ffllüffl ffl II IWMISSfflfflï M. Opkomst onder de Wapenen. No. 59. E E N-E N-V IJ F T I G S T E J 1896. NIET FRISCH. JAARMARKT of KERMIS S3 JULI. t vragen dan nu reeds de eene gein» zee- a mogen worden L gaat onder stoom - bekendmaking. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der W1M| I w--- Na de aanneming der Kieswet leven we in de periode der kansberekening. onfrisch zich gevoelt naar „frisscher, smakelijker waar” En is het niet waar dat we hier te doen hebben met verwarring van begrip en van partijpolitiek. Welnu dan, wie zich herinnert dat mr. Treub, een radicaal, de leer voorstaat dat self help alleen in de wetgeving een klasse bewa ren kan voor onderdrukking en daarnaast van mr. Treub, den politieken bevarene, ver neemt, dat het van allerbedenkelijkst obstruction nisme blijk zou geven, tal van vragen op soci aal gebied ondergeschikt te maken aan het op nieuw voorop stellen der electorale quaestie wie dit vergelijkt met elkander, lezer, kan hij wel het idee aan „verwarring van begin selen* van zich zetten Wie zoo onvast is, dient zich terdege af te vragen of hij niet tijdelijk het roer in andere handen behoort te geven, om zich onder behan deling te steHen van een specialiteit in zee ziekten. is Treub de man die als gemeente Sneek maken bekend, dat de I alhier dit jaar begint op Vrijdag den 1.4en Au gustus, des morgens acht uur, om te eindigen op Vrijdag den 21sten Augustus d. a. v., des morgens acht uur, en dat vóór den 23sten dier maand alle kramen, disschen, tenten enz. zul len moeten zijti afgebroken en weggeruimd. Tevens wordt herinnerd aan art. 12 der A.1- gemeeue Politie-Verordening, waarbij is be paald dat niemand eene tent, kraam, tafel of iets dergelijks op den voor den openbaren dienst bestemden grond mag opslaan of daarop uit stallingen van goederen hebben, dan overeen komstig de aanwijzing van den Marktmeester of, bij ontstentenis van dezen, van de Politie en na voldoening van het marktgeld. Sneek, 21 Juli 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. ADVERTENT1EN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents- voor eiken regel meer 71/, Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaard en daaromtrent te vernemen bq den uitgever. J De BURGEMEESTER van Sneek, Gezien de missive van den Heer Commissa ris der Koningin in Friesland van den 22 Mei 1896, le Afdeeling M/S no. 646 (Prov. blad no. 36) betreffende opkomst in werkehjken dienst van Verlofgangers der Nationale Militie, van de lichtingen 1892, 1893 en 1894; ROEP 1’ BIJ DEZE OP de in deze gemeen te gevestigde Verlofgangers van de Militie te land, behoorende tot de hieronder vermelde lichtingen en Korpsen, om zich dit jaar op de hierna aangegeven tijdstippen, uiterlijk ’s na middags ten 4 ure, bij hun Korps in werkelij- ken dienst te begeven, te weten A. De Verlofgangers der lichtingen 1892 en 1893, behoorende tot het 3e en 6e regiment Infanterie op 15 Augus tus 1896-, het le, 2e, 5e, 7e en 8e regiment Infanterie op 27 Augustus 1896, en het regiment Grenadiers en Jagers en 4e regiment Infanterie op 4 September 1896. B. De Verlofgangers der lichting 1893, be hoorende tot: de le batterij van het korps Rijdende Artil lerie op 15 Juni 1896-, de le, 3e, en 6e batterij van het 2e regiment Veld-Artillerie, alsmede de 2e Trein-Compagnie met uitzondering van hen, die in dit jaar van de Cavalerie daarbij zijn overgeplaatst, op 24 Juni 1896 het le peloton van de Ie compagnie van het korps Torpedisten (plaats van opkomst fort de Ruijter) en het 2e peloton van de le compag nie van het korps Torpedisten (plaats van op komst Hellevoetsluis) op 2 Juli 1896; de le, 3e en 6e batterij van het 3e regiment Veld-Artillerie op 8 Juli 1896; de le compagnie van het korps Pontonniers op 10 Juli 1896; de 2e, 4e en 6e batterij van het le regiment Veld-Artillerie en het korps Genietroepen (uit gezonderd de Vesting-Telegrafisten die hebben voldaan aan het bepaalde in den eersten volzin ven artikel 6 van het Koninklijk besluit van 29 Februari 1884 no. 13) op 22 Juli 1896; de 2e compagnie van het korps Pontonniers op 27 Juli 1896; de 2e, 4e en 5e batterij van het 2e regiment Veld-Artillerie, alsmede de le Treincompagnie, met uitzondering van hen, die in dit jaar van de Cavalerie daarbij zijn overgeplaatst, on 14 Augustus 1896; de 3e compagnie Hospitaal-Soldaten op 15 Augustus 1896; de 2e batterij van het korps Rijdende Artil lerie op 17 Augustus 1896 de 2e, 4e en 5e batterij van het 3e regiment Veld-Artillerie, le peloton van de 2e compagnie van het korps Torpedisten (plaats van opkomst fort aan den Hoek van Holland) en 2e peloton van de 2e compagnie van het korps Torpedis ten (plaats van opkomst den Helder) op 20 Augustus 1896 de le en 2e compagnie Hospitaal-Soldaten on 24 Augustus 1896, en de le, 3e en 5e batterij van het le regiment Veld-Artillerie op 26 Augustus 1896. C. De Verlofgangers der lichting 1894, be hoorende tot de le, 2e, 3e en 4e compagnie van het le regiment Vesting-Artillerie op 2 Juni 1896; de 2e compagnie van het 2e en de le en 5e compagnie van het 4e regiment Vesting-Artil lerie en 2e compagnie van het korps Pantser- fort-Artillerie op 16 Juni 1896; de 2e en 4e compagnie van het 4e regiment Vesting-Artillerie op 23 Juni 1896; de 6e compagnie van het 2e regiment Ves- ting-Artillerie op 7 Juli 1896; de 4e compagnie van het korps Pantserfort» Artillerie op 21 Juli 1896; de 7e compagnie van het 2e regiment Ves- ting-Artillerie op 28 Juli 1896; de le, 3e, 5e, 8e, 9e en 10e compagnie van het 2e regiment Vesting-Artillerie op 11 Augus tus 1896; de le compagnie van het korps Pantserfort- Artillerie op 14 Augustus 1896; de 3e, 6e, 7e, 8e, 9e en 10e compagnie van het 4e regiment Vesting-Artillerie op 17 Augus tus 1896; de 10e compagnie van het le regiment Ves- ting-Artillerie op 18 Augustus 1896; de le, 2e, 3e, 4e en 5e compagnie van het 3e regiment Vesting-Artillerie op 25 Augustus 1896; de 5e, 6e, 7e en 8e compagnie van het le regiment Vesting-Artillerie op 15 September 1896, en de 4e compagnie van het 2e regiment Ves ting-Artillerie op 29 September 1896. De betrokken Verlofgangers worden herin nerd aan hunne verplichting, om bij de op komst onder de wapenen a. voorzien te zijn van al de voorwerpen van kleeding en uitrusting, door hen bij vertrek met groot verlof medegenomen b. hun verlofpas vóór vertrek naar het korps te doen afteekenen, en c. zich een of twee dagen vóór den dag waarop zij bij hun korps moeten zijn, ter Se cretarie der Gemeente te vervoegen tot het be komen van daggelden en vervoerbewijzen voor zoover voor de verstrekking daarvan termen bestaan. Zij, die wegens ziekte niet aan deze oproeping op den bepaalden tijd kunnen voldoen, zullen van hunne opkomst in werkehjken dienst niet voor diligent worden gehouden, maar zijn verplicht, om 1. van hunne verhindering tijdig ter Secre tarie der Gemeente te doen blijken door inle vering van eene geneeskundige verklaring, en 2. om zich terstond na het herstel naar hun korps te begeven. Tevens brengt de Burgemeester nog in herin nering, dat voor deze opkomst geen gebruik mag worden gemaakt van de vervoerbewijzen, voorkomende in de zakboekjes, zijnde deze be stemd om te worden gebruikt bij opkomst met Het verschijnsel is niet vreemd; reeds in de boeken van Mozes lezen we dat Jahveh de lust niet kon weerstaan het pas gevormde, nieuwe schepsel te onderzoeken naar weerstands vermogen; zoo ook vindt men het de allerna tuurlijkste der dingen wanneer de instrument maker, na de samenstelling zijner nieuwe vin- ding, niet tevreden is voor hij de proef geno men heeft ten blijke dat bet ding werkelijk beantwoordt aan zijn voorstelling; en de scheéps- bouwmeester is er niet af wunneer de boot van stapel is geloopenimmers vorderen zijn last gevers dan nog het bewijs dat het vaartuig aan de eischen voldoet welke redelijkerwijs gesteld mogen worden aan het afgewerkte schip; het en met knoopen in het touw wordt de snelheid van loop waargenomen. Kortom, wie iets nieuws levert neemt aller eerst een proef, hetzij uit zich-zelf daartoe ge dreven, hetzij door anderen daartoe verplicht. In dit beproevingsstadium zal eerlang onze jongste kieswet verkeeren en verklaarbaar bij allen, die in het ding min of meer levendig 'belangstellen, is de begeerte naar een afdoende proef. En zoo vragen dan nu reeds de eene geïn teresseerde voor, de andere na, om proefneming naar inhoud, naar weerstandsvermogen of naar snelheid in gang van den nieuwen bodem in- tusschen lezen we van des bouwmeesters voor bereidende werkzaamheid voor het nemen der eerste proef, een wezenlijke verkiezing onder zijn modelkieswet. Nu zou men zeggen, dat van Houten’s uit zetting der grenzen dient gemeten over lang of in doorsnee, vóórdat de algemeene of mee werkende leden der politieke vereenigingen kun nen vaststellen, hoe ver ze springen en hoe ,hoog ze kuiteflikkeren kunnen dat dient af gewacht, in hoever het nieuw afgebakend ter rein voldoen zal aan de politieke virtuosen en dilettanten. 1 Wie zulks verwachten mocht, zullen waar schijnlijk de teleurstellingen spoedig ontnuch teren. Onze geavanceerden hoe kan het anders? hebben haast, en haastige lieden is het minder om usantie of vastheid van begin sel, dan om avancement te doen. Deze grondwaarheid te bewijzen zou over bodig zijn, maar met het oog op de verrassin gen die ze voor de naaste toekomst nog in haar schoot verborgen houdt, is het interessant al vast een blijk van haar waarschijnlijkheid te mogen opmerken in de politieke in- en uitstor tingen van den geavanceerden heer mr. M. W. ï1* Treab. De heer Treub doet als politiek matador mee san alles wat de politiek is; de merkwaardige man is op en top het kind zijns tijds, en, wan neer iets nieuws op til is, laat hij zich zelden onbetuigd fatsoenlijk nieuws tenminste. De heer Treub heeft bij de geboorte van het mdicaaltje z’u vroede diensten bewezen; bij het ontstaan der geavanceerden men ergere zich niet aan de begrippen associatie van een ontstaan van geavanceerden geroepen schijnt vrij en vroed het eerst te zeg gen, hoe ’t nu gaan moet, en wanneer in fat soenlijke kringen de reactie der vreeze voor het roode spook vaardig schijnt te worden, zit de reactionaire mr. Treub al in den zadel om een „onfatsoenlijken* gemeente-ambtenaar uit den dienst der gemeente te verjagen. Wat uit den jongsten tijd in dit politieke hoofd ontkiemde de politiek bescherme z’n arm hoofdis echter van dien aard, dat men alleen verlegen staat met de vraag, of het geval behoort tot de rubriek verwarring van beginselen, begrippen, of van de partijpolitiek der geavanceerden. Mr. Treub heeft niet lang geleden in een doorwrocht, diepzinnig betoog trachten aan te toonen dat de kieswet moest worden verwor pen in ’t belang der radicale partij. Uit de overweging dat hij als lid der radicale partij is ontslagen wegens min gewenschte handelin gen, moge ten overvloede ’s mans belangeloos heid en diensvolgens de heiligheid zijner over tuiging blijken. De kieswet werd aangenomen; volgens mr. Treub in ’t nadeel der radicalen, niet waar Welnu, mr. Treub wil deze kieswet gebruikt zien door allen die hervormingen op maatschap pelijk gebied wenschen, d. w. z. mr. Treub wil zien wat radicalen en geavanceerden er samen aan voordeel uit kunnen behalen hier is van de heilige overtuiging de heiligheid reeds zoek. Blijft nog de overtuiging. Maar ook deze gaat over boord want mr. Treub, een „der meest bevaren zeelieden” gaat zeeziek worden uit gebrek aan voldoende bemanning Wa’s dat En de man, die zoo schrijft, wil toch met de nieuwe bemanning in zee om lading te halen Zou men niet meenen dat de „bevaren man” reeds zeeziek is Inderdaad, wie zoo moest sterk verlangen hebben Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco m te zenden. tCOURANT L i I iO L I 5* 5» U* )2 L2 18 14 3 15 :5 5 Sï vavMijuAUUU XEH fll V £j JL £1V U LAI (EEK i «Mus- ffl mhi nr di

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1896 | | pagina 1