SL
1
2
MIW1 OlffllM IÖ0R1
01 W
2
No. 29.
VIJFTIGSTE JA
1895.
MEN ZOEKT AFLEIDING.
IO
over
BINNENLAND.
A
Alle brieven
in te zenden.
Naar wordt gemeld zal de Tweede Kamer
vermoedelijk den 2len Mei hare werkzaamheden
hervatten.
A
Deze CO UB A N T verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
noemde „gepaste en nuttige kundigheden”. In
plaats van te vragen: wat wordt er op school
geleerd zal men moeten vragenwat wordt er
op school gedaan? Het onderwijs moet eigen
lijk in niets anders bestaan dan in bet leiden
van de aangeboren behoefte van het kind om
iets te doen, iets uit te voeren.
Is men het er over eens, dat ons lager on
derwijs in dien zin hervormd moet worden, dat
de daad, het zelf bezig zijn van het kind, basis
en uitgangspunt van het onderwijs worde, dan
is er geen ander middel dan 'invoering van
handenarbeid. Maar dan ook als opvoedings
middel, d. i. als methode van onderwijs, niet
als leervak.
Tegenwoordig is „leeren” op de lagere school
stilzitten in de bank en luisteren naar wat de
meester debiteertlater daarentegen op de am
bachtsschool of op het ambacht is „leeren” het
oefenen van de hand in het gebruik van ’t een
of ander werktuig. Die tegenstelling moet op
houden. Reeds op school moet het verrichten
van lichamelijken arbeid met zichtbaar resultaat
evengoed „leeren” zijn als iets anders. Velen
meenen dat het hier de invoering van een nieuw
leervak betreft, een uitbreiding van de lijst van
art. 2 der schoolwetuit het hierboven mee
gedeelde blijkt, dat dit niet wenschelijk zou
zjjn, en het zou met het oog op de kosten ook
niet mogelijk wezen.
Maar papiervouwen, kartonplakken, model-
leeren in klei enz. behoeft men niet om de hooge
kosten achterwege te laten. De heer Gunning
heeft de Houtslöjd met opzet in het geheele
betoog niet genoemd, omdat velen daaraan veel
te uitsluitend denken bij het woord „handen
arbeid.” De heer G. noemt het inderdaad een
ideaal voor handenarbeid, maar wil er niet mee
beginnen voor den 10 en 12-jarigen leeftijd.
De heer Westerouwen, die de vraag bespreekt,
wat de voorkeur verdient, de opleiding in de
werkplaats of die in de ambachtsschool en die
het stelsel dat voor de toekomst bruikbaar is
vindt in de combinatie van het stelsel van op
leiding in de werkplaats en onderwijs in de
school, hoopt op een hervorming van het lager
onderwijs in den zin als betoogd is door den
heer Gunning.
les wordt t
te verdrijven met afleiding te zoeken.
Zoo werd de „volksvertegenwoordiging”
zig gehouden met het spel der motiën, die
j r- -o o
t slot iemand te benadeelen, of het moest de
staatskas zijn.
Eilievewat is er
denhet scheelde 10,
wijsheid goed heeft gevonden dat Eva haren
I Adam onder den duim had, is het, evenmin als
uit maatschappelijke-, uit godsdienstige overwe-
Wanneer de heeren Wertheim, Treub c. s.
zich aan generaal Booth gaan vastklampen, ligt
de vraag voor de hand
Valt hier te denken aan afleiding der voor
uitstrevende partijen, of hebben de heeren bij
deze flankbeweging den eersten stap gezet in
de richting der reactie, die, tegen den Umsturz
gericht, ten slotte komen zal met Umsturzvorla-
ge Wat ons betreft, we gelooven het laatste.
Zoo staan we, ons afleidende en verstrooien
de intusschen is alles koopwaar geworden.
Onze producten zijn dit sinds lang de vrouw
wordt het meer en meerde werkman is een
marktartikel volgen ten slotte onze begin
selen, dan zijn we verkocht geheel en al.
Eerbiediging van het gevoelen der andersden
kenden is een kenmerk van beschaving maar
wanneer liberale en radicale heeren hun zede-
lijken en finantieelen steun toezeggen aan an
dersdenkenden, kan de beschaving heengaan
met de troostelooze gedachte, dat onze begin
selen marktartikel zjjn geworden, ter beschik
king van den winkelier die door middel van
hoog opgevoerde reclame het grootst debiet heeft.
UIT DEFERS.
In het weekblad de Nijverheid worden se
dert eenigen tijd de inleidingen opgenomen van
de verschillende vraagpunten, die op het nati
onaal congres omtrent het vakonderwijs en de
vakopleiding voor toekomstige werklieden in
Nederland besproken zullen worden. Wij zul
len geen melding maken van al deze opleidin
gen later, bij de bespreking van het con
gres, past dat beter. Maar in enkele van
deze inleidingen komen beschouwingen voor
die reeds nu in ruimeren kring verbreiding ver
dienen. Wij hebben het oog op het betoo°g van
dr. J. H. Gunning Wz. uit Zwolle, waarbij de
heer T. W. Westerouwen van Meteren zich
aansluit.
De heer Gunning bespreekt de vraagIs de
j van handenarbeid als opvoedingsmid
del op de lagere school wenschelijk In zijn
antwoord laat hij den vollen nadruk vallen op
de woorden „als opvoedingsmiddel”. Ons on
derwijs beantwoordt maar al te goed aan het
voorschrift van art. 33 der schoolwet. Op onze
scholen worden „kundigheden” (geen vaardig
heden) aangeleerd” en het doel dat men er mee
tracht te bereiken is „de ontwikkeling der ver
standelijke vermogens der kinderen” eu de op
leiding „tot alle christelijke en maatschappelijke
deugden”. Voor opvoeding in den zin van ont
wikkeling van den geheelen mensch is op onze
scholen dus is het systeem der wet eigenlijk
geen plaats. Dit systeem is gebaseerd niet op
de werkelijkheid, maar op de aprioristische over
geërfde opvatting, die schoolonderwijs vereen
zelvigt met „ontwikkeling der verstandelijke
vermogens”.
Onze lagere school in haar tegenwoordige in
richting, zoo zij al opvoedt, doet dit niet voor
het leven dat de kinderen onzer werklieden
wacht, maar hoogstens voor de middelbare
scholen. De kinderen onzer werklieden heb
ben noodig een gezond lichaam, een opgewek-
ten geest, een rappe hand, een geoefend oog;
kennis van lezen, schrijven, rekenen en teeke-
nen, lust in arbeid, eerbied voor hun eigen
j werk en het vermogen, om zich te kunnen be
palen bij de taak, waarmee zij bezig zijn. En
deze kwaliteiten worden slechts voor een gering
1 gedeelte aangekweekt door de bij de wet ge-
van al die motiën gewor-
8, 6, 4, 2 stemmen, len oplossen, niet anders dan het zoeken
maar ze zijn allemaal verworpen. Op éen na, afleiding.
’t Vad. verneemt dat het overzicht, door de
N. Rolt. Ct. gegeven van het wetsontwerp tot
wijziging der personeele belasting, niet alleen
onvolledig, maar ook op hoofdpunten onjuist is.
Door de Kamer van Koophandel en Fabrie
ken te Zwolle is een adres gericht aan den
Minister van Waterstaat en Nijverheid, om aan
te dringen op verlaging van het telegramtarief.
Tot leden van het hoofdbestuur van de Maat
schappij tot Nut van ’t Algemeen zijn gekozen
de heeren dr. J. W. R. Tilanus te Amsterdam,
met 347 stemmen en jhr. mr. A. J. Rethaan
Macaré te Haarlem, met 251 stemmen. Beiden
hebben zich de benoeming laten welgevallen.
Een belangrijke afdeeling van de wereldten
toonstelling te Amsterdam zal zijn de groep
„veiligheid” waarbij vooral de brandweer een
eerste plaats zal innemen. In „Oud-Holland”
komt een retrospectieve tentoonstelling van het
brandwezen uit den tijd van Jan v. d. Heyde,
terwijl op een internationaal congres de vele
AI)f ERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
voor eiken regel meer 7\2 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
j maar de winst doet hier immers denken aan
J des keizers baard
De voorsteller heeft misschien veel uren van
studie er aan gewijd jammer van dien kost
baren tijd Want toen hij ten slotte de motie
er door wilde zien, was de poort gesloten en
mocht ze door een spleetje passeeren, mits ze
zich inkromp tot iets zoo onzichtbaars kleins,
dat het den indruk maakte een „geest” te zijn
geworden er zat geen pit meer in, ’t was
een engeltje geworden, het engeltje van den
heer Heldt, ter dood gebracht door den vader,
onder den druk der malaise, na eerst uit aflei
ding in ’t leven te zijn geroepen.
Vreemde tijd, dien ad-hoc-tijd, ia het midden
van den stroom des vooruitgangs
In Amsterdam weet men er ook geen raad
mee. In Burgerplicht hangen de zeilen slap
en laat de wimpel treurend het hoofd hangen
er is geen wind.
De stuurman Wertheim geeft het roer
„om gezondheidsredenen”.
De radicale „Amsterdam” is den stiltegordel
door, maar de stuurlui zijn niet eenswillend
de een wil den stormgordel in, wat zéggen wil
er doorheen de ander, bevreesd voor wat aan
de overzij ligt, wenscht het zeiifregat te wen
den den gordel der windstilte in.
De clericale' equipage weet niet waarheen,
en raakt eveneens verdeeld ze zoekt afleiding,
en om de verdeeldheid te bezweren is het con
signe der commandanten terug de een werpt
dit, de ander dat oude vraagstuk opmaar ook
hier blijft afleiding, dat voelt men wel, de hoofd
zaak, en wat daaruit volgen moet op den duur
is verstrooiing.
Het is dan ook klaar als de dag dat we,
evenals overal elders, den tijd tegemoet gaan
van plannenberaming tegen de Umsturz-par-
tijen.
Want in weerwil van de moeite die de lei
ders zich geven om oude leuzen op te frisschen,
blijken de kleuren niet te houden en raken hoe
lang zoo meer van hun partij aan de zij van
den Umsturz.
In plaats van de prostitutie te verbieden zon
der meer, wordt het verlangen der vrouw zelve
grooter naar openstelling van de gelegenheid
om mee te mogen produceeren. En wie het
laatste niet wil, mist het recht om zich met
het eerste te bemoeien; de vrouw wil vrij zijn,
dat is haar recht, en wie zal haar tegenspreken
als ze, in plaats van het orthodox huwelijks-
begrip, verlangt naar een verbintenis bij con-
I tract, waarbij de partijen gelijk zijn
Wanneer liefde de huwelijksband moet zijn,
i een
Afleiding is nauw verwant met verstrooiing;
wat noodzakelijk leidt tot begripsverwarring.
We keuren daarom gepaste afleiding niet
afintegendeel is ze levensvoorwaarde voor
groot en klein, oud en jong.
Het is onmogelijk onafgebroken werkzaam
te zijnmaar ook is het op den duur niet vol
te houden het oog onafgewend op éen punt ge
richt te houden.
Rust is noodig als voorbehoedmiddel tegen
afmattingeven onontbeerlijk is afleiding voor
wie zich niet blind wil turen.
Er is echter differentie van onderscheid er
is afleiding en afleiding, zooals er gerust wordt
uit behoefte naar rust en uit onvermijdelijk
heid.
En gelijk gedwongen rust de verveling met
al de daaruit vloeiende nadeelen voor den
mensch in zich houdt, wordt de afleiding, faute
de mieux, voor ons een bron van ellende.
Het paard, dat vooruit wil, krabt, wanneer
het gedoemd is stil te staan, éen kuil in den
grond, op gevaar zich aan een puntig voorwerp
den poot te bezeeren. Het beweegt zich zij
waarts en achteruit tot de achterbeenen in de
strengen verward raken.
Zoo komt het voor dat vooruitstrevende men-
schen, die gekomen zijn aan een mijlpaal wel
ken ze niet mogen passeeren, hun werkzamen
geest wat afleiding bezorgen, die voor den
mensch zelf nadeelig wordt.
Zoo dunkt ons op dit oogenblik de positie
van liberalen en radicalen gevaarlijk. Ze wil
len vooruit, het is bekend, en waar een
wil is, is ook een weg te vinden.
Nu is men zoekende geworden en ofschoon
het toeven lang valt, men heeft den weg en
den moed om dien te bewandelen nog niet ge
vonden daarbij wordt men van achter af op
gedreven, wat voor vooruitstrevende menschee
nooit een aangename gewaarwording kan zijn;
men gevoelt dan ook zeer goed -het hinderlijke
van het dwingen, wat bovendien een pijnlijke
gewaarwording geeft als stil verwijt dat men
eigenlijk niet meer geloofwaardig is, geen ver
trouwen meer verdient ten opzichte der voor
uitstrevende leus, in de banier geschreven, en
dat men beter deed de leiding van de vooruit
strevende groep af te staan aan anderen.
Als een schip in de gordel der windstilten
wiegelt de liberale tweemaster zijn stille wie
geling, een speelbal van elk golfje, dat zich
verwaardigt zijn boeg of flank te bespoelen.
Het is een vervelend spelletje, en wie be
grijpt niet dat onder zulke omstandigheden al- staat een huwelijk zonder liefde beneden
aangegrepen om de lange, bange uren huwelijk uit vrije liefdeen wanneer Gods al-
be-
een
zeer pikante verstrooiing gaven, zonder aan ging te verdedigen, dat de vrouw het eigendom
zij van den man.
i Wij herhalen ook hier is de wijze waarop
clericale heeren het prostitutie-vraagstuk wil-
naar
..'•I
J
juu nut
invoering
6
6
[6
8 COURANT.
ui 11 vs i: ffl i!i:r ihrojiihkh mbl