I
HP
fflilWI I IT BOiWfflffl’ SHII
1
No. 51.
V IJ F T I G k T E!
1895.
J
UIT DE HOOFDSTAD.
N,
I-
n
•I A A.. R C4 A. 1ST (4,
W O E TV *i I~> A o
i£
tentoonstelling
in
U I T
over-
4^1
Alle brieven
in te zenden.
lezen wij
t
-veler-
wordt niemand gedrukt;
- -en met
M.
ai.
2
n,
ir
Cents. Bij abonnement is de prijs
- -1 te vernemen bij
-
V
beschrijvingen van
Sicilië en in Piemont
reeds door heel Europa worden
toestanden, waartegen een
revolteert
een i
en aanbodleer meer wakker te schudden uit
den malaisigen dommel.
Er is veel op ons l
ken doet aan een wereldkermis
ip dien zin genomen, dat men
Het leven te genieten, neen: to be or not to
be, dat is de eigenlijke vraag. Het leven in
een koopstad is een onrustig jagen die zich
in den stroom begeeft voelt de golvende
and downs, den zen ui
eindelijk door dezelfde onrust bevangen die
-1 onzer
j dier concessies. De lasten, die
kermisvermakelijkheden.
De laatste kromme sprong die men in Am-
ADV EB TEN TIEN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
voor eiken regel meer 7 C
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent
den uitgever.
ziet uitpakken en hun waar etaleereuKort- j proüteeren allen en i
om een bazar of een passage, waar de men- j zoo zullen we in de hoofdstad beter“
sehen worden heengelokt door amusementen,
welke meerendeels de herinnering wekken aan
Deze CO ERA NT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
tentoonstellinkje dat den- gelegd, zullen, als onze wenschen Vervuld
—^wereld!" j gen worden, progressief zijn; die niet of weinig
er menschen heeft zal vrij worden gesteld van betaling, maar
verschillende oorden der wereld hun kisten die veel heeft, zal veel te betalen hebben; zoo
iet iiitnalrk’on pn min i r»,
kort- j prohteeren allen
men-
amusementen, meer zelfvoldoening het materieele leven leeren
proeven.
De kiezers bewaren ons dus Voor de zege
ningen” van de democratie zonder democraten
die zich
eit voelt de golvende up de .democraten” van vroeger nog eer
wachtigen polsslag, en wordt worden terug geroepen om de zaken
- meer in de war te sturen. F
het leven in de hartaderen onzer samenlezing j gerd tusschen vrees en hoop, stelt
kenmerkt. I -
De fijngevoelige naturen loopen aanhoudend 1
gevaar hun evenwicht te verliezen; met Me
vrouw Browning mag meu zeggen
Each life’s unfulfilled, you see,
It hangs still patchy and scrappy
We have not sighed deep, laughed free.
Starved, feasted, despaired, been happy.
Toch, wie het leven wil zien en bestudeeren,
het leven zooals het door de meerderheid thans
wordt geleefd en door steeds meerderen zal
worden geleefd, moet in een groote stad zijn.
Het leven van den individu-materialist
wordt beproefd en geproefd, klaar gemaakt op
allerlei wijswat is het materieele leven
Zie maar rond in de hoofdstraten en de slop
pen zie overal waar uw oog vermag door te
dringen, en ge ontvangt op uw vraag geen an
der antwoord dan een pessimistisch getint ge
baar, een we onderzoeken.
En voor dat onderzoek zijn stoffen noodig
die in dagen van malaise bezwaarlijk zijn te
krijgen ze zijn er wel, maar in beperkte ma
te; men produceert slechts om met .vraag en
aanbod” op goeden voet te blijven koopkracht
neemt afdus vraag vermindertdaarentegen
ontwikkelen zij, die koopkracht hebben, al hun
energie, al hun geestelijke vermogens om meer
te fabriceeren dus aanbod vermeerdert zoo
moest de malaise komen ze is er en het zijn
kortzichtigen of idioten die niet inzien dat die
malaise doorziekt door het materieele leven van
onze maatschappij, zoodat we toestanden zullen
eeuw,
voet trapte
We maken thans met onze tentoonstelling
een gek figuur voor binnen- en buitenland. Nie
mand toch zal durven beweren, dat deze ver
zameling van produkten der mensehelijke kunst
een beeld geeft van den vooruitgang der
laatste jaren, en indien dit niet het geval is,
wat anders kan men dan van een tentoonstel
ling verwachten, dan dat het een zaak is, of
een gelegenheid voor zaken, om het publiek,
als bij de oude Grieken in de huizen der „pu-
I blieke vermakelijkheid”, obolen af te persen.
J Moesten we een parallel trekken uit de kunst
voortbrengselen, thans vertoond, en die van de
tentoonstelling van 1883, we zouden ten opzich
te van den vooruitgang tot een min gunstige
conclusie komen en althans niet durven bewe
ren, dat de wereld sinds dien tijd vooruitging.
Neemt men nu rondom zich waar, hoe de
zelfzucht aanhoudend wordt geprikkeld, zoodat
de zelfzucht als de electrische accumulator nu
dubbel werk kan verrichten, dan vraagt men,
op deze expositie ziende, waartoe dan de prik
kel der zelfzucht in die 12 jaren heeft geleid?
En dan komt men tot de gevolgtrekking, dat
deze tentoonstelling tot stand kwam uit zucht
naar winst en zucht naar lof.
Of de eerste zucht wordt bevredigd durven
we niet verzekeren; daarvoor dient men vak
kennis te hebben. De laatstgenoemde zucht
vindt niet overal lof. En dat ’s jammer om
der wille dier zucht.
beleven als in de laatste helft der vorige
toen de aristocratie alles ouder den i
de democratie zich formeerde, waarvan het
Handelsblad c. s. nog de rudimentaire
blijfselen zijn.
Toestanden, als die men leert kennen uit
het leven der bevolking op
-f en die in wereldsteden
waargenomen
andere democratie
omdat niets ter wereld, ook niet zaakjes iF.
wereldtentoonstelling, in staat is de vraag- uit te kloppen,
DE PERS.
In een viertal artikelen heeft thans de Ne
derlander het orgaan van jhr. mr. A. F.
de Savornin Lohman de scheiding, waartoe
door hem en andere leden van de anti-revo-
lutionaire partij is besloten, verdedigd. Uit
voerig zet hij uiteen, waarom het hem en zijn
vrienden niet meer mogelijk is in de partij te
blijven onder het leider- en tuchtmeesterschap
van dr. Kuyper. In den persoon van den voor
zitter van het centraal-comité, den hoofdre
dacteur van de Standaard, ligt de fout.
De Standaard heeft hierop geantwoord met
de opmerking, dat de president eener republiek,
die de grondwet schendt en aan allerlei erger
lijke dingen schuldig is, van zijn ambt moet
worden ontzet. De republiek zelf behoeft daar
om niet te worden verscheurd. In ’t blad komt
voorts een schrijven voor van dr. A. Kuyper
waarin hij verklaart dat hij, ook al ware hij
niet aan de beurt van aftreding, in de eerst
volgende deputatenvergadering zijn lidmaat
schap vanhet centraal-comité en zijn voorzitters
hamer ter beschikking van de deputaten stelt
Terecht wordt er zeker geklaagd over de
vele misbruiken, welke er in onze maatschap
pij bestaan. Een gevolg van die misbruiken
is weer, dat tal van menschen in een positie
verkeeren, die noodzakelijk verbetering behoeft.
Nu weten wij wel, dat een deel der maat
schappelijke ellende voortvloeit uit algemeene
toestanden, die niet in één land op zich zelf
kunnen worden verbeterd. Om iets te noemen
geheel ons werelddeel sukkelt aan de gevolgen
van het militarisme, dat jaar op jaar zwaardere
offers van den menschen vraagt. Maar nu kan
bijv. Duitschland niet beginnen met een ont
wapening, omdat het zich niet weerloos mag
maken tegenover de naar revanche dorstende
Franschen. Men wendt pogingen aan om het
sterdam nog maakt daarna de erkentenis
volo, non valeo ik wil wel, maar ik kan
nietvervolgens een inzinking van het maat
schappelijk leven, de illusie in beeld.
Onder zulke omstandigheden bestaat er wer- 1 ons
kelijk kans, dat bij de bedrogen verwachting
vroeger nog eenmaal
aan en zet’
af wanneer de resultaten der aanstelling niet i
aanstonds wijzen op een keerpunt. Heeft niet 1
het vrijheidslievend Fransche volk koningen
terug geroepen, wanneer het ook zonder ko
ningen het wankelen van den bodem voelde
In de hoofdstad des lauds, de hartader, wordt
bet maatschappelijk leven ook beproefd ge
proefd.
Men blijft er onvoldaan vanmen gevoelt
ook dat de zinkende staat van de massa der
bevolking weinig of geen vooruitzicht geeft op
herstel der rust. Een omwenteling als die der
vorige eeuw heeft aan de machthebbers geleerd,
hoe men een andere omwenteling zou hebben
te bedwingen.
Daarentegen zou verhooging van den levens-
standdaard dier massa haar veerkracht stalen
en ons weer kunnen voeren op de baan van
den vooruitgang waarheen geen wereld ba
zar met muziek ons terug kan leiden.
Daarom zou het niet wenschelijk zijn dat
dezen zomer „de democratie zonder democraten/
het gilde der paruikjes en kuitbroeken, triom
feerde maar wel wenschelijk zou ’t zeker zijn
voor de hoofdstad, dat de democraten werden
versterkt in aantal, opdat de heer Treub als
wethouder bleef fungeeren en sturen in de rich
ting der gemeente-monopolies.
Want indien de democratie, pur et simple,
in den raad wordt versterkt, en dus de heer
Ireub kan blijven voortgaan in de richting
welke met hem ons gemeentelijk beheer heeft
ingeslagen, blijft de hoop leven dat de ziekte
tot stilstand wordt gebracht.
De concessionarissen kunnen dan gerust weg
blijven. Hun verliezen verlangen we niet en
hun winsten steken we liever zelf in deu zak.
De Van-Dag-tot-Dag-schrijver, een ken
nis van den heer Charles Boissevain, zij dus
gerust gesteld wij wenschen niet dan wat ons
toekomt dat zijn de „concessies”de conces
sionarissen deeren ons dan verder niet.
Wij, Amstel’s democraten, willen de goede
s zelven exploiteereuniet om er winst
maar om de bevolking in al
haar lagen te doen profiteeren van de weldaden
ons worden op-
mo-
tot een algemeene ontwapening te brengen en
de zoogenaamde vredebonden trachten ’t zoover
te brengen, dat de geschillen tusschen te staten
door internationale scheidsgerechten worden be
slecht, maar daar zal nog veel water door den
Rijn loopen, eer dat schoone doel is bereikt.
Toch zijn er in elk land, ook in het onze,
tal van zaken, waarin verbetering kan worden
gebracht; veel kan er gedaan worden om den
ongunstigen toestand, waarin zich de lagere klas
sen der maatschappij bevinden, te verbeteren.
Dat het er in ons land juist ongunstiger uit-
I ziet dan wel elders, kan men niet zeggen. Trou
wens uit alle landen komen kluchten, zelfs uit
de Yereenigde Staten, welk land tot voor korte
jaren op maatschappelijk gebied als een soort
van beloofde land werd beschouwd. Het aan
tal Europeeërs, die hun geluk daar wenschen te
beproeven, wordt dan ook van jaar tot jaar
geringer en hoewel de toevloed van landver
huizers reeds aan ’t afnemen is, vindt men dien
in de Vereenigde Staten nog te groot en men
wendt daar pogingen aan om de landverhui
zing te beperken.
„Velerlei zijn de redenen” zoo lezen wij
in het „Jaarverslag van het consulaat der Ne
derlanden te New-York over 1894” „veler
lei zijn de redenen, waarom een immigrant al
hier het landen kan worden geweigerd of be
moeilijkt. Er was een tijd, dat de Vereenigde
Staten van Amerika het kanaal van den afvoer
was van Europa. Van 1887 tot 1893 was de
toeneming der bevolking gemiddeld een half
millioen, of met andere woorden kwamen er
eiken dag gedurende dien tijd ongeveer veer
tienhonderd vreemdelingen alhier aan. Onder
dezen waren er velen, die niet gewenscht wa
ren als burgers.
„In een wijden zin mag men aannemen, dat
de immigrant iemand is, die zijn toestand wenscht
te verbeteren en de zucht zelf in die richting
kan in de groote meerderheid der gevallen wor*
den aangenomen als aantoonende een belofte om
een goed burger te worden. Maar velen hadden
in de oude wereld hopeloos schipbreuk geleden
en nog niet lang geleden zag de regeering van
dit land in, dat de tijd was aangebroken om
zich zelve te beschermen tegen de invasie van
deugnieten, physiseh verminkten, hopelooze ar
men, enz.
„Het uitlezings-procedé begint reeds in Eu
ropa, waar de gezagvoerder van elkimmigran-
ten-schip een beëedigde verklaring moet afleg
gen, dat bij al zijn immigrant-passagiers aan
een persoonlijk onderzoek onderworpen heeft
en verklaren moet, dat zij geen idioten of krank
zinnigen, geen bedelaars of personen, die waar
schijnlijk ten laste der overheid zouden komen,
aan boord heeft, of die behept zijn met ge
vaarlijke of besmettelijke ziekten, of die schul
dig verklaard zijn aan een misdaad en (hier
komt het voornamelijk op aan) die onder con
tract of overeenkomst zijn, hetzij uitdrukkelijk,
hetzij indirect, om arbeid in de Vereenigde’
Staten te verrichten.
„Dat de wet den invoer van waanzinnigen,
idioten, aan besmettelijke ziekten lijdenden en
misdadigers verbiedt, is ongetwijfeld verstandig
en billijk.
„Maar de tweede kwestie die van de uit
sluiting van mannen en vrouwen, die werk
verkregen hebben, vóór ze hun haardsteden
verlieten om naar een nieuw land te trekken
die vraag is een zeer delicate en omringd met
moeilijkheden. Bij den eersten oogopslag zou
men meenen, dat de immigrant, die hier komt
met de zekerheid, dat hem dadelijk werk
wacht, de meest voordeelige en de meest be
lovende persoon is voor het door hem geadop
teerde land en dat er in zijn geval een mini-
'X
■RO3
en
16
8
8
's
16
16
>01'
'10
de
r.,
SB,!
B-
a-
n-
•5
OEEKER (OIRAY
Mms- fi nami iws uk
nog
Het volk, geslin-