IS FBI I ■IIS-1WBT1TM1D OOR 1 com fflW .IIIMllIlSSHffl' SBH. Frats ’k 13, VAN van ntu 1 ml kalvermarkt No. 82 V IJ F T I G 8 T E J A A R Q A N Q. 1895 ,pe. SOCIALE POLITIEK. II. ;o a a I 13 en ZATERDAGS. wnMiiaaawMAr opvatting den gemeente Sneek maken bekend, dat de zijn 3 UIT BINNENLAND. d< zal het zijn nuttigen mijn parlementaire exploiten te verdedigen. ons voorkomt omstandig- -J niet kankerachtig als de naar toch Abonnementsprijs en it. I: i- 0, zijn behoeften, mits deze minimum worden beperkt. op het land krijgt aanzienlijk r' >o« l III. De tegenstanders der minimnm-loonsbepaling hun standpunt als aandeel dat de ondernemer aangegeven, slechts een maatregel van ken aardals zoodanig zou ook de orthodoxe theorie van vraag en aanbod mogen worden aanvaard door den moderne. Om den broodezooals de broodbakker zei, en, hoewel modern in de leer, liet hij zich kie zen tot ouderling in de doleerende kerk. Om den broode, zeggen we, kan men de leer van professor Reiger aanvaarden, wanneer de omstandigheden dit gewenscht maken. Kan hieraan door den werkman niet worden gedacht onder de gegeven omstandigheden, wel zal dit het geval zijn wanneer deze zich aldus wijzigden dat er gebrek aan werkkracht ontstond. Wanneer de regeering des lands een groot werk ter hand nam, als b. v. de droogmaking der Zuiderzee of de ontginning van woeste oonen moeten geregeld 'astgesteld worden. Bij het eerste zou men dan de praktijk van 'raag en aanbod kunnen gebruiken het laat- te zou met eenigen goeden wil en onderling ■oedvinden wel te vinden zijn. Zoo zou een professor, die zuiver in de leer ■il heeten, moeten redeneeren maar zoo re deneert een professor niet en daarom keeren terug tot ons onderwerp. I De voorstanders van minimum-loonvoorschrif- jn gaan uit van de werkelijkheid die leert, |at de levensstandaard rijzende is en dat dus |e loonen dienen te stijgen naar evenredigheid, V ze gaan uit van de praktijk, die bij erva- ■ag leerde dat minimum-Ioonsbepalingen in ■stekken geen of bijna geen nadeel hebben ■geleverd voor de gemeenschappelijke kassen. We hebben hier te doen met een uiting der ■dendaagsche sociale politiek, welke, bij alle ■aardeermg, voor overschatting dient bewaard blijven, wil men het publiek niet zich te I Zien gaan aan het maken van illusie. -- -1 uit te spreken kennen, dat handenarbeid naar hun - -I te worden Naar hun sehat- jn gesteld, ge- een Deze CO I RAN T verschijnt WOENSDAGS - Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.- franc0 pe/po7?7.25?' Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco m te zenden. I ■iten zien g- Met hun beginsel in dezen g|ven zij te 1 ■eening iets hooger dient gesteld ■n een gewoon marktartikel. N ■g dient de handwerksman op één lij i het ook beneden aan die lijn, met het ■ele sociale leger van arbeidenden voor T^tgesteld loon. 'Dit verdient door de belanghebbenden te wor- ®l! gewaardeerd. |0f deze bemoeiing echter voor de laatsten p vruchten zal afwerpen, mag met grond ’Men betwijfeld en naar het I et beginsel, uit den drang der t ■den geboren, wijl die omstandigheden B’gen, een vrucht even leder zelf. Indirect slechts kan en gronden, dan zouden er handen te kort schie- a en de meest moderne onder de moderne er genoegen mee nemen van zijn zuiver in de leervan I theoretici zeer begrijpelijk. I Hun redeneering is even logisch als die van I den orthodoxen theoloog die beweert dat men I m den bijbel niet mag uitzoeken, maar dat I men het geheele boek heeft te aanvaarden als IGods woord, tenzij men het boek in zijn ge- I heel wil profaneeren. I Maar niet logisch zijn de professoren die zelf I ij hun inkomen een deel ontvangen als hulp middel om hun stand op te houden, terwijl met de behoeften van den werkman en zijn gezin hoegenaamd geen rekening wordt o-e. houden. Korter gezegd een professor geniet loon, standgeld vindt ZHG. dit aannemelijk, dan dient hij te bewil ligen ook hierin dat de werkman geniet loon, hetgeen voor zijn evensonderhoud strikt noodzakelijk is en dat 've gemakshalve ook standgeld zuilen noemen. Blijft dan nog de vraag hoe die respectieve 1 oonen moeten geregeld en het standgeld zal «lijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. J invloed niet missen in zooverre het den wer kenden stand, n’en déplaise monseigneur Bot- temanne, opwekken zal naar betere levens- I voorwaarden te streven. Den werkman zal het klaar beginnen te worden, dat iedere loons- j bepaling willekeurig is, afhangende van het van de winst af neemt als hem toekomende. Men zal hierop antwoorden, dat de bedoeling slechts was een voorstel te doen dat zonder maatschappelijke hervorming aan de vigeeren- de regeling kan worden aangepast. Zeker sluit het zich aan bij de bestaande toestanden. Ook thans regelt het loon van den werkman zich naar behoeften tot een De arbeider minder loon dan zijn lotgenoot in de groote stad. En een gemeente die tot de minimum-voor- waarde overgaat, zal rekening houden met den koers van de arbeidsloor.en en wel niet den laagsten koers nemen, maar evenmin een cijfer aannemen dat hoog uitsteekt boven den nor malen koers. De zaak blijft dus voor den werkenden stand, bij eenig, maar toch gering geldelijk voordeel,7 bepaald tot het blijk van waardeering, hem hier en elders uitgereikt, waarbij zijn werk kracht wordt gesteld boven de gewone markt- artikelen. Heeft de werkman dus geen reden om de invoering van dit beginsel hoogelijk te waar- deeren en mag bij er hoogstens een bewijs van achting in zien, benevens den prikkel voor zijn medearbeiders om door organisatie in de rich ting van loonsverhooging werkzaam te zijn, er is iets anders wat, onder de vlag van sociale politiek ingevoerd, een meer zakelijk voordeel voor den werkenden stand zou afwerpen en alle mmimumkions-bepalingen ver achter zich laten en diensvolgens overbodig zou maken. Het loon naar behoeften is een onvoldoend loon gebleken, sinds daaraan werd vastgeknoopt het denkbeeldaller noodzakelijkste behoeften. Het loon naar werk of verdienste, is in een maatschappij, waar de arbeid in dienst is van het kapitaal, een utopisch denkbeeld. Het loon dan naar vraag en aanbod Wij zien in de middelen, tot loonsverhooging tijdelij- Dit is alzoo een opvatting van de pers, alsof ze, haar zelfstandige positie prijsgevende, slechts het pleit had te voeren voor wat geestverwan ten op het publieke terrein deden. Altoos natuurlijk cum grano sails. Ook de bedoeling van den heer Lohman zou 111 w i e CritaGk uitgesloten zijn geweest. Welnu m soortgelijke opvatting van de pers sciujut ook de heer Keuchenius te hebben ge deeld Ook zijn meening schijnt geweest te zijn dat onze pers in 1888—91 in de eerste plaats de roeping had, om het toen zittend kabinet te verdedigen, en althans zich van ern stige cntiek daarop had moeten onthouden. Dit nu is mijn standpunt niet. De pers heeft naar mijn opvatting een hoo- gere roeping. Biet harer is de rol van advocaat. Ze heeft een zelfstandige taak te vervullen Wel erken ik, dat men ook in de pers zoo lang mogelijk zijn vrienden steunen en verde digen moet, en gedurig heb ik er destijds ook bij Keuchenius op aangedrongen, dat men, door de noodige inlichtingen, mij hiertoe in staat mocht stellen. Maar toen én die zoo telkens gevraagde in lichtingen uithieven, én hetgeen openbaar werd mi) ernstige reden tot bezorgdheid gaf, heb ik het mijn uiterst pijnlijken plicht geacht, ook tegenover een kabinet, waarin vier bevriende mannen zitting hadden, de critiek der pers te laten hooren. Welke van deze twee opvattingen over de roeping der pers de juiste is, blijve hier thans onbeslist; maar, gelijk vanzelf spreekt, kon ik niet anders handelen dan naar eisch van eigen overtuiging. Is het mij overkomen, dat ik hierbij de hoo°- noodige grenzen overschreed, dan betuig ik daar over gaarne leedwezen, en duid het, ook afge zien hiervan, aan mijn ontslapen vriend en broeder Keuchenius allerminst euvel dat hij van. een geheel andere opvatting uitgaande, ’zelfs zoover ging, om in de booze daad der Eerste Kamer, althans voor een deel, een gevolg van mijn critiek te zien. Dit draag ik in stilheid. Ik heb nu zes en twintig jaren lang een te ernstig deel van mijn leven aan de pers gewijd om niet vrijuit te verklaren, dat een journa listiek, die, zoodra bevriende mannen in het Kabinet zitting kregen, van eigen oordeel en critiek zou moeten afzien, in mijn oog de kroon der vrijheid zou verliezen en daarmee voor mij alle bekoring zou hebben ingeboet. De openbare discussie moet vrij zijn. Alleen voor wie saam, bij gelijke qualiteit, in eenzelfde actie staan, is ze, door de natuur dier actie, ten deele gebonden/ ten werklieden zou c- -- drie kwaden het beste te kiezen. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek maken bekend, dat de eerste dit jaar invalt op Maandag den 21 October e. k. Sneek, den 4 October 1895. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. kennisge ving Lutiflo voor (ie Nationals Miiitio. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, Gelet op het besluit van den heer Commis saris der Koningin in Friesland van 6 Septem ber 1.1. Ie Afd. M/S no. 943 (Prov. blad no. 67); Brengen ter openbare kennisdat de lotin» van hen, die in dit jaar voor de lichting der Nationale Militie van 1896 dezer gemeente zijn ingeschreven, zal plaats hebben in de Concert zaal alhier op DONDERDAG den 24 OCTO BER e. k.des voormiddags ten 10 ure dat op Vrijdag den 25 October d. a. v.' ter Gemeente-Secretarie door of van wegede’lote- lingen aanvrage kan geschieden voor de ge tuigschriften ter bekoming van vrijstelling van den dienst, wegens broederdienst of als°eenm wettig zoon voorts dat om vrijstelling wegens eigen mili tairen dienst of dien van broeders te verkrijgen de paspoorten of andere bewijzen van ontslag’ uittreksels-stamboeken of bewijzen van werke- lijken dienst, ten minste tien dagen vóór den dag, waarop de eerste zitting van den Militie raad wordt geopend, ter Secretarie voornoemd moeten worden ingeleverd. Sneek den 11 October 1895. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. D E P E R^S? In de Standaard komt een uitvoeri° schrij ven voor van dr. A. Kuyper, waarin hij de op- merkingen beantwoordt die onlangs in de JVö* derlander werden uitgesproken naar aanleiding van zijn „Levensschets van Keuchenius” Hij verdedigt zich tegen de beschuldiging dat door hem, in strijd met vroeger door hem uitgespro ken afkeuring, brieven zijn gepubliceerd waar in over personen wordt gesproken. Uitvoerig toont dr. Kuyper aan dat de beschuldiging nie't juist is, daar de gevallen geheel en al verschillen. Wij meenen ons, waar het een particuliere zaak geldt een met veel beteekenend in cident in den ouden strijd Kuyper-Lohman tot deze korte vermelding te kunnen bepalen. Het slot van het schrijven, waarin dr. Kuyper zijn opvatting uiteenzet nopens de houding der pers, verdient echter te worden opgenomen. Hij schrijft deze woorden naar aanleiding van het feit dat Keuchenius gebelgd was over de critiek die hij, Kuyper, op ’t ministerschap van hem, Keuchenius, uitoefende I „Eens schreef de heer Lohman mij in een j Kame^ÓpüdJ beïeid wa^m f vanTRedactie Sin f^kT0 mazie.kdirectear, va%het Ve- va.n de Standaard te ontheffen, en in dit blad mn k &S81scke Kirchenmusik te Stuttgart. - i Jhu C. Hartsen, oud-Minister van Buiten- - - Bij Kon. besluit is benoemd tot commissaris van politie te Amsterdam J. B. Daman, thans inspecteur van politie der 1ste klasse aldaar. Naar men nader verneemt, zou het in de bedoeling der Regeering liggen het tijdstip van invoering van den Middeneuropeeschen tijd te bepalen op Mei 1896, opdat dit samenvalle met i den aanvang van den aanstaanden zomerdienst j der spoorwegen. Naar de Tel. meldt is de heer S. de Lange uit 4 candidaten met 136 van de 232 stem men benoemd tot muziekdirecteur van het Ve- unin A’ïw L U TT-:I-,1 r-4 OB 4ER (onio 9 /i 'W'i -i 6 6 IAS er ',m S5» Fl t l i iu a

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1895 | | pagina 1