■IB- 11 IBfflfflfflHL» WOK N 1 OHffll II HÉT ffllMliSSHffl S1ÉEL .w k w A No 25. 1895. I, I- J WOExN^DAG- CAUSERIE. den r I UTT DE PERS. 1 I 9 voor van )0, i a Doze CO UR A N T verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. over de van onze dagen men gevoegelijk het de onrustige vrouw en bij j ver- weer is voorbijgedreven en dat althans gezin- geld in de steden uit. speeld is op de noodzakelijkheid om den mid- denstand op de been te houden, door te nemen van de hoogere standen. Pour acquit de conscience, om zijn onrust te kalmeeren wanneer de kippen her en der loopen, komt moeder de vrouw met een paar gerstekorrels om de vogels weer bij elkaar te krijgen. Wanneer men de politiek moest karaktiseeren, zou beeld kunnen geven van i en het dolende pluimgedierte. We leven in een overgangstijdperk. De die ren willen per se iets andersde oude kost voldoet niet meer en ze gaan zoeken al verder en verder van het hok af, tot ze de uiterste grens hebben bereikt van den tuin waar het groote veld ligt en waar de blik niet meer wordt beperkt door allerlei staketsel en gekramd tuinwerk. Om te voorkomen dat de beesten de grens overstappen, wordt allerlei verzonnen wat dienen kan om den afval te voorkomen. We leven in een overgangsperiode, het ern stig pogen om den toegang te voorkomen loopt uit op tijdverlies zonder meer. De moties en wenschen, geopperd om oude vrienden weer saam te brengen, lijden schipbreuk. Voor ons ligt de groote maatschappij, het sociale veld vanwaar ons als muziek in de ooren klinkt Hier is werk voor een ieder en brood voor wie hongert. Waar de menschen bij massa opeen zijn ge hoopt, komt de kunst ons te hulp. Ze brengt kleeding en voedsel, waarvan elk, voor slechts weinig, ’t hem noodige koopt. In ruil voor zijn arbeid, op ’t veld van ons allen, Biedt hem de gemeenschap, door middel der kunst, Produkten van elders. En ’t is niet meer gunst Maar een recht om te wonen, te werken, te leven, Aan elkeen van ons onder waarborg gegeven. Justitie doet, een enkel kantongerecht uitge zonderd, desgelijks. Koloniën, voor zooveel het hier te lande ver teert, doet niet anders. Rijksgebouwen van aanbelang worden bijna alleen in de steden gebouwd. In de steden worden alle hooge traktemen ten en schier alle pensioenen van aanbelang verteerd. Hooger en middelbaar onderwijs huist in de steden. De departementen van algemeen bestuur, de groote provinciale bureaux, de groote admini stration, kortom, heel het bestuur waar groot geld mee weggaat, vindt ge in de steden. En nu kan dit wel voor een groot deel niet anders. Maar dan sluite men toch het oog niet voor het feit dat het rijk, reeds enkel langs dezen weg, jaar aan jaar een enorme som, óok uit het platteland, weghaalt, die alleen aan de steden ten goede komt. Wat meer mildheid, waar het platteland op zijn beurt om hulp vraagt, zou daarom, naar de Stand, ten slotte doet opmerken., het rijk nog niet kwaad staan. Het lot van de motie-Dobbelman over graan rechten wordt in verschillende bladen bespro ken. ’t Oordeel loopt zeer uiteen. In ’t Venl. Weekbl. schrijft mr. Haffmans „Voor den eersten aanloop is de uitslag niet onaardig Tien stemmen om, en wij zijn er. De heer Dobbelraan heeft er alle voldoening van. Door zijn motie en de degelijke en ge moedelijke wijze waarop hij ze verdedigde, als mede door den steun dien zij ook bij de ande re partijen, vooral bij den Nestor der Kamer den heer Van Kerkwijk vond, zijn de actiën van het protectionisme honderd procent gerezen. Heemskerk zou zeggen„De smaad is er af”. En dat is veel waard, oneindig veel. Meer dan iemand denkt.” De Standaard acht de stemming in een op zicht verrassend. In de Tweede Kamer zijn niet weinig landeigenaren van beteekenis, en het bleek dat dezen de motie niet aangrepen als een welkom middel om hun positie tegen over hun pachters te verbeteren. Op zichzelf ligt hierin iets verheffendsmaar ook een vingerwijzing. Er schijnt toch uit te blijken, dat de groote landeigenaars in graanrechten geen gereed mid del zien, om de pachten zoo al niet te laten oploopen, dan toch te behoeden voor daling en val. Was dit nu zoo, dan ware hiermee althans één argument tegen de graanrechten vervallen; de vrees namelijk dat ze niet den boer, maar den landeigenaar ten goede zouden komen. Overigens achtte de Stand, het lot van de motie geen oogenblik twijfelachtig. Ze was te weinig principieel, om tot een beslissing over het beginsel te komen, en toch weder te breed, om over één enkel punt, in casu den graanbouw, tot een communis opinio I te geraken. „Toch is heel het land, aldus besluit het blad, aan den heer Dobbelman dank schuldig, dat hij dit debat heeft uitgelokt. Voor heel het volk is er thans licht opgegaan over de verschillende vraagstukken, wier overweging over niet zoo langen tijd dit probleem tot decisie zullen moe ten brengen. Inmiddels ga de practijk voort, gegevens tot "J .'..1 - 1 Laat men te plattenlande door den uitslag Ook al ware het, dat hier een boom vallen ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents; voor eiken regel meer 71/, Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. De Standaard bespreekt met een kort woord de plattelandsclub. De vraag of voortaan de belangen de beginselen zullen verdringen, blijve voorloopig onbeslist, maar zeker is het dat het platteland in den laatsten tijd in een soort van verbittering is geraakt, waartegen moet worden j gewaakt. Men kan hier echter te ver gaan, I want de plak van het platteland zou nog erger zijn dan de plak van de steden, maar recht van klagen heeft het. Tegenover de kamers van koophandel en fabrieken in de steden staan geen kamers van landbouw. De landbouwmaat- schappijen, waarin de heeren den doorslag ge ven, beheerschen het platteland. En daarbij moet men bedenken dat al het geld, door ’t rijk verteerd, aan de steden ten goede komt. Oorlog verteert alles iu de steden. j juister vestiging van aller oodeef te leveren. Manne evenzoo. - - - - Binnenlandsche zaken, by ruil tegen de van yeze motie niet ontmoedigd worden, vreemde diplomatie en consulaten, geeft al zijn - - - - - - moest, zulk een boom valt nimmer bij eersten slag.” t I ad. is van oordeel dat de protectionistisch gezinden van een slechte reis zijn thuis geko men. Zij besluit haar beschouwiug als volgt „Als het de bedoeling van den heer Dobbel man geweest is door een debat op het Binnen hof aan de beweging in het land meer kracht te geven, dan zal, zonder eenigen twijfel, de uitkomst leeren, dat die poging jammerlijk is mislukt. Niet alleen bij de eindstemming heb ben de protectionisten de nederlaag geleden. Geen onbevooroordeelde kan ontkennen, dat zij het in het debat jammerlijk hebben afgelegd. Men heeft wel allerlei klachten gehoord, maar van een betoog, dat bescherming helpen kan, geen spoor. Zelfs is wat wetenschappelijk over het protectionisme in sommige gevallen is aan te voeren, ongebruikt gelaten. En de poging, om het protectionisme als stelsel theoretisch te rechtvaardigen, eens door den heer Harte be proefd, heeft geen echo gevonden. De zaak is aan de orde gesteld om propaganda te maken voor de protectie, en het zijn de vrij handelaars, die ruimschoots gebruik hebben gemaakt van de gelegenheid om duidelijker dan dit in eenig stuk was geschied de groote nadeelen van dat mode-stelsel te doen uitkomen. De Handelingen bieden nu juist niet altijd amusante lectuur, maar toch zouden wij den vrij handelaars wel den raad durven geven om de redevoeringen, die vóór en tegen in de laatste dagen gehouden zijn, in een bundeltje samen te voegen c duizenden exemplaren over het land te spreiden. Zeker is het, dat de protectionisten er niet aan zullen denken, dit van hun kant te doen. Bij zijn repliek scheen de voorsteller, de heer Dobbelman, zelfs onder den indruk van de felle slagen, die zijn geliefd stelsel waren toegebracht. Men moest niet denken, dat hij was een pro tectionist pur sang met een gematigd protec- tietje zou hij reeds tevreden zijn „Moge Nederland nog lang ook voor zoo ge matigde bescherming bewaard blijven, aldus besluit het blad. Gaat men eens dien weg op de ervaring leert het overal dan komt men te staan op een hellend vlak, waarop men of men wil of niet, steeds verder moet voort glijden.” Ook ’t Hand, is van meening dat de beslis sing althans voorloopig een einde zal maken aan de protectionistenbeweging. Van de tegen woordige Staten-Goneraal is geen invoering van beschermende rechten te verwachten. De voor standers zullen nu hun argumenten moeten op bergen, totdat een uitgebreider kiesrecht een geheelen omkeer in de Tweede Kamer zal heb ben teweeggebracht. Het zal dan moeten blij ken of op een kiezerspersoneel, waarvan de werklieden de meerderheid zullen vormen, die argumenten meer vat zullen hebben dan de meening van den heer Heldt: „eene onrecht vaardiger en ongelijkmatiger drukkende belas ting dan een brood belasting zou niet denkbaar zijn.*4 De Telegraaf meent, dat de groote belang stelling, aan de zaak gewijd, en het gewicht aan de motie gehecht, toch niet zonder betee kenis zijn voor de voorstanders der bescherming. „De heer Dobbelman heeft zich na de stemming kunnen troosten met Tollens’ bekende dichtre gelen „En rekent d’uitslag niet, maar telt het doel alleen*, aldus eindigt het blad. Dat doel zal toch wel zijn geweest, niet, gelijk ook de heer Dobbelman uitdrukkelijk verklaart om deze regeering een vijandelijk votum te bezor gen, maar om de beweging voor graanrechten buiten de Kamer door een vijfdaagsch serieus Welk resultaat hebben de discussion motie-Dobbelman opgeleverd Wanneer men nauwgezet den gedachtengang I der verschillende sprekers nagaat is het résu méer zijn in onze Tweede Kamer veel war me vrienden van de gedrukte en noodlijdende standen schier allen zijn van meening dat er verbetering moet komen, en zoo mogelijk bin nen niet al te lang tijdsverloop. Alleen maar de middelen waarmee men den achteruitgang meende tot staan te kunnen bren gen, liepen uiteen men werd het er niet over eens. De voorstanders van den vrijen handel be weerden, dat men door beschermend recht den toestand zou verergeren en dat deze, in weer wil van den vrijhandel, niet beter zou worden. De protectionisten hadden bepaald goede ver wachting van de toepassing hunner denkbeelden. Vermelding dient eindelijk nog, dat de afge vaardigde voor Zwolle al zijn goede verwach tingen bouwde op de invoering van den dub belen standaard. En eindelijk nog gaf de afgevaardigde Beverwijk, de heer de Boer, als middel verbetering aan, nationaliseering van den bo dem. Zijn denkbeeld, zei de heer de Boer, was echter in deze vergadering niet op zijn plaats voorloopig meende hij daarom heil te moeten zoeken in vermindering van lasten, te verhalen op den eigenaar van den grond. De vergadering wist er dus niets afdoende op te vinden was wel niet redeloos, maar zoo een weinigje radeloos, en daar het niet tot een direct en positief resultaat leidde, laat ze het in druk levende volk reddeloos staan in het hemd, in afwachting dat een volgende Kamer er iets op vindt. Het eenig stellige resultaat is zeker dat zij, de gedrukte klasse, haar hoop op een en ander systeem zag wegzinken en zich uit wanhoop zal laten verleiden tot een wanhopige daadhet vraagstuk van bimetallisme of gouden standaard gaat haar te hoog om er een touw aan vast te makenwaar professoren in ’t vak over deze quaestie verdeeld zijn, is het wel wat veel ge vergd van deze klasse om zich op denkbeeldjes van een landedelman te verlaten. De boerenstand gaat achteruitde industrie gaat achteruitze beschermeneen van twee, of beide, zal zijn een bevoorrechting van een bepaalde klasse boven de anderezoo werd in de Kamer beweerd, en wie zal het ontkennen De boeren hebben het zoo slecht niet, zei de heer Cremer, ze zijn klagers van beroepze hebben geklaagd, klagen nog en zullen klagen in de toekomstm. a. w.gij boerenstand zijt zoo verhard in deze ondeugd, dat ge de vette jaren niet prijzen kunt, en de magere met zwa righeid doorleeft. Intusschen heeft deze gedachtenwisseling zon der resultaat, aan den staat geld gekost. Men moet echter wat voor de goede zaak rover hebben de van brood levende klasse mag men intusschen geluk wenschen dat het on- J p I '16 MM -j ai i i.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1895 | | pagina 1