OHMI BIT ttNMBBHn SHEH. L ?r- im Ö- MEL1TS-1 llfflfflfflMUD M i 1896. 41 O ■;4 .7 Ontmoedigd, niet moedeloos. O i I 7 E E N-E N-V IJ F T I 9 8 T E J A A R O N <9. I ïn ie No 2. 9(?’ L NATIONALE MILITIE. VERKIEZINGEN. I - 4 j r\i u r I. ii. "Waarom zouden wc moedeloos <z VI ■Mi - 3 S Alle brieven in te zenden. h bij jg- Deze CO UR ANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.— franco per post ƒ1.25. en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco an KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, gevolg gevende aan art. 150 der wet op de Nationale Militie van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad no. 72), zooals die is gewijzigd bij de wet van 4 April 1892 (Staats blad no. 56) noodigen bij deze de lotelingen der Nationale Militie van deze gemeente uit, om, wanneer zij verlangen bij de Zeemilitie te dienen, zich daartoe vóór den Isten Februari a.s. ter Gemeente-Secretarie aan te melden. Sneek den 3 Januari 1893. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. UIT DE P E R Mr. Haffmans pleit in het Venl. Weekblad voor het denkbeeld door den heer Truyen in de Tweede Kamer geuit, om schadeloosstelling I toe te kennen aan de onbemiddelde ouders wier zoons verplicht zijn te dienen, ’t Verwondert ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 71/, Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, voldoende aan art. 87 der wet op de Nationale Militie van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad no. 72), zooals zij is gewijzigd bij die van 4 April 1892 (Staats blad no. 56), brengen ter openbare kennis, dat de tweede zitting van den Militieraad voor deze gemeente zal worden gehouden in het gemeen tehuis van Sehoterland te Heerenveen op Dins dag den 14 Januari e. k., des voormiddags ten 11 ure. Dat in die zitting uitspraak wordt gedaan omtrent alle in de eerste zitting niet afgedane zaken en omtrent hen, die als plaatsvervanger of nummerverwisselaar verlangen op te treden, j Sneek den 27 December 1895. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek herinneren, naar aanleiding van artikel 18 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad no. 134), de ingezetenen dat steeds aan degenen, die zich daarvoor aanmelden ter Secretarie der gemeente, gele genheid wordt gegeven tot kostelooze inenting en herinenting. Sneek den 3 Januari 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. KENNISGEVING en UITNOODIGING. De VOORZITTER van den Raad der ge meente Sneek, Gelet op artikel 7 der Kieswet van 4 Juli 1850 (Staatsblad no. 37) zooals dat artikel is gewijzigd bij art. VII der Additioneele bepalin gen der Grondwet Noodigt de mannelijke inwoners dezer ge meente uit 1 die in eene andere gemeente over het laatstverloopen dienstjaar in de personeele be lasting naar eene hoogere huurwaarde, dan die welke volgens art. 1, litt. A. en B, van de wet van 24 April 1843 (Staatsblad no. 15) aan spraak geeft op vermindering tot een derde of twee derde gedeelten dier belasting naar de drie eerste grondslagen, of in de grondbelasting tot een bedrag van ten minste tien gulden, zijn aangeslagen, da. in door overlegging der voor voldaan geteekende aanslagbiljetten vóór den 15 Februari e. k. aan hem te doen blijken; 2°. die op grond van art. 1, sub C, of krach tens het 4de lid van art. 7 der Kieswet, aan spraak meenen te kunnen maken om geplaatst te, worden op de kiezerslijsten, daarvan mede vóór den 15 Februari e. k. aangifte te doen, volgens het daarvoor vastgesteld, ter Secretarie verkrijgbaar, model, met overlegging der be wijsstukken, waartoe in het geval van het 4de lid van bovengenoemd artikel 7 moeten be lmoren het aanslagbiljet of authentiek afschrift daarvan, eene opgaaf van het bedrag van het aandeel in den aanslag en de bescheiden be trekkelijk het gemeenschappelijk bezit. Sneek den 3 Januari 1896. De Voorzitter voornoemd, ALMA. plaats voor een nieuw ideaal. Saiilus is Pau lus geworden en zal de wereld bekeeren. Geen klassenstrijd meer, want de maatschap pij wordt óen. Geen honger meer en ellende voor dezen, en ondragelijke weelde voor genen, want gelijkma king der standen en samensmelting tot óen lichaam is het parool geworden. Geen demoralisatie meer, die als gevolg van de scherpe tegenstellingen met deze zal verdwij nen. Geen slavernij meer die voortvloeit uit het besef van afhankelijkheid, omdat de voorraad schuren der wereld voor allen gelijkelijk worden ontsloten. Dwepen? Och ja, de zelfvoldaanheid heeft door alle tijden heen den neus opgetrokken voor den dweper. Zij, de voldane buik, vraagt niet meer dan rust, stilte orde Idealen kent ze niet, omdat zc verzadigd zat is van allo wereldsche dingenze zou ze wil len afstaan voor een lijfrente, mits het dan or delijk en rustig werd. Is het dan vreemd dat ze bang is voor hem die idealen propageeren en maar in eens die lastige onrustwekkers dood, heelemaal dood wil doen met wat in hun oog al een radicalen dooddoener is, de smalende bemerking: Dat zijn dwepers!? Neen, dat is niet vreemd, want menschen die genoeg hebben zijn machtig in onzen tijd en machtige menschen kennen,- om zich te verwe ren, niet anders dan machtige middelen, dood doeners. Troosten we ons naarmee en laat ons tevens bedenken, dat die zoogenaamde dooddoener eigenlijk het omgekeerde inhoudt van wat men er in gelieft te zien. Ook hier toont de con servatief zijn onhandigheid, door aan ’t verkeer de end te pakken. Dwepers zijn levenwekken- 1 de krachten; de „scheldnaam” dwepers is ma- jesteitsschennis aan het ideaal gepleegd. Mocht mr. van der Kaay de termen weten te vinden om deze daad strafbaar te kunnen stel len, hij zou daarmee de kans beloopen ook een ideaal man te worden gerekend. Zelfs de bourgeoisie satisfaite begint er toe te neigen de idee te absorbeerende helft er van is reeds de hare ze beweert en er is voor i deze bewering allen grond dat de maat- zijn in het schappelijke ondeugden het best tieren in de denkbeeld, dat het heden logisch voortgevloeid allerlaagste kringen is uit het verleden? De maatschappelijke toestanden zijn over heel op dit principe wat rond te huppelen, en, het beschaafde werelddeel als de donkere scha- J 1 duw die de beperkte weelde-club afwerpt en die met elk jaar spookachtiger en zorgwekkender wordt. Maar de weinige waardeering welke de feiteiijke toestand aan den dag legt jegens hen, die, met lust en moed bezield, dien toe stand van stijgenden nood zoeken te verbeteren, mag hen voor een wijle ontmoedigen en op den oudenjaarsavond mistroostig hebben doen neer zitten ook dan, wanneer ze mismoedig vra gen waar de vruchten zijn van hetgeen zij deden en waar de oogst waarvoor zij den akker bestelden, blijft immers nog de verzekering, dat het alles anders zal worden Wanneer de avondschemering neerdaalt en de nacht straks intreedt zal de nacht raad schaffen: La nuit porte conseil. En zij die hun best hebben gedaan, zonder de vruchten, de sporen zelfs van hun werk te aanschouwen, vinden den troost wanneer ze een weinig nauwkeuriger de zaken gaan on derzoeken. Gemakkelijk is het niet de oorzaken op te sporen van de ondervonden teleurstellingge makkelijker is het kortweg aan den mensch de schuld te wijten en op te treden als zedemeester. Maar het „herzie u zelf 1“ begint te verflau wen in toon, en het causaal verband wordt te helderder ingezien naarmate de nood nijpender ■wordt. Met zulk een verzedelijking als we ’t zoo mogen noemen komen we geen stap verderdit leert ons de rusteloos voortgaande ontwikkeling onzer maatschappij en de seheeve toestanden welke er uit geboren worden. Het wereldtafereel ontrolt ons een tooneel van strijd, dat alle zedepreken doet verstommen en alle zedenmeesters stemt tot nadenken im mers, of men het wil of niet wil, het materia- i lisme breekt zich baan te midden van de hoog staande golven der maatschappelijke zee en de lange tijd van malaise, dien we doorleefden, brengt voor steeds meerderen het lichtpunt waarop bun blik zich voortaan kan richten. De strijd om het bestaan geeft zelf het ge neesmiddel zooals elke oorlog, elke ondeugd, wanneer ze het hoogtepunt van de crisis heb ben bereikt, verdwijnen en plaats maken voor iets anders. Niets is eeuwig, dan de natuurwet dat alles met den tijd verandert. De offers van den socialen strijd vermeerde ren met den dagde slavernij, die we meen den afgesehaft te hebben, bloeit onheilspellen der dan ooitmaar het aantal strijdbare mannen groeit ook met den dag aan. Het denkbeeld dat de mensch met de toestanden waarin hij leeft verandert, is oudmaar aan onzen tijd viel het voorrecht te beurt dat het weer leven dig en meer algemeen werd gezien en aanvaard. onzer maatschappij. j Eenmaal heeft men zich tevreden gesteld met zon der verder te willen doordringen tot de oor zaken van ’t verschijnsel, wierp men uit louter principien-reiterei het volk de beschuldiging naar de ooren, dat het zich niet wilde beteren en dat er zonder dat geen betering in den toe stand denkbaar was. Maar in plaats dat die toestand beter werd, ging ze hoe lang zoo meer verergeren; reden waarom de beginselruiters gedwongen werden van hun stokpaardje af te stijgen, om het „herzie u zelfte keeren tegen dat magere houten beest; men ging nadenken, en, vergissen we ons niet al te zeer, dan zijn reeds velen van dezen tot het inzicht ge komen, dat uit het opgemerkte verschijnsel der demoralisatie in lageren kring het gevolg moet getrokken worden, dat de mensch beter zal worden wanneer men de levensomstandigheden herziet, een gevolgtrekking die van de vroe ger aangenomene alleen hierin verschilt, dat oorzaak en gevolg nu in omgekeerde orde tot elkaar staan. Die gevolgtrekking lag wel voor de hand immers het is toch moeilijk te onder stellen, dat er tusschen rijke eu arme men schen in den grond verschil zou bestaan in moreel gehalte Maar de ijdelheid bracht den rijke tot deze conclusie tot straf voor deze averechtsche opbouwing moet hij thans afbre ken en naar een omgewerkt bouwplan con- strueeren. Of er nog meerdere boete zal moeten ge daan worden voor de noodelooze vertraging, zal de tijd leeren; ook dit hangt af van omstan digheden, als waaronder wel de voornaamste zijn deze of nu met grooten spoed zal worden gewerkt Of het getal der bekeerlingen on der de medewerkenden groot genoeg zal zijn om het werk nog op tijd te kunnen afleveren Hopeloos is echter de toestand nog niet alleen maar zorgwekkend, en we hebben den moed nog niet verloren zoolang we nog uit komst zien. De reactie die aan alle kanten opsteekt, zelfs in den kring van ons „liberaal” ministerie, wijst er op dat de toestand ernstiger wordtwat de bekeerlingen zal prikkelen om te werken met verdubbelde krachtsinspanning. Niet de moreele maar de materieele quaestie dringt naar den voorgrond, en dit is bemoedigend, omdat men daardoor gedrongen wordt eerst de ze onder de oogen te zien en op te lossen. Voorzeker een treffende gewaarwording, wan neer de natuur der dingeu den mensch uit den chaos van verwarde denkbeelden weer terug brengt op de paden der logika. Het nieuwe jaar zal ons dus logischer vin den dan zijn voorganger. De majesteit van den logos, sinds lang geschonden, heeft zich gewro ken en geleid tot klaarder inzichtde illusie, die ons in het schemerdonker ontvliedt, maakt m 8. ■mm STL! I.N- I .3 I, ;0 >0 F iö l5 5 5 :ng 12 55 L4 >9 3 n 15 *3* SNEEKER COIR AN be- 7 AANGIFTE VOOR DE ZEEMILITIE. Lichting 1896. LICHTING VAN HET JAAR 1896.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1896 | | pagina 1