■lts- El MM) WOU ÖE
1
M
fflffim B M IMöHMï SfflL
J
VERVOLGING.
No 93
1895,
I
ÏI
V IJ F T I Q S T IS J A A
7.
7.
7*
NATIONALE MILITIE.
w
WOENSDAG
20
3 G V r: 3 B E I t
ze
I A.
on-
Alle brieven
in te zenden.
talent als energie, is er geen kans dat beide
elementen tot hun recht komenterwijl de
00,
i
en
len.
ets.
irdt
rbij
Ike
ge
nen
jste
tel-
38t-
in
jste
ia"'
iors
inr.
de
via-
dit
oet-
ers,
dus
>or-
het
>tte
;ru-
Cents. Bij abonnement is de prijs
-- te vernemen bij
M.
•v.
^8
5h8
716
j
kennisgeving.
LICHTING 1898.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, voldoende aan art. 87 der wet
op de Nationale Militie van den 19den Augus
tus 1861 (Staatsblad no. 72) zooals die is ge
wijzigd bij die van 4 April 1892 (Staatsblad
no. 56), brengen ter openbare kennis, dat de
eerste zitting van den Militieraad voor deze ge
meente zal worden gehouden in hot Gemeente
huis te BOLS WARD, op Woensdag den 18den
December e. k. des namiddags ten 12 */.z ure
in welke zitting uitspraak zal worden gedaan
omtrent
1. De verschenen vrijwilligers voor de militie
2. de lotelingen, die redenen van vrijstel
ling hebben ingediend;
3. de lotelingen, in de artt. 55 en 56 bedoeld
4. alle overige lotelingen.
Zullende voor dien Raad alleen behoeven te
verschijnen
1. Zij, die zich als vrijwilliger voor de Mill,
tie hebben aangeboden;
2. de lotelingen, die vrijstelling verlangen
wegens ziekelijke gesteldheid, of gebreken, of
gemis van de gevorderde lengte.
Sneek, den 12 November 1895.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
BINNENLAND.
Naar het Dagblad verneemt, zal in ’t begin
dezer week de commissie van rapporteurs uit I
de Tweede Kamer over het kiesrechtontwerp I
bijeenkomen tot vaststelling van het voorloopig I
verslag der Kamer, zoodat de verschijning er
van binnenkort kan worden tegemoet gezien, j
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents-
voor eiken regel meer C 2"
belangrijk lager. Voor waarden daaromtrent
den uitgever.
voor zoover
nrinnelijkste onder de filosofen
in het plechtig bewustzijn van
voel, de vervolging van het christendom met
zlJn gezag. Dit is naar mijn overtuiging een
meest tragische feiten uit de gansche
i Een meisje te ’t Meer ondervindt thans op
j zeer onaangename wijze het ongerief van ’t
I ontbreken van een wettelijk bepaling dat bij
I afwezigheid van den vader voor ’t voltrekken
I van een huwelijk de toestemming der moeder
Het comité tot verbetering van den maat-
schappelijken en den rechtstoestand der vrouw
in Nederland heeft een adres aan de Tweede
Kamer gericht, waarin het ernstig verzoekt de
voorgestelde subsidien voor de industriescholen
voor meisjes, de Haagsche Kookschool en de
Leidsche kweekschool voor bewaarschoolhoude-
deressen toe te kennen en te besluiten tot de
oprichting van een rijkskweekschool voor
derwijzeressen.
Deze CO ER AN T verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f L— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
I eene schaal omhoog gaat zal de ander stellig
I dalen. 1
Tot zoover St. Mill.
Zijne denkbeelden, waarvan we slechts een
kort uittreksel gaven, komen ongeveer hierop
neer
Indien een meening het zwijgen wordt opge
legd, kan die meening juist zijnze te looche
nen beteekent dan onze eigen onfeilbaarheid
aannemen. Indien de onderdrukte meening op
dwaling berust, kan ze en gewoonlijk zal
ze een deel van de waarheid bevatten en
daar de publieke opinie over eenige zaak zel
den of ooit de geheele waarheid is, kan het te
kortschietende bij geen mogelijkheid worden
verkregen dan door den schok met een andere
opinie.
En is de algemeen aangenomen meening niet
alleen waar, maar ook geheel waartenzij wer
kelijk krachtig en ernstig bestreden zal ze door
het meerendeel barer aanhangers als een soort
vooroordeel worden opgevat met zeer weinig
gevoel of begrip van haar rationeele gronden
ja de meening zal zelfs gevaar loopen verloren
te gaan en beroofd van zijn levenwekkend be
ginselhet dogma wordt louter formeele ge-
loofsformule, dat in zich zelf niet de kracht ten
goede bezit maar wel de eigenschap die den
groei verhindert van een wezenlijke, diepge
voelde overtuiging.
der j
historie.
Het is een bittere gedachte hoe geheel an
ders het christendom zich aan de wereld zou
hebben bekend gemaakt, indien het christelijk
geloof ware aangenomen als de godsdienst van
het rijk onder de auspiciën van Marcus Aure
lius, dan onder die van Constantijn.
Maar toch zou het onbillijk jegens hem en
onjuist tegenover de waarheid zijn, te ontken
nen, dat geen der verontschuldigingen welke
voor het straffen van anti-christelijke leerin-
gen worden gemaakt, zou gelden ten aanzien
van Marcus Aurelius, waar hij de propaganda
van ’t christendom strafbaar stelde. Geen chris
ten gelooft standvastiger aan de valschheid van
t atheïsme en aan zijn ontbinding van de
maatschappij, dan Marcus Aurelius dit van ’t
christendom geloofdehij, die van alle toen
levenden geacht mag worden de meest bevoeg
de te zijn geweest er een oordeel over uit te
spreken.
Tenzij iemand die de strafbaarheid van het
Propageeren van meeningen goedkeurt zich vleit
een wijzer en beter mensch te zijn dan Marcus
Aurelius dieper doorgedrongen in de wijs
heid van zijn tijd en hooger daarboven uitste
kend in verstand, ernstiger in ’t zoeken naar
de waarheid of nederiger in zijn toewijding
wanneer ze gevonden istenzij dit alles
laat hij zich onthouden van den waan welke
de groote Antonins met zoo ongelukkigen uit
slag heeft gekoesterd, den waan van de een
parige onfeilbaarheid van hemzelf en van de
menigte.
Er is een klasse van menschen (gelukkig is
hun aantal minder groot dan vroeger) die het
voldoende achten, indien iemand zonder eenigen
twijfel toestemt wat zij voor juist erkennen,
W11 heeft hij hoegenaamd geen kennis van de
■<>10nden der meening en ware t hem onmoge- I kondigd, bekrachtigd en bewezen met evenveel
■J1jk een behoorlijke verdediging ervan te geven I
■tegen de meest oppervlakkige tegenwerpingen.
j De voorgenomen vergadering, ter zake van
kiesrechtuitbreiding, die te Zwolle zou worden
gehouden eerst op 3, toen op 17 Nov., is thans
definitief op Woensdag 25 Dec. bepaald. Er
is een manifest verschenen van het comité.
Het noemt zichzelf: „Landelijk Comité voor
Kiesrechtuitbreiding”, ’t Manifest is aan alle
Arbeiders- en Democratische Vereenigingen ia
Nederland gericht.
Daarin wordt gewezen op de berekeningen
omtrent het vermoedelijk resultaat der kicsrecht-
uitbreiding, ingeval het ontwerp-Van Houten
ongewijzigd mocht worden aangenomen, bereke-
ningen die groote teleurstelling eu verbazing
hebben gewekt. Teleurstelling over een ver-
meerdering van kiezers, die slechts een niet
noemenswaard gedeelte der arbeidende klasse
ten goede zal komen en waarbij nog steeds bij
na twee derden der meerderjarige mannen va t
het kiesrecht zouden blijven uitgesloten. Ver
bazing, dat een Minister, die als Kamerlid een
uitbreiding van 800,000 in uitzicht stelde, zich
volgens berekeningen van deskundigen, thans
met ongeveer 150,000 zou tevreden stellen.
„Natuurlijk, aldus vervolgt het manifest, kun
nen de waarachtige voorstanders eener finale
kiesrechtuitbreiding zulk een verkrachting van
de volksrechten niet werkloos blijven aanzien.
Het is noodig, dat zij zich van de vermoede
lijke werking van het ontwerp op de hoogte
stellen en daarna hun stem luide doen hooren.
Thans dienen vooral de arbeiders zelve een
oogenblik het woord te nemen om de regeering
en Tweede Kamer te waarschuwen niet op den
weg, door den heer Van Houten ingeslagen,
mede te gaan.
Daarom heeft ons comité het plan opgevat
een nationale bijeenkomst uit te schrijven van
alle Democrtische en Arbeidersvereenigingen,
waar de vertegenwoordigers der vereenigingen
zich over het ontwerp kunnen uitspreken.
Daar is de plaats, waar wij onze eischen ten
opzichte der kiesrechtuitbreiding kunnen doen
hooren en waar zich onze billijke verontwaar
diging over de vermoedelijke geringheid der
uitbreiding volgens het ontwerp op gepaste wij
ze kan uiten.”
Alle Democratische en Arbeidersvereenigin
gen worden opgeroepen zich op deze nationale
bijeenkomst door éen of meer afgevaardigden te
doen vertegenwoordigen.
Vereenigingen, aan welke geen speciale uit-
noodiging is toegezonden en die met het doel
instemmen, worden verzocht deze uitnoodiging
ook als aan hen gericht te willen beschouwen.
Leden van het comité voor kiesreehtuitbrei-
ding zijn de heeren Th. de Rot, Rotterdam,
voorzitter; H. Heijkens, A-Kerkstraat Gronin
gen, secretaris P. Nolten, Amsterdam M. E.
Boekman, Amsterdammr. P. J. Troelstra,
Utrecht. Laatstgenoemde zal als spreker op
treden.
Zulke lieden, is eenmaal hun geloof gedekt door
de macht van ’t gezag, meenen natuurlijk dat
het in twijfel trekken ervan geen goed maar
zeer bepaald kwaad doet. Waar hun invloed
overheerschend is, maken zij het bijna ondoen
lijk deze gevestigde meening met zeer degelijke
argumenten aan te vallen toch kan een zeer
oppervlakkige redeneering er dan in slagen
te doen wankelen want het is zelden moge
lijk discussie geheel uit te sluiten, en, eenmaal
ingeslopen, zijn leerstellingen, welke niet op
overtuiging gegrond zijn, geneigd voor den min
sten schijn van een argument te wijken.
Maar deze mogelijkheid ter zijde stellende
aangenomen dan dat de ware meening vast
blijft geworteld, dan is het een vooroordeel, dat
is een geloof niet afhangende van of iets be
wijzende tegen argumenten zoo is niet dit
de wijze waarop een verstandelijk wezen die
waarheid zou bewaren.
Het zou een niet kennen der waarheid be
duiden. Waarheid, aldus opgevat, is een bij
geloof te meer, dat toevallig zich hecht aan de
woorden die een waarheid inhouden.
De grootste redenaar der oudheid op éen na,
heeft ons meegedeeld, dat hij altijd de zaak
van zijn tegenstander met even'groote, zooniet
nog grooter, zorg bestudeerde dan hij dit zijn
eigen deed. Wat Cicero toepaste als het mid
del van succes voor de rechtbank, dient nage
volgd door allen die eenig onderwerp bestudee-
ren ten einde tot de waarheid te geraken. Hij
die slechts één, dat is zijn eigen, zienswijze van
de zaak kent, weet er weinig van. Zijn op
vattingen mogen juist zijn, en niemand moge
in staat zijn ze te weerleggen indien hij ech
ter eveneens te kort schiet in het weerleggen
der redeneering van de oppositie-voerenden en
zelfs niet eens weet welke ze zijn, mist hij den
grond aan een der twee meeningen de voor
keur te geven.
In de staatkunde weer is het bijna een da
gelijks verneembare meening, dat een partij van
orde of stilstand en een partij van vooruitgang
of hervorming beide noodzakelijke elementen
zijn voor een gezonden staat van politiek le
ven tenzij de een of de ander zijn geestelijk
bevattingsvermogen zoover heeft uitgezet, dat zij
tegelijk partij van orde en van vooruitgang is,
wetende en onderscheidende wat geschikt is
bewaard te blijven en wat behoort te worden
ter zij gesteld.
Elke dezer denkwijzen ontleent haar nut aan
de tekortkomingen van de andere; maar het is
in ’t bijzonder de oppositie van den ander, die
ieder houdt binnen de grenzen van rede en ge
zond verstand. Tenzij meeningen ten gunste
van democratie en aristocratie, van eigendom
en gelijkheid, van coöperatie en concurrentie,
van weelde en onthouding, van socialisme en
individualisme, van vrijheid en gezag en van
alle andere bestaande twistpunten uit het prak
tische leven met dezelfde vrijheid worden ver-
ii.
De nieuwe godsdienst, het was openbaar,
doelde op de losmaking dezer banden tenzij
dus Marcus Aurelius het zijn plicht rekende
dezen godsdienst aan te nemen, scheen het zijn
plicht hem te onderdrukken.
Voor zoover dus de leer van het christen
dom hem tcescheen onwaar en niet van god-'
delijken ooi sprong te zÖn 5 I
voor zoover deze vreemde geschiedenis van
een gekruisigden God hem ongeloofelijk voor
kwam en een stelsel, dat op een voor hen to
taal onaannemelijke bazis scheen te rusten, hem
geen enkel vooruitzicht gaf van die vernieu
wende kracht te zijn welke het na alle tegen
spoeden toch in werkelijkheid is gebleken
dekte de zachtaardigste en be-
i en heerschers,
zijn plichtsge-
I
r.
•uds-
ia to
uite«
rsma
Boer
nelis
v.d,
irkie
luw,
a dLe
3 eu
rsma
idea
jsma
kien
idert
.8
II
lïlFfiiflMfiür