1 MOS EHDffllTLW-BLiD »0»» DE
L
No. 19.
E E N-E N-V IJFTIG8TE
1896.
A R G A N G.
:en
.lie
n.
na
d, voor zoo-
des middags,
net
en-
BINNENLAND.
ke,
len
ea
be-
Alle brieven
in te zenden.
ske
jbe
50,
a
de
bet
uit
;en
Deze CO UR ANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post ƒ1.25.
en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
Zoo pratende, had ik ongemerkt den heer
Fabius aangesproken den professor zij eere
Niet den professor als persoon, maar zijn hoog
geleerde, den drager van wetenschap En daar
latende, wat ik in zijn rede onzinnig vond, maak
ik maar gebruik van de gelegenheid om Z. H. G.
te vragen, hoe hij er aan komt, te beweren, dat
misdadigers gewone menschen zijn, die zich
door verkeerde hartstochen laten leiden, en
niet gedegenereerden.
Deskundigen beweren juist ’t omgekeerde;
heeft de zonde hier schuld aan, offe re
deneert de professor maar zooals de Deere ’t
ingeeft
reactie een misdaad begaan. Neen, meneer F., Leeuwarden gearresteerd den 28 Februari 1896
I aan den Ontvanger der Rijksbelastingen te Sneek
ter invordering is ter hand gesteld en dat een
ieder verplicht is zijnen aanslag, op den bij de
wet bepaalden voet, te voldoen.
Sneek den 2 Maart 1896.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
ADVERTENT1ÊN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
voor eiken regel meer 71/, Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek
brengt ter openbare kennis, dat het 3de kwar-
taals Kohier no. 6 voor de belasting op het
bang het vertikken zich te laten doodmartelen en uit 1 door den Directeur der Directe Belastingen te
Men leest in de Soc. Dem.:
„Wie begrijpt dat? Voor eenige weken da-
verde de Tweede Kamer en de geheele burger
lijke pers over het feit, dat kapitein Seret, lid
der Kamer, voor de bevordering tot majoor was
gepasseerd.
Thans melden de bladen, dat dezelfde man
die toen „geschikt* was om bevorderd te wor
den, „uit hoofde vau ongeschiktheid voor den
dienst, wegens lichaamsgebreken*, zijn pensioen
heeft aangevraagd.
Had de heer Seret ons dat wat eerder ge
zegd, dat het zoo stond, dan ware al die her
rie niet noodig geweest.
In de laatste weken wordt in verschillende
streken van ons land in sterke mate propaganda
gemaakt voor den Boerenbond. Er wordt vooral
in R. K. bladen voor geijverd. Deze bond zal
DOODSTRAF?
De heer Fabius, van de vrije Universiteit,
heeft de vorige week in een vergadering van
Patrimonium de wenschelijkheid betoogd
de wederinvoering der doodstraf. Of de rede
indruk gemaakt heeft op de vergadering, weet
ik niet, maar op mij heeft ze een droeven in
druk gemaakt, toen ik in de Nieuwe Rotter
dammer het verslag las, ’t welk aanvangt met
sprekers opmerking, dat er nanwen samenhang
bestaat tusschen deze quaestie en de sociale
quaestie. Precies zoo dacht ik er over, en na
het geleerde vertoog te hebben doorlezen, werd
’t me benauwd om ’t hart, en kreeg ik de be
nauwende idee, dat de hooggeleerde heer eigen
lijk die opmerking van den nauwen samenhang
vooraf liet gaan, om het verwijt te ontloopen,
dat hij hieraan niet gedacht zou hebben of ze
niet vermeldenswaard had geacht. Het kwam
me voor, dat de conservatief den politicus heeft
willen spelen; vooreerst door deze quaestie ge
zet te gaan behandelen, en ten tweede deze
voorloopige opmerking ten beste gaf, om de
sociale quaestiemannen van Patrimonium te lij
men, of ze een rad voor de oogen te draaien.
Deze opmerking getuigt niet van groot ver
trouwen in den christen-professor, maar het on
tijdige van het onderwerp, de terloopsche vast-
knooping aan de sociale quaestie, en de beken
de gezindheid van den heer Fabius hangeh m. i.
zoo nauw samen, dat ’t niet goed zou zijn te
vragen naar de bedoelingen van den rechtsge
leerde, alvorens zijn betoog aan te hooren.
Zeker is nu, dat Fabius ook soms denkt over
de sociale quaestie; en dat is op zich zelf een
blijk, dat de man met zijn tijd mee wil. Maar
zeker is ook en dit te moeten constateeren is
minder verblijdend dat hij om te betoogen dat
de doodstraf weer moet ingesteld, eenvoudig
alles er bij haalt wat de bijbel daarover te
verstaan wil geven, maar van de sociale quaestie
niet rept met een enkel woord; en ook zeker
is het en dit te moeten opteekenen kan den
heer Fabius in mijn oogen slechts vernederen
dat hij in zijn pleidooi gebruik maakt van cij
fers uit de statistiek van ’t gevangeniswezen,
zonder daarbij de sociale quaestie aangeroerd
te hebben.
En iemand, zoo hoog geleerd als deze man,
en zoo oprecht dat hem de opmerking van deu
«nauwen samenhang” reeds dadelijk van de lip
pen vloeit, heeft niet de vrijheid, den samen-x
hang tusschen gevangenissen en de sociale quaes
tie met een effen gezicht dood te zwijgen, al
wordt hem daardoor ook de gelegenheid be
moeilijkt, om uit die cijfers te komen, met een j
j we weer l
.Meneer Fabius!
i langzame afmarteling tot den dood, er nu een
- j meer afdoende,
gelijk moeten geven; helaas,
van de sociale quaestie;
advocaten wipje, tot de conclusie: dat
doodstraf moeten invoeren. „M
Dat geeft geen pas!” dacht ik. Wanneer ge
de toeneming constateert van het aantal gevan
genen, zal men u
ja! Maar dat komt
dat is een i’
treurige quaestie, heer professor, en
met de doodstraf er niet uit; de regeeringen '.laat optreden, om
bouwen gevangenissen bij, niet omdat ze 1
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek,
Gezien de missive van deu heer Commissaris
der Koningin in Friesland Van den 21 Febru
ari 1896, le Afdeeling M/S no. 222 (Provinci
aal blad no. 16), betreffende de opkomst in
werkelijken dienst voor herhalingsoefeningen
van de Zeemiliciens-Verlofgangers, van de lich
ting 1894
Roept bij deze op: de in deze gemeente ge
vestigde Zeemiliciens-Verlofgangers, van de lich
ting 1894, om zich op den 18 April 1896 voor
herhalingsoefeningen in werkelijken dienst te
begeven, te Willemsoord bij de Directie der
Marine aldaar.
De betrokken verlofgangers worden herinnerd:
a. dat zij zich op genoemden datum behoo-
ren aan te melden bij den Commandant van
H. M. Wachtschip te Willemsoord, voor zoo
veel dit mogelijk is, ten 12 uur des middags,
gekleed in de bij hun vertrek met onbepaald
verlof medegenomen kleedingstukken en voor
zien van hunne verlofpassen en zakboekjes
b. hun verlofpas vóór vertrek naar boord te
doen afteekenen, en
c. zich een of twee dagen vóór den dag van
opkomst ter Secretarie der gemeente te ver
voegen tot het bekomen van daggelden en ver-
voerbe wijzen.
Zij, die wegens ziekte niet aan deze oproe
ping op den bepaalden tijd kunnen voldoen,
zullen van hunne opkomst in werkelijken dienst
niet voor diligent worden gehouden, maar zijn
verplicht, om r
1. van hunne verhindering tijdig ter Secre
tarie der gemeente te doen blijken door inle
vering van eene geneeskundige verklaring, en
2. om zich onverwijld na hun herstel aan
boord van het Wachtschip te Willemsoord te
vervoegen.
Te/ensbr ngt de Burgemeester nog in herinne
ring, dat voor deze opkomst geen gebruik mag
worden gemaakt van de vervoerbewijzen, voor
komende in de zakboekjes, zijnde deze bestemd
om te worden gebruikt bij opkomst met spued
Sneek deu 28 Februari 1896.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
een radicaler wijze van dood
straf moet zijn. In zoo’n licht gezien, is he^.
menschélijk leven akeliger dan een treurspel,
der treurige gevolgen van die hoogst i omdat het te midden van al de sociale quaestie-
dat gaat I misdaden den Heere God als den grooten beul I
met den dood te straffen, wie Personeel, dezer gemeente, dienstjaar 1895/96,
j met alle respect voor uwe geleerdheidals de j
Heer Zebaoth beul wil zijn, laat hem dan de
zonde uitroeien, en de sociale quaestie dood
straffen ge praat heel beslist over de lafheid
van ’t humanisme, en in zekeren zin ben ik ’t
met u daarover ééns, dat het humanisme te
traag, te weinig doortastend, te weinig konse-
kwent in de toepassing is, en dat is zeker laf.
Maar wat zal men zeggen van uwe steiloorig-
heid
Ge haalt feiten aan, die juist het tegenover
gestelde bewijzen van wat gij er uit gelieft af
te leiden ge wilt den grooten martelaaiishof
opklaren door Jahveh’s hulp in te roepen, die
er met het zwaard der gerechtigheid op los zal
slaan ge wilt de half en heel afgemartelden
laten afmaken op gezag van den Heere God
en zijn strafrecht ik schrijf zijn liefst niet
met een hoofdletter, omdat uwe steiloorigheid mij
suggereert tot dezelfde Jahvehcauailleering.
Ook vind ik ’t niet netjes van u, wanneer
ge onze prioriteit in de beschaving tegenover
andere landen van Europa in twijfel durft
trekken.
Staan wij dan niet veel hooger dan de En-
gelschen x met hun Jameson-vergoeilijking
Ge zijt het toch ook eens met hen, die in de
laatste weken van hun nationale verwantschap
met de Transvaalsche Boers hebben doen blijken?
Ge wenscht terugkeer en masse tot God den
Heere; aldus was ’tslot uwer rede. Laat ik
u gulweg bekennen, dat uw optreden in de
doodstrafquaestie mij eer vervreemd heeft van,
dan aangetrokken tot dien Heere. Ik vind hem
te ruw, om er sympathie voor te gevoelen, en
ik zeg het Stuart Mill na
„Wanneer ik met de hel zal gestraft worden,
omdat ik mij de „goedheid Gods* niet mag
voorstellen, naar wat ik onder goedheid versta;
welnu, dan wil ik ter helle varen.*
Alleen vond ik me zelf weer, toen ge ver-
klaardet dat straf niet gerechtvaardigd is, ten
zij nu dat tenzij laat ik aan u te reser-
veeren.
zijn voor ’t straffen van misdaden, maar wel
j omdat ze de justitie vrij spel willen laten bij I
het toenemend aantal misdaden in den laatsten
tijd. Ik zal niet zeggen dat meneer Fabius
van schuld heeft aan die misdaden-vermeerdering,
j maar wanneer hij dit feit aanhaalt om als ar-
j gument te dienen in zijn pleitrede, is de hoog
geleerde öf verstrooid, óf zich zelf te slim af
geweest, en is het zeer noodig, hem te herin
neren aan zijn inleidende opmerking, dat er
nauwe samenhang bestaat tusschen de straffen
en de sociale quaestie. Wat een redeneering
tochOmdat de sociale quaestie zoovelen naar
die ellendigste van alle menschelijke verblijf
plaatsen drijft, moet de doodstraf worden inge
voerd! Men vraagt, hoe zoo’n scherpzinnig
man wel zulke dingen zeggen kan. Stel de
doodstraf in en het zal velen afschrikken van
de gevangenis; ze zullen dan gaan reagee-
ren op wat men de sociale quaestie noemt en
de gevolgtrekking licht voor de hand
Er zal een einde komen aan de misdadigers,
aan de misdaad en aan de sociale quaestie, die,
blijkens ’t geen men door de regels heen kan
lezen, in ’t brein van den heer Fabius de ge
stalte heeft gekregen van ’n misdaad. De
sociale quaestie een misdaad’ Wat ’n zonder
ling axioma voor een rechtsgeleerde, die z’n
bewijsgronden, behalve aan den boom der ken
nis, ontleenen durft aan de praktijk’ Ja, wel
zonderling van iemand, die, van een beginsel
uitgaande, niet zorgvuldig blijft op bijbelsch
terrein, waar doodstraf volgens F. moet volgen
op het vergieten van menschenbloed alleen, ter
wijl in de praktijk des levens talloos velen niet
met zwaard of galg zoo op eens, met een slag,
pardoes hun hoofd verliezen naar den wensch
van den Heere God, maar worden dood gemar
teld na lange, vaak duldelooze marteling. Men
behoeft geen doodstraf in te voeren; ze wordt da
gelijks uitgevoerd aan duizenden rondom ons door
het ding, dat sociale quaestie heet, en meneer Fa-
bins acht het den tijd en de moeite waard, daar
over zichzelf en anderen een avond bezig te
houden
O Sancta simplicitas
Me dunkt, ’s mans redeneering had precies
tot tegenovergestelde conclusie moeten voeren.
Volgens mijn bescheidenheid had Patrimonium,
toen de „nauwe samenhang was geconstateerd
van doodstraf en sociale quaestie*, heel iets
anders moeten vernemen van den hooggeleer
den „voorlichter.* En daarom kan ik den
draad niet meer vasthouden, die van God den
den Heere loopt naar ’t schavot. Ik vindt het
onzinnig en een rariteit, om te durvan beweren
dat, aangezien er een sociale quaestie is in de
wereld ten gevolge van de zonde, die dagelijks
tal van niet-misdadige menschen straft met een
aunt n bet inamni! sum.
u
3 30
1-
het
15*
SO*
75
7 4!
8 -
S85
9 11
9 29
9 43
9 55
08
015
8 50
7-
77
7 20
3
3 -
315
3 35
3 45
WIlEkllR COURANT
OPKOMST ONDER DE WAPENEN.