MEUWS 0 ADVERTËUTIE BL1D VOÖR D! GEJfEEiWE 1 BOBISSfflffl SfflI. I No. 34. E E N-E N-V IJ F T I Q S T E J R G A N G. !896. HET MEIFEEST. SCHUTTERIJ. WOENSDAG 10, I it loovigen christen die zijn paschen viert, het feest van de opstanding uit de dooden, hoezeer ook zijn gemoed wordt gedrukt door ’t geloof: dat weinigen slechts van de vele geroepenen zijn uitverkoren. Weinigen onder de werkbijen, die den ho nig zamelen, kunnen zich om de eerste Mei bloemen vereenigen met ’t gelukkig bewustzijn, dat het zoete vocht, door hen uit de planten getrokken, ook hun eigendom zijn zal. Weini gen die kunnen gelooven, waarachtig gelooven, dat het werk hunner handen een voor hen blij vende oorzaak van bemoediging zijn zal. En toch viert het volk feest? Natuurlijk, en met reden Wij, de bewoners van den aardgordel waar de schemering lang te voren de nadering aankondigt van de leven wekkende,‘Verheffende bron van licht en warmte, ADVERTED E1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents* voor eiken regel meer 7% Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. J De jaarlijksche feestdag van de arbeiders is in aantocht. Alom zijn de toebereidselen reeds gemaakt voor het internationale jubilee van den arbeid. Er is iets grootsch in deze feestvreugde, zoo verheven, dat wel geen ernstig gestemde borst het van zich zal kunnen verkrijgen den spot ermee te drijven Victor Hugo mag van den koning sarcastisch spottend getuigen II s’ amuse van het werkend deel der natie denkt men zoo niet meer de tijd daarvoor ligt achter ons. Het volk viert zijn feestmaar ’t is niet, als bij den Franschen doeniet, uit verveling. Het volk verveelt zich niet; het volk komt tijd te kort. Immers, neemt men van het et maal af de uren van den slaap, de maaltijden en van het dagwerk, dan schiet er voor den werkenden daglooner nagenoeg niet over tot ontwikkeling van wat ook bij hem, als menseh, de voornaamste vermogens zijn. Zelfzuchtige tobbers mogen beweren dat de werkman geen behoefte daaraan heeftzoolang aan hem, als aan ieder ander, ook aan die Kappellui, de vermogens zijn geschonken wier ontwikkeling verheft uit het dagelijksch sleurleven, is het gemis van gelegenheid een leemte die zichzelf zal wreken. achteruit zelf door Verder wordt der kennis van belanghebben den gebracht dat diegenen, welke vroeger in andere ge meenten ingeschreven, sedert de inschrijving van het vorige jaar, binnen deze gemeente zijn komen wonen, zich insgelijks op dien dag zul len moeten laten inschrijven, in het register °Ver ee? der ■>aren 1862 tot e“ “et 1870, waartoe zij volgens hun ouderdom be- hooren; dat een ieder, hetzij hij al of niet ver meent tot dé vrijgestelden of uitgeslotenen te behooren, tot deze inschrijving verplicht is dat voor ingezetenen worden gehouden, a’lle Nederlanders, alhier hun gewoon verblijf hou dende, alsmede alle vreemdelingen, binnen deze gemeente woonachtig, -welke hun voornemen, om zich binnen het Rijk te vestigen, zullen hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door het wer kelijk overbrengen van den zetel van hun ver mogen of de boofdmiddelen van hun bestaan dat zij, die in meer dan eene gemeente hun gewoon verblijf houden of den zetel van hun vermogen hebben gevestigd, tot de inschrijving verplicht zijn binnen die gemeente, alwaar eene dienstdoende schutterij aanwezig isj dat de registers ter inschrijving vanaf 15 Mei tot 1 Juni e. k. zijn geopend, en dat allen die bevonden -worden, zich alsdan niet te hebben doen inschrijven, volgens art. 9 der wet op de schutterijen, door het Gemeentebestuur ambts- halve zullen worden ingeschreven, en door den schuttersraad tot eene geldboete verwezen, ter wijl zij bovendien zonder loting bij de schutterij zullen worden ingelijfd, indien het zal blijken, dat er tijdens de verzuimde inschrijving, geene’ redenen tot uitsluiting of vrijstelling te hunnen aanzien bestonden dat eindelijk een ieder, die binnen deze ge meente niet geboren is, wordt aangemaand zich tijdig van een geboorteakte te voorzien, en zich alzoo van zijnen juisten ouderdom te ver zekeren, teneinde de inschrijving naar behoo ren geschiede. Sneek den 24 April 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd. ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. UIT DE PERS. De Tyd wijdt ook een korte beschouwing aan de memorie van antwoord op het kiesrechtont- werp en constateert dat er van gemeenschap pelijk overleg niets is te bespeuren. Wordt aan de vroegere vrienden, de radicalen, niets toegegeven, de bejegening welke de denkbeel den ondervinden der katholieken en antirevo lutionairen, die hun hoop gesteld hadden op de invoering van correctieven of van huismanskies- recht, toont voldoende dat ook aan die zijde niets van den minister is te verwachten. Het blad haalt daarop de volgende woorden aan, ontleend aan dat deel van het antwoord, waarin de innerlijke waarde van het ontwerp ter sprake komt. ,Het wetsontwerp strekt niet tot invoering van nieuwigheden op electoraal gebied als daar zijn klassenstelsel, organisch kiesrecht, huis- mans-kiesrecht, meervoudig kiesrecht, stem- dwang, proportioneel kiesrecht. Noch de be wering, dat iets noodig is als correctief, noch dat het op zich-zelf een groote verbetering zou zijn, kan den ondergeteekende bewegen het ge kozen kader te verruimen. De uitspraak der kiezers in 1894 was omtrent de hoofdpunten een zoo fuim ^gelijke uitbreiding werd door zoo goed als allen begeerd en de rechtstelsel in het vorige ontwerp werd door de meerderheid afgekeurd. Correctieven en nieuwe electorale uitvindingen kwamen niet of nauwelijks ter sprake. Door zich te houden aan die taak, door deze uitspraak van de kie zers opgelegd, brengt men een nationaal werk tot stand. Later, als ons staatsleven in regel matige banen is teruggebracht en dringende achterstallige arbeid is afgewerkt, mogen de voorstanders van veranderingen, welke buiten het aangewezen kader liggen, bij de nieuwe Kiezers hun geluk beproeven. De ondergeteekende legt zich om het voor liggende, voor ons staatsleven zoo noodige werk tot stand te brengen, eveneens beperking op. tiij ziet niet voor goed af van de verwezenlij king der inzichten, welke hij omtrent vrouwen kiesrecht en evenredige vertegenwoordiging heeft verdedigd en nog voorstaat, al brengt hij die vraagstukken thans niet ter sprake. Hij buigt zich, gelijk bij de behandeling der grond wetsherziening van 1887, voor de eischen der practische staatkunde. Deze spreken naar zijn oordeel te luide, om ook niet bij de Staten- Generaal gehoor te vinden. Het is toch nau welijks denkbaar, dat inmenging van allerlei wellicht aannemelijke, maar toch betwiste en voor beslissing niet rijpe, wetgevende denkbeel den in de behandeling van een ontwerp, het welk slechts den neerslag vormt en behoeft te vormen van een tot in alle staatsrechterlijke instantien gevoerden strijd, iets anders dan te- leurstelling kan baren. De ondergeteekende kan dan ook geen voorwaardelijke aangeboden steun aanvaarden en bepaalt er zich toe, de opneming der nieuwe kiezers te bepleiten, zon- - der aan hun intrede zoogenaamde „correctieven” te verbinden, die de waarde van het hun toe te kennen en hun ook door alle partijen toe gezegde recht zouden kunnen verminderen.” Daarop eindigt de Tijd aldus wDe Minister aanvaardt geen voorwaardelijk aangeboden steun”, ziedaar een woord, hetwelk een fleren en zelfbewusten klank heeft, doch tevens een woord, hetwelk moet verbazen in den mond van een minister, die geen eigene partij achter zich heeft, doch een groot werk wil tot stand brengen met de hulp van partij en, die op het terrein van beginselen lijnrécht tegenover hem staat, zooals de heer v. Hontena In het Centrum wordt ook op dit vasthou den van eigen meening gewezen en de aan dacht gevestigd op ’t feit, dat de heer Van Houten hier het voorbeeld volgt van den. mi nister Tak van Poortvliet. Toch is er, naar ’t blad verder schrijft, in beider vasthouden aan eigen opvatting een onderscheid. De heer Tak ging uit van een beginsel, en wat men hem wilde opdringen kwam daarmee in strijd. De heer Van Houten echter kan ge rust, zonder aan het principe waarop zijn ont werp steunt, te kort te doen, de correctieven en andere zaken, welke hem worden voorge houden, aannemen. Zijn géheele wet toch is niets anders dan een samenvoeging van allerlei kleine bepalingen en wat bij Tak zou hebben gehinderd, is bij hem niet misplaatst. Men kan vrijelijk nog wat meer kenteekenen en beper kingen aanbrengen, zonder de grond-idee der wet te verkrachten. Toch weigert de minister toe te geven en zoekt hij blijkbaar in isolement zijn kracht. „Dat hij zich daarbij, aldus besluit het Cen trum, echter scherper plaatst tegenover de con servatieven dan tegenover de progessisten, springt onmiddellijk in ’t oog. Van zijn vrienden en bondgenooten in vorige jaren maakt mr. Van Houten zich ook nü weer los zijn door de natuur afgericht, om lang nog voor het licht doorbreekt haar nadering te bespeu ren. Het volk heeft sinds eenigen tijd dien dageraad zien aanbreken. Daarom viert het volk zijn feest, het feest dat het verheft uit de vale stemming van zijn twijfelachtig bestaan; dat hem ontrukt aau de gedachte met welk doel het eigenlijk leeft, zooniet om anderen ge not te verschaffen; dat hem het geloof geeft aan de komst der blijde ure, waarin ook voor hem de rijkdom van moeder natuur zal worden ontsloten. Daarom is het feest van den arbeid grootsch en verheven en het zou zijn te betreu ren, wanneer verschil over de leus van den dag het Meifeest deed ontaarden in een onzaligen broedertwist, gelijk het paaschfeest de vonk was die de christenen tegen elkander in ’t harnas joeg. De menseh in feestelijke stemming heeft be hoefte aan hartverheffende gedachten. Of men die bij het volk zal opwekken Ja, wanneer de sprekers bezield zijn met ware feestvreugde en menschenkennis. Neen, bijaldien partijpoli tiek bij hen als troef wordt uitgespeeld. Door drongen van het besef, dat het Meifeest is het feest van den arbeid, waarop allen, die werken met de handen, zich vereenigen om elkaar te wijzen op het aanbreken van den dageraad en zich met elkander te verheugen over den na derenden dag waarin ook de gaven van hun verstand en hart zich rijk zullen kunnen ont plooien in ’t warm koesterend zonlicht; van dit besef doordrongen, is het immers eenerlei over welk onderwerp het volk zal wor den toegesproken door de sprekers Onzen feestgroet dan aan den arbeid op den len Meidag. De geest van den menseh gaat wanneer hij stilstaathij waarschuwt naar prikkels te vragen ter opwekking. En gelijk bij de „nette® menschen die zich fervelen, neemt in de klasse der werkende men- ichen de behoefte aan prikkel toedeze >ehoefte is geen natuurlijke, ze is als de oor- ogsverklaring aan de natuur. De maatschappij waarin deze levenskanker ontstaan en zich met soo groote kracht verbreiden kan, veroordeelt richzelve. Het volk viert zijn feest, het feest van den rheid. Is er reden van vreugde voor hen die in ichamelijken arbeid hun bestaan vinden? Er wordt gewezen op de stijging der loonen en aartegenover wordt herinnerd aan de rijzing er marktprijzen van de dagelijksch terugkee- ende levensbehoeften. Maar wanneer deze wee elkaar in balans houden, blijft nog over e rijzing van den levensstandaard in verband iet den maatschappelijken vooruitgang. Is er au geen tekort voor den werkende in verge- jk met voorheen? En stelt de fabrikant zich voor het „verlies” in wat de loonsverhooging hem kost niet limschoots schadeloos door de invoering van ;omme werkkracht Ja, zeg eens, is er voor en arbeider, die zich den arbeid door de ma- une ziet onttrekken, wel wezenlijk reden voor lestvreugde Toch viert het volk zijn feest en het is als féést van den zoon Calvijns die gelooft aan i voorbeschikking. Niet het feest over ’t geen en reeds heeft of zietniet het feest waarbij te feestvierenden reden hebben zich te ver- I Jugen omdat allen eenzelfde geluk te beurt kailü ueier gemeei 61 of zal vallen: maar het feest van den ge- Woensdag 20 Mei 1896. Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden I.— franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. mitsdien allen, die geboren zijn in **'j» um mvm »vvi’ u™ BcuuiienijKen Kiezers dienst te doen inschrijven, waartoe ter Secre- duidelijk mogelijke uitbreiding wijze van uitwerking van het grondwettig kies- BEKENBMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek roepen bij deze opalle manspersonen, binnen deze gemeente woonachtig, die op den 1 Januari 1896 hun 25e jaar zullen zijn inge treden en mitsdien allen, die geboren zijn in het jaar 1871, om zich voor den schutterlijken tarie dezer gemeente zal worden gevaceerd op IIIIJIWM. iso A WllWMI! IS u e s i 15’ U’ djj nd: db- 01- Jga 75 7 42 8- S 35 914 9 29 948 95’ 1)8 0 15 150 r- n 720 S- I - 115 35 .45 SWEKKB. COURAN SS

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1896 | | pagina 1