SlfflïS- B WmifflHUD FOOR M
(HBB 111 111 IARROXDISSEIÖT SIM.
I
EEN BEGINSEL
1896.
O
A. T 1£ R D A (1
18 .y TV U _A_ R I.
I
ii.
dat de mensch zich behoort te houden in den I baren,
deze wijze
BINNENLAND.
den plicht, als
UIT DE PERS.
1
Alle brieven
in te zenden.
herinnerende dat alles,
Salomo’s spreuke zijn
I
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post ƒ1.25.
en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
de vervulling van
dat ieder moet blijven
„Onder welke redactie dit geschiedt is niet
l
Bij Koninklijk besluit van 14 December 1895
is bepaald, dat nieuwsbladen enz. onder kruis
band, kruistouw of strook moeten worden ver
zonden de verzending geheel los, waarbij het
adres dan op de nieuwsbladen geschreven of
door middel van een klein strookje daarop ge
plakt wordt, is niet toegelaten.
Weldra zal moeten biij-
een conservatieve, een
roospsch-katholieke of een anti-revolutionaire
of sociaal-democratische combinatie het in eigen
dom heeft, dan wel of de uitgave ervan wordt
gestaakt.®
Bovendien sprak deze redactie, hot oude en
het nieuwe blad bedoelende, van twee Amster-
dammers.
Wat zegt onze journalistiek van
van concurreeren
Het bestuur der Vereeniging van gemeente
secretarissen in de provincie Groningen heeft
aan de Tweede Kamer een adres gezonden
waarin het verzoekt, het initiatief te nemen tot
pensioneering van rijkswege der gemeente-se-
cretarissen, hun weduwen en weezen, door op
neming in het rijkspensioenfonds.
Uit Brussel wordt gemeld, dat deze maand
aan de verschillende Regeeringen een ontwerp
zal worden aangeboden omtrent een instelling
van een internationaal hof van scheidsrechters.
Het besluit daartoe is in Augustus van het vo
rig jaar te Brussel genomen door de zooge
naamde interparlementaire conferentie, een ver
eeniging van parlementsleden uit de meeste
landen.
De voorzitter dier conferentie, de Leuven-
sche hoogleeraar Descamps-David, heeft bij het
ontwerp een toelichting geschreven, welke te
gelijkertijd aan de verschillende Regeeringen
zal worden gezonden. De conferentie heeft
bovendien besloten de Regeeringen van België,
Nederland en Zwitserland uit te noodigen zich
tot de andere Staten te wenden voor de ver
wezenlijking van het denkbeeld.
Het Belgische Ministerie zou zich reeds be
reid hebben verklaard met de beide andere Re
geeringen in overleg te treden. Onze Minister
van Buitenlandsche Zaken, de heer Roëll, zou
aan de heeren Bool en Viruly Verbrugge heb
ben medegedeeld dat hij met het beginsel in
stemt en het voorstel nauwgezet zal onderzoe
ken.
Wij herinneren dat de Minister Van Houten
aan vroegere conferenties heeft deelgenomen,
zoodat zeker in den Ministerraad op zijn krach-
tigen steun gerekend mag worden.
In 1895 zijn uit ons land naar België 21.250
stuks vee meer uitgevoerd dan in 1894. Dat
vertegenwoordigt een waarde van f3.187.000.
Of er voor onze veeboeren ook iets vast zit
aan de opening of sluiting van de grenzen
De feesten, te geven door het Utrechtsch stu
dentencorps, ter viering van het 52ste lustrum
der Utrechtsche Hoogeschool, zullen plaats
hebben van Maandag 22 Juni tot en met Za
terdag 29 Juni a. s.
Het denkbeeld van den heer Hidde Nijland
te Dordrecht, om den Transvalers een portret
van Paul Kruger te vereeren, vindt bestrijding
bij prof. Spruyt. Hij schrijft
ADV ER TEN TIÉN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents-
voor eiken regel meer 7 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
het maatschappelijk beginsel raad te plegen met gezaghebbende personen.
1 En dit zoo zijnde moet men erkennen, dat de bekend. Evenmin weet men in wiens handen
fundamenten van ’t maatschappelijk gebouw niet hlad kan vallen,
wannoor <1p hnvonsi-n hn. ken of een radicale of
voor den wedstrijd open-
moet erkend worden dat die wedstrijd
stand van zijn ouders. op aarde zal blijven, hoè de maatschappelijke
Hoewel minder streng, staat men toch op samenleving ook worde geregeld.
den eisch der oude Indiërs,
in zijn stand
parieeuwig paria zal zijn minder streng
niet enkel in ’t klemmende van dien eisch, maar
minder streng ook in de toepassing er van.
Niet zeldzaam is ’t geval meer, wat bij de
Indiërs verboden was dat jongelieden uit
verschillenden stand huwelijken si uiten en vrij
algemeen heerscht het gevoelen, dat standsbe
grippen tegen het bezit van geld niet opwegen.
De rijke bourgeoisie zou haar eigen historie
en opkomst moeten vergeten, wilde ze de grens
lijn trekken als in ’t oude Indië.
Toch leeft dat aloude beginsel nog en van
tijd tot tijd vernemen we het zwakke, ietwat
eentonige geluid, ons I
ook het beginsel, naar
l’ bestemden tijd heeft.
Ook is er iets goeds in dit beginsel, dat ze
ker blijft voortleven, in anderen vorm of in
ander beginsel, wanneer het standsvooroordeel
voor goed is verdwenen.
Niet zelden komt het voor dat iemand, door
een toeval op eens van arm of niet-bezittend
rijk geworden, zijn naaste bloedverwanten, zijn
f ouders zelf, negeert. Zulke lieden noemt men
gemeenlijk parvenu’s, daarmee aanduidend een
verachtelijk wezen dat, barstend van ijdelheid,
amt zijn gouden sleutel alle poorten opent en
zijn gebrekkige opvoeding of onvoldoende ont
wikkeling niet in ’t minst maskeert in den
kring van menschen die in beschaving hoog
boven hem staan. Maar al prikkelt dit onze
gevoels-zenuwen tot verzet toe, daarnaast mag
ij men niet vergeten dat parvenus ook menschen
zijn en dat het groot geluk van hun voorspoed
vrij wel in balans gehouden wordt door het
groot ongeluk, dat hen het ongelukkig type
aanhoudend vervolgt van den mensch die bij
zijn geboorte tanden en baard meebrengt en,
hoewel klein, lichamelijk geheel ontwikkeld is,
terwijl de ontwikkeling van den geest nog moet
aanvangen. Zulke menschen verdienen een
Woord van beklag; ze gevoelen zich overal
misplaatst. Maar er is in de belemmering, die
dergelijke geluksvogels ondervinden, een waar
borg dat men te eeniger tijd zal terugkeeren
van de eerste en voornaamste bepaling onzer
maatschappelijke grondwet: dat geld dCiï mensch
x aanzienlijk maakt.
We mogen daarom niet te hard oordeelen
over ’t beginsel; ieder onzer heeft er iets van
opgenomen; ook zij die met de krachtigste over
tuiging de economische gelijkheid der staats
burgers verkondigen, maken hierop niet een
uitzondering en dit is voor de menschheid een
j Onderwijs is in den wedstrijd der menschen
het krachtigst element; ontwikkeling het doel
treffendst wapen. Daardoor is de bourgeoisie
geworden wat ze is en op haar rust daarom
om strijd aan te bieden wie
onder de lagerstaanden van het onderwijs wil
profiteeren. Wie hooger staat als mensch tracht
anderen tot zich op te heffen; en hoe zal dit
anders kunnen geschieden dan door onderwijs
te verstrekken met kwistige hand Eu volgt
daaruit niet, dat hij, die van het onderwijs, aan
wie er om vragen, hinderpalen in den weg
legt, niet hooger staat dan die vragers
Wanneer een stand of klasse in de maat
schappij is, die andere standen of klassen dier
maatschappij beneden zich zoekt te houden,
kan men dit toejuiehen voor zoover stand of
klasseverschil niet synoniem is met verschil in
kapitaalbezit.
Maar kan men het ook goedkeuren indien
die eerste stand zijn hoogere positie niet enkel
zoekt te behouden door naar hooger ontwikke-
lingstrap te reiken, maar ook door gebruik te
maken van de macht welke haar in onze we
reld wordt uitgereikt door de apostelen van
Pluto, en de onder haar staanden eenvoudig
terugdringen wil, om zelf er boven uit te blij
ven steken
Dit is naar ons bedunken het omgekeerde
bewerken van wat het beginsel inhoudt; wan
neer de bourgeoisie, in plaats van naar hooger
te streven, naar lager wil dringen, dan moet
die bourgeoisie van dubbelhartigheid ondergaan.
Verwacht men het heil van de maatschappij
in vrije mededinging, dan behoort men niet uit
te sluiten, zonder op zich te laden de schuld
van ontrouw aan zijn eigen beginsel, wat immo
reel is niet alleen, maar een waarborg ook voor j
de lagerstaanden dat zij, wanneer die boven
haar stonden al dieper zijn gezonken, er boven
op zullen komen.
Maar waartoe meer gevolgen te profeteeren
van handelingen als die waarvan de Inspecteur I
van ’t M. O. wel het vaderschap heeft willen
aanvaarden. Voor die gevolgen is ieder indivi
dueel aansprakelijk. Alleen maar willen we er
op wijzen, dat het een bedenkelijk teeken des
tijds is, dat onder de auspiciën van een regee-
ring, die zich liberaal noemt, zulke feiten moe
ten opgemerkt worden van een der hoogstge-
plaatste ambtenaren bij de afdeeling Onderwijs.
Daarin toch ligt de vingerwijzing, dat het
kwaad niet sporadisch voorkomtmen kan toch L
bemoedigende gedachte. Immers, zonder wed- moeilijk aannemen dat een inspecteur een der-
ptrijd zou ’t leven dood zijn 1 Welnu, wanneer gelijk waagstuk zou ondernomen hebben zonder
de predikers van
j den prikkel der concurrentie, welke gelegen is
in het privaatbezit van aardsche goederen, wil-
len wegnemen en daarbij in iets anders,
Het beginsel van den heer van Aken is het noem het eerzucht, ambitie of wat dan ook
vrij algemeen voorkomende in burgerkringen een anderen prikkel
’t Liet zich verwachten, dat de Amsterdam
mer weinig gesticht zou zijn over de wijze
waarop redactie en directeur-uitgever der V.
Amsterdammer ten haren opzichte hebben ge
handeld. Oneerlijke concurrentie in de Pers,
schrijft zij boven het stuk, waarin wordt be
toogd, dat hier uit een algemeene handelsop-
vatting bepaald unfair, oneerlijk is gehandeld.
Men is in den handel zeer nauwlettend wat
betreft het verspreiden van ongunstige mede-
deelingen over concurrenten, hun zaak, hun
waren enz. en men is insgelijks zeer sterk ge
kant tegen een poging om verwarring te schep
pen met naam, zaak ot waren van concurren
ten. Een koopman die eenige waarde hecht
aan zijn naam zal zich van die middelen ont
houden. En hetgeen thans door de Nieuwe
Amsterdammer is geschied, is volgens de Am
sterdammer niet overeen te brengen met de ge
wone fatsoenlijke handelsopvatting.
„Deze week om de eigen woorden van
het blad te bezigen is naast ons blad een
ander opgericht. Men heeft dat blad denzelf-
den naam gegeven als het onze had, met een
kleine afwijking, hetzelfde formaat, denzelfden
druk, dezelfde inrichting, ja zelfs het Feuilleton
van ons blad heeft men voortgezet. Zijn eer
ste no. had een feuilleton No. 24Én alsof
dat alles niet genoeg was, plaatst de Directie
aan het 'hoofd van haar blad het bericht, dat
zij de abonné’s van de Amsterdammer, behou-
i dens tegenbericht, stilzwijgend als abonné’s van
de Nieuwe Amsterdammer zouden beschou
wen. Bovendien nog gaf zij te verstaan dat
het voortbestaan van de Amsterdammer onwaar
schijnlijk was.
En toen heeft zich nog het merkwaardige feit
voorgedaan, eenig in de journalistiek van Ne
derland, dat de redactie, let wel de redactie,
dat alles niet slechts heeft onderschreven, maar
daaraan nog een en ander heeft toegevoegd
over haar concurrenten wel het volgende
i „De Amsterdammer is thans te koopen ten
j einde dit mogelijk te maken heeft men moeten
voortgaan een blad te doen verschijnen dat dien
naam droeg.
Naar iets anders is het dat beginsel te aan-
en een vaarden en het in ’t geniep te weerstaan, zoo-
i als de Inspecteur van ’t M. O. dit doet.
soliede meer zijn, wanneer de bovenste be-
I timmering van balken en binten reeds gaat zak
ken. Wat al weer een waarschuwing inhoudt
voor die er heil en troost in zochten, om waak
zaam en op hun hoede te zijn.
Voor een Inspecteur van Onderwijs, ’t zij
Lager, Middelbaar of Hooger, is onzes inziens
bij elke schoolgeld-quaestie slechts éen advies
waarmee ze uit kunnen en hun reputatie op
houden het is Bepaal, wanneer ge schoolgeld
heffen wilt, het bedrag zoo laag maar eenigs-
zins bestaanbaar is met de kosten der huis
houding.
Even goed als de degelijke huisvader voor
het onderwijs zijner kinderen geen geld spaart
of te goed acht, zoo moet ook een gemeente,
moet de staat doen met het oog op de belangon
zijner burgers.
En Inspecteurs die daartegen op willen
roeien
Van hen mag de regeering, mag de maat
schappij met recht vorderen, dat hij zich betere,
of zijn plaats inruime voor een ander.
i
6
ata.i&.aMLaE