•k a ■B 0 BLAD Dl J WW x ra ■ft No 102. VIJFTIGSTE JAARGANG. 1895. k- f. Ie x. Z A. T E RD -A. O- 21 O E <D E 31 I J E IS. AL WEER EEN. 0. 0. IS r I. SR ran i ui: r imdisshïï snril ra B23 man ds >0 a UIT DE PERS. e- 3- 6 iN ua KKRCOURANT daartegenover positie innemen. De minister heeft zijn voorstel er door gekregen. Al wat vreemd land t in er IN 10 a a 0, taat uw- i in aat- n ’t 00 o, it. VAN er im ir ar v. in de lie in 3i- it- 24 1 a- n, ju.iuniit;iijn.c lugc&cbvuun, uie up u. hun 19de jaar waren ingetreden. Voor ingezeten wordt gehouden: 1. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet van den 28sten Juli 1850 (Staatsblad no. 44) 2 - -- laatste, aan het in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde hield 3. hjj, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al houdt. I zijn en die tot dusver zoo tevreden waren met het stelletje bekwame en eerlijke mannen, welke ADVEJlTENTlËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents- voor eiken regel meer 7.1/, Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. Pas is dit onweer van de lucht, of een nieu we stroom van hooggeleerde zegeningen vloei de uit de pen van Prof. v. d. Wijck liberaal op ons neer. Begrijpelijk voorzeker dat deze en gene onder het uitgaande publiek, die zijn spuit bij de hand heeft, aanstalten maakt on der de „perreplu® te gaan. En niet alleen zal men dit begrijpelijk vin den, maar opziende naar den stortvloed van prof, van der Wijck komt het ons zelfs niet onverstandig voor; want de hoeveelheid water, die neerplast uit deze wolk, doet minder den ken aan den milden Meiregen welke den grond bijstaat en den groei der planten mee helpt be vorderen, maar veeleer aan den kouden najaarsre gen, die de beken en stroomeu doet overvloei en en het grazende vee uit de groene wei ver jaagt naar den hooibak en de stalposten. De landhuishoudkunde leerde den boer, dat hij zijn vee op stal moet zetten wanneer hij mest wil maken en zijn hooi voorraad voldoende is even landhuishoudkundig willen de hooggeleer den zijn, door de regeering het idee te willen eigen maken dat men de kiezers voortaan moet binden, om er uit te halen wat maar eenigs- zins mogelijk is. ’t Is waar prof, van der Wijck is eerlijk genoeg te erkennen, dat al die faecaliën tot nu toe overbodig zijn gebleken. Onze model-huis- heeren voerden dikwijls de gewichtigste maat regelen in, zonder dat er naar het oordeel der staatsburgers is gevraagd ze deden dat met stille trom. Wat is er tegen in te brengen wanneer iemand hieruit de gevolgtrekking af leidt, dat het kiesrecht eigenlijk weinig te be duiden heeft? alleen dit: dat prof. v. d. Wijck volkomen gelijk heeft wanneer hij het oordeel der staatsburgers niet identiek verklaart met het oordeel der kleine groep die den naam kie zer drageneen oordeel dat in economische quaestieh nooit ver af kon wijken van dat der op- en afgetreden regeeringspersonen tot op on zen tijd. Een mr. van Houten was het niet mogelijk lid der regeering te worden voor hij als wijlen Nikodemus den raad had beluisterd der heeren, voor hij vernomen had, dat ingang tot het koninkrijk den armen kemel eerder gegund wordt dan den met rijkdom gezegenden, en voor hij hierin overtreft hij meen ik Nikodemus den rijkdom zijner radicale denk beelden had afgelegd en geworden waseen sjofelen, conservatieven kemel. Maar het kon wel eens veranderenwant onder hen die nog staatsburgers moeten worden is de geest een weinig anders, en het kon zijn dat het oordeel der meerderheid van de staats burgers dientengevolge op den duur een minder meegaande was, waar gewichtige maatregelen zoo maar door een groepje van zeven of acht menschen met stille trom werden ingevoerd. Ook dit vermoeden vindt steun in feiten uit de Fransche revolutie, toen de derde stand het kort en goed vertikte zich langer te laten ex- ploiteeren door zoo’n dito kemelaardig miniem clubje van medemeuschen. Daarom is het wachtwoord van prof. v. d. De aanneming van de begrooting van den minister van binnenlandsche zaken mr. S. van Houten, geeft verschillende bladen aanleiding tot beschouwingen, die van eenig belang zijn voor den algemeenen politieken toestand. De Standaard wijst er in haar Kamerover zicht op, dat de minister op een bepaald stand punt den schoolstrijd weder principieel aan de orde heeft gesteld en feitelijk den wapenstil stand heeft verbroken. De Christelijke partijen zullen dus niet kunnen rusten of de post voor de Leidsche kweekschool, waarover het ging, zal weer van de begrooting moeten geschrapt worden. „Het shibboleth is aangeraakt, zegt het blad, de wapenstilstand is verbroken en daardoor heeft deze minister het standpunt, dat hij zeide in te nemen, verlaten, het standpunt nl. van geen enkel beginsel van het onderwijs aan te roeren. Dat dit thans kan worden geconsta teerd is te danken aan de verklaring van den heer 2E. Mackay, die op uitnoodiging van den heer Kuyper zijn tente verliet; alsmede aan den heer Schaepman, die blijkbaar na de prin- cipieele rede van den afgevaardigde van Slied- recht, de cijferquaestie, waarmede de dichter lijke geest zich eerst noode had vermoeid, thans willende laten rusten zich gedrongen gevoel de ook het principe op den voorgrond te stellen. Zoo was dus duidelijk en klaar, over en weer, de positie geteekend. De christelijke partijen, j als wier woordvoerders optraden de heeren Kuyper, A. Mackay en Schaepman, stonden pal I opening van den schoolstrijd op een nieuw ter- circa 50 jaar geregeerd door liberale regeerin- gen men heeft gedurende dien termijn meer malen het „oordeel der staatsburgers” bewerkt door partijbelangen voor algemeen belang te doen ^doorgaan, totdat voor ongeveer zes jaar het oordeel der Staatsburgers omsloeg. Er is toen een zee van drukinkt verbruikt om de kiezers te bepraten, dat liberaal geregeerd te worden eigenlijk zoowat gelijk stond met het genieten der hemelsche zaligheid; maar thans is dat alles anders geworden al dat gepraat tot de kiezers is, zegt prof. v. d. Wijck, van luttel beteekenis voor de volkswelvaart ’t beste is maar volgens hem dat de maatregelen van gewicht met stille trom worden ingevoerd. Niet waar, wanneer men dezen hooggeleer den auteur hoort, zijn we thans zoo gelukkig, door de ervaring daarbij voorgelieht, de stille trom te vereeren met stille vereering een za ligheid die de hemelsche zeker zeer nabij moet komen, als onze voorstelling daarvan ten minste in zoover juist is, dat ze als haar meest in ’t oogvallende kenmerken beschouwt: de stilte en den eerbied. Volgens dezen man zijn we dan thans een era ingetreden van gelukzaligheid, die meer dan voorheen ons het besef moet geven, dat de stille trom te aanbidden een vrijbrief geeft op welvaart en gelukalleen de professors mogen nu en dan een roffel slaan tot meerdere eere van den trommel en van de welvaart des volks, en dit zoo zijnde worden we in onze stille ver eering teruggevoerd naar den alouden taber nakel met zijn hoogepriester en het heilige der heiligen, waar allen, op boete van een „vijfje”, moeten verschijnen in stilte en eerbied, zonder eenig partijbelang en zonder te verraden dat ze in den loop der tijden in de Jodenkerk de tabernakelstilte uit hun geheugen hebben ver loren. ren die thans achter ons liggen waakt op, gij die slaapt 1 opdat niet het algemeen belang aan dat eener partij worde opgeofferd ja op ge—offerd Tot nu toe zijn we, met een kort intermezzo, - van’ aaug«- den heer Van Houten. Al wie de vrije school i lief heeft, schaarde zich naast den heer Kuyper. 1 Aan cijfers werd niet meer gedacht, de quaestie voogd woont; 2. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente waar hij woont; i i j i 8» van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of net genoegen hadden ons te regeeren in de ja- dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten ’s lands geve*. 41„ u,l*i:i ‘Jgd H in ds gemeente waar hij woont; 4. van den buiten s lands wonenden zoon van een Neder- I lander, die ter zake van ’s lands dienst in een vrcom.1 1. woont, in de gemeente waar zijn vader of voogd het laatst Nederland gewoond heeft. Art. 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven: 1. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een in gezeten, die geen Nederlander.is 2..<lc in een vreemd Rijk verblijf houdendeouderloozezoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten 3. de zoon van den Nederlander, die, ter zake van ’s Lands dienst in ’s Rijks Overzeesehe bezittingen of Koloniën woont. Art. 18. Elk, die volgens art. 15 behoort te worden inge schreven is verplicht, zich daartoe bij Burgemeester en Wet houders aan te geven tusschen den Isten en Sisten Januari.' Bü ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn valer, of is deze overleden, zijne moeder, ot ziju belden overleden zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht. Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zjjn 19de jaar, doch vóór het volbrengen van zjjn 20ste ingezeten wordt, ia verplicht, zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij Burgemeester en Wethouders der Gemeente waar da inschrijving, volgens art. 10 moet geschieden. Baarbij gelden de bepalingen der 2de eu 3d zinsneden van art. 18. Zijne inschrijving geschiedt in het register van het jaar, waar toe hjj volgens zijn leeftijd behoort. Naar aanleiding van bovenstaande bepalingeu maken Burge meester en Wethouders verder bekend, dat op WOENSDAG den 8en JANUARI 1896, ten Gemeentehuize alhier eene bijzondere zit ting zal worden gehouden tot inschrijving der mannelijke in gezetenen, die op den len Januari 1896 hun 19de jaar waren iogetreden, en die alzoo geboren zijn in 1877, Terwijl overigens de inschrijving ter Secretarie dezer gemeen te kan geschieden van 'smorgens 9 tot ’s namiddags 1 uur. Snbek den T.’December 1895. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ,’ Secretaris. nomen. Art.’6. De inschrijving geschiedt: 1. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of i Wyck aan allen die van kiezerlyke geboorte 1 is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de l Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. Wanneer professors het spreekgestoelte be klimmen of een consult geven, is het natuur lijk, dat de hoorder met meer dan gewone in spanning de ooren spitst. Titel en waardigheid van den spreker werken prikkelend op de be langstelling; daarbij draagt zijn rede steeds min of meer het kenmerk van studie en groote kennis, waardoor een gewoon menschenkind wel verplicht wordt al de vermogens van zijn geest bijeen te roepen om te trachten het door wrochte stuk professoraal werk goed te volgen, terwijl eindelijk ons aller wereldsche ijdelheid geneigd is toe te juichen alsof we in de Fran sche comedie waren, ten einde onze naaste omgeving blijk te geven én van onze tegen woordigheid daar ter plaatse én van onze ervarenheid in het goed begrijpen van het voorgedrageneja zoo ijdel zijn we, dat het ons weldadig aandoet bij vrienden of kennisen te kunnen vertellen, dat we „hem® gehoord hebben en wat ons in „hem® vooral goed is bevallen. Is het dan wonder dat een Nederlandsch burger, die aanspraak maakt op den naam van ontwikkeld man, zich het vuur uit de sloffen loopt om de krant in handen te krijgen waar aan een of ander prof, zijn hooggeleerd advies heeft toevertrouwd En is het voor andere kranten onder de vigeur dezer omstandigheid niet een onvermijdelijke plicht een brokstuk van het hooggeleerde betoog over te nemen onder het „Persoverzicht® Alleen wanneer het geval ziju zeldzaamheid verliest, wanneer de hooggeleerden zich wat veelvuldig onder ’t publiek begeven, vindt men ’t verschoonbaar Wanneer de krant eens eentje van die adviezen negeert. En dit mogen wij Nederlanders ge rust constateeren, dat in onze professorale we reld de neigingen om zich in ’t openbaar te ver- toonen, veld winnen, m. a. w. dat onze pro fessoren in dit opzicht democratischer gaan Worden. Het klinkt misschien een weinig purtijdig, maar als democraat moest ons de betuiging van ’t hart, dat we in de snel opeenvolgende open baringen van hooggeleerden een blijk van voor uitgang zien, al moet ook dadelijk de erkente nis er aan verbonden, dat de democraat min der geniet van hetgeen de prof, te zeggen heeft i)an van zijn optreden in den publieke. V Sinds kort zijn we in ’t bezit van het advies ®es heeren prof. Fruin, die in tal van schoone jedenen het onverschillige volk onder de kie ners wil verplicht zien te gaan stemmen. ZHG. ontleende de argumenten voor zijn stelling aan een besluit van een regeeringslichaam in het revolutionaire FrankrijK van een honderdtal jaren geleden. Toen de storm, hiermee gewekt, was gaan liggen, kwam ongezocht prof. Sprayt ons in de krant zijn met redenen omkleed pleidooi aan bieden van de stelling, dat minimum-maximums in strijd zijn met de gezonde economie. BEKENDMAKING. Inschrijving voor de Nationale Militie. Lichting 1897. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek Gelet op art 19 der Wet op de Nationale Militie van 19 Au gustus 1861 (Staatsblad no. 72) zooals die is gewijzigd bij de wet van 4 April 1892 (Staatsblad no. 56); Brengen ter kennis der Ingezetenen, dat bij hoofdstuk III dier wet, handelende over de inschrijving voor de militie, onder anderen voorkomt het navolgende: i muypoi, xx. v.,, uuuavpiuau, aiuuuyu pui mMkeJSte" I tegenover dem minister, die het signaal tother- opening van den schoolstryd op een nieuw ter- ui rein had doen hooren en tegenover welk signaal voogd ingezeten is volgens de’wet I ieder der drie woordvoerders de wapenkreet liet ien 28sten Juli 1850 (Staatsblad no. 44); j i hy, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de I klinken; van net terrein uer bewaarschool, van te, aan het in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde dp onvoedino- vail het kind zult cii stoof af. tijdstip voorafgaande, achttien maanden in Nederland verblvf 1 °Pvoeulu= Vclu zulc ëUï Staat at- hieid; bhiven, of wy chnstelyke partyen zullen 3. hjj, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al ,l,,„t,„nnnvnr nnsitip innamen Do is zijn voogd geen ingezeten, mits hjj binnen het rijk verblijf daartegenover positie innemen. De minister h0"dt-heeft zijn voorstel er door gekregen. Al wat Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, behoo- i j i i i rende tot eenen Staat, waar de Nederlander niet aan den ver- voorstander 18 van Staatsonderwijs Schaarde Zich, plichten krijgsdienst is onderworpen of waar ten aanzien der j mpt pen enkele uitzondering, aan dp 71‘idp vin i dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aange- enKUt; uiwuuutiiug, aau ue Zljae van lief heeft, schaarde zich naast den heer Kuyper.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1895 | | pagina 1