SIEUIS- E llfflllïHTIHLllI M l)E
ffliEHK h ir uMsesm sik
No, 33
V IJ F T I O ST E J
1895.
NIEUW
LEVEN.
24
AP i ri
naar
UIT
DE PERS.
telkens weerklank ge
naar
ver-
nemen
feiten, bewijst wel iets.
Een
BINNENLAND.
of weerloos gemaakt.
lied der hope en verzekering.
Uit goede bron verneemt het Hand, dat het
Alle brieven
in te zenden.
he-
be-
van
in
r
vooruitgang, vooral van hen die
toekomstmuziek zich uitlaten, niet
-j om die toekomst in
„con-
maar
hun
Deze CO VRANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
wie zijn oogen in ’t rond slaat, moet
laasteleurstelling gevoelen, indien deze
Op de bazis van ’t bestaande, zonder op
schorting van den strijd desnoods, zoekt dat
nieuw leven naar het middel om de willekeur
der wet te bezweren.
Dit eenmaal verkregen, volgt de fnuiking
van ’t geweld en het beëindigen van den strijd.
Toekomstmuziek zegt men.
Helaas nogmaals helaas drievoudig helaas
Omdat tot de komst van deze periode de maat
schappij als zoodanig geen recht van bestaan
heeft.
Omdat onze
smalend over
behoeft te weerhouden
wezen te roepen.
En omdat zij, die spotters, zelf oorzaak dat
het lied der verlossing werd gedicht en gezon
gen, hun best doen om het nieuwe leven te
verstikken.
De Paaschklok klepte. Of ze iets goeds
verluidde voor het nieuwe leven van ons volk
Of dit jaar iets goeds zal brengen voor onze
kleine luyden
We moeten af wachten, maar veel spellend
is de toekomst tot op heden niet.
wordt naar nieuw leven
Het zou voorbarig zijn dit aan te i--
maar de houding, door een groot deel der
men sc hen massa aangenomen tegen de weinige
hem op dien morgen ontvankelijk maakt
het koesteren van blijde verwachting,
ook en 1
levendig doet beseffen, dat de vernieuwing des
levens met eiken dag dringender eisch wordt
tot behoud onzer maatschappelijke samenleving.
De strijd om ’t bestaan wordt ingewikkelder
Men ernstiger. De uitvindingen der wetenschap
Jhebben de machtigen wapenen in handen ge- j openbaar werd voor het oog van den wilkeur-
H«even waartegen elke kamp vruchteloos is.
De machtigen worden machtiger en de klei-
ne luyden worden stuk voor stuk afgemaakt leven*
hoefte hem algemeen voorkwam.
De feiten, die wijzen op vernieuwing
het leven, niet in de plantenwereld, maar
de wereld der menschen, zijn uiterst schaarsch.
Bewijst dit reeds dat niet algemeen begeerd
AD} ERLENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
voor eiken regel meer 7 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
Ton slotte wijst de Stand, er op, dat het
land nu reeds sedert 1887 op zijn kieswet
wacht. „Bijna tien jaren, die, Mackay’s school
wet uitgenomen, ons niet anders dan politieken
stilstand van zaken gebracht hebbenwant zelfs
de financieele wetten van Pierson zijn arefaire
en kunnfen zoo niet blijven.
De fout ten vorigen jare was dan ook niet,
dat velen in uitbreiding van het kiesrecht geen
heil zagen, maar dat ze beginselloos ophielden
en tegenhielden.
Dat wij ons voor Tak’s wet verklaarden, was
niet om Tak, noch om zijn wet, maar uit de
overtuiging, dat de electorale quaestie van de
baan moest en dat tegenhouden toch slechts
uitstel van executie was.
Hadden de conservatieven kloekweg zich te
gen uitbreiding gesteld, dan hadden ze een
standpunt gehad en een sterke positie kunnen
innemen.
Maar of nu Van Houten 700,000 a 750,000,
in plaats van de 800,000 van Tak geeft, in
ernst, was daar de sop de kool waard?
En, aldus besluit het blad, is het verantwoord,
dat om zoo nietig verschil de ernstige lands
belangen weer voor een tijdperk van meer dan
drie jaren worden opgeofferd
De Liberaal komt tegen deze beschouwing
op en meent dat het agiteeren van de bestuur
ders van sommige werkliedenvereenigingen nog
niet bewijst dat de lagere klassen over het ge
heel zoo vurig verlangen naar het kiesrecht.
Voorts wijst het blad er op, dat wettelijke
kiesbevoegdheid van een of andere klasse niet
kan.worden gegrond op veronderstelde belang
stelling, terwijl buitensluiting wegens vermeende
onverschilligheid nog veel minder opgaat.
Van meer belang is intusschen hetgeen de
Liberaal tegen het slot van het artikel aan
voert. Wij laten dat hier volgen
„Voor de zooveelsre maal moeten de
servatievenx bet misgelden. Hadden zij
kloekweg zich tegen uitbreiding gesteld, uuu
positie ware sterk geweest. „Maar of nu Van
Houten 700,000 a 750,000 kiezers in plaats
van de 800,000 van Tak geeft, in ernst, was
daar de sop de kool waard
„Men zou natuurlijk met de wedervraag kun
nen antwoorden, of het hier alleen de quantiteit
en niet, veel eer de qualiteit betrof en betreft.
Doch eigenlijk staat het met de zaak anders.
Beweerd werd destijds niet dat Van Houten’s
kiezers even talrijk zouden zijn als Tak de zij
nen raamde, maar even talrijk als Van Houten
meende dat feitelijk Tak’s kiezers zouden blij
ken te zijn.“
De vraag van de Standaard„En is het
verantwoord, dat om zoo nietig verschil de ern
stigste landsbelangen weer voor een tijdperk
van meer dan drie jaren worden opgeofferd
beantwoordt de Lib. aldus:
„Daargelaten alweer óf inderdaad het hier
opoffering der ernstige landsbelangen raakt, rust
de verantwoordelijkheid voor de ontbinding op
de ministers, die daartoe de kroon adviseerden,
niet op de Kamer, welker meerderheid haar
niet heeft gewild.
Uit ’t geen de Lib. hier schrijft, zou zijn af
te leiden, dat de cijfers van ’t ontwerp, door
den heer Van Houten thans gereed gemaakt,
nog al zullen verschillen van die van ’t ontwerp
Tak. Daar ’t ontwerp gereed is, zal het spoe
dig blijken hoe het hiermede is gesteld. Wij
meenden hierop enkel even de aandacht te moe
ten vestigen.
Ook zij moeten wijken, worden verslagen of
ontwapend.
En de machtigen, die, aldus zich inspannen
de, zien welke vorderingen zij maken op de
massa tegenover zich, vragen weinig om nieuw
leven.
Zij worden meer en meer conservatief uit
innerlijken drang om te behouden wat met
eenige moeite, of veel krachtsinspanning mis
schien, hier en daar werd buitgemaakt of ge
wonnen.
Moet die strijd blijven voortwoeden tot al
leen nog de machtigen en onder hen de mach-
tigsten in ’t veld zijn
Er zijn teekenen van nieuw leven, die zin
spelen op iets beters voor de toekomst.
De Paaschklok heeft geklept.
Er zijn er die aandringen op wapenstilstand;
ook die aan de partij der zwakken een ter
rein willen afbakenen langs wettelijken weg,
binnen welks palen de machtige partij niet
binnendringen mag op straffe door de wet te
bepalen.
Nog zijn er, die de machtige partij haar
machtig slagzwaard bij wettelijken of onwette-
lijken maatregel willen ontnemen.
Wij vragen Wat is er van een maatschap
pij te verwachten, die voor het overgroot deel
bestaat uit zwakken en weerloozen, en voor
een zeer klein deel uit sterkeren, wier over
macht, hoe gering hun aantal zij tegenover de
tegenpartij, onweerstaanbaar is
Wat te zeggen van een beschaving, die, al
dus zich voortzettend, uitloopen moet op over-
heerscbing van allen, op verdrukking, leed, el
lende en jammer voor de overbeerschten, ter
wijl de heerscher zijn lust der heerschappij
botviert
Is zulk een beschaving niet veroordeeld?
Is ze niet zinverwant met ontaarding, de
treurige toestand waarin sterke en zwakke ver
vallen beide, zooals de tonen der Paaschklok
ook verluiden
Is het mogelijk of denkbaar, dat strijdenden
op leven en dood, die zelfs de militaire eer en
j het volkenrecht op zij zetten, ooit samen zou
den gaan leven, indien ze niet saam waren ge
weest van vroeger tijden af, toen deze oorlog
nog onbekend was
Nieuw leven klepte de Paaschklok.
Maar in ons land evenals in den vreemde
werd het nieuwe leven tegengegaan met wet
ten van willekeur en met geweld.
Zoo kwam het dat de ontwikkeling van het
i nieuwe leven, met zijn nieuwe inzichten niet
1-1- 1A "I
I ling en den geweldige.
Ongetwijfeld is de toekomst aan het nieuwe
het Paaschlied is voor dat leven het daaruit nog niet af te leiden, dat hij het ’niet
I met deze tonen het nieuwe leven
I gekondigd.
De opstanding uit de dooden wordt onder
I ons niet in gelijken zin opgevat naast de let-
I teilijke treffen we de figuurlijke, symbolische
I of onverdrachtelijke beteekenis aan de Paasch-
I boodschap gehecht.
I Daarover doe ieder uitspraak voor zich zelf;
i het leerstuk heeft reeds te lang een onderwerp
I van discussie uitgemaakt en tenzij die bood-
I schap door bovennatuurlijk licht worde toege-
I licht, zullen de menschen het er niet over eens
I worden, maar er over blijven voort twisten.
Wie echter de letter gelooft, behoeft haar
I symboliek karakter niet te verwerpen.
Zooals we dan verschillen in geloof of gods-
vereering, blijven we eenstemmig hierin, dat
de tonen der Paaschklok ons het lied vertol
ken van de vernieuwing des levens.
Jaar op jaar worden die schoone accoorden
aangeslagen hebben ze
Vonden in de harten
Hebben wij de behoefte gevoeld
nieuwing des levens?
Wie zijn oogen in ’t rond slaat,
Ze bewijst dat nog zeer velen van het nieu
we leven afkeerig zijn dat de conservatieve
neiging nog altijd zeer sterk onder ons heerscht.
Dit feit te moeten releveeren is de droeve
taak van den man, die met de behoefte naar
nieuw leven zich aan den morgen van den
eersten Paaschdag opmaakt om een Paasch-
predikatie te houden of aan te hooren. Een j
droeve taak, omdat niet alleen innerlijke dwang
voor
maar
vooral omdat de drang van buiten hem
Naar aanleiding der opmerking van conser
vatieve zijde geuit, dat de aandrang om kiezer
te worden bij de niet-kiezers niet verontrustend
werkt, waaruit dan zou volgen dat men bij de
aanstaande uitbreiding niet te ver behoeft te
gaan, heeft de Standaard aanleiding gevonden
tot het schrijven van een driestar over: kies
wet agitatie.
Het blad erkent dat onze lagere klassen nog
niet de lawaai-manieren van de Belgische en
Fransche leven- en drukte-makers hebben over
genomen, terwijl ook de sociaal-democratie er
nog niet in geslaagd is, om een da capo van
’48 voor te bereiden, en voor het paleis te ko
men met opgeheven, dreigende hand.
En ook is waar, dat ons volk in het gemeen
te veel gezond verstand heeft, om zich van een
uitbreiding van het kiesrecht gouden bergen te
beloven, en er dus niet met koortsachtige harts
tocht naar hijgt.
Maar verder gaat, naar de Standaard doet
opmerken, het ware in deze opmerking ook niet.
„Immers, aldus volgt zij, juist die klasse, die
volgens onze conservatieven thans eigenlijk al
leen in aanmerking komt, om tot kiezer te
worden geslagen, is er onverschillig voor ter
wijl omgekeerd juist de laagste klasse, die men
op alle manier er buiten wil sluiten, er nu reeds
op onderscheiden manier voor agiteert.
Juist de arbeiders oefenen wel aandrang, ter
wijl de kleine burgerij, die op de arbeiders volgt,
zich om geen kiesrecht bekommert, en als ze
het had, het allicht niet gebruiken zou.
De conclusie zou dus niet moeten zijn, dat
men het kiesrecht aan die lieden boven de ar
beiders gaf, maar veeleer, dat men die middel
lang oversprong, om het in de eerste plaats aan
de arbeiders, die er wel ter dege prijs op stel
len, te geven.
Voorts meent het blad te moeten waarschu
wen tegen mogelijke vergissing. Als ’t volk tot
agitatie wordt uitgetart, zou het allicht anders
kunnen gaan dan de heeren meenen. En als
iemand zijn kruit niet nutteloos verschiet, is
droog houdt.
Daarom verlangen die kleine luyden
nieuw leven.
Na de kleine luyden komen de middelmati
ge ook deze klasse is reeds onder ’t bereik
den Paaschmorgen iets bijzonder der wapenen van de geldmacht geraakt. Haar
dat naar de einde is geen ander, haar lot geen beter dan
te verscheidenheid van woord of inhoud, toch
dat
aan-
De Paaschklok heeft geklept. Wie haar to-
nen hebben opgevangen, gevoelden dat in die j
klanken aan
melodieus doorklonk een lied,
stemmingen der verschillende harten, bij groo- dat der kleine luyden.
bij allen samensmolt in het slotaccoord,
i werd
I-
6
i
50
7
20
15
35
15
t-
t-
u
ia
42
35
U
29
13
55
8
15
SHEERER
4
OIRtVT.
3«
.Q
ie
1-
1
C.
1.
R
111 ui HMM,
SC
1'.