1 i5 MffllTB M BIJ Mfflfflfflï S1H. Jaargang. Opkomst onder de Wapenen. No. 46. E E N-EN-V IJ F T I G S T E 1896. SLAAFSCHE MORAAL IO JUN J. raad- I. naar het korps - Alle brieven in te zenden. fi ax le- nis iet rd. en uitbuiten, tot de n stand en voldoende slechte den prijs 50,>en Da die alle zedelijkheid terugvoert zeer mg aat een welbegrepen egoïs- i zuchtig willen, en d den enkele niet altijd het wel- bare kortzichtigheid. Deze CO IRA NT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.—franco per p08t ri-25- en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco XI. Een zedelijke paedagogie kan met de natuur lijke karakteriseering samengaan. Geene die een beroep doet op het plichtsgevoel, maar een paedagogie die het verstand alleen wil plegen. Geen autoritaire lof en berisping, pree- ken, verdoemen en heiligen, beloonen en straf fen worde door haar te baat genomenze schrij ve aan de kweekelingen niet dogmatisch voor wat ze doen of laten moeten maar ze verklaart hun de natuur der dingen, der menschen en r van het maatschappelijk leven ze verschaft hen licht over alle handelingen en neigingen, alsook baar gevolgen, zoo goede als kwade, en laat verder vol vertrouwen de kweekelingen volko men vrij in doen en laten, gelouterd als hun gezindheid en stemming thans is door verstand en wetenschap. Daarbij onderstelt ze niet bij de kweekelingen den aanleg tot buitengemeen altruïsme in den zin van het christelijk ideaal ze bouwt de solidariteit enkel op een quantum egoïsme en verstand dat hoezeer ook door autoriteit en uitbuiting thans onderdrukt reeds nu in ieder gezond mensch aanwezig is. En met enkel brenge deze opvoeding de ru- zoo solidair zijn, dat een ieder in het kwaad’ we grondstof der wetenschap bij. Ze ver- - smade ’t volstrekt niet het ook in bewerkten toestand aan te voeren om den kweekeling den geestelijken verteringsarbeid te verlichten. Ze verachte niet de levenswijsheid welke de me nigte en inzonderheid haar beste geesten heb ben verzameld. Maar ze stelle die wijsheid met voor als zedewet, wel als een vingerwij zing die de kweekeling kan volgen of niet, al naar eigen ervaring en overleg hem dit inge ven. Weckerlin zegt„De moraal, het edelste der filosofie omdat ze haar nuttigste deel is, mag niet anders dan een op ervaring en ver stand gebaseerde aanwijzing zijn tot een wijs genieten van het tegenwoordig leven Bij sommigen is de moraal, die niet anders mag zyn dan de stem van het verstand, de heilige onmisbare wet der natuur, het werk hunner gullen of ’t resultaat van opgeblazenheid. De ouderdom maakt knorrig, vitziek en vaak on- 7“ gevoelig en onrechtvaardig jegens anderen- Men pocht op zijn grootere ervaring en zoekt inste overreden, dat de wijsheid haar toppunt ’©reikt en haar triomf viert terwijl het lichaam iaat afnemen en de krachten verminderen üet eerste boek dat verbrand werd, was waar heid. Een of ander menschenviller of gek ge voelde zich daarin getroffen; hij hield verbran- en voor gemakkelijker dan wederleggen; daar- oe behoorde deugd noch verstand twee gaven ie angen tijd voor de wereld verloren waren Het zou kunnen zijn dat deze beschouwing Ier bronnen van het zedelijk goede werd ver- «vard met de moraalfilosofie, welke de harmo- lie verkondigt tusschen eigenbelang en alge meen belang en die alle zedelijkheid terugvoert ”t een welbegrepen zelfzuchtig strevenzeer I uist is de opmerking dat een welbegrepen egoïs lUch «treven van zijn der overigen zal bevorderen en dat de al- truïstische opoffering van den menschenvriend i de enkel eigen "belang' hem met altijd nuttig is. Wie heeft niet leven- dig soms de juistheid gevoeld van de vraag Warum schleppt sich blutend, elend ünter Kreuzlast der Gerechte, Wahrend glücklich, als ein Sieger, Trabt auf hohen Ross der Schlechte Maar het antwoord is eenvoudig en klaar Omdat onze maatschappij niet vrij is, omdat ze bestaat uit heeren en uit hen die zich laten en dien ten gevolge niet komen kan loodzakelijke solidariteit. Het onver- de knechtschap van het volk, dat niet op zijn vrijheid bedacht is, geeft den i en stort den goedmoedig dul dende in de ellende. In zekeren zin juist is de leer der harmonie van de maatschappelijke belangen. Duidelijk is die harmonie zichtbaar in het beeld dergo- zaglooze maatschappij. Want, vervuld door het 1 gemeenschappelijk belang, steeds vrij en op de 1 hoede voor uitbuiting, en tegelijk er op be dachtzaam overeenstemming op den grondslag oer vrijheid te verkrijgen in de volkshuishou ding, zullen de leden der vrije maatschappij dat een ander trof, dadelijk een gevaar zal zien voor ziph-zelf; dat dientengevolge de natuur lijke karakteriseering ongestoord haar werk zal voortzetten om zoodoende alles wat voor het algemeen nuttig is te bevorderen, en uit te stooten wat schadelijk is voor ’t geheel. Op elkaar kunnen rekenen is het krachtigste middel om menschensolidariteit te bevorderen. Gewezen zij op het feit, dat reeds in onze maat schappij overal solidariteit ontstaat waar men van elkaar afhangt en met elkaar te rekenen heeft. Gelijk ik u, zoo gij mij. De speculanten op de beurs houden zich in hun zaken onderling met pijnlijke gestrengheid aan zekere regelen heeft iemand b. v. door een woord of teeken te kennen gegeven dat hij den koop accepteert, dan laat hij dien doorgaan, al blijkt hem dat deze koop hem te staan komt op het verlies van eenige duizenden en al werd hij ook mondeling zonder getuigen gesloten. Want hij «veet dat een koopman zich op de beurs onmogelijk maken zou door in dergelijk geval oneerlijk te zijn. De onverbreekbaarheid van dezen regel zou nooit zoo zeker zijn onder den invloed van de straffen der overheid of de predikatie der zedemeesters. Want overal waar de beurswereld zich niet aaneensloot tegen ele menten welke haar levensvoorwaarden bedrei gen, zijn de wetten van den staat en van de moraal van twijfelachtige waarde gebleken. Ons doel was te waarschuwen voor verwar ring onzer opvatting met die moraalfilosofie welke alle zedelijkheid afleidt uit het welbe grepen eigenbelang, op grond hiervan, dat geen onbaatzuchtig will»n zou kuunen bestaan. Toch bestaat er belangelooze zedelijkheid en onbaat- dit te loochenen is een bliik- Het spraakgebruik noemt het le peloton van de le compagnie van het korps Torpedisten (plaats van opkomst fort de Ruijter) en het 2e peloton van de le compa-r- korps Torpedisten (plaats vano’p- komst Hellevoetsluis) op 2 Juli 1896; op het k”ps vJn AeVme -en 6e.batt,ery van het leregiment Veld-Artillene en het korps Genietroepen (uit gezonderd de Vesting-Telegrafisten die hebben voldaan aan het bepaalde in den eersten volzin omsuodighoid dos zijn tandeiïng „iel 29 de 2er compagnie van het korps Pontonniers vi AeVne -ea 5>e batterÖ van het 2e regiment Veld-Artillerie, alsmede de le Treincompagnie, met uitzondering van hen, die in dit jaar van de Cavalerie daarbij zijn overgeplaatst, op 14 Augustus 1896; p de 3e compagnie Hospitaalsoldaten op 15 Augustus 1896; y de 2e batterij van het korps Rijdende Artil lerie op 17 Augustus 1896 v n Ae’rne -en 5e batterÖ van het 3e regiment Veld-Artillene, le peloton van de 2e compagnie van het korps Torpedisten (plaats van opkomst fort aan den Hoek van Holland) en 2e peloton van de _e compagnie van het korps Torpedis ten (plaats van opkomst den Helder) op 20 Augustus 1896 Ae le en 2e compagnie Hospitaal-Soldaten op 24 Augustus 1896en vm le>ue 5e batterÖ van het le regiment Veld-Artillene op 26 Augustus 1896. C. De Verlofgangers der lichting 1894, be- hoorende tot de le, 2e, 3e en 4e compagnie van het le regiment Vesting-Artillerie op 2 Juni 1896- de 2e compagnie van het 2e en de le en 5e compagnie van het 4e regiment Vesting-Artil- lene en 2e compagnie van het korps Pantser- fort-Artillerie op 16 Juni 1896; de 2e en 4e compagnie van het 4e regiment Vesting-Artillerie op 23 Juni 1896; de 6e compagnie van het 2e regiment Ves ting-Artillerie op 7 Juli 1896; de 4e compagnie van het korps Pantserfort- Artillene op 21 Juli 1896; de 7e compagnie van het 2e regiment Ves ting-Artillerie op 28 Juli 1896; de le, 3e, 5e, 8e, 9e en 10e compagnie van het 2e regiment Vesting-Artillerie op 11 Augus- tus 1896; de le compagnie van het korps Pantserfort- Artillene op 14 Augustus 1896; de 3e, 6e, 7e, 8e, 9e en 10e compagnie van het 4e^regiment Vesting-Artillerie op 17 Augus- de 10e compagnie van het le regiment Ves ting-Artillerie op 18 Augustus 1896; de le, 2e, 3e, 4e en 5e compagnie van het 3e regjment Vesting-Artillerie op 25 Augustus 1896; de 5e, 6e, 7e en 8e compagnie van het le regiment Vesting-Artillerie op 15 September 1896, en de 4e compagnie van het 2e regiment Ves ting-Artillerie op 29 September 1896. De betrokken Verlofgangers worden herin nerd aan hunne verplichting, om bij de op komst onder de Wapenen a. voorzien te zijn van al de voorwerpen van kleeding en uitrusting, door hen bij vertrek met groot verlof medegenomen b. hun verlofpas vóór vertrek te doen afteekenen, en een handeling egoïstisch, wanneer de handelen- - 4 °P ’t oog heeft. Wordt niet het eigen belang, maar dat van anderen beoogt, zoo heet de handeling belangeloos. Ar nold von Winkelried, die zijn leven offerde ter wille van het belang zijns volks, handelde be langeloos, omdat hij niet zijn eigen voordeel op ’t oog had. Hij handelde aldus wijl hem de vrijheid zijns volks liever was dan eigen leven en omdat hij natuurlijk zocht te vermijden wat voor hem pijnlijk was en te doen zocht wat hem bevredigen moest. Naar het spraakgebruik kan deze als egoïstisch bestempelen anders waren alle handelingen egoïstisch want de handelende zoekt altijd te vermijden wat pijnlijk en te doen wat hem aangenaam of minder pijnlijk is. Dit is de algemeene wet voor den wil. De indeeling„egoïstisch” en „belangeloos” be treffen dus niet den aandrang, het gevoel van den handelende, maar het door hem beoogde doel, de voorstelling van zijn bewustzijn. Nietzsche en Stirner noemen de belangeloos heid, het altruïsme, kortweg slaafsch het ego ïsme alleen is volgens hen te beschouwen als de wilsrichting van den vrije. Deze opvatting is even valsch als de christe lijke dweperij voor het altruïsme, welke het egoïsme verwisselde met slechtheid. Er is niet enkel slaafsche, maar ook vrije belange loosheid, evenals niet alleen vrij maar ook slaafsch egoïsme voorkomt. Belangeloosheid uit plichtsgevoel isslaafsch uit liefde, mee gevoel of overmachtvrij. Het egoïsme van den muiter is goed, dat van de geprostitu- eerden slaafsch, slecht. We hebben helaas te weinig egoïstische mui telingen, te weinig vrije altruïsten. De BURGEMEESTER van Sneek Gezien de missive van den Heer Commissa- ris der Koningin in Friesland van den 22 Mei het ifdeielinguM/S n0, 646 ^Prov- no. 36) betreffende opkomst in werkelijken dienst van Veriofgangers der Nationale Militie, van de lichtingen 1892, 1893 en 1894- ROEPT BIJ DE^E OP de in déze gemeen te gevestigde Verlofgangers van de Militie te and, behoorende tot de hieronder vermelde lichtingen en Korpsen, om zich dit jaar op de hierna aangegeven tijdstippen, uiterlijk ’s na middags ten 4 ure, bij hun Korps in werkelij ken dienst te begeven, te weten J Verl?f9angers der lichtingen 1892 en 1893, behoorende tot 4 en 6e reeiment Infanterie op 15 Augus- tus 189b 2e’ 5e’ 7e en 8e reg’ment Infanterie op 27 Augustus 1896, en het regiment Grenadiers en Jagers en 4e regiment Infanterie op 4 September 1896. B. De Verlofgangers der lichting 1893 be hoorende tot de le batterij van het korps Rijdende Artit- lene op 15 Juni 1896-, v m l%He, eni6e van het 2e regiment Veld-Artillene, alsmede de 2e Trein-Compagnie met uitzondering van hen, die in dit jaar van’ Juni 18^r-ie daarblJ zÜa overgeplaat8t, op 24 /is i L I» je- idg :ea 33 SWJEKER (OIKAA ■ik- ffl mnmïiMuii nr w 7 i - r a te s bei* iske en stra en ai le der i eo ;en tuut lijk- min etje iui' tl u

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1896 | | pagina 1