■ITS- H 11IBW1HUIIW» M
ffifflffl i IT mmiMHT STEEL
r
I
I
No. 24.
M A L A I S E.
1895,
Iemand die zijn geld steekt in staatsfondsen,
leton-nummer 191.
DE PERS.
U I T
Deze CO GRANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
f-
Bij deze Courant behoort ale Bijblad Fou.il- i
i bemerkt dat de soliede fondsen afnemen in aan- j voor burger of landbouwer onmisbaar,
KENNISGEVING
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Snee!, maken aan de ingezetenen be
kend, dat het door hen vastgesteld Primitief-
Kohier van Belasting op de binnen deze ge
meente gehouden wordende Honden, dienst 1895,
aan den Gemeente-Ontvanger ter invordering
is ingezonden, en alzoo een ieder verplicht is,
zijn aanslag op den bij de wet bepaalden voet
te voldoen.
Sneek, 22 Maart 1895.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Seeretaris.
B E K E N D M A KING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek brengen te openbare kennis,
de volgende
KENNISGE VING.
De COMMISSARIS dek KONINGIN in de
provincie Friesland,
Gelet op het besluit van Gedeputeerde Sta
ten dier provincie, van den 14 Maart 1895,
no. 37, le afdeeling J, en op art. 11 der wet
van den 13 Juni 1857 (Staatsblad no. 87)
Brengt ter kennis van de belanghebbenden
1°. dat de jachtbedrijven, als het vangen
van waterwild met slagnetten, omschreven on
der letter f, en het vangen van eendvogels
door middel van eendenkooien of daarmede ge
lijkstaande toestellen, genoemd onder letter h
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents:
voor eiken regel meer 7*/j Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek,
Gelet op de artikelen 6 en 7 der Wet van
2 Juni 1875, (Staatsblad no. 95), tot regeling
van het toezicht bij het oprichten van inrich
tingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen
veroorzaken
Brengen ter openbare kennis, dat ter Secre
tarie der gemeente ter visie is gelegd, een ver
zoek met bijlagen van KORNELIS FEIKEMA,
van beroep Slager, wonende te Sneek, om ver
gunning tot het oprichten van TWEE SLA
GERIJEN en eene ROOKERIJ VAN
VLEESCH in het te verbouwen perceel staan
de aan den Oosterdijk alhier, Wijk 3, no. 18,
kadastraal bekend gemeente Sneek, Sectie B,
no. 32.
Dat op Zaterdag den 6 April 1895, des mid
dags te 12 uren, ten gemeentehuize gelegen
heid zal zijn, om tegen die oprichting bezwa
ren in te brengen en deze mondeling en schrif
telijk toe te lichten en dat zoowel de verzoe
ker, als zij, die bezwaren hebben in te bren
gen, gedurende drie dagen vóór evengenoemd
tijdstip ter Secretarie der gemeente, in de ge
wone bureau-uren, van de ter zake ingekomen
schrifturen kennis kunnen nemen.
Sneek, den 23 Maart 1895.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
De heer Haffmans heeft in ’t Venloosch week
blad den lof gezongen der plattelandsclub. Na
de beslissingen te hebben herinnerd in zake den
Noord-Ooster locaal en het kantongerecht te
Ridderkerk genomen, vervolgt hij aldus:
„Terwijl de leden uit de groote steden zich
vroolijk maakten over de quasi-verschijning der
plattelandsclub, op Woensdag den 6en Maart,
stond die hun Dinsdag den 12en Maart plotse
ling weer voor de verbaasde oogen. Als een
bliksem was zij daar, als een bliksem weer weg.
Maar niet zonder vooraf de intrekking van het
wetsontwerp: vestiging van het derde kanton
gerecht te Rotterdam, met opheffing van het
kantongerecht te Ridderkerk, noodzakelijk te
hebben gemaakt, ’t Is bijna een wonder. De
aarden pot was met den ijzeren pot onder den
arm uit wandelen gegaan, maar in plaats van
aan stukken gestooten te worden, kwam hij er
ongedeerd af
En dat heeft de plattelandsclub gedaan. Rid
derkerk behoudt zijn kantongerecht. En dat,
ondanks dat de opheffing daarvan was vastge
koppeld aan de vestiging van het derde kanton
gerecht te Rotterdam. De zaak moet nu op
tal, zoodat hij, om eenigszins zeker te zijn van
zijn geld, effecten tegen hoogen koers koopt,
ergo weinig rente trekt.
Iemand die zijn geld steekt in een onderne
ming, bespeurt weldra dat hij zich moet in
spannen om op de markt met minder worden
de vraag en toenemend aanbod afnemers te
vinden, zóo dat zijn zaak rendeert.
Iemand die zijn kapitaal in grond belegt,
wordt gewaar dat Amerika’s lage landprijzen
drukkend werken op de landprijzen ten onzent;
zijn land vermindert dus in waarde en indien
hij ’t verhuurt ontvangt hij trapsgewijze min
der pacht.
Iemand die zijn werkkracht te koop biedt,
moet zich met steeds minder tevreden stellen,
daar zijn medearbeiders talrijker worden en de
machines minder en minder vragen.
Wat zal ’t gevolg hiervan zijn? Natuurlijk
geen ander, dan een gestadigen achteruitgang
en neerdaling tot den bedelstand.
Wel zoeken de Europeesche mogendheden
overal ter wereld koloniën om aftrek voor de
landsprodukten te verkrijgen, maar daartoe zijn
jaren noodig, een te langen tijd om den ach
teruitgang te stuiten vóór ze finaal is.
Wel trachten economen aan hun landgenoo-
ten te beduiden dat de menschenmassa vooral
niet grooter moet worden, maar ook dit middel
vordert te veel tijd en is op zich zelf te tegen
natuurlijk en te eenzijdig om vertrouwen te
verdienen.
Maar men verzuimt, of liever, men wil niet
zien dat de vooruitgang zelf oorzaak is van de
kwaalmen ziet over het hoofd dat tengevolge
der aanhoudende verbeteringen in de fabricatie
der goederen, de aloude bazis onhoudbaar is
geworden en moet worden verlaten.
Dat een eenvoudig werkman, door den nood
gedrongen, verlangt naar een verbod van ma-
chinalen arbeid, is hem niet euvel te duiden.
Maar de bourgeoisie, die zich heeft leeren
ontwikkelen tot een hoogte die een overzicht
van de oorzaak der malaise mogelijk maakt,
haar is het zeker kwalijk te nemen dat ze
de baten der ontwikkeling, voortvloeiende uit
betere en meerdere machines, zoekt te verbie
den.
De bourgeoisie hinkt op twee gedachten. Ze
wenscht de heerlijkheid van het oude en niet
ongaarne de genietingen van ’t moderne.
Waar deze in botsing komen met elkaar, is
het eenige middel dat de gemakzucht geeft,
zich een deel der moderne genietingen te ont
zeggen, zoodat de oude gloria bestaanbaar blijft.
Ze wil ongaarne het gemak zich ontzeggen
dat de spoorwegen aanbiedenmaar om den
schippersstand in ’t leven te houden zou ze
wenschen dat de goederen nog zooveel mogelijk
in de schuit gingen mits de spoorwegen
blijven.
De stoombooten over de zee naar Oost en i
West wil men ongaarne missen maar ze moe
sten aan Oost en West niet tot middel dienen i ten op Zaterdag 30 Maart 1895 met zonson-
om onze markten te overvoeren. 1 dergang
.2®. dat het weispel van kwartelen met steek
garen of vliegnet, genoemd onder letter e van
art. 15 dier wet, zal vrijstaan van 16 April
tot en met 22 Juni 1895;
3°. dat de kooieenden voor het jaar 1895
moeten worden opgesloten of gehokt van 1
April tot 1 Mei en van 13 Juli tot 13 Au
gustus.
En zal deze op de gebruikelijke wijze wor
den afgekondigd en aangeplakt.
Leeuwarden den 16 Maart 1895.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
(get.) J. N. WITTEVEEN, L.-C.
Sneek den 21 Maart 1895.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
Fabrieken, stoom- of landbouwmachines zijn
maar
het proletariaat vraagt al meer van onze filan
tropie.
En zoo decreteert de bourgeoisie aan het pro
letariaat, om maar te mogen genieten van 't
oude en nieuwe beide
Trouw niet zoo jongweet uw gezin te be
perken ontzeg u van wat maar eenigszins on-
noodig voor u isdat is
Wees spaarzaam is alles.
Helpt dit niet voldoende, dan draaien we de
tweede schroef aanwe maken een wet die u
het brood duur maakt. Ge moet u dan maar
zien te. redden; want weet wel:
De bourgeoisie heeft zich uitgesloofd om te
verzinnen wat gemak oplevert en levensgenot.
Dit gemak, dit levensgenot, heeft ze thans
voldoende ter beschikking; de bourgeoisie wordt
satisfaite en wil rusten en genieten op haar
lauweren.
Hoe ongevoelig en wreed Alsof ze niet
wist dat gemak voor haar, beteekent ongemak
voor die beneden haar staan alsof ze zich niet
bewust is dat, bij konsekwente combineering
van ’t oude gemak en ’t nieuwe genot, de pot
uit elkaar moet vallen alsof ze niet begrijpt
dat deze toestand van malaise haar schuld is,
omdat ze niet de bakens verzet met ’t getij.
En daarvoor moet den vierden stand het mes
op de keel worden gezet
En dan zijn er nog in die zelfvoldane bour
geoisie die den vierden stand kwalijk nemen
dat hij tracht zich aan dezen moord te ont
worstelen. De góden slaan met blindheid wie
ze willen verderven 1
Er heerscht tegenwoordig op elk gebied ma-
aise iedereen klaagt dat de zaken slecht gaan
]en er is alle reden voor aan te geven.
Met de toenemende ontwikkeling houdt de
levensstandaard gelijken tredartikelen van
weelde en genot worden algemeen gevraagd,
en waar de beurs het niet toelaat, weet men
toch door besparing op noodzakelijke levensbe-
noodigdheden het verlangde zich aan te schaf-
van art. 15 der voormelde wet, worden geslo-
i fen.
„Men kan tegenwoordig Mevrouw niet meer
onderscheiden van de meid, wanneer ze op haar
Zondags is.” Deze opmerking kan men dage
lijks vernemen.
De vrije concurrentie wordt scherper en de
verdiensten worden daardoor minder. De be
volking wordt jaarlijks grooter en, we weten
het, hoe voller de vergadering, des te kleiner
wordt het staanplaatsje dat men zich met moei
te verovert.
De industrie ontwikkelt zich voortdurend en
vraagt steeds minder handenwerk, zoodat de
bijkomende bevolking zich gedrongen ziet iets
anders te verzinnen dan gewonen handenarbeid
om aan den kost te komen. Ze zoekt alle hoe
ken en holletjes na om een kapitaaltje bijeen
te krijgen voor ’t drijven van een zaakje.
Al deze factoren werkten bij ons samen om
de levenszorgen der massa te vermeerderen en
den strijd om ’t bestaan te verzwaren, toen het
buitenland op eens het denkbeeld opvatte voor
zijn producten in ons werelddeel de malaise
heerscht over heel Europa een débouché te
zoeken.
Amerika levert tegen lage prijzen graan,
vleesch, magarine, huiden enz. enz.
En de leveranciers ten onzent zijn gedwon
gen hun prijzen te verlagen, willen ze niet met
hun koopwaar blijven zitten.
Wat doet men hiertegen in Europa? Want
er moet iets op verzonnen worden, willen de
producenten der ingevoerde artikelen op de
been blijven. Eenvoudig niets. Of ja, toch
*ets verbieden
Ze verbieden, in het eene land na het ande
re, den invoer der uitheemsche artikelen.
Ze verbieden elkaar om met produkten over
de grens te komen.
Kortom, ze voeren oorlog onder elkaar en
gezamenlijk tegen andere werelddeelen met ta
rieven en aangezien dit verbieden tot nu toe
het eenige is wat men tegen de malaise aan
voert, kunnen we gerust zeggen in ’t aange
zicht der malaise
Zij, de machthebbenden, doen niet anders
dan de malaise verbieden, blijkbaar met de
bedoeling om het beest weer niet bij de horens
te vatten, maar bij den staart.
De malaise, waarover we klagen, is eigenlijk
niet anders dan het lastig geval, waarin iemand
verkeert wiens private bezitting aan alle kant
wordt aangetast.
OEEK1
(RAY
t.
.3
’J