B® «1IIIIEHTEVI’IMLIII 11)1)11 l![ fflIEHTE H HIT IIMISHT SB. l'I'I’ :n, Voorjaars-Paardenmarkt zal gehouden worden op de Veemarkt, Woensdag den 29sten Mei e. k. No. 39. 1895, VIJFTIGSTE JAARGANG. NABETRACHTING. er- SCHUTTERIJ. 1 PAARDENMARKT TE SNEEK. Nationale Militie. IS 31 E2 I. B® in. aan- MA. men DE PERS. U I T In de Amsterdammer komt een schrijven voor fflW> gl- de Goden gaf men den krijgs-God zich hem de vreugde te Mac- op uur, 1.50, ,50 BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents; voor eiken regel meer 7 */2 Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. AM. Mei. D/1S 5*;i 53is 1.09 B in de grijze oudheid verliezen, gevoegelijk on der de nationale rekenen. bestaande verplichtingen ieder, die binnen deze Gemeente Verhuist, is verplicht hiervan binnen veertien dagen aan* gifte te doen ter Secretarie Zij, die hunne werkelijke woonplaats uit deze Gemeente naar eene andere, of uit eene ande re Gemeente naar deze Gemeente overbrengen, zijn verplicht hiervan eene verklaring te doen ter Secretarie. Elk hoofd van een huisgezin, bestuurders van instellingen en gestichten daaronder begrepen, geeft uiterlijk binnen ééne maand ter Secreta rie op gelijke wijze kennis, van ieder Lid, dat in het huisgezin wordt opgenomen of daaruit gaat, met inbegrip van Dienst- en Werkboden. Sneek den 14 Mei 1895. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. Deze CO ERA NT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. verre dus er BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek maken bekend, dat de Sneek den 14 Mei 1895. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. feit dat de arbeid haar rechten heeft gevoeld Sneek roepen bij deze op alle manspersonen, i en geproclameerd tegenover den stand der niet- binnen deze gemeente woonachtig, die op 1 Ja- werkenden, en verre van op dien dag, als bij nuari 1895 hun 25e jaar zullen zijn ingetreden onze andere godsdienstsecten, in zijn hart en 187()j om zich vo’or den Schutte^lJken dienst mond gedachten te openbaren die den God te doen inschrijven, waartoe ter Secretarie dezer i der wrake, den Jahveh met zondvloed, vuur gemeente zal worden gevaceerd op Vrijdag, 17 Mei 1895. Verder wordt ter kennis van belanghebben den gebracht dat diegenen, welke vroeger in andere ge meenten ingeschreven, sedert de inschrijving van het vorige jaar, binnen deze gemeente zijn komen wonen, zich insgelijks op dien dag zullen moeten laten inschrijven, in het register, loo- pende over een der jaren 1861 tot en met 1869, waartoe zij volgens hun ouderdom behooren dat een ieder, hetzij hij al of niet vermeent tot de vrijgestelden of uitgeslotenen te behoo ren, tot deze inschrijving verplicht is dat voor ingezetenen worden gehouden alle Nederlanders, alhier hun gewoon verblijf hou dende, alsmede alle vreemdelingen, binnen deze gemeente woonachtig, welke hun voornemen, om zich binnen het Rijk te vestigen, zullen hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door het wer kelijk overbrengen van den zetel van hun ver mogen of de hoofdmiddelen van hun bestaan dat zij, die in meer dan eene gemeente hun gewoon verblijf houden of den zetel van hun vermogen hebben gevestigd, tot de inschrijving verplicht zijn binnen die gemeente, alwaar eene dienstdoende Schutterij aanwezig is dat de registers ter inschrijving vanaf 15 Mei tot 1 Juni e. k. zijn geopend, en dat allen, die bevonden worden, zich alsdan niet te hebben doen inschrijven, volgens art. 9 der wet op de Schutterijen, door het Gemeentebestuur ambts halve zullen worden ingeschreven, en door den Schuttersraad tot eene geldboete verwezen, ter wijl zij bovendien zonder loting bij de Schutte rij zullen worden ingelijfd, indien het zal blij ken, dat er tijdens de verzuimde inschrijving geene redenen tot uitsluiting of vrijstelling te hunnen aanzien bestonden dat eindelijk een ieder, die binnen deze ge meente niet geboren is, wordt aangemaand zich tijdig van eene geboorteakte te voorzien, en zich alzoo van zijnen juisten ouderdom te ver zekeren, teneinde de inschrijving naar behoo ren geschiede. Sneek den 30 April 1895. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secrtcaris. KENNISGEVING. SCHUTTER IJ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek brengen ter openbare kennis, dat de Commiszie tot onderzoek der redenen van vrij stelling, van hen, die ten vorigen jare voor waardelijk van den Schutterijdienst zijn vrijge steld, hare zitting zal houden ten gemeentehui- ze op Donderdag den 30 Mei 1895, des mid dags 12 uur. Voorts wordt herinnerd, dat indien zij niet voor de Commissie verschijnen, zij gehouden worden geene redenen van vrijstelling te heb ben. Ter bekoming van inlichtingen omtrent de ten deze gevorderde bewijsstukken zullen be langhebbenden vanaf heden zich ter Secretarie kunnen aanmelden. Sneek den 14 Mei 1895. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. V E H PLiCHTI nuari 1895 hun 25e jaar zullen zijn ingetreden TOt HRHyiTlB V3H VSrriUÏZiny. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek herinneren de belanghebbenden aan de K E N N I S G E V I N G. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, Gelet op het besluit van den Commissaris der Koningin dezer Provincie van den 8 Mei 1.1. Ie Afd. M en S no. 514 (Prov. blad no. 43) brengen ter openbare kennis, dat het onderzoek van de verlofgangers der militie te land in deze Gemeente zal plaats hebben op Vrijdag den 7en Juni e. k. des voormiddags ten 10 ure dat aan dat onderzoek zullen behooren deel te nemen alle binnen deze Gemeente gevestigde Miliciens-Verlofgangers voor zoover zij vóór den laten April jl. in het genot van onbepaald ver lof zijn gesteld, om het even tot welke lichting zij behooren dat de Verlofgangers, behoorende tot de lich ting van 1888, voor zooverre niet gepasporteerd, ook verplicht zijn, zich aan het voorschreven onderzoek te onderwerpen dat de Verlofganger bij het onderzoek moet verschijnen in uniform gekleed, en voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas dat, behoudens het bepaalde in art. 130 der wet op de Nationale Militie een arrest van twee tot zes dagen door den Militie-Commissa- ris kan worden opgelegd aan den verlofganger: 1°. die, zonder geldige reden, niet bij het onderzoek verschijnt 2°. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige redenen, niet voorzien is van de hier- voren vermelde voorwerpen 3°. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden 4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander toebehoorende, als de zijne vertoont. De verlofgangers worden herinnerd, dat de strafbepalingen van art. 144 der aangehaalde wet ten strengste zullen worden toegepast op degenen, die zonder geldige reden niet ver schijnen. Sneek den 13 Mei 1895. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secratis. heiligd werd door de onheilige vreugde van de wraak, moet de arbeid, die in de voortschrij dende ontwikkeling haar ontvoogding heeft te zien, feestvieren met het bewustzijn, dat deze ontwikkeling reeds in zoover is gevorderd, dat men de zon heeft zien rijzen in het Oosten. Over dat feit, de rijzende zon van den ar beid, feest te vieren, het beteekenthet feest van haar onafhankelijkheid, haar verlossing uit de knellende banden der slavernij en on mondigheid waarin ze door het kapitaal is ge klonken gehouden tot op heden. Het kapitaal moge ook door de herinnering aan dit feit worden verontrust, men beden ke wel dat alleen de tiran en de bloodaard beurtelings van rol wisselen dat daarentegen de normale mensch rustig de ontwikkeling meê- maakt van do maatschappij. Noch van hen die vreesachtig zijn, noch van die de lucht vervullen met strijdleuzen en wraakgeroep, kan de vrijmaking van den ar beid komen. Maar wel is die toekomst, blijkens den voor uitgang der denkbeelden, tot in de onderste lagen onzer samenleving, te verwachten onder kalme leiding van vaste hand. Maar deze taktische vraag kan ons voor ’t oogenblik geen belang inboezemen. De vraag was niet „Waartoe vieren we ’t feest van 1 Mei De vraag, welke ons bezig hield, luidde Waarom vieren we dat feest Daarop kan ons antwoord geen ander zijn dan ditdat we ons op dien dag verheugen over het dagen van de vrijheidszon in het Oosten, het licht onder welks stralen de over- heersching van het kapitaal zal opvallen in zijn wanstaltige vormen en onder welks stralengloed de macht van dat kapitaal zal opdrogen, om haar heerschappij over te dragen aan de massa der nuttige menschen in onzen maatschappelij- ken bijenkorf. Feestvieren zonder aanleidende oorzaak Iaat zich op den duur niet denken een pret als die onzer kermissen, kan men, wijl deze zich of zwavelden Jupiter met zijn banbliksem i in de herinnering terugroepen Toch wordt de van af dat de vreugde van den len Mei ont- deelneming aan dit feest overal minder, zeker wel in hoofdzaak ten gevolge van het ontbre ken eenigerlei oorzaak. Welke zal dan de leus zijn of de aanleiding van het feest op den eersten Meidag Kan men de leus van den klassenstrijd nemen als feestleus In den Heidenschen tijd vierde men feest voor het uittrekken ten oorlogop de plaats waar geofferd werd aan „ten aanschouwe” van over aan drinkgelag, om doen blijken welke in het kamp van diens volk heerschte wegens zijn hooge bescherming. Zulke feestvieringen kunnen er niet meer door in onzen beschaafden tijd en daarom kan het feest van de arbeiders niet zijn het feest van den klassenstrijd „ten aanschouwe” van het goede recht, over welks hooge bescherming men zich verheugd gevoelt en gevolgelijk door feestviering wil doen blijken. Het Meifeest kan noch mag als een oor- logsfeest worden geproclameerd daartegen ver zet zich de humaniteit, en mocht na de schom meling onzer dagen over de vraag„waartoe de Meifeesten niet anders overblijven dan deze oorlogsleus, dan zullen de Meifeesten geen toekomst hebben. De massa is daarvoor op den langen duur niet warm te krijgen, en wanneer inderdaad de klassenstrijd op 1 Mei in het vaandel werd geschreven zonder meer, dan zouden de Mei feesten niet anders worden dan reuniedagen van de sociaabdemocratie ze zouden dan in de naaste toekomst aan belangstelling verlie zen, zooals reeds nü viel op te merken. Over welk feit zal men zich dan verheugen op 1 Mei Want men kan zich niet verheugen dan over een feit, iets van welks bezit men zich met vreugde verzekerd houdt. Het kan geen ander zijn dan het feit van het ontwaakte leven, waaraan ook de eerste dag van bloeimaand zich passend aansluit. Men houdt zich op de juiste baan, door het vermijden van afwijkende strijdleuzen die ver warring en verdeeldheid stichten onder de ar beiders en die buitendien voor den denkenden mensch geen redelijke aanleiding vormen kun nen voor een feestviering. Men blijft echter in de lijn, brengt eenheid en wekt belangstelling onder de werkende klasse, wanneer men haar als oorzaak van dit feest aangeeft het feitdat het bewustzijn is gewekt van de rechten waarop de mensch, ook de mensch uit den werkenden stand, kan aan spraak maken. Men herdenkt op dien dag dan het heuglijk KER COURANT IltVT OP l5/s I’/u Mei.- lidst» er ca ?n Wij- honiH’ Jen tja .er vao Jitwel' ra van Jarijke niet Êjerkje en met ’sGra- >os - echtg g Dijk' rga - KIe? i uiuuvu UCZ.C gcuacuuue; vrvuu.uuu^, uic up i o<4- i ■r*. a

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1895 | | pagina 1