tl’ll lb 111 Ill i IIMNMTSH. fflffiS- HI WERTEOT-BLID 11)118 »G in. R a a n a. SLAAFSCHE MORAAL. PAARDENMARKT. Voorjaars-Paardenmarkt SCHUTTERIJ. No. 39. E E N-E N-V IJFT1G8TE J 1896- len U- IIS' Z T E K I> O- 16 31 JE I. [A. w "fl Lan- Alle brieven in te zenden. IV. CIl. :il. 1: a- 10 a eveneens door liefde te verwerven. Tegenover het moralisee- ren met autoriteiten, innerlijk en niet innerlijk, het opvoeden in gehoorzaamheid aan wet en teit en vrijwillige zedelijkheid. Bij het nuttelooze moraliseeren van het indi vidu komt nog een beslist schadelijke eigenschap: afgedaan personen aansprakelijk te meent tot de vrijgestelden of uitgeslotenen te behooren, tot deze inschrijving verplicht is dat voor ingezetenen worden gehouden, alle Nederlanders, alhier hun gewoon verblijf hou dende, alsmede alle vreemdelingen, binnen deze gemeente ewoonachtig, welke hun voornemen om zich binnen het Rijk te vestigen, zullen hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door het wer kelijk overbrengen van den zetel van hun ver mogen of de hoofdmiddelen van hun beslaan; dat zij, die in meer dan eene gemeente hun gewoon verblijf houden of den zetel van hun vermogen hebben gevestigd, tot de inschrijving verplicht zijn binnen die gemeente, alwaar eene dienstdoende schutterij aanwezig is- dat de registers ter inschrijving vanaf 15 Mei tot 1 Juni e. k. zijn geopend, en dat allen die bevonden worden, zich alsdan niet te hebben doen inschrijven, volgens art. 9 der wet op de schutterijen, door het Gemeentebestuur ambts halve zullen worden ingeschreven, en door den schuttersraad tot eene geldboete verwezen, ter- wijl zij bovendien zonder loting bij de schutterij zullen worden ingehjfd, indien het zal blijken, dat er tijdena de verzuimde inschrijving, geene redenen tot uitsluiting of vrijstelling te hunnen aanzien bestonden dat eindelijk een ieder, die binnen deze ge meente niet geboren is, wordt aangemaand zich tjjdig van een geboorteakte te voorzien, en zich alzoo van zijnen juisten ouderdom te ver zekeren, teneinde de inschrijving naar behoo ren geschiede. Sneek den 24 April 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BEN NEWITZ, Secretaris. BEKEND MA KIN G. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, Gelet op de artikelen 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875, (Staatsblad no. 95), tot regeling van het toezicht bij het oprichten van inrich tingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken Brengen ter openbare kennis, dat ter Secre tarie der gemeente ter visie is gelegd, een ver zoek met bijlagen van LOLKE DOKKUM, Apother, wonende te Sneek, om vergunning tot het plaatsen van een STOOMWERKTUIG in het gebouw, staande aan A& Biesketorensteeg alhier, Wijk 1 no. 64, kadastraal bekend ge meente Sneek, Sectie B no. 609. Dat op Zaterdag den BOsten Mei 1896, des middags te 12 uren, ten gemeentehuize gelegen heid zal zijn, om hier tegen bezwaren in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten en dat zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben in te brengen, gedurende drie dagen vóór ovengenoemd tijdstip ter Secre tarie der gemeente, in de gewone bureau-uren, van de ter zake ingekomen schrifturen kennis kunnen nemen. Sneek den 16 Mei 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek, i Gelet op art. 8 der wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad no. 95), Brengen ter openbare kennis dat de door JACOBUS RINGNALDA, Koop man alhier, aangevraagde vergunning tot het oprichten van eene Bewaarplaats van Lompen, Bij deze Courant behoort als Bijblad Feuil- leton-nummer 220. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek maken bekend, dat de alhier zal gehouden worden op Woensdag den 21sten Mei e. k. Sneek den 15 Mei 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek roepen bij deze opalle manspersonen, binnen deze gemeente woonachtig, die op den 1 Januari 1896 hun 25e jaar zullen zijn inge treden en mitsdien allen, die geboren zijn in het jaar 1871, om zich voor den schutterlijken dienst te doen inschrijven, waartoe ter Secre tarie dezer gemeente zal worden gevaceerd op Woensdag 20 Mei 1896. Verder wordt der kennis van belanghebben den gebracht dat diegenen, welke vroeger in andere ge meenten ingeschreven, sedert de inschrijving van het vorige jaar, binnen deze gemeente zijn l komen wonen, zich insgelijks op dien dag zul- len moeten laten inschrijven, in het register, loopende over een der jaren 1862 tot en met 1870, waartoe zij volgens hun ouderdom be hooren; dat een ieder, hetzij hij al of niet ver- Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden f J.— franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco Door de individueele j - - stellen voor de fouten, die moeten toegeschreven aan de groote maatschappelijke ziekte, wordt de aandacht van het maatschappelijk lichaam afgewend en van de groote fout, die ieder in dividueel begaat, door de genezing van dit be langrijkste aller organismen te verwaarloozen. Moge de persoonlijke moraliteit niet de splin ter zoeken in het oog zijns broeders, maar de balk in eigen oogmoge hij bij elke opkomen de lust tot rechten zijn streng hart aldus toe spreken „Niet wée den gerechte ik zeg wée de rech ters Wee allen die het zwaard trekken en den z waren last van menschenrecht aan de zwakke menschenhand toevertrouwen. Het vlammend vuur der zonde verteerfalle merg en ieder is verantwoordelijk voor zijn daden en draagt de last van schuld en misdaad. Gij stoot den een diep in des afgronds duister, den ander heft ge omhoog naar ’t licht. Leert gij de blin den wat hen ziende maakt? En droogt gij ook de tranen van wie weent (J. Hart -Homo Sum”). Indien de moraal de schuld aan de zonden niet zoo eenzijdig toeschreef aan den persoon, zoo zou een verbetering der maatschappij langs empirischen weg hieruit volgen, dat de leden individueel erkennen Ik heb weinig reden mijn uitbuiter, mijn concurrent, den dief, den bedrieger, den ruwen en boosaardigen mensch te schelden. De onaangenaamheden die zij me berokkenen heb ik me-zelf in zoover toe te schrijven, als deze konsekwent te voorschijn komen uit de maatschappelijke inrichting, die ook mijn gedrag beheerscht. Want weet„het wel en wee der menschen is het werk hunner eigen handen” en „wat men zaait zal men oog sten.” In de zedelijke tekortkomingen ligt alzoo een natuurlijke vergelding, die voortkomt uit de so ciale misstanden, een heilzame straf voor ons allen die deze misstanden dulden. En in zeker opzicht heeft het onbeschaafde volk, het misda dig gepeupel een zending te vervullen de zending om de maatschappij zoolang met scor- pioenen te geeselen tot ze tot bezinning komt. Uit dit oogpunt beschouwd zijn alle zedepree- kers, die met hun gekwezel het werk dezer tuchtmeesters te keer gaan, als hinderpalen der maatschappelijke ontwikkeling, en als laffe Ea- rizeërs te beschouwen, die zich voor de onaan gename gevolgen hunner genotzucht zoeken te verschuilen en die zich als ’t ware na het ge- notene met het gelag uit de voeten maken of tot de vrouw die voedsel vraagt voor de vrucht hunner wellust zeggen Pak je weg, meid Het is met den vooruitgang van het men- ADT ERTEET1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents’ voor eiken regel meer 7'/a Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. J Hoe dom en onbeschaamd toch is de be schuldiging, gelegen in het „gij zult” der he- dendaagsche moralisten Wij komen hier ter wereld buiten onzen wil of toedoen en vinden dat de menschen over het algemeen onverschillig, zoo niet leugenachtig en roofgierig jegens ons handelen En nu verlangt de zedemeester dat wij jegens onze medemensphen niet desgelijks, maar deugdzaam en liefdevol zullen handelen daartoe zouden vrij verplicht zijn, en ons zou als taak zijn op gedragen deze slechte wereld te verbeteren en dit doel zou iets zoo hoog en heilig zijn, dat wij om zijnenthalve tot persoonlijke offers moe- stpn bereid zijn, die anderen niet willen brengen. Voorwaar, een wonder is hef, dat het volk zich niet in groote massa’s werpt in de armen van het satanisme. Het volk moet zeer goedmoedig of zeer domgeloovig en slaafsch zijn Aan de moralisten, die aan hun „gij zult” de kracht van het tooverwoord toekennen dat alle deugden kan wekken, zij herinnerd, dat er deugden zijn wier betrachten niet mogelijk is tenzij de mensch volkomen vrij, zonder dwang buiten den invloed sta van een gebod. Ik noem ah zoodanig: menschenliefde, mede-vreugde en inede-lijden. Ze ontwaken onder de inwer king van het object spontaan bij het subject, «onder dat iemand in staat zou zijn ze door zult op te wekken. De meening, dat men door bevelen, prijzen en berispen, be- looneu en straffen, iemand liefde kan inboeze men voor menschen of dieren, zaken of eigen schappen, is even belachelijk als de handeling van den pruisischen koning, van wien men ver telt dat hij, toen een zijner onderdanen op den weg schuw voor hem uitweek, dezen met zijn stek aanviel, daarbij uitroepende Gij zult mij niet vreezen, gij zult mij beminnen. Om dan de onzedelijkheid te bekampen be hooren we iets ouders te doen dan de zieke leden der maatschappij locaal behandelen met junstisehe en moralistische maatregelen van re- pressieven aard; wij behooren dit lichaam in zijn geheele samenstelling constitutioneel te ver beteren en de grondoorzaak van het ziektever schijnsel te verwijderen. In plaats van straffen dreigen en prediken „gij zult”, hebben we aan het maatschappelijk leven die inrichting te ge- Ven waarbij de menschen zich in hun econo mische belangen solidair gevoelen, zoodat nie mand noodig heeft te liegen, te bedriegen of zich te prostitueeren en dat de een in den an der niet een concurrent, een uitbuiter of zijn 0 er heeft te zien. En wenschen wij, dat een mensch ons, zijn ouders, broeders en zusters, in algemeen zijn medemenseb, kan liefhebben, zoo blijft ons niet anders te doen over dan ons bemmnenswaardig jegens hen te gedragen en re andere menschen den raad te geven zich een goed gedrag zijn naasten- schengeslacht droevig gesteld. Oneindig veel van hetgeen men vooruitgang noemt is slechts een nieuwe uiterlijk verbeterde oplaag, een mo derne inkleeding van oude dwaasheden en slecht- geweten, sta het maatschappelijk moraliseeren, heden. Verduiveld taai zijn toch de verkeerde de ^T-kkel,rS tot solidari- neigingen der menschelijke natuur Wanneer men meent dat een dwaasheid eindelijk over wonnen is en voor de wereldgeschiedenis heeft zoo blijkt ze slechts geruid te heb ben en leeft lustig, verjongd zelfs, voort. Zoo meenen b. v. veel ontwikkelde lieden dat het papisme een vrijwel gebroken macht is, sinds wij niet meer als heksen of ketters verbrand mogen worden, met den derde klasse- leerling der H. Burgerschool over „krachten stof* redeneeren, onzen Egedy en Harnaek, onze vrij- denkersvereenigingen en maatschappijen hebben voor ethische ontwikkeling. Dit is helaas een dwaling. Er zijn in onze dagen papen in we tenschap en kunst, in politieke paedagogie en kunst en moraal .De moraabpapen zijn dezelf de kleur in ’t groen als de religie-papen hun handelingen en leuzen stemmen beter samen met den modernen tijdgeest. Waar men ze heeft te zoeken Ze vormen afgezien van eenige beroepsmoralisten nog geen eigen stand. Zij zijn overal waar gemoraliseerd wordt: in kerk, school en familie, in het parlement, in vereenigingen en in dagbladredactiën, mis schien ook in ons eigen hart. Waaraan men den moraal-paap herkent Zijn meest opmerke lijk kenteeken in zijn autoritair karakter d. i. de neiging om te heerschen door physische mid delen, om menschen tot „rede* te brengen, niet door een beroep op hun verstand, maar door middelen die onverstand en slaafschheid kweeken en versterken. l I IS 1 20 100g is 15 :i 52 5 12 IS 24 13 I* OEEKER COUBAN

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1896 | | pagina 1