I tl q 0 0 e t o No 23. (896. EE NE N- 9! M BESPREKEN. 1.1 Li UIT DE PERS. wanneer de groote meerderheid zal worden vervolgd als de Staatskeukenmeid, Keizer Past dit Alle brieven in te zenden. niet getuigt van een goed geheugen, tenzij zou willen -11 ld grieven, die nagenoeg geheel onweerlegd bleven, werd betwist. Is dat het geval, dat men dat dan zegge, doch er dan tevens toe overga om de ongegrondheid dier grieven aan te toonen. Doet men dat niet, maar meent men te kun nen volstaan met op los daarheen geworpen gronden de tegenstemmers wegens het uitbren- I gen van hun stem nevenbedoelingen te kunnen toeschrijven, dan getuigt dit van zoo weinig 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents; Cents. Bij abonnement is de prijs -te vernemen bij ernst bij zoo’n belangrijke zaak als het hier geldt, dut de vraag gewettigd wordt of dezul- ken met het tegenovergestelde van „hoose” politiek voeren.” ken 1 orthodox-grieksche worstelwedstrijden, al zijn de eerste louter passief, do laatste daarentegen actief, en al drukt bij gene meer de Kantiaan- sche grondstelling „ik denk, dus ik ben* en bij deze de Darwinistische „struggle for life* het karakter uit van den strijd. In beiden iets van het onde en het nieuwe een menging die, zoo ze niet uitloopt op schif ting, op den duur niet bindend kan blijven. Beiastingweigering kan ’t niet uithouden in de lijdelijke rol van „niet doen*, evenmin als het ,doen* van Memisch c. s. innen beschaafd land op^ duurzame belangstelling kan staat maken. «Ie zijn of niet te zijn* is ook hier de vraag, en net publiek heeft hier te beslissen. Wan neer het geëerde publicum zich er niet mede inliet, zou ’t een en ’t ander spoedig tot ’t ver leden behooren. En dat zou ik van den wor stelwedstrijd om ’t kampioenschap niet erg be- tieuren kunnen, omdat ’t me zoo kwajongens achtig voorkomt van groote menschen, het aller minste van wat men sport noemt. Ook begrijp Ik niet, hoe er verstandige menschen naar zoo’n verlooning willende eenige verklaring, die mij aannemelijk lijkt, is deze, dat de menschen tegenwoordig erg vechtlustig zijn, het vechten hun tweede natuur is geworden, en ze zich niet kunnen vermaken dan bij een vechtpartij, waar behendigheid en slimheid het winnen van we zenlijke kracht. Maar zou ’t wel i belastingvereeniging - wenschelijk zijn, wanneer de belastingvereeniging „Reens* de tering kreeg Waarom zijn er menschen, die klagen steen en been over den belastingdruk, en die toch niet van zich verkrijgen kunnen, deze beweging m bescherming te nemen Ja, waarom Waarom moppert men over de onbillijkheid en de ongelijkheid en het onrecht, en durft er niet mee voor den dag komen, dat een regee- ring, die zulke belachelijke wetten maakt als de bestaande belastingwetten, geen grooter dienst kan worden bewezen op den weg, die leidt naar de verbetering, dan een vereeniging als die van Reens Omdat men moet mee betalen in de huis houding van den Staat, zoo heet het dan. Omdat omdat Om dit noch dat Een huishouding, die geregeld wordt door de opperste tienduizend moet daarvoor ieder bijdragen P Kom, kom 1 waar staat dat geschreven In Godswoord staat wel te liezen, dat men den moet geven wat des Keizers is, maar nu hierop toe, als ge kunteen vreemd overheerscher kennen we niet, en de overheer- seher binnenlands heeft geen aanspraak op onze contributie, zoolang wij niet met hem op voet Van gelijken zijn. Mr. van Houten in eigen Persoon erkent dit immers zijdelings door zijn kieswet-idee, dat kiesrecht toekent aan wie be- I lasting betaalt Het is m’n bedoeling niet, dit Mee in bescherming te nemen. ADIEE TEN T1ËN van voor eiken regel meer 7% belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent den uitgever. Deze CO LEANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.—franco per post ƒ1.25. en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco binnenland. Het bestuur van den Radicalen Bond heeft aan de besturen der vereenigingen, aangesloten bi] den Bond, de volgende circulaire gericht’ De alom heerschende moedeloosheid op poli tiek gebied openbaarde zich in den laatsten tijd ook eenigermate in onze gelederen. Die stemming te verklaren komt ons niet “O'* (°Of’ Eea vlJf-ea-twintig-jarige actie voor de toekenning van het kiesrecht aan de arbeidende klasse onzer bevolking eindigde met een verloren veldslag en dreigt uit te loopeu op eene kiesrecht-uitbreiding die verreweg het homitte deel dlGr klaSSe 1108 pülitiek onmondig Inmiddels voelen wij, democraten, de drin gende benoefte aan ingrijpende sociale hervor mingen ten behoeve der volksklasse met den dag sterker woruen maar tevens vestigt zich meer en meer de overtuiging, dat die hervor mingen met tot stand komen zoolang het gros der werklieden niet mede invloed uitoefent op de keuze der vertegenwoordigers. Zoo voelt men zich gekomen in een tijdperk van machte loosheid. De conservatieven hebben de meer- derneid en daarin de macht om alle democra tische hervormingen vier jareu tegen te houden. En het is duidelijk dat zij de zaken zoo zullen leiden, dat de vier jaren om z.jn als het kies- recht is herzien. Zoo is men geraakt en blijft men steken in een tijdperk dat voor de democratische partijen gevaarlijk kan woiden, dat moedeloosheid in haie gelederen koude brengen en de kracht dier partijen aanmerkelijk koude schaden. Onder zulke omstandigheden toch ziet men het gebeuren dat de meest voortvarenden, van ingrijpende hervorming niets ziende komen, het kamp der hervormers verlaten om plaats te ne men in ue rijen der onverzoenlijkenen ziet men de tot schipperen neigenden overhellen naar minder priucipieele geestverwanten in de hoop iets te bereiken door aansluiting bij an- Daarom acht dit bestuur het zijne taak een woord van opwekking te richten tot de aange sloten vereenigingen en haar te waarschuwen voor de gevaren, gelegen in den toestand door de conservatieven gebracht. Onze partjjgenooten mogen wel bedenken dat van de vier jaren de grootste helft reeds ach ter den rug is. Voorts kan de beslissing over het kiesrecht met zeer lang meer worden ver schoven. En hetzij het ontwerp wordt aange nomen ot verworpen, in beide gevallen zal de beslissing de aanvang zijn van nieuwe actie in onze gelederen. Wordt het ontwerp verwor pen dan moet de kiesrechtatrijd door het o-e. heele land opnieuw worden aangebonden Komt J-de uitbreiding tot stand, dan zal ons opleggen en tevens nieuwe krachten toevoeren. Het kan niet anders of vele der nieuwe kiezers zullen tot de onzen be- onzer vereenigingen nog het kiesrecht missen? En zoolang de beslissing over het kiesrecht zich laat wachten, wat zal men inmiddels doen? Zal men wachtensmoede de gelederen veria- ten De moderne worstelingen met den fiscus trek- a tegenwoordig meer de aandacht dan de logisch van Reens 2 gedachtengang zich bewegend, verklaren, dat zij, die niet meespreken en toch meebetalen, maar halve burgers zijn, die dus verplicht zijn de andere helft aan te vullen door ongevraagd mee te praten, en de persoueele belasting b. v. af te stemmen, waar hun dit mogelijk is bij den belastingontvanger.Revolutionair roept men. Och kom wanneer de groote meerderheid der burgers zoo revolutionair werd, zou ’t wel wat anders gaan dan nu. De wereld heeft haar vooruitgang voor het grootste deel aan revolu tionairen te danken, en mijne persoonlijke mee- niug is, dat ook dit revolutionaire optreden de kiem in zich draagt van een betere toekomst op het belastinggebied. En er is op dat gebied nog wel wat te ver beteren, niet waar? Wanneer men ziet, hoe een zoogenaamde volksvertegenwoordiging haar goedkeurend zegel hecht aan een belastingont- werp als dat van Sprenger van Eyk, blijft nog de vertroostende gedachte, dat in de toekomst nog misschien een groote verbetering te doen overblijft. Verbeeld je! een wet, die drukken moet naar draagkracht, wordt gebaseerd op de verteringEn dat in een tijdperk, waarvan men zeggen moet, dat de een te veel, en de ander te weinig verteert naar zijn inkomen; waarin de overgroote helft armer wordt dus meer uitgeeft dan inneemt, en de kleine helft rijker wordt, of, wat op 't zelfde neerkomt, overhoudt, minder uitgeeft dan ze „verdient.” Ik vind de beiastingweigering ook revolutio nair; maar wie ’t laken mag, ik pas er voor, er kwaad van te zeggen, al zal deze of gene er „schande” van spreken misschien. En ten spijt van de burgerlijke schande, in weerwil van ’t burgerlijk fatsoen, roep ik allen toe, die hun eigen huishouding in alle bekrompenheid in richten, om de staatshuishouding met zijn grove verkwisting te eouteneeren, om met mij uit te roepen: Leve de anti-belastingvereeniging! Leve de belastingrevolutieDurven ze niet, de fatsoenlijke burgers, dan zullen we den heer Van der Kaay, minister van justitie, eerst gaan vragen, of deze uitroep ook als revolutionair wordt beschouwd, en majesteitsschennis van die onze nu bijeengegaarde centen met zoo’n air van onverschilligheid op de vuilnishoop werpen durft. En zijn er, die bang zijn mee te rcepen, om dat Droogstoppel staat te gluren om ’t hoekje, dan is mijn raad eenvoudig deze: Roept zoo hard gij kunt! Droogstoppel gaat dan fatsoens halve binnenshuis. Half luid schreeuwen, eer lijk gezegd, is verkeerd. Ge komt er door in handen van de droogstoppelige bent. Zegt nie mendal! of schreeuwt! In de I olksstetn komt een artikel voor van den heer O. V. Gerritsen ter zake van het I ersoneel. ’t Blijkt daaruit, dat hij de beschul diging als zou hooge politiële den doorslag heb ben gegeven bij de stemming over het amen- dement-Vermenlen-Kolkman ten stelligste be strijdt. „Er behoeft niet aan getwijfeld te worden schrijft hij of te goeder trouw wordt die be schuldiging uitgesproken, maar dio dit doen kunnen dan ook niet de verdenking ontgaan dat het voorafgaand drieweeksch debat volko men uit hun geheugen is weggevaagd. Wie zich toch de hoofdgrieven tegen het bestendigen van deze verteringsbelasting als njksbelasting ingebracht, herinnert, wacht zich wel om hen die medewerkten om de invoering van zulk’ een wet zoolang mogelijk tegen te houden, te verdenken van te worden geleid door beweeg redenen die buiten de zaak in quaestie liggen. Men doet het voorkomen alsof door het'’ver dagen der invoering een meesterstuk van wet geving aan ons belastingstelsel wordt ont houden en alsof duizenden in den lande worden teleurgesteld, dewijl ze niet dadelijk van eenige ontheffing van lasten profiteeren. Maar van de schaduwzijde der wet wordt door dezulken met geen woord gerept en dat er tienduizenden in den lande, die nu vrij loopsn van het perso neel, onder de nieuwe wet belastingplichtig zul len worden, dat wordt blijkbaar van minder be- teekenis geacht.* De heer Gerritsen brengt daarop de voor naamste bezwaren tegen de wet nog eens in herinnering, opdat blijke of wel haar eigen mérites haar aanspraak geven op zooveel be langstelling en toewijding als haar in de laatste dagen van ministerieele zijde mocht te beurt vallen. Hij doet daarbij uitkomen hoe de mi nister allerlei bepalingen opnam of toeliet die van groot nadeel zullen zijn voor de kleine en middelmatige inkomens, terwijl tegenover de grootere allerlei gunstige veranderingen worden ingevoerd o. a. het onbelast laten van gou vernantes en tuinlieden. De heer Gerritsen eindigt aldus „Ik laat hier verder onbesproken de bezwa ren ontleend aan rechtstreeks met dit ontwerp in verband staande zaken alshet vervallen der grondslagen voor het kiesrecht als dit ontwerp werd aangenomen en de wet ingevoerd en het kiesrechtontwerp eventueel werd verworpen het niet regelen der gemeentefinancien, die door invoering der wet in verschillende gemeenten van nog slechter conditie zouden worden het niet afwachten der behandeling van een reeds ingediend wetsontwerp tot verhooging der op brengst van het recht van successie, die als equi- i valent moet dienen van hetgeen door invoering van het nieuwe personeel minder zal worden i ontvangen, enz. Trouwens uit vorenstaande herinnering aan j de hoofdgrieven blijkt, naar het mij toeschijnt afdoende, dat de voorstelling, alsof de beweeg- daarentegen S[an(, n»» redenen voor het stemmen tegen dit wetsont- l het organiseeren der nieuwe kiezers’ ook werp buiten dat ontwerp moeten worden gezocht, i nieuwe plichten aannemen, dat de gegrondheid dier hoorenmen zie slechts hoe velen vau~deTedeu onzer vereenigingen nog het kiesrecht missen. En zoolang de beslissing over het kiesrecht Zal men wachtensmoede de gelederen I Dat is de houding der moedeloozen dat kan niet de houding zijn van hen die gelooven dat onze partij een roeping heeft te vervullen in Mijn bedoeling is er op te wijzen, dat het plutocratisch ontwerp-van Houten de idee in houdt, dat meebetalen noodzakelijk samengaat met meespreken „deze twee zijn één”, zegt de minister, en dit zoo zijnde, vind ik het zeer mi i i L I X3 a ,e ie ,a y«t e - wwS C.S., wanneer ze in dezen

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1896 | | pagina 1