sums- i immi mini be
L J
IHffll IA NI 1B WSSLIIEIÏ SB1
No. 42
V r. J F T I G 8 T E J
i
ONZE HALFHEID.
I
1895.
PAARDENMARKT TE SMEEK.
Voorjaars-Paardenmarkt
tot aangifte van Verhuizing.
Z A T IS 14 O -A. ta-
35 MEI.
II.
en
i
natuurlijke®
op
V'
Alle brievefi
in te zenden.
mer-
zelven, als eigen verdienste,
eigen inspanning en vlijt
ons
bij voorkeur te worden
om-
a
a
ADVERTENT1ËN
voor eiken regel meer
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent
den uitgever.
4
Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post ƒ1.25.
en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
/X
i
ieder, die binnen deze Gemeente Verhuist, maakt, het wijst
n aan- i ministers wel wat
I Justitie doet niets
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek maken bekend, dat de
zal gehouden worden op de Veemarkt,
Woensdag den 29sten Mei e, k.
Sneek den 14 Mei 1895.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
'VJEItJE’LICJJEITriNG-
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek herinneren de belanghebbenden aan de
staat bestaande verplichtingen
van
van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
7*/2 Cents. Bij abonnement is de prijs
--te vernemen bij
een na de ander uitgevlaktmaar onzen
van dienst zal prijken met heel de lijst
onze „loffelijke” daden.
Ons egoïsme kan echter niet toestaan dat al
le menschen over denzelfden kam geschoren
worden.
Alle menschen gelijk ’t zou niet in ons
opkomen wie ’t niet begrijpt weet niet wat
„hoogere” en „lagere” standen zijn of, zooals
Ds. Pierson van Zetten het welwillend uitleg
de en afdeelde, langs dezelfde lijnen „goede”
en „kwade” standen.
Deze onderscheiding heeft den denkenden
mensch, die naar licht zocht in deze materie,
de gelegenheid geboden, zich in ’t volle licht
der openbaring van onze halfheid een heldere
voorstelling te vormen.
Hij kan dagelijks zijn gegevens hiervoor bij
eenbrengen ze worden hem in overvloed toe
gevoerd door de „hoogere” standen in hun
openlijk beoordeelen van en moraliseeren met
de „lagere” dito’s.
In spijt van onze vorderingen op wetenschap
pelijk terrein, kunnen we de oude vooroor-
deelen nog niet van ons zetten, die, dagteeke-
nend uit de dagen van Zoroaster, vasthouden
aan het dogma, dat er een klasse van uitver
koren en uitgelezen menschen is, waarnaast een
kaste die paria-like wordt gemeden, zoo niet
wordt behandeld als het schurftig beest, dat men
niet nadert dan om het eenige bijtende stoffer
genezing aan te wrijven.
Men heeft gezegd, dat wij menschen niet kon-
sekwent kunnen zijn.
Een dwaalbegrip natuurlijk we zijn op en
top de konsekwentie van ’t voorafgegane. Ons
bloed en onze spieren, onze zenuwen en her
senen, de indrukken, begrippen, denkbeelden,
hartstochten en gevoelens, ’t is alles aan en in
ons massief en echt konsekwent. Wanneer we
dus beweren niet konsekwent te kunnen zijn,
ligt dit eenvoudig aan kortzichtigheid, soms ook
wel aan onze zelfzucht, die ons vrij wil plei
ten van inkonsekwetie waarvan men ons zou
willen verdenken.
We zijn allen volbloed-konsekwent, en de
wereld, zooals ze is in haar heelheid en half
heid, is de konsekwentie van een voorgaande.
Een „dwaas” dus, die op deze wereld heeft aan
I te merken
aan het kabinet tot een grief kan worden ge-
er toch op, dat er door eenige
meer kon worden gedaan,
en koloniën schijnt ingesla-
Pen. te zijn,, terwijl de minister van binnen- 1
i allicht iets meer spoed had
kunnen maken met zijn kiesrechtontwerp.
Herhaaldelijk is gewaarschuwd tegen de po
ging van gemeentebesturen om het venten tegen
te gaan. Nu het patent is afgeschaft hebben
de marskramers geen recht meer hun waren
aan te bieden en de gemeentebesturen kunnen
hen weren, onder het voorwendsel dat het ver
momde bedelaren zijn of wel dat zij het de
menschen lastig maken.
Mr. J. A. Levy heeft ef bij de bedrijfsbe
lasting reeds op gewezen, maar het baatte niet.
Hij is er nader op teruggekomen in een
schrijven aan het Hand. Sedert bevatte de
Arnh. Ct. een artikel over Maatregelen tegen
„vermomde bedelarij®, waarin insgelijks met
klem werd gewaarschuwd tegen de pogingen
hier en daar reeds gedaan om door gemeente
verordeningen het bedrijf te bemoeilijken of on
mogelijk te maken.
Van dit artikel nam mr. Levy met groot
genoegen kennis. Ook hij is er ten sterkste
tegen dat in „het belang der openbare orde®
art. 150 gemeentewet, ’t welk verbiedt door
plaatselijke verordeningen te treden in hetgeen
van algemeen rijks- of provinciaal belang is,
krachteloos wordt gemaakt. Is het platteland
slecht bewaakt, vermeerder dan het politietoe
zicht. En op het „lastig zijn® is nu eenmaal
geen straf gesteld. Ware dit het geval, dan
zouden niet alleen marskramers met boeten
hechtenis kennis maken.
Op één punt moest hij de Arnh. Ct. op een
kleine misvatting wijzen. Zij scheen van oor
deel te zijn dat het tot dusver nog slechts bij
ontwerpen was gebleven. Dit is onjuist. Reeds
zijn in verschillende gemeenten verordeningen
vastgesteld en in werking getreden, terwijl van
een vernietiging krachtens art. 153 der ge
meentewet nog niets is vernomen.
Zich aansluitende aan ’t betoog van mr. Levy,
wijst de Amst. (’t weekblad) op de hardheid’
van het beginsel, van ’t welk de gemeentelijke
wetgever op dit punt getuigenis aflegt
„Aangenomen dat de vermomde bedelaars,
ook zonder zich als marskramers voor te doen,
aan den kost kunnen komen, onder de rei
zende kooplui, die van den ochtend tot den
avond door weer en wind zich vermoeien om
een stuk brood te verdienen, telt men er toch
ook, die geen vermomde bedelaars zijn, en uit
sluitend door huis aan huis venten van hun
negotie voor gebrek blijven bewaard. Moeten
deze stakkers nu maar worden opgeofferd aan
de „openbare orde®zal men hun hun kost
winning ontnemen, opdat de min of meer weL
gestelde burgerij niet te vaak gestoord worde
door een koopman, die geen bedelaar is En
al waren zij wat geenszins het geval is
zonder uitzondering vermomde landloopers, wat
geeft het, dezen lieden het bedelen in dien
vorm onmogelijk te maken, zoolang de gemeen
tebesturen niet voorzien hebben in de behoefte
aan een werkinrichting, zoodat men recht heeft
dien ongelukkigen toe te voegente bedelen
voor u
zonder een aalmoes te vragen en zonder te ste-
rond te trek-
I
„Vooral in onze dagen is het wreed, derge-
1 i in te voeren en toe te pas-
Wat beteekenen zij in de praktijk anders
Dit alles is ons bekend, we weten dat de mensch
een schakel is in den langen keten; niet de
meusch als soort alleen, maar individueel ook.
Wat we zijn, menschen van talenten of men
schen vrij van alle gave, we kunnen met al de
wetenschap die ons ten dienste staat geen duim
breed veranderen aan den regel, dat de mensch
dit alles, hemzelven incluis, te danken heeft,
verschuldigd is, althans ontvangen heeft, van
anderen.
In weerwil van deze natuurwet staan we
borg voor onze talenten en laten we onze on
deugden of gebreken betalen door anderen of,
met andere woorden
Wij zijn gewoon onze talenten aan te
ken als van ons
het resultaat van
maar hetgeen we erkennen als terecht in
laakbaar, schijnt zoo
toegeschreven aan onze voorvaderen of aan
standigheden.
We treffen deze eigenaardigheid in allerlei
kringen aan, inzonderheid evenwel in den min
of meer wetenschappelijken kring.
Er zijn zeer geleerde en overigens zeer ver
standige professoren en filosofen, die zich inbeel
den heel ander slag van wezens te zijn dan
de daglooner en de fabrieksarbeider.
De halfheid waaraan men zich in dezen kring
schuldig maakt is, dat men het laakbare in zich
zelf als onvermijdelijk en natuurlijk voorstelt,
een „zwakheid des vleesches® zooals het chris
tendom zegt, terwijl men het zoete van den
lof ongaarne mist en, hoewel erkennende dat
het ook hier „onvermijdelijke en natuurlijke®
dingen geldt, toch zichzelf nog even laat gel
den ook in strijd met de natuur, meenende
zich verheven boven de natuur, haar meester,
onnatuurlijk derhalve in zijn aanspraak op een
of ander goed, gave, talent
Zeer natuurlijk daartegen waar het zijn ge
breken betreft, geen verontschuldiging vragen
de of smeekende voor zijn verkeerdheden, maar,
als rechtens hem toekomende, deze verontschul
diging opeischende, terwijl men het verkeerde,
het schuldige, afwrijft aan het kleed van moe
der natuur.
Tegenover natuurgenooten, onze medemen-
schen, keeren we den regel veelal om we din
gen af op de verdienstelijkheid als een zaak
die niet anders kon, die vanzelf spreektdik-
ken echter aan de passages uit het zondenre
gister men zal willen erkennen dat nog veel
werk te doen blijft voor zedemeesters en gods
dienstleeraars ook tot wegneming van dergelijke
dwaalbegrippen in „hoogere® standen, zooals
zeker christenstaatsman dezer dagen zich uitliet.
Onze halfheid zouden we dus, zoover we
die nagingen, willen omschrijven als een uit
vloeisel van onze zelfzucht.
Ons egoïsme is niet tevreden vóór het een
schoon dienstboekje heeftde fouten worden de
Zij, die hunne werkelijke woonplaats uit deze I
Gemeente naar eene andere, of uit eene i
re Gemeente naar deze Gemeente overbrengen,
zijn verplicht hiervan eene verklaring te doen
ter Secretarie.
Elk hoofd van een huisgezin, bestuurders van
instellingen en gestichten daaronder begrepen,
geeft uiterlijk binnen ééne maand ter Secreta
rie op gelijke wijze kennis, van ieder Lid, dat
in het huisgezin wordt opgenomen of daaruit
gaat, met inbegrip van Dienst- en Werkboden.
Sneek den 14 Mei 1895..
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
UIT DE PERS.
In ’t Vaderland kwam eenige dagen geleden
een artikel voor over het ministerie, ’t welk
een scherpen aanval behelsde op de geringe ac
tiviteit, die het tot dusverre had aan den dag
gelegd en het weinige in het jaar, gedurende
,’t welk het aan het bestuur was, verricht. Slechts
één ontwerp was behandeld de verbetering
van de heffing van invoerrechten, en die wet
was reeds door minister Pierson voorbereid.
Van oppositie heeft de regeering geen last ge
had „zelfs de booze Takkiaansehe oppositie,
van wie voorgesteld werd, dat zij in alles het
ministerie zou tegenwerken, zweeg met engelen
geduld® maar het ministerie bepaalde zich
bijna uitsluitend tot administreeren. De drin-
genste zaken administratieve rechtspraak, het
plaatselijk belastingstelsel, sociale wetgeving, al
les blijft rusten en wachten op de kiesrechtre
geling, die nog niet komt. En aldus besluit
het Vad. voor zulk een periode van stil
stand moest het vorige kabinet in zijn zegen
rijke werkzaamheid worden gestuit
De Arnh. Ct. kon met deze beschouwing
niet instemmen. Hoewel het blad alles behalve
ingenomen is met de wijze waarop het vorig
kabinet is bestreden, en zich steeds als een
warm voorstander van het kiesrechtontwerp
Tak heeft doen kennen, acht het dezen aanval
niet gerechtvaardigd, en de Nederlander het
orgaan van de hh. Goeman Borgesius c. s.
denkt er ongeveer eveneens over. Er is geen
flink aanzienlijke meerderheid en met allerlei
combinaties van minderheden komt men niet ver.
Daartegen kan naar het blad nader doet
uitkomen met recht worden aangevoerd, dat
de voornaamste leden van dit kabinet zelven
voor een groot deel de schuld dragen van de
tegenwoordige, bijna anarchistische verhoudin
gen in het parlement en dat zij door hun op
positie tegen de vrijzinnige kieswet, deels zelfs
met verloochening van hun eigen verleden, een
ministerie ten val hebben gebracht, dat wel ge
toond had tot hervormen in staat te zijn en tot
1894 door een liberale meerderheid werd ge
steund. Maar hoe juist dat alles ook is, het
kan wel aangehaald worden als bewijs hoe on
verantwoordelijk zij hebben gehandeld door om
„grensverschillen® het aan de vorige regeering
onmogelijk te maken de door haar in ’s lands w
belang noodzakelijk geachtekiesrechthervorming behoeft ge niet, want daar is werk
tot stand te brengen, er wordt niet door zonder een aalmoes te vragen en ze
aange oond, dat het tegenwoordige ministerie len, ook zonder als marskramer rui
in den tegenwoordigen toestand en onder de j ken, kunt gij uw brood verdienen
tegenwoordige verhoudingen een krachtig, her- I V„uia; X uuac
vormend bewind zou kunnen zijn iijke verordeningen
Maar al stemt de Nederlander dan in het al- 1 qpn
gemeen toe, dat hel tijdperk elilstaed niet I £0 de ViÈGtaF ta
REKER
IIIIV
jf
i
I.
6
30
15 i
35 I
45 I
I»
50
7
20
6
6
42
35
14
29
13
- I
55
8
15
V v.^v> peil tc &LJ11, ttU
ande- I landsche zaken
±o wipiiuuL uienau uiuueii i
gifte te doen ter Secretarie
rav
icuvi, uic uiuueii ueze viemeeuie V eri
is verplicht hiervan binnen veertien dagen
ivv VV uuvu VVL UIjVI Cllll 1U y I