s
lims- 11IDÏIRTEIÏTIE BLi» Wilt DE
c i.ï 11 vn: es het i i; lii'Xüissnin r suil
a
•ol.
No. 59.
vijftigste Jaargang.
1895.
IN DE TOEKOMST.
N,
r.
sr-
JAARMARKT of KERMIS
I
III.
'am.
een
A,
1
DE PERS.
UIT
1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents’
Cents. Bij abonnement is de prijs
i.oo,
>0 i
I
aan
n al
reu-
bei
r de
ea
rsus
hooi
aan-
_M.
nli.
5/k
5'
S£
s/.
11
Men heeft als eene verdienste van het ont
werp van den heer Van Houten op den voor
zijn on-
achter, en wie
•ER
bijZoo zien we in de toekomst
uur.
Sneek, den 22 Juli 1895.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BEANE WITZ, Secretaris.
ADVEBTENT1ËN van
voor eiken regel meer 7*/j
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
grond gesteld, dat het niet eenvoudig was, als
het vorige.
Men prijst dit, omdat ook de werkelijkheid
niet eenvoudig is en, zooals het N. v. d. D.
opmerkte, „zich niet laat beschrijven in en
kele formules”.
Ziedaar, al prijzende den vinger gelegd op
de meest wonde plek van het nieuwe ontwerp.
Zeker, het ontwerp van den heer Tak was
eenvoudiger dan dat van den heer Van Houten.
Maar men heeft ongelijk de twee ontwerpen
uit dit oogpunt te vergelijken.
Waarom Omdat beider methode verschillend
is. De heer Tak begreep in waarheid dat de
werkelijkheid niet in enkele formules is te om
schrijven en handelde daarnaar. Hij ging te
werk als een beeldhouwer, heeft men ge
zegd die, wegbeitclend wat te veel was,
overhield wat hij zich voorstelde, terwijl de heer
Van Houten gearbeid heeft als een schilder, die
het beeld zelf maalde met verschillende trekken.
Als men die beeldspraak wil volhouden, moet
men erkennen, dat het beeld van Van Houten
niet af is. Het is niets meer dan eene schets
en eene onvolkomen schets; want eene goede
schets moet, zij het ook slechts met enkele
krabbels en breede trekken, de juiste omtrek
ken en het hoofdkarakter van het origineel te
zien geven. Dat doet de schets van Van Hou
ten niet, juist omdat hij de werkelijkheid „in
enkele formules” wilde schetsen en hij te spaar
zaam geweest is in zijne formules en te weinig
nauwgezet in de keuze er van.
Blijkt dit in het algemeen reeds uit hetgeen
over het ontwerp en de kenmerken gezegd is,
nog meer bijzonder komt dit uit bij de rege
ling van het gemeentelijk kiesrecht.
Of de Minister zich inderdaad wel juist re
kenschap heeft gegeven van de beginsslen waar
door hij zich heeft laten leiden, moet men be
twijfelen, als men nagaat, wat over dat gemeen
telijk kiesrecht gezegd wordt. Om te betoogen,
dat men aan gemeenteraadskiezers een supple-
toiren eisch van belastingplichtigheid mag stel
len, zegt hij o. a.„Het recht om uitgaven
op te leggen, waarin men niet zelf zijn even
redig deel draagt, heeft nimmer gunstig gewerkt.
Hetzij daaruit schroomvalligheid ontsta, om het
noodige te verrichten, hetzij het leide tot be-
voordeeling van de eene volksklasse boven de
andere, een rechtssysteem, dat politieken invloed
van geldelijk belang bij goed en zuinig beheer
scheidt, wordt op miskenning der menschelijke
natuur gebouwd.”
Als de algemeene stelling juist ware, dan
had zij ook moeten toegepast worden op de
kiezers voor de Staten-Generaal en de Provin
ciale Staten, en zoo men meende, dat zij voor
dezen niet en voor den gemeenteraad wel gel
den moest, dan had de reden daarvoor moeten
aangetoond worden.
De eenige poging, die hiertoe aangewend
wordt, is de stelling, dat de niet belastingplich
tige ingezetenen eener gemeente wel hebben
te gehoorzamen aan de verordeningen, maar
niet de finantieele gevolgen hebben te dragen
van de te nemen besluiten. Maar is dat bij
Staten-Generaal en Provinciale Staten dan an
ders? En nu volgt er nog eene motiveering
van den allerzonderlingsten aard „Dat juist
dit onderscheid (tusschen onderworpen zijn aan
de verordeningen en bijdragen in de financiëele
gevolgen) ook in de volksovertuiging van over
wegend gewicht geacht wordt ten opzichte van
het recht om tot de samenstelling van bet be
stuur mede te werken, bewijst de gewoonte om
het kiesrecht voor waterschapsbesturen van
schotplichtigheid afhankelijk te maken. Qf-
aan zijn
De suggestie is een machtig ietsze doet
ons gelooven in zaken die ons verstand niet
verstaan noch onze wetenschap geweten heeft,
een partij verrij
zen, die op het door Wertheim gegeven wacht
woord de partij der trainards zal heeten trai-
nards wordt dan voor „burgers, boeren en bui
tenlui” vertaald door oud-llberaal.
Wat zal echter de definitie zijn van deze
benaming
In verband met de fransche benaming óf een
misverstand óf een leugen.
Oud-liberalen zijn geen trainards of achter
blijvers liberaal zijn ze evenmin alleen mag
men zeggen dat ze oud zijnhet zijn de libe
ralen van vroeger. Hun positie ten opzichte
der liberalen van heden laat zich o. i. in ’t
kort karakteriseeren door de verklaring dat ze
voor onzen tijd onbruikbaar zijn geworden
men dat is de maatschappelijke toestand
heeft ze voor het gebruik afgekeurd. Ze zijn
in onze samenleving, wat een versleten machi
ne is in de industrie. Ze zijn in uitwerking
niet meer te vergelijken met de nieuwere ma
chines, leveren bovendien gevaar op voor het
leven van machinist, stoker en verder perso
neel, zijn opgeschreven ten doode en alleen als
oud-ijzer te verhandelen. Deze distinctie is
niet oneervol. Het is de bestemming, die al
les wacht wat leeft in de natuur.
De periode van verval is voor hen ingetre
den en dit beduidt dat ze de andere periodes
doorleefd hebben. Hun karakter duldt geen
meegaan met de nieuwe strooming ze willen
niet dat de natuur geweld worde aangedaan
dit strekt hun tot eer. Daarom is hun over-
gang tot de periode van verval een eervolle
- onderscheiding waard, aangezien dit in zich
sluit het einde der loopbaan.
Zal men het den ouden werkman euvel dui
den, wanneer hij niet meer werken kan Dat
hij oud is Immers, zoo aan iemand, dan
wordt den afgewerkten arbeider tegenwoordig
algemeen het recht van aanspraak toegekend
op onderhoud ten koste van ’t algemeen.
Indien de Grondwet en mr. van Houten het
toelieten, dat een partij, uit hoofde van de dien-
ii, - sten den lande bewezen, ter oorzake van uit
geputte werkkracht op pensioen wierd gesteld,
het zou de oud-liberale partij zijn.
Daarom is de zienswijze van hen, die dezen
afgeleefden grijsaard een achterblijver gelieven
te noemen, een leugen en een beleediging te
gelijk, in zoover men door het bijkomend denk
beeld van gebrek aan lust, wil of moed, dit
train eeren wil toegeschreven zien niét aan een
gevolg der natuurwet, maar aan een gril, een
^hartstocht of iets ergers.
Oud-liberalen zijn niét onwillig ze
machtig en daarom blijven ze i
s/8 de jongere krachten wil suggereeren tot wach- staat van het geheele lichaam" Al is° iemand
3, ten, begaat een misdaad jegens die jongeren ook gezegend met een uitstekend werkende maag
’i’Fa een misdaad jegeD8 laad ea volk’ en even uitstekend spijsverteringskanaal, wan-
Deze CO UB A N T verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
Oud-liberalen zijn oud, en in het welbegre- neer zoo iemand wegens een gebrek
pen belang der maatschappij handelt men, onderdanen tot stilzitten wordt gedwongen, lijdt
zijn stoelgang, etc. etc. Zoo iemand is niet meer
gezond te noemen leven, beweging,, vooruit
gang, gezondheid, het is de alpha en omega
van de studie der maatschappelijke ontwikke
ling voor goedgezinde partijleiders.
We willen niet aannemen dat de oud-libera
len minder goedgezind zijn jegens de maat
schappij veeleer schrijven we hun verkeerde
lijk partijkiezen toe aan onvolledige studie we
gens gebrek aan tijd menseben die dagelijks
op hun kantoor den wisselenden koers der vele
staatschuldbekentenissen hebben te volgen, zijn
daarvoor niet de aangewezen menschen.
Ook ligt het geenszins in onze bedoeling de
liberale, oud- of jongliberale partij, de beenen
te willen heeten waarop de maatschappij hier
te lande te loopen heeft.
In ’t kort saamgevat wilden we bewijzen, dat
in de naaste toekomst en in het heden ons
volk onder den schepter der „trainards” te be
klagen is, als het gezonde lichaam zuchtend
wordt dat op manke beenen sleept. Courage is
niet opgewassen tegen deze calamiteit.
BEK E N IJ M. A KING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek maken bekend, dat de
alhier dit jaar begint op Vrijdag den 16den
Augustus, des morgens acht uur, om te eindi
gen op Vrijdag den 23sten Augustus d. a. v.
des morgens acht uur, en dat vóór den 25sten
dier maand alle kramen, disschen, tenten enz.
zullen moeten zijn afgebroken en weggeruimd.
Tevens wordt herinnerd aan art. 12 der Al
gemeene Politie-Verordening, waarbij is be
paald dat niemand eene tent, kraam, tafel of
iets dergelijks op den voor den openbaren dienst
bestemden grond mag opslaan of daarop uit
stallingen van goederen hebben, dan overeen
komstig de aanwijzing van den Marktmeester
of, bij ontstentenis van dezen, van de Politie
en na voldoening van het marktgeld.
Sneek, 19 Juli 1895.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A LMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
KEN NISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek brengen ter openbare kennis: dat
het le Suppletoir Kohier van den Hoofdelijken
Omslag, dienst 1895, goedgekeurd door heeren
Gedeputeerde Staten van Friesland, aan den
Gemeente-ontvanger ter invordering is ter hand
gesteld en een ieder verplicht is, zijn aanslag
op den bij de wet bepaalden voet te voldoen
dat een Afschrift van dit Kohier vanaf 24
dezer, gedurende vijf maanden ter Secretarie
dezer gemeente ter inzage is nedergelegd, alle
I werkdagen van ’s morgens 9 tot ’s namiddags
nard-idee dunkt ons zeer mank, dat een flink i
zich ontwikkelend lichaam op manke of sleepende I
beenen wil gezet zien. Daarentegen zijn een I
paar gezonde, rappe beenen ontegenzeglijk
van zeer gunstigen invloed op den gezonden
door die oude organen op zij te zetten.
Maar al te zeer wordt uit het oog verloren,
dat de partij, welke een toekomst voor zich
wenscht, zich heeft af te vragenwat de be
langen van het volk van haar vorderen
Men wil a tort et a travers ons het denk
beeld opdringen, dat de partij, welke het talrijk
rijkst is, zegeviert. Men gaat langs syntheti-
schen weg, terwijl men den analytischen had
belmoren te volgen. De partijen werken saam
in ’t belang der maatschappij, zegt men. Vol
komen juist; maar onjuist is: den loop der ont
wikkeling der maatschappij te willen afbake
nen naar hetgeen de onderscheiden partijen al-
zoo op haar programs gelieven te zetten.
De maatschappij schrijdt voort op den weg
der evolutie, krachtens de wetten der na
tuur ze ontwikkelt zich geheel in en door
zich zelf, en de partijen, welke in haar binnen
ste werken, kunnen alleen dan heilzaam wer
ken wanneer ze elkaar neutraliseeren, de goede
de kwade.
Partijen die de scheefgroeiing der maatschap
pij in de hand werken, zijn de kwade daar
toe behooren de conservatieve in ’t algemeen
de oud-liberale voor zoover ze geen rust
neemt maar wil blijven traineeren en de
roomsch-katholieke voor zoover ze de ont
wikkeling der maatschappij wil leiden ten fa
veure der katholieke kerkdaartoe behoort
eindelijk voor wat ons land aangaat de chris-
telijk-historische, die „steunende op den bijbel
onze vrijheid zou willen verdedigen.”
Het zijn niet alleen nadeelig werkende fac
toren ze staan aan de gunstig werkende, haar
neutraliseerende factoren in den weg, en, wat
meer zegtniet zelden trachten ze door onede
le praktijken als het brengen van begrips
verwarring de goede factoren een spaak in
’t wiel te steken.
Zien we in dezen juist, zoo mogen we hieruit
het gevolg trekken, dat elke partij, die het
belang der partij stelt boven dat van ’t geheel,
een nadeel oplevert voor de maatschappij. Dit
mag van de bovengenoemde partijen gezegd
wordenin volle kracht drukt deze bezwaren
de beschuldiging op de oud-liberale. Haar fout
voor zooverre deze partij als die der trainards
nog de hoop blijft koesteren haar individualis
tische begrippen in de ontwikkeling der maat
schappij verwezenlijkt te zien is, dat ze de
ontwikkeling van ’t geheel wenscht aangevan
gen bij die der individueele deelen haar fout
is dat ze voorbij ziet het feit der maatschappe
lijke ontwikkeling en derzelver terugwerking
op de individueele ontwikkeling.
Vergelijking gaat altijd mank, maar het trai-
Timin «nu i ui iiimiim
fllIilliilIM»
OEEKER
en te
iistni
ce vd
smaii
eiden
OllRANT.
tstss:
va