-t
1
A
I
I
r
I
No 98
V IJ F T I G 8 T E J
I,
r-
m
j'
NATIONALE MILITIE,
7 JR <D M K E] Ifg.
PARLE51ENTAIR.
I.
na
SB
.N
1.
van
M
Alle brieven
in te zenden.
ier
ff.
aan
ons
ver-
el-
de partijen op te I
;in leid
de
lie
an
ei-
ling hebben ingediend;
3. de lotelingen, in de artt. 55 en 56 bedoeld
4. alle overige lotelingen.
71.
AD^ EL TEN TIÉN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
voor eiken regel meer 7’/, Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
treden, voor een wijle de eenzijdige opvatting
van het wantrouwen doet vervangen door
alzijdige ruimte van blik.
parlementaire werkheiligheid naast parlemen- sche regeering, door tegen
fsiirn unrmnli'il.-linirl r» J.__ VCT" t 1
Op de agenda van het kerst-congres van den
socialisten bond komt herhaaldelijk de vraag
voor wat men te verstaan heeft onder parle
mentaire sociaal-democratie.
Het twistpunt waarbij de twee fractien uit
een gingen, wordt door meer dan één afdeeling
opgerakeld, wat er zeker op wijst dat de quaes-
tie in den bond meer principieel wordt opge
vat en niet als een van meer personeelen aard,
als uitvloeisel eener veete welke dezer dagen
haar uitdrukking vond in het persbericht dat
van Kol den inboedel van mevrouw D. Nieu
wenhuis gerechtelijk laat verkoopen wegens
met voldoening eener schuld van f100.
Nog een andere opvatting van het verschil
moet hierbij niet uit het oog worden verloren.
Evenals in de liberale partij de scheuring niet
dlereerst voortvloeide uit principieele verschil-
mnten, zou ’t ook bier minder een quaestie
mn principe, daarentegen meer een van ka-
'akter kunnen zijn.
Voor de laatste onderstelling is wel iets te
joggen is er in den tijd der scheiding ver
schil van principe ontstaan, dan mag men dit
loeschrijven aan een overdreven zorg voor zui
vering van positie eenerzijds en anderzijds
die natuurlijke invloeden, wier uitwerking
frett wanneer broeders, na jarenlang in
schillende werelddeelen geleefd te hebben,
Kander weerzien.
I Ingewikkelde vraagstukken op te lossen is
|en moeilijk werkmaar beslist onmogelijk
fcordt de oplossing, indien men een der gege
vens uit de opgaaf écarteert.
I Daarom wil ’t ons voorkomen dat men de
[yaag te zeer beperkte door het revolutionaire
Standpunt er buiten te laten. Afgezien van
■et min of meer hatelijk karakter dat men op
|eze wijze aan de vraag geeft, wat ongetwij-
op de oplossing moet worden overgedra-
■en, ligt het voor de hand, dat de vraag al-
'Ws gesteld eenzijdig is in een kring waar al-
Jen de oppositie aan ’t woord is. Zooals deze
it- Vraag uitstekend werd behandeld in parlemen
tten kring, zou men door de bespreking in-
lerdaad iets dichter bij de waarheid kunnen
■omen wanneer de vraag geweest ware naar
let revolutionaire standpunt.
I Oo denzelfden grond zou men iets goeds
wogen verwachten van de bespreking der
->aag
I Wat is ’t parlementaire, wat ’t revolutionai
re standpunt
Parlementair in den zin van hoffelijk en net
P>« de toon wel niet zijn waarop de parlemen-
Itaire taktiek wordt behandeld. De beschou
wing kan daarbij even grondig en degelijk zijn
1 “iet minder waar. Het kan ook wel niet
jhders tegenover de parlementairen, die men
»rdenkt van eigenbelang niet alleen, maar
Bk van de zucht om opgenomen te worden
B de kringen der nette hoffelijkheid ergo van
Rien men afkeerig is als tegenstanders
Zullende voor dien Raad alleen behoeven te
verschijnen
1. Zij, die zich als vrijwilliger voor de Mili-
tie hebben aangeboden
2. de lotelingen, die vrijstelling verlangen
wegens ziekelijke gesteldheid, of gebreken, of
gemis van de gevorderde lengte.
Sneek, den 12 November 1895.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
UIT DE PERS.
ge- stemming op vele plaatsen den allerminste^
twijfel lijdt, hoe kan men het goedpraten, dat
de duizenden, die in dat geval verkeeren, als
merkt en behandeld, omdat zij geen volkomen
doelloozen gang naar het stemlokaal wenschen
te doen? Hoe kan men de kwalificatie van
gemakzucht toepassen op degenen, die bij een
1 De verscbeoen.vrijwilligers voor de militie; I
redenen vaD vrijstel. candidaten, tusschen wie het staat, oud lood
om oud ijzer zijn? Is het redelijk, dat die allen
dan maar een ledig briefje in de bus moeten
I gaan werpen, op poene van strafvervolging?
taire vormelijkheidvan wie men dus
klaart dat ze verkapte bourgeois zijn.
Zoo is het immers Zijn de hatelijkheden
niet meestal variaties op het oude thema
Parlementairen zijn egoïsten ze zijn behept
met alle kwalen en gebreken van den egoïst
als daar zijn
Standendienst en huichelarij
En wie zal uitmaken of deze voor den so-
ciaal-democraat geincrimineerde hebbelijkheden
niet meerderen van de parlementairen aankle-
ven, waarom ze, strikt genomen, in de krin
gen der zuivere sociaal-democratie onhebbelijk
zouden worden
Sinds de wereld wil bedrogen zijn, heeft haar
geschiedenis melding moeten maken van men-
schen die zich opwierpen als de vrienden der
verdrukten en later blijken gaven zich-zelf
daarmee in de eerste plaats op ’t oog te heb
ben. Sinds dien heeft de mensch dus geleerd
dat men predikers van eenig evangelie niet on
bepaald vertrouwen moet en houdt men zich
diensvolgens meer en meer bezig met de vraag
of men dien prediker niet moet wantrouwen.
Tegenover onbepaald vertrouwen kwam het
predomineerende wantrouwen men viel van ’t
eene uiterste in ’t andere, zooals dat onder men-
schen veelal gebruikelijk is die meer naar het
gevoel dan naar ’t verstand luisteren.
De sociaal-democratie gaat vooral aan dit euvel
mankterwijl het bij de mmjonnerie schier on
mogelijk is uit de registers geschrapt te worden,
is het bij deze partij schier ondoenlijk in ver
loop van tijd aan het Argusoog van den raad
der beroerten te ontsnappen.
Er is aanhoudend zuivering en het valt niet
te ontkennen dat de partij daaronder lijdt. Tm-
mers de vermindering der leden door dit veel
vuldig schrappen eenerzijds is oorzaak, dat de
vermeerdering aan den anderen kant er door
wordt belemmerd. Het overheerschend wan
trouwen in de partij wordt door socialisten
haters met succes uitgespeeld waar het maar
pas geeft.
Hoe geheel anders in de liberale partij I waar
men alles aanneemt voor echte munt en waar
men als in de kerk reeds indeelt voor men
toestemming er toe heeft gevraagd of verkregen.
Men ziet het, hier staan twee uiterste rich
tingen over elkaarbeiden hebben de voor-
deelen maar ook de nadeelen te aanvaarden die
uit het standpunt der uitersten voortvloeit. Wie
zou in liberalen kring durven beweren b.v. dat
ons land op het oogenblik een liberale regee
ring heeft, indien hij niet te rekenen had met
de bovengenoemde liberalen-usance
Het wantrouwen in liberalen kring is echter
niet minder groot dan bij andere partijen. Maar
’t is van ander gehalte én andere uitwerking;
bij de eerste is het, vrees voor overrompeling
van buiten, bij de sociaal-democratie waakzaam
heid voor verraad binnen het legerkamp. Beiden
verraden hierbij hun zwakheid door te groote
eenzijdigheid, en ongetwijfeld doet het desociaal-
democratie goed wanneer, zooals b. v. de Duit-
Onder den titel de stemplicht in de practijk
heeft mr. A. Kerdijk in de jongste aflevering
van de Vragen des Tijds een artikel geschre
ven, dat een beschouwing bevat van hetgeen
de schrijver gemist heeft in de brochure over
kiesplicht van prof. Fruin, ul. van hetgeen het
buitenland te leeren biedt ten aanzien van de
zen maatregel. Achtereenvolgens gaat hij na
hoe de toestand is in Zwitserland en België. In
Zwitserland hebben een viertal kantons gebruik
gemaakt van de hun gegeven bevoegdheid, zelf
de wijze waarop de verkiezingen plaats hebben
te bepalen, om stemplicht in te voeren. Niet
tegenstaande dezen maatregel en het groot aan
tal blanco ingeleverde briefjes, is daar toch nog
de opkomst aan niet onbelangrijke schommelin
gen onderhevig en talrijker of geringer naar
gelang der beteekenis van aanhangige onder
worpen. Moet dan niet de slotsom zijn, vraagt
de heer Kerdijk, dat althans daar het stelsel
in de practijk gebleken is niet te beantwoorden
aan de verwachting? Aan het slot van zijn be
schouwingen over den toestand in België haalt
hij een uitspraak aan van Paul Fredericq te
Gent, een beslist voorstander van stemplicht
die toch de vrees uit, dat de groote opkomst
der kiezers, welke bij de jongste verkiezingen
viel waar te nemen, niet zal blijven voortdu
ren, en dat bij iedere verkiezing de onthoudin
gen met honderden en duizenden zullen aan
groeien, vooral daar, waar een partij weet, toch
door een andere met een meerderheid van dui
zenden overstemd te worden.
Wat mij betreft, schrijft de heer Kerdijk, ik
aarzel niet in beginsel instemming te betuigen
met de stelling dat uit kiesbevoegdheid behoort
voort te vloeien de door de wet gesanctioneer
de stemplicht. Doch uit deze stelling volgt nog
geenszins dat het geraden is, verwaarloozing
van dien plicht met boete te bedreigen. Hoe
de kiezer dan tot stemmen te dwingen? Geef
een waarschuwing aan dengene die zijn plicht
niet betracht, twee of drie waarschuwingen, en
ontzet hem daarna uit zijn politieke rechten.
Hij heeft zich niet verwaardigd kiezer te zijn,'
hjj zal het niet langer wezen; waarover zou
hij zich beklagen? Bij ons missen bovendien
een groot aantal kiezers de gelegenheid om
naar de stembus te gaan. De heer Fabius
aKzucht, maar,
vraagt de heer Kerdijk, waar de uitslag der
het goedpraten, dat
huis te BOLS WARD, op Woensdag den 18den
December e. k. des namiddags ten 12'/, ure
in welke zitting uitspraak zal worden gedaan
BEKENDMAKING.
Inschrijving voor de Nationale Militie.
Lichting 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, voldoende aan art 87 der wet ^hreef m~zijn bïochire^n gemakzZht
op de Nationale Militie van den 19den Angus- - 6 «nucm,
tus 1861 (Staatsblad no. 72) zooals die is
wijzigd bij die van 4 April 1892 (Staatsblad
no. 56), brengen ter openbare kennis, dat de
eerste zitting van den Militieraad voor c___
meente zal worden gehouden in het Gemeente-
December e. k. des namiddags ten 12'/2
omtrent
FKMa
,N
vau het jaar
)O
■e-
te-
Se
ma
Vil-
i
i
18
1
IS
1
i
jr,
24
3 i
meer
z£-~‘s*--
„aai ue unsiag uer
--V.AL'JlUli, aiS
deze ge- plichtverzakers en onwaardigen worden gebrand-
1IÏ1A ATI t" wvxrvtvlz-F zvw Iv n Vi 1 rl I- 11
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek
xie5>Wet °k de Nati0,lale Militie van 19 Au
gustus 1801 (Staatsblad uo. 72) zooals die is gewijzigd bii de
wet van 4 April 1892 (Staatsblad no. 56); S S Ü1J 116
,,;br<-ng,eK te,r Jcen!lis dl!r ingezetenen, dat bij hoofdstuk III
dier wet, handelende over de Inschrijving voor de militie
onder anderen voorkomt het navolgende
Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie ingeschreven alle
mannelijke ingezetenen, die op den laten Januari
nun 19ae jaar waren ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden:
.1- i>Öj wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of
zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet
van den 28sten Juli 1850 (Staatsblad no. 44)
2. hy, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de
laatste, aan het in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde
hield voorafgaande’ achttien maanden in Nederland verblijf
3. hy, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was. al
houdt V00gd 8eeu ingezeten, mits hy binnen het ryk verblijf
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, beboe
rende tot oenen Staat, waar de Nederlander niet aan den ver
plichten krijgsdienst is onderworpen of waar ten aanzien der
nomeif110111^116111 het begiuseI van wederkeerigheid is aange-
Art. 16. De inschrijving geschiedt:
1. van een ongehuwde In de gemeente, waar de vader, of.
is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de
voogd woont,
2. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente
waar hy woont;
3. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door
dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten ’s lands geves
tigd is, in de gemeente waar hij woont;
4. van den buiten’s lands wonenden zoon van een Neder
lander, die ter zake van ’s lands dienst in een vreemd land
woont, in de gemeente waar zijn vader of voogd het laatst in
Nederland gewoond heeft.
Art. 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven:
1. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een in
gezeten, die geen Nederlander is
2. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon
van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten
3. de zoon van den Nederlander, die, ter zake van ’s Lands
dienst in *sRyks Overzeesche bezittingen of Koloniën woont
Art. 18. Elk, die volgens art. 15 behoort te worden inge
schreven is verplicht, zich daartoe bij Burgemeester en Wet
houders aan te geven tusschen den isten en sisten Januari.
B(j ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zyn valer
of is deze overleden, zjjue moeder, of zijn beiden overleden’
zyn voogd tot het doen van die aangifte verplicht.
Art. 20. Hy, die eerst na het intreden van zyn 19de jaar,
doch vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt is
verplicht, zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschryving aan te
geven bij Burgemeester en Wethouders der Gemeente, waar de
inschrijving, volgens art. 16 moet geschieden.
Daarbij gelden de bepalingen der 2de en 3de zinsneden van
art. 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het register van het jaar. waar»
toe hij volgens zyn leeftijd behoort.
Naar aanleiding van bovenstaande bepalingen maken Burge
meester en Wethouders verder bekend, dat op WOENSDAG den
8en JANUARI 1896, ten Gemeentehuize alhier eene bijzondere zit
ting zal worden gehouden tot inschrijving der mannelijke in
gezetenen, die op den. len Januari 1896 hun 19de jaar waren
ingetreden, en die alzoo geboren zyn in 1877,
Terwijl overigens de inschrijving ter Seoretariedezer gemeen
te kan geschieden van ’s morgens 9 tot ’s namiddags 1 uur.
Snbbk den 3 December 1895.
LICHTING 1896.