11®
Ti
<3
No. 100.
V IJ F T I G 8 T E J A A R G A NG.
1895,
NATIONALE MILITIE.
W
o
14 D I C EMB E R.
wijzigd bij die van 4 April 1892 (Staatsblad
zou
1* A It LEM E A T AI I I.
it
BINNENLAND.
en
leen wonende weduwe en hebben haar met
Bij doze Courant behoort als Bijblad Feuil-
leton-ntimmer 210.
ze die kracht
gevoelen.
1-
s.
er
N
5
k
k
1
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
n
le
ie
m
ii-
t-
Het Openbaar Ministerie bij de rechtbank te
Amsterdam eischte Dinsdag tegen Hermans, re
dacteur van het weekblad De Roode Duivel,
een jaar gevangenisstraf wegens een opzettelijk
beleedigende afbeelding en uitdrukkingen ten
opzichte van de Koningin en de Regentes in het
weekblad van 30 Augustus jl.
Beklaagde erkende dat hij het koningschap
belachelijk vond en voor de republikeinsche be
ginselen propaganda wilde maken en hield een
lange pleitrede.
Uitspraak over 8 dagen.
kunnen ontwikkelen en doen j gang van nut kunnen zijn wie dit met
i eens is moet zich ter wille van dien vooruitgang
i
no. 56), brengen ter openbare kennis, dat de
I r-1 1-
hofstraat en Stationsplein, zijn Maandag avond
B -
Maandag is de nieuwe hoofdcommissaris van
politie te Amsterdam in functie getreden.
welgevallen niet alleen wie de warmte
wenscht moet soms den rook doorstaan maar
ook ligt in die animositeit den waarborg dat de
scheiding blijft voortduren, wat als onafwijsbare
voorwaarde geldt bij de verdeeling van den
arbeid onderling. Ieders plaats is als ’t ware
thans aangewezen zorgt de revolutionaire voor
de krachtsontwikkeling en de parlementaire
voor de aanwending ervan, dan zal ook door
de langzamerhand beter gevoelde eenheid van
doel de verwatering der laatste wel worden
voorkomen.
van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
71/, Cents. Bij abonnement is de prijs
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
op de Nationale Militie van den 19den Augus-
us 1861 (Staatsblad no.
Het door de Tijd en de Tel. vermelde ge
rucht, dat het ontwerp-personeel zou worden
ingetrokken, is volgens het Hand, niet gegrond.
Niet zelden is de bitterheid der verwijdering
recht evenredig met de innigheid der verwant
schap. Het spijtgevoel over de scheuring, dat
zich in de verbittering mengt, moet te grooter
zijn, naarmate de scheidenden door hun belan
gen inniger aan elkander verbonden moesten
zijn.
De parlementaire en de revolutionaire soci-
aal-democraten hebben gevoeld, dat hun schei
ding in ’t belang van geen der beide fractien
kon zijn noch in ’t belang van het volk en
masse, voor zoover men dit afhankelijk stelt
van de invoering eener socialistische samenle
ving. En gelijk zulks te doen gebruikelijk is
heeft men, het punt in quaestie voor de bui
tenwereld willende maskeeren zooveel dit doen
lijk was, de scheuring voorgesteld als van lou
ter persoonlijken aard wie er dus buiten stond,
hem werden de gronden der afwijking minder
scherp aangeduid en zoo kwam men allicht tot
de conclusie, dat beiden toch, afgezien van de
ze tijdelijke verwijdering, weer met elkaar zich
zouden vereenigen.
En inderdaad is het einddoel bij beiden het
zelfde invoering eener socialistische samenle
ving. Welnu, zoo mag men vragen, wat maakt
dan het verschillend standpunt uit bij de ap
preciatie van die er buiten staan.
Toch is het verschil niet zoo gering, als men
«(ogenschijnlijk zou mogen denken. Zeker, het
onderscheiden standpunt werd ingenomen nadat
tweeërlei gezichtspunt zich openbaarde bij de
vraagwelke taktiek het best te volgen ware
ter bereiking van het zelfde doel.
De een wilde voorshands langs parlementairen
weg blijven wandelen, terwijl de ander, zich los
makende van het denkbeeld dat men in samen
werking met de bourgeoisie het doel eenigszins
Naderbij zou kunnen komen, besloot zich te
isoleeren, daarbij in navolging van dr. Kuyper
de kracht zoekend in het isolement. Maar zoo-
als een Duitsch spreekwoord zegt„der Menseb
wachst in seinen Zielen”, zal beider eigenaar
dige opvatting en uitwerking niet uitloopen op
steeds grooter verwijdering
Ongetwijfeld de parlementaire fractie zal,
Naarmate haar invloed meer merkbaar wordt
°P de beweging der Staatsmachine, in deze
richting meer en meer de benig denkbare weg
zien om te komen tot wat haar einddoel is;
de revolutionaire zal in haar isolement steeds
meer zich geïsoleerd gevoelen en meer en meer
zich met het idéé van geweld vertrouwd ma-
I ken. Daartegenover staat echter voorloopig
I althans dat de sociaal-democratie in de an-
I dere Europeesche staten zonder onderscheid haar
heil vooral nog zoekt in de ontwikkeling hater
werkkracht op parlementair gebied, terwijl de
revolutionaire partij zich zelf door het iso-
Dement in stee van versterken, verzwakken
■moet, door het wapen weg te werpen waarmee
ADVERTENT1ËN
voor eiken regel meer
belangrijk lager,
den uitgever.
In de zaak tegen Johanna van Woude zijn
Dinsdag avond en Woensdag weder getuigen
gehoord.
Den 20 December zal de rechtbank te be
slissen hebberq of de preventieve detentie zal
worden verlengd, tenzij reeds vóór dien tijd tot
hare invrijheidstelling mocht worden besloten.
Uit een pakket per expeditie-bureau Van
Gend en Loos, van Leiden verzonden naar
Utrecht, werd een bedrag vermist van ruim
f 1600.
Als vermoedelijke dader van de ontvreem
ding is in arrest genomen een jeugdige beamb
te der genoemde firma, die door vervalsching
der op het pakket geplaatste zegels, zich in het
bezit schijnt te hebben gesteld van de vermiste
geldswaarde. Het bedrag is op aanwijzing van
den verdachte bereids weder opgespoord.
Deze CD LWAA7’verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
In een perceel in Den Haag, hoek Kraayen-
gemeente Sneeft, voldoende aan art. 87 der wet een paar mannen binnengedrongen bij een al-
j leen wonende weduwe en hebben haar met
72) zooals die is ge- een mes aan het hoofd, hals, handen en borst
meente zal worden gehouden in het Gemeente
huis te BOLS WARD, op Woensdag den 18den
December e. k. des namiddags ten 12‘/2 ure,
in welke zitting uitspraak zal worden gedaan
omtrent:
1. De verschenen vrijwilligers voor de militie;
2. de lotelingen, die redenen van vrijstel
ling hebben ingediend;
3. de lotelingen, in de artt. 55 en 56 bedoeld;
4. alle overige lotelingen.
Zullende voor dien Raad alleen behoeven te
verschijnen
1. Zij, die zich als vrijwilliger voor de Mili
tie hebben aangeboden;
2. de lotelingen, die vrijstelling verlangen
wegens ziekelijke gesteldheid, of gebreken, of
gemis van de gevorderde lengte.
Sneek, den 12 November 1895.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
Zaterdag jl. traden te ’s Hertogenboseh een
jongen van 17 en een meisje van 23 jaar met
elkaar in het huwelijk, en aan den avond van
dienzelfden dag werden beiden gearresteerd en
naar de gevangenis getransporteerd, omdat zij
beiden nog een vonnis hadden te ondergaan.
schoonschijnend ook, vindt buitendien geen
sympathie bij het Nederlandsche volk dat loon
arbeid verricht. De vrijheidszin, voor zoover
deze hoog ontwikkeld is bij ons volk, komt
slechts voor in die klasse wier medewerking
door de revolutionaire partij niet verlangd wordt,
wier hulp beslist wordt afgewezen uit vrees
voor verwatering en in het vooruitzicht dat
daarmee moet worden prijsgegeven het stand
punt van isolement.
De gevolgtrekkingen uit een en ander te
maken liggen voor de hand de parlementaire
fractie zal sneller iu aantal toenemen dan de
revolutionairede laatste zal door het louter
feit van haar bestaan de propaganda voor de
idee der eerste bevorderen. De kracht van het
isolement der revolutionaire fractie zal wel de
sociaal-democratie, maar niet deze fractie ten
goede komen de parlementaire fractie zal er
de vruchten van plukken.
Maar voor een partij die zich ten doel stelt
niet voor haar alleen doch voor heel de maat
schappij te arbeiden, kan dit geen hinderpaal
zijn op den ingeslagen weg voort te gaan. Uit
zuiver altruïstisch beginsel zal ze er na nog
eenige heen- en weerschommeliggen en botsin
gen met de haar vijandige fractie toe komen,
den arbeid te verdeelen, op dezelfde wijze als
dit geschiedt bij de stoommachine, waar een
man den haard warm houdt en de ander den
loop der machine regeltaldus zien we in de
toekomst de rollen verdeeld de een stoker en
d’ ander machinist.
Nu heeft de eerste het ondankbaarste
hardste werk ondankbaar wijl de invloed van
zijn werk minder merkbaar in ’t oog valt dan
dat van den laatsteterwijl zijn werk, eigen
lijk het ruwe werk, als zoodanig het onaange
naamste is. Toch moeten beiden er zijn, en
het zou daarom ondankbaar zijn wanneer de
parlementaire afdeeling de diensten der andere
over ’t hoofd zag, gelijk dit in dezen tijd van
losmaking en scheiding helaas maar al te veel
het geval is.
De revolutionaire partij, die de kastanjes uit
’t vuur haalt, verdient meer waardeering van
haar parlementairen partijgenoot dan haar tot
heden ten deel viel en het is zeker daaraan
voor een goed deel te wijten, wanneer van de
zijde des laatsten herhaaldelijk de vraag wordt
geopperd wat de parlementaire partij eigenlijk
in haar schild voert, en dit met een gevoelig
heid, welke alleszins begrijpelijk is in een partij
die, na de zaak aan ’t loopen te hebben gekre
gen, moet aanzien dat een ander gaat strijken
met de eer die zaak te hebben vooruitgebracht
en voleindigd misschien.
De slotsom dus van deze beschouwing kan
geen andere zijn dan deze
In ’t belang der sociaal-democratie is het ge-
wenscht dat beide fractien naast elkander blij
ven voortbestaan en voortwerken beiden zijn
onmisbaar, gelijk de stoker en de machinist al
leen door elkaar bij te staan aan den vooruit-
Het standpunt der revolutionaire fractie, hoe i de animositeit der revolutionaire partij laten wste zitting van den Militieraad voor deze ge-
hnnncnliiinonrl nzilr winzll hni^onrlmn <rnnn J_ mCeilte Zal WOrdeil nellOlldeil in het GemOCnte-
B E K E N D M A K I N G.
Inschrijving voor de Nationale Militie.
Lichting 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd, 1
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
N
(Him n mi inmeaw x\i:u.
S’
fr
i*
ia
I.
o
o
10
M
.5
5
5
hoofdstuk III
voor de militie,
T,
14
0
12
15
.4
:9
3
.5
LICHTING 1896.
r
r
r.
J UClUüU UU£ VbU vvuuaa uwuuuu w
KKR(OIRAVT
ui i ns in imni-Ru ïoiir n
ons
.wav»- veuo io uiuci aaiuu lerwiue van uien vooruitgang “v. ureujen lui upeuuare Kennis, nat ue
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek
Gelet op art 19 der Wet op de Nationale Militie van 19 Au
gustus 1861 (Staatsblad ao. 72) zooals die is gewijzigd bij de
wet van 4 April 1892 (Staatsblad no. 56):
Brengen ter kennis der ingezetenen, dat bij
dier wet, handelende over de inschrijving
onder anderen voorkomt het navolgende:
Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie ingeschreven alle
mannelijke ingezetenen, die op den laten Januari van het jaar
hun 19de jaar waren ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden:
1. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of
zyn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet
van den 28sten Juli 1850 (Staatsblad no. 44)
2. hij. die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de
laatste, aan het in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde
tijdstip voorafgaande, achttien maanden iu Nederland verbirl
hield
3. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al
is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het rijk verblijf
houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, beboe
rende tot eenen Staat, waar de Nederlander niet aan den ver
plichten krijgsdienst is onderworpen of waar ten aanzien der
dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aange
nomen.
Art. n6. De inschrijving geschiedt:
1. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of,
is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de
voogd woont,
2. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente
waar hij woont;
3. van hem, die geen vader, moeder ot voogd heeft of door
dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten ’s lands geves
tigd is, in de gemeente waar hij woont;
4. van den buiten’s lands wonenden zoon van een Neder
lander, die ter zake van ’s lands dienst in een vreemd land
woont, in de gemeente waar zijn vader of voogd het laatst in
Nederland gewoond heeft.
Art. 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven:
1. de in een vreemd Ryk achtergebleven zoon van een in
gezeten, die geen Nederlander is
2. de in een vreemd Kijk verblijf houdende ouderlooze zoon
van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten
3. de zoon van den Nederlander, die, ter zake van ’s Lands
dienst iu ’s Rijks Overzeesche bezittingen of Koloniën woont.
Art. 18. Elk, die volgens art. 15 behoort te worden inge
schreven is verplicht, zich daartoe bij Burgemeester en Wet
houders aan te geven tüsschen den Isteu en Sisten Januari.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn valer,
ot is deze overleden, zyne moeder, ot zijn beiden overleden,
zyn voogd tot het doen van die aangifte verplicht.
Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar,
doch vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt, is
verplicht, zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te
geven bij Burgemeester en Wethouders der Gemeente ,waar de
iuschrijving, volgens art. 16 moet geschieden.
Daarbij gelden de bepalingen der 2de en 3d zinsneden van
art. 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het register van het jaar, waar
toe hij volgens zijn leeftijd behoort.
Naar aanleiding van bovenstaande bepalingen maken Burge
meester en Wethouders verder bekend, dat op WOENSDAG den
8en JANUARI 1896, ten Gemeentehuize alhier, eene bijzondere zit
ting zal worden gehouden tot inschrijving der mannelyke in-
gezetenen, die op den len Januari 1896 hun 19de jaar waren
iugetreden, en die alzoo geboren zijn in 1877,
Terwijl overigens de inschrijving ter Secretarie dezer gemeen-
te kan geschieden van 'smorgens 9 tot ’s namiddags 1 uur.
Sneek den 3 December 1895.