fflfflMIW MWH
GJ
MW I IDÏMffl-BUD TOOR DE
w
I
Opkomst onder de Wapenen.
No. 57.
E E N-E N-V IJ F T I G 8 T E J
1896.
W O -E T\T O O-
1S
ss
UIT CJIIIA.Y.
Alle brieven
in te zenden.
het bepaalde in den eersten volzin
i van het Koninklijk besluit van 29
de 2e compagnie van het korps Pontonniers
accepten te teekenen. En in dit geval vrees
ik voor een teleurstelling. Of zou ’t hem om
De Chinees heeft
I komst Hellevoetsluis) op 2 Juli 1896;
de le, 3e en 6e batterij vau het 3e regiment
Veld-Artillerie op 8 Juli 1896;
de le compagnie van het korps Pontonniers
op 10 Juli 1896:
„de -ei 4e en 6e batterij van het le regiment
Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
Li-Hoeng-Tsjang, de onderkoning aller Chi- iets anders te doen zijn
ook een reisje gemaakt naar Soestdijktoch
niet op condoleantie-bezoek
01 zou ja, ik weet waarlijk niet of in
’t gevolg van Zijne Majesteit wel een perso-
naadje is, luisterend naar den naamPrins
’t Zou geen slecht zaakje zijn koningin-kei-
zerin van de Chineezen in Europa en Azië
zoo sneed ’t mesje van twee kanten.
Wat zou ’t een heerlijk feest worden in den
jare 1898 Anno Domini
Alle mogelrjke en onmogelijke Chineezen
zouden van de partij zijn; c. a. 3/t van de Ne-
derlandsche Joden, een heelen stoet van Ultra-
montanen, enfin massa’s en drommen van groote
en kleine menschen.
De Joden te Amsterdam zijn over ’t geheel
Oranjegezindaan de toebereidselen voor de
aanstaande kroningsfeesten werken zeer velen
van hen mee en eigenaardig is de oppositie
waarop anti-royalisten in de Jodenwijk stuiten,
een tegenstand die voor een wereldstad iets
buitengewoons is.
Men verwijt die opposanten hun achterlijk
heid, maar is dit recht? Naar mijn beschei-
den msening is die zienswijze oppervlakkig en i
onjuist. Ik vind tenminste dat deze Joden zeer i
geavanceerd zijn, als ze met overtuiging dur- I
ven verklaren: „waar ik ’t goed heb, daar is
mijn vaderland/ En, nu ja, hun royalismus
er zijn zooveel menschen die de rook verdragen
om de warmte. Berekening? wel zeker maar
wat is tegenwoordig geen berekening? ’t Is
alles in onze dagen begonnen om den „heb*,
en die anders spreken zijn weetnieten of leuge
naars. Alles wat stelsel heet, zoo iets wat voor
de massa in massa geldt, in opvoeding, in kerk
en staat, in de politiek, de moraal, de mode,
het fatsoen, och, waarin is de berekening niet?
Wie de taktiek en haar kracht kent weet ook
wat berekening vermag. En hoe feller het
auti-semitisme woedt, des te meer zullen de
Joden zich hechten aan ’t koningshuis. Daar
van mag men die menschen geen verwijt ma
ken iedereen is verplicht allereerst voor zich
zelf te zorgen. Als ik in den regen loop en
m’u buurman wandelt onder een parapluie, dan
zeg ik met gerust gemoed eenige vleiende
woordjes aan buurman over de uitnemende
eigenschappen van z’n paraplu, als ik weet dat
de man in zijn ijdelheid gaarne gestreeld wordt;
waarom geen leugentje om bestwil? En als
een bulhond op me afkomt, dan bak ik zoete
broodjes; ik streel het dier en geef het een
klontje; waarom mag een Jood dit niet doen
als een Ultramontaan roept: leve de Koning!
Lach vrij, m’n vriend, als ge ’t niet laten
kunt. Alles is immers komedie en berekening?
Eu wat zou ’t leven ook zijn zonder komedie
spelen
De levenszatte Salomo alleen kan getuigen
dat alles ijdelheid is. Maar een generaal, die
z’n generaliteit op prijs stelt, moet als conditio
sine qua non „’s wereld ellende* slikken. Ik
jacht daar aan Booth, die thans ook juist bin- nie
nen onze landpalen vertoeft.
De een is ondernemend en de ander
zichtigmaar in bedoeling gaan beiden
En nu
I geland beter slaagt dan bij
den Nederlandschen kapitalist daarvan
wijt maken? Engeland telt meer i
beschikt over zooveel meer machtmiddelen en
wij hebben we al geen relatiën te
in Azië?
Wat gaat ’t ons aan of de Chineezen Boed
dhisten zijn, als ze maar goedvinden om den
Hollandschen koopman in hun land toe te la
ten voor de afzet van z’n artikelen? En zijn
we er eenmaal, wat is er dan tegen, den Chi
nees te christianiseeren, m. a. w. tam te maken,
te beschaven?
Mundus vult decipi; zoolang we niet weten
wat ’t leven is, krijgen we apekool und kein
Ende te eten, en als de Transvalers, die ook
hier vertoeven, zonder geld weer afreizen, met
goed gevulde magen, merken we nog niet dat
de hoop iets verminderd is. Een voedingsmid
del van superieure kwaliteit is apekool niet,
maar t werkt toch als een voedingsmiddel iets
uit: t maakt Ultramontanen tot patriotten van
Nederland, Judeërs tot Oranjeklanten en ons
allen te samen tot vereerders van den eersten
den besten langstaart, die ons een fortuintje
bezorgt. Waarom zou men dan Li-IIoeng min
der eer bewijzen dan den sultan van Soerakarta
of Toekoe Omar of Wilhelm van Hohenzollern?
Er is reeds veel te veel gestoft op de ver
hevenheid vau het wezen, dat mensch heet, om
daarin iets kwaads te vinden.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents-
voor eiken regel meer 71/, Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
neezen, uit het Hemelsche Rijk tot ons over
gekomen, is hier overal gastvrij ontvangen.
In den Haag, te Scheveningen, Amsterdam
on Rotterdam is Zijne Excellentie volgens
sommigen Zijne Koninklijke Hoogheid be
groet op eene wijze die hem verlegen zou hebben
gemaakt, indien hij als gewoon mensch in ons
midden was verschenen, maar .Li-Hoeng-Tsjang
is aan manifestaties van dat soort gelukkig wat
gewend, en w at voor ieder ander een oorzaak
zou zijn geweest om in te keeren tot zich zelf
en te vragen, waaraan hij die eerbewijzen ver
diend had, heeft op Li-Hoeng-Tsjang slechts
den indruk gemaakt van een beleefdheid aan
t adres van de regeering zijns lands. Gewis
nam de man, van hier gaande, den indruk mee,
dat de Nederlanders toch een hoffelijk volk zijn
on het zou een succes voor ons zijn wanneer
de Chinees bij den terugkeer in zijn vaderland
inocht verklaren, dat de Nederlandsche men-
achen bet record der voorkomendheid verbe
terd hadden.
En als ’t anders ware Waren we dan niet
in onze verwachtingen bedrogen Immers was
t ons bepaald voornemen den logeergast uit bet
verre Oosten zóo te onthalen, dat de Engelschen,
en hoe verder al dat scharrelend volk heet, het
on mogelijk verbeteren konden. Wil een of an
der ons de Chineezen van Europa noemen, dan
verbeelden we ons uitgescholden te worden,
maar dit doet niets af aan onze natuurlijke be
geerte om den grooten Chinees nu eens extra
broederlijk te bejegenen, als ’t kan meer broe
derlijk dan anderen, en op zoo’n oogenblik
denken we er niet aan dat we den schijn op
ons laden inniger dan die anderen met het
Chineescbe volk verwant te zijn. Wat geeft
t ook
Niemand vindt het aangenaam voor een eend
te worden uitgemaakt en toch worden de een-
den goed gevoerd om er eieren voor terug te
krijgen. Vriendelijkheid zonder eenige neven
bedoeling wordt in de wereld weinig aangetrof-
fen, zóo zeldzaam, dat het niet zonder beden
king is een medemensch vriendelijk te behan
delen. Dit is gelukkig, omdat het ons waar
schuwt niet fatsoenshalve vriendelijk te zijn
het is, als werd ons bij intuïtie duidelijk ge
maakt, dat men vriendelijkheid, welke zich met
fatsoen encanailleert, in ’t oog moet houden,
’t Gaat er mee als met de parlementaire hof
felijkheid Wie er kennis mee maakt denkt
daarbij aan geniepigheid of sluipmoord.
Jammer dat Li-Hoeng-Tsjang geen Hollandsch
verstaatHet Engelsch is de wereldtaalwe
zouden elkaar dan beter begrepen hebben dan
nuin eigen taal zegt één woord vaak meer
dan een geheele zin. Zoo b. v. wanneer Li-
Hoeng in meer intiem gesprek meedeeling doet
van het doel zijner reis. Li-Hoeng heeft in
den Haag langdurige conferentie gehad met
den chef van een voornaam bankiershuis hier
te lande. Men zou daaruit haast afleiden dat
de vice-koning hier komt om geld te leenen en
voor-
samen.
is ’t wel mogelijk dat Li-Hoeng in En- i
ons, maar wie zal
u een ver- Veld-Artillerie en het korps Genietroepen (uit-
inwoners, gezonderd de Vesting-Telegrafisten die hebben
voldaan aan I
over ven art*kel 6 y
I Februari 1884 no. 13) op 22 Juli 1896;
I de 2e compagnie van het korps Pontonniers
op 27 Juli 1896;
de 2e, 4e en 5e batterij van het 2e regiment
Veld-Artillerie, alsmede de le Treineompagnie,
met uitzondering van hen, die in dit jaar van
de Cavalerie daarbij zijn overgeplaatst, op 14
Augustus 1896;
de 3e compagnie Hospitaal-Soldaten op 15
Augustus 1896;
de 2e batterij van het korps Rijdende Artil
lerie op 17 Augustus 1896
de 2e, 4e en 5e batterij van het 3e regiment
Veld-Artillerie, le peloton van de 2e compagnie
van het korps Torpedisten (plaats van opkomst
fort aan den Hoek van Holland) en 2e peloton
van de 2e compagnie van het korps Torpedis
ten (plaats van opkomst den Helder) op 20
Augustus 1896
de le en 2e compagnie Hospitaal-Soldaten op
24 Augustus 1896^ en
de le, 3e en 5e batterij van het le regiment
Veld-Artillerie op 26 Augustus 1896.
C. De Verlofgangers der lichting 1894, be
hoor ende tot
de le, 2e, 3e en 4e compagnie van het le
regiment Vesting-Artillerie op 2 Juni 1896;
de 2e compagnie van het 2e en de le en 5e
compagnie van het 4e regiment Vesting-Artil
lerie en 2e compagnie van het korps Pantser-
fort-Artillerie op 16 Juni 1896;
de 2e en 4e compagnie van het 4e regiment
Vesting-Artillerie op 23 Juni 1896;
de 6e compagnie van het 2e regiment Ves
ting-Artillerie op 7 Juli 1896;
de 4e compagnie van het korps Pantserfort-
Artillerie op 21 Juli 1896;
de 7e compagnie van het 2e regiment Ves
ting-Artillerie op 28 Juli 1896;
de le, 3e, 5e, 8e, 9e en 10e compagbie van
het 2e regiment Vesting-Artiilerie op 11 August
tus 1896;
de le compagnie van het korps Pantserfort-
Artillerie op 14 Augustus 1896;
de 3e, 6e, 7e, 8e, 9e en 10e compagnie van
het 4e regiment Vesting-Artiilerie op 17 Augus
tus 1896;
de 10e compagnie van het le regiment Ves
ting-Artiilerie op 18 Augustus 1896;
de le, 2e, 3e, 4e en 5e compagnie van het
3e regiment Vesting-Artiilerie op 25 Augustïis
1896;
de 5e, Ge, 7e en 8e compagnie van het le
regiment Vesting-Artiilerie op 15 September
1896, en
de 4e compagnie van het 2e regiment Ves
ting-Artiilerie op 29 September 1896.
De betrokken Verlofgangers worden herin
nerd aan hunne verplichting, om bij de op
komst onder de wapenen
a. voorzien te zijn van al de voorwerpen van
kleeding en uitrusting, door hen bij vertrek met
groot verlof medegenomen
b. hun verlofpas vóór vertrek naar het korps
te doen afteekenen, en
c. zich een of twee dagen vóór den dag,
waarop zij bij hun korps moeten zijn, ter Se
cretarie der Gemeente te vervoegen tot het be
komen van daggelden en vervoerbewijzen voor
De BURGEMEESTER van Sneek,
Gezien de missive van den Heer Commissa
ris der Koningin in Friesland van den 22 Mei
1896, le Afdeeling M/S no. 646 (Prov. blad
no. 36) betreffende opkomst in werkelijken dienst
van Verlofgangers der Nationale Militie, van
de lichtingen 1892, 1893 en 1894;
ROEPT BIJ DEZE OP de in deze gemeen
te gevestigde Verlofgangers van de Militie te
land, behoorende tot de hieronder vermelde
lichtingen en Korpsen, om zich dit jaar op de
hierna aangegeven tijdstippen, uiterhjk ’s na
middags ten 4 ure, bij hun Korps in werkelij
ken dienst te begeven, te weten
A. De Verlofgangers der lichtingen 1892 en
1893, behoorende tot
het 3e en 6e regiment Infanterie op 15 Augus
tus 1896',
het le, 2e, 5e, 7e en 8e regiment Infanterie
op 27 Augustus 1896, en
het regiment Grenadiers en Jagers en 4e
regiment Infanterie op 4 September 1896.
B. De Verlofgangers der lichting 1893, be
hoorende tot
de le batterij van het korps Rijdende Artil
lerie op 15 Juni 1896-,
de le, 3e, en 6e batterij van het 2e regiment
Veld-Artillerie, alsmede de 2e Trein-Compagnie,
met uitzondering van hen, die in dit jaar van
de Cavalerie daarbij zijn overgeplaatst, op 24
Juni 1896;
het le peloton van de le compagnie van het
korps Torpedisten (plaats van opkomst fort de
Ruijter) en het 2e peloton van de le compag-
_2j van het korps Torpedisten (plaats van op-
SYEEk
t COURO
M
7
20
45'
23'
20'
15
35 J
45
52
5
12
IS
24
33