et boogst merkwaardige verschijnsel voor, dat wenschen moesten gelooven, van deze markt verboden wordt. Zeker, van die markt zijn nadeelen te ver wachten het peil van moraliteit wordt er door gedrukt. Wat meer zegt, die markt geeft het mogen verwachten met eenigen grond, dat peil onzer moraliteit aan, ze is op zichzelf Ziet peil van zedelijkheid onzer maatschappijeen peil dat van boven aangevangen opklimt in cij fer naar beneden. Men heeft dan slechts te le zen tot welk cijfer het water steeg, om door aftrekking van het Amsterdamsch peil de di stantie af te lezen. „Dat peil moet wegzeggen de heeren, „moet weg! met geweld!” ’t Ware beter dat het peil uit zichzelf weg ging. Want zooals de heeren het voorhebben, is het een verandering van tooneel zonder meer zooeven allen bijeen nu elk op zijn kamer immoraliteit bedrijvende. ’t Ware billijker ook, dat de heeren dan alle lombards opruimden, huizen van stille ellende maar ook peilschalen onzer maatschappelijke re traite alias vooruitgang. En t ware logischer van de heeren wanneer ze verlangden dat het veilen van deze koop waar ophield uit zichzelf. Dat wil zeggen, bij gebrek aan aanbieding, uit gebreke aan slacht offers in den maatschappelijken strijd, n. 1. door voor te stellen een motie, waarin de wensche- lijkheid werd uitgesproken naar vrede. Want zoo baat het niethet is kwaad be strijden, dat men tegelijk blijft uitstrooien. Het Amsterdamsch peil blijft hetzelfde; al leen wordt de zaak iets bemoeilijkt voor niet- kapitalistische koopers. De kapitalist gaat er even goed zijn gang omzijn „dame” bewoont sinds lang gemeubi leerde appartementen. „’t Is er mee als met de afschaffing der ker mis. De kleine luiden zijn te klein om kermis te houdendaardoor worden ze immoreel. Maar de groote lui vieren jaarlijks hun ker- messe d’été aan de badplaatsen ze zijn in de wol geverfd. En wie zal nu toch de razernij verdedigen van den boer, die, uit trek naar schapenvleesch een schaapje vetmest maar het beest wil be letten te p Wat geven doekjes voor ’t bloeden De won den zijn er en worden bij voortduring geslagen. „Houdt dan op met ze te slaan zegt een Maar er zijn zooveel ondieren de prostitutie maatschappelijk lichaam gaaf is. A la wordt in groote steden vooral hinderlijk, lastig zelfs voor wie er buiten willen blijven. een De markt is levendig, zou de koopman zeg-' geneen bewijs dat er vraag is naar het ar- I tikel dat verhandeld wordtde eerbaarheid van menschen. Eenige Amsterdamsche gemeenteraadsleden willen deze markt opruimen maar de markt plaats is niet het eigendom van de stadze is De wereld is vol jammerklacht; van al den wereldsehen jammer. Ieder mensch wil zijn bestaan hebben, maar om het te vinden moet hij strijden, oorlog voe ren. Die strijd is nuttig, zegt de individualisthij bevordert den vooruitgang der maatschappij. Eilieve, zou dit wel inderdaad zoo zijn? Is het voeren van oorlog in en door zichzelf een middel ter vooruitgang De oorlog op zichzelf keuren individualisten af. Kan zulk eeu afkeurenswaardig middel tot iets goeds leiden Er zijn gevallen denkbaar, dat het middel, hoe onheilig ook, door het doel wordt geheiligd. Het zijn echter uitzonderingen, de regel kan het niet zijn. Maar een oorlog, en dat wel een zonder op houden een, waarbij het zwaard niet in de schede gaat, is niet het middel ter vooruitgang, kan het niet zijn, omdat zij, die hem voeren moeten, rusteloos en zonder ophouden zoo on afgebroken hun edele gevoelens moeten onder drukken, dat deze ten slotte geheel verstikken. Wat baat ons dan allen vooruitgang op maat schappelijk terrein waarbij de mensch zelf ze delijk achteruit gaat Het beduidt niets anders dan cacologie, logika die cacos is, dat wil zeg gen verkeerd in zich zelf. Die logika kan voor sommigen een persoon lijk voordeel meebrengen. Wie zal ’t den offi cier euvel duiden wanneer hij zoo niet de noodzakelijkheid, althans de onvermijdelijkheid van den oorlog bepleit En wie zal den individualist onlogisch noe men, wanneer hij, in zijn maatschappelijke po sitie, slechts voordeel, aanzien en eer ziet in den maatschappelijken oorlog en te dien opzichte dezen krijg verdedigt, op grond van onvermij delijkheid, ja zelfs ter wille van den vooruit gang? Toch zijn deze redeneeringen, hoe logisch misschien, voor de maatschappij waardeloos, nadeelig zelfs, en onder hen die nog geen sub stituut weten voor den strijd om ’t bestaan, wint de overtuiging veld, dat men iets moet doen voor de verslagenen. ’t Is zondeEen strijd wordt gevoerd om de militaire eer bij het duel lossen partijen een of meer schoten, die gewoonlijk missen dan geven partijen elkaar de hand en aan de eer is voldaan. Verstandige menschen zijn er, die er om lachen wanneer cergelijk middel wordt aange wend om gekwetste eer te wrekeu men keurt meer en meer dit roemmiddel af. Maar in den strijd om ’t bestaan gaan die zelfde verstandige lieden vechten met hun bu ren, met hun medemenschen, wie ook, wan neer ze maar dezelfde uniform dragen ze vech ten niet om voldoening van beleedigd eergevoel, maar hun strijd is er een als sommige duels, waarbij men voldoening niet mogelijk acht ten zij men doel heeft getroffen. VERGADERING vax den Gemeenteraad van Sneek op Zaterdag den 16 Maart 1895 des namiddags ten 6*/a uur. PUNTEN VANBEHANDELING: 1. Resumtie der Notulen. 2. Mededeeling van ingekomen stukken enz. 3. Benoeming van een Curator van het Gymnasium. 4. Alsvoren van een onderwijzer aan school no. 3. 5. Vaststelling van het Kohier Hoofdelijken Omslag, dienst 1895. I verstandig voorbijganger. Natuurlijk, dan zijn op de hooggeprezen, verlichte maatschappij wel die doekjes overbodig, wordt geen pijn meer ondieren mogen heeten. uitgestaan en kan ieder onmiddellijk zien of het i guerre comme a la guerreZoolang er oorlog is, hult flink soldaat zich niet in lappen. Daar voor is de lappenmand. van den 6. Af- en overschrijving Begrooting Arm- voogdij, dienst 1894. 7. Rekening Brandweer, over 1894. 8. Aanbieding-plan Schoolbouw. 9. Reclames tegen het 2e Suppletoir Ko hier van den Hoofdelijken Omslag, dienst 1 Deze CO Uil AH T verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.— franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. de overwonnenen, die er aan bescherming vinden bij de overwinnaars. Edelmoedig medelijdend niet waar Wanneer het inderdaad medelijden was, zou men j de denkbeelden over den struggle for life een maal zouden kenterendat de overwinnaar dat zijn de machthebbenden, eens tot in keer zouden komen. Maar medelijden is het niet; het is de drang der noodzakelijkheid, een geval van onvermij delijkheid, misschien wel een gewaarwording van angst bij het zien van den wassenden hoop gesneuvelden, een voorzorgsmaatregel wellicht om den struggle om ’t leven in bescherming te nemen tegen de partij die hem de wereld wil uitbannen en in de toenemende felheid een krachtig middel heeft ter propaganda barer denk beelden. Er is in den maatschappelijken tuin veel on kruid dit onkruid vindt men verderfelijk, en terecht, het belet andere planten in den groei of verstikt ze. Maar is de ontaarding van ons geslacht een spontaan verschijnsel, een plant die ontkiemde en zich ontwikkelde zonder dat iemand nog in staat is aan te wijzen, hoe het zaadje er geko men is, wie de korrel er gestrooid heeft Wie dit meent is oneerlijk of dwaas. De oorlog, het krijgvoeren zonder einde, het vechten met ongelijke wapens nog al, ziedaar de hoofdbewerker van het euvel. Wat doet de strijder die aan ’tverliezen is? Hij retireert en zoekt een schuilplaats voor ’t vijandelijk vuur. De arme, die geen werk heeft, verkoopt al wat hij in huis heeft, ook zijn linnen- en lijf goed zelfs om den mond open te houden zou in den toestand van zoo iemand het geval zich niet laten denken, dat hij ook zijn eer, zijn lichaam zelfs verkoopt aan den meestbiedende Men zegt dat die veilheid in ’t openbaar an deren in verzoeking en ten val brengtdat is jammer voor die anderen, maar het pleit niet voor hen, is geen bewijs dat de wereld voor uitgaat in moreelen zin. Niet waar Zoolang er menechen zijn die de hun ten dienste staande middelen willen aan. wenden om de eer, het lichaam van een mede- mensch er mee te koopen, leven er onder on ze medemenschen nog dieren, die met het oog 1 w NillEkER OIRIVT L i f4'J f9 S 29 4 i - ’"/in i9/i« O

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1895 | | pagina 1