«■TifflmimmHfmsjKL BIB M WIBTHÏIE-BUIIM o e e BIJBEL EN KORAN. i) No. 65. 1896, J E E N-E N-V IJF T I G S T E J A A R G A N G. W O E D A G IS AUGUSTUS. 3 Deze CO UR A N T verschijnt WOES SDAGS la de BINNENLAND. Alle brieven in te zenden. zoo- de trap gekomen, naar den burcht Antonia brengen, waar» n1 >1 Ingevolge art. 82 van het Reglement van Orde heeft het lid der Tweede Kamer de heer Bahlmann aan die vergadering ingediend een voorstel van wet tot wijziging van art. 36 der wet van den llden April 1827 (Stbl. no. 17), houdende oprichting van schutterijen over de geheele uitgestrektheid des Rijks. Het doel daarvan is in de eerste plaats om op het Rijk over te brengen de onkosten, die de gemeenten zich moeten getroosten tot instand houding van de schutterijen, die aan haar werd en hem te dragen. Paulus verklaarde zich in ’t Grieksch, wat --- En reeds had men aan den staak gebonden om de geeseling ueze lulkam verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.—franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco die de wereld door- wille de bijbelover- van hem te niet te doen. De priesters van toen Paulus -te hebben dan uiging het opzicht had, verklaarde dat hij tijd in de beteekenis van dit I de onmogelijke samenkoppeling AJ)Ï ERTEhTlÉN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents; voor eiken regel meer 71/, Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. ters en geloovigen van ’t beschaafde wereld- deel Arabische liederen of psalmen uit den bij- I bel worden gezongen ter verheerlijking van God. UIT DE P E R 8. joodsehe christenen waren eensgezind de tribun niet verstond. te j heul als te ondergaan, zooals met Christus gebeurde, ter j van die zelfde Semieten gekruizigd, welke en zijn godsdienst niet wilden weten, aan den hoofdman, die bij de pij- J een romeinsch burger was. Het resultaat dezer verklaring bleef niet uit. Claudius liet de hoogo priesterschap en het Sanhédrin bijeenroepen om de grief te vernemen die men tegen Paulus had. De discussie was zeer onstuimig. De hoogepriester beval, Paulus een klap op den mond te geven voor een woord dat hem laster lijk scheen. Hij zou in stukken gehakt wor den enz. De haat bleef intusschen niet werkeloos. Een menigte zeloten, steeds met dolken gewa pend, ter verdediging van de Wet, vormde een samenzwering met het doel om den apostel te dooden. Onder de vreeselijkste eeden verbon den zij zich eten noch drinken aan te rakeu zoolang Paulus nog in leven was. Claudius aarzelde toen niet, Paulus naar Cesarea te zen den naar den pro-consul, met een geleide, sterk genoeg om elke poging tot ontvoering weerstand te kunnen bieden. Na een tocht van drie da gen te Cesarea aangekomen lieten zijn aankla gers hem door hun advocaat beschuldigen van aanranding en verstoring van het jodendom; men noemde hem het hoofd van de ketterschap der Nazareners, een stokebrand en oproermaker onder zijn geloofsgenooten over heel de wereld. Het grootste genoegen dat men aan de joden bewijzen kon, was degenen, die zij als hun vij anden beschouwden, te vervolgen en Felix wenschte ter wille zijner populariteit hiervan partij trekken. Hij hield Paulus gevangen en liet hem in boeien slaan. Zoo bleef de toestand twee lange jaren, toen Felix door Festus vervangen werd. Bij zijn bezoek aan Jeruzalem, drie dagen na de ont scheping, werd Festus, den nieuwen landvoogd, verzocht, Paulus naar Jeruzalem terug te voe ren onderweg had men reeds een hinderlaag gemaakt om hem te dooden. De pro-consul vroeg Paulus, bij zijn terugkomst te Cesarea, of deze toestemmen wilde in dezen terugkeer. Het antwoord van Paulus was een weigerend als romeinsch burger wenschte hij te Rome terecht te staan. En als gevangene daarheen gevoerd stierf hij aldaar, zonder te hebben kunnen ver- jhinderen dat heden ten dage nog Zondag aan Zondag tot in de kleinste gehuchten door pries- I „Beiden lezen daarin de bedoeling, schrijft de heer P. ook de vraag of de arbeiders het recht hebben zich te vereenigen, tot een punt van scheidsrechterlijk onderzoek te maken. Dat ik dat recht in het minst zou betwijfelen, of willen verkorten, zullen de beide heeren wel niet waarschijnlijk achten. Er moet dus eeu misverstand bestaan. Mijn uitgangspunt was de verklaring van den heer Regout aan welker juistheid ik op grond van de mij verstrekte inlichtingen niet- mocht twijfelen dat hij weigerde de bestuurs leden toe te laten, niet omdat zij bestuursleden der vereeniging zijn, maar omdat zij hem en de firma door hun brutaal optreden en door ver dachtmaking hadden beleedigd. De werklieden ontkennen pertinent de bedoe ling te hebben gehad om te beleedigen en wat. zij tot staving daarvan aanvoeren, komt mij vrij afdoende voor. Tengevolge van deze verklaring van den heer Regout, zij moge dan al of niet ernstig zijn ge meend, maakt het recht van vereeniging niet langer een punt van geschil uit en blijft alleen te onderzoeken of de houding der werklieden bestuursleden tegenover den patroon en diens firma het ontslag wettigde. Voor zoover de feiten mij bekend zijn, meen ik dat de beslissing ontkennend had moeten luiden. Overtuigd dat na die verklaring het vereeni- gingsrecht der werklieden niet meer tot een punt van onderzoek kon worden gemaakt en de heer Regout dit in geen geval zou durven betwisten; dat een onpartijdig onderzoek de on- juistheid der beweerde beleediging zou hebben aangetoond, drong ik er bij den heer Regout op aan alle punten ook en bij name het ontslag der bestuursleden aan een scheids rechterlijk onderzoek te onderwerpen. Dit punt komt mij voor een hoofdquaestie te zijn. De heer Wibaut verwijt mij slordig denken; ik meen veeleer, dat zij, die den werklieden aanbevelen dit laatste punt te ecarteerën, zich daaraan schuldig maken en de arbeiders in een zwakke positie plaatsen. Door zich onvoorwaardelijk aan de scheids rechterlijke beslissing te willen onderwerpen, zouden de werklieden zich sterk en van hun goed recht bewust toonen; en gesteld dat de patroon het vereenigingsrecht durfde betwisten, welke verzoeningsraad, welk scheidsgerecht, hoe ook samengesteld, zou daarin een' punt van ge schil durven zien. De weigering van den heer Regout daaren tegen, omtreut de reden, welke leidden tot het ontslag der bestuursleden, een onpartijdig on- derzoek uit te lokken, zou een erkenning zijn j van zwakheid, van gepleegd onrecht. Ik betreur het dan ook ten zeerste, dat thans I tegenover het afwijzend antwoord des heeren Regout, niet kan worden gesteld de onvoor waardelijke bereidverklaring der werklieden/ laatste maal het noodlottig Jeruzalem binnen. Joden en j ,in hun voornemen om hem te belasteren en onteeren. Overal stelde men Paulus voor 1 «en afvallige, als een man trek om de wet van Mozes en leveringen 1 dien tijd bleken juister inzicht die van onzen •apostelschap en van zijn godsdienst aan dien van het Oude Testament. Zij beweerden dat eeu jood, ook M nam men aan dat bekeerde heidenen niet aan de geheele wet gebonden waren, door niets werd vrijgesteld van de plichten aan zijn ras onafscheidelijk verbonden. Paulus, die daarmee geen rekening hield, was in geen enkel opzicht meer Jood. Nooit is het historisch vraagstuk beknopter -o juister gesteld. Apostelen noch ouderlingen ëiageu Paulus tegemoet. Jacobus, met een soort pausschap bekleed, stijfhoofdig in de be krompenheid van zijn geest, wacht Paulus ten bezoek af. Paulus gaat er heen, vergezeld van de afge vaardigden der Kerken, dragers van de opbrengst oer collecte. Er worden beleefdheden gewis seld, en onmiddellijk vraagt men Paulus om voer te "zitten bij de ceremonie der besnijdenis van vier bedelaars. Paulus stemt toe ten blijke zijner inschikke lijkheid en begint met de vier nieuw bekeer den in den tempel de negendaagsche gebeden, welke aan de operatie moesten voorafgaan. Leds waren vier dagen om, toen zich een in- cdent voordeed dat men had kunnen voorzien |en dat over zijn verdere loopbaan zou beslis- pü' Zooals alle groote revolutionairen, zegt ^Dan, was Paulus gekomen aan de plaats waar de mogelijkheid van te leven ophield. «durende de gebeden was de haat der joden °at2aggelijk toegenomen. Men beschuldigde aulus, een zijner niet besneden gezellen de e“Pel te hebben binnengeleid. Dat was een “ofdmisdaad, zooals thans nog in Marokko L et betreden van een moskee door een christen. Pe gansche stad kwam in opschudding. De keepers maakten zich van Paulus meester met et stellig voornemen hem ter dood te brengen. I .ea 8^eeP^e ^em buiten den Tempel en achtte I verplicht hem om te brengen. [di e^er ware met hem gedaan geweest, in- f niet de Romeinsche overheid tusschen beide I; eu waa bij dit verschrikkelijk schouw- I - van een joodschen opstand: ineengekrom- Steeds vindt men nog in de pers besehouwin- gen over de werkstaking te Maastricht. In de Stemmen voor waarheid en vrede spreekt dr. i Bronsveld zijn oordeel als volgt uit: Laat ons hier het uitspreken, dat wij voor de firma Regout niet de minste sympathie ge voelen. Sinds wij indertijd de verklaringen gelezen hebben door een barer leden afgelegd voor de commissie van enquete, praeses de heer mr. Verniers van der Loeff, hebben wij ons nooit verheugd, als wij hoorden van eenige bestel ling aan die firma gedaan. Wij moesten ons eigenlijk allen voornemen, nooit eenig fabri- caat van deze cynische heeren te koopen. Hier zou „boycotten" een daad van rechtvaardigheid zijn." Maar desalniettemin gaan wij niet staan aan de zijde van hen, die het opnemen voor „de stakers." Wij hebben ons tegen werkstaking verklaard, toen zij op groote schaal en min of meer gesteund door den sluwen kardinaal Man ning, te Londen uiiging van de dokwerkers; wy blijven haar nog altijd ongeoorloofd vinden. Zij is in lijnrechten strijd met de verhouding tusschen patroon en werklieden, welke wij wen- schen en bevorderen willen; zij is ten slotte een ramp voor de industrie en den handel. Men spreekt er nu van, dat het vereenigings- leven van den werkman niet tot volle ontwik keling kan komen. „De hoofdzaak is," zegt mr. Kruseman, „dat de firma de eischen inwil ligende, het bestuur, dat de eischen formuleerde, op straat zette, om den voortgang van het zich aldus openbarende vereenigingsleven der ar beiders onmogelijk te maken. Hierin ligt bet machtmisbruik en dit ontstemt de publieke opinie." Wil de heer Kruseman evenals de heer H. Pijttersen, lid van de Tweede Kamer, het ge schil onderwerpen aan het oordeel van scheids rechters, de heer Tak wil, in zijn kroniek, niets daarvan weten. Hij meent, „dat geen derden mogen beslissen over de vraag of de bestuurs leden te Maastricht terecht of ten onrechte hun ontslag kregen. Hier wordt het leven van hun vereeniging bedreigd, hun eenige kracht en hun onmisbaar recht. Zij mogen zelfs niet het ge ringste gevaar loopen vau een uitspraak, die hen daarvan zou berooven." Welnu, nu dit zoo is, en daar van zijn zijde de heer Regout ook niet van scheidslieden we ten wil, nu is deze zaak niet verder meer vat baar voor publieke bespreking. Maar de vraag 5-“'■"7“ blijft aan de orde, of wy het moeten afkeuren Verzoek mt te lokken, in een patroon dat hij onder zijn werklieden j een streven zoekt te fnuiken, dat het toelegt op de verplaatsing van de macht. „Vereenigingsleven" het klinkt zoo on schuldig, maar indien de bedoeling van dat zich den arbeider te doen beslissen hoe lang, en voor hoeveel zal worden gewerkt dan heeft die patroon gelijk, wanneer hij met alle kracht zich daartegen verzet. Ook kan ik het mij zeer goed verklaren, dat de patroons meer dan on geduldig en een weinig wrevelig worden door inmenging van de pers in hun particuliere zaken." In het Soc. Weekbl. antwoordt de heer Pyt- I tersen op de bezwaren, door den heer Wibant in dat blad en door den heer Tak in de Kroniek geopperd tegen het voorstel in zijn „Open Brief" i gedaan, om alle punten van geschil aan het onderzoek van een scheidsgerecht te onderwer- 1 den opgelegd, en totaal over het geheele land pen gezichten, groote uitpuilende oogen; knar- 1 setanden, verwenschingen; die lieden zand in VI. 1 fie hoogte werpend, hun kleeren verscheurend ■p I of stuipachtig er aan rukkende, gaven den in- ranlus kwam te Tyrus waar de christenen druk van losgebroken demonen. in den twist welke den nieuwen godsdienst ver- i De romeinsche tribun Claudius Lysius liet deelde de partij der toekomst hadden gekozen. Paulus Tyrus was een cosmopolietisehe stad gelijk heen de tierende menigte hem volgde’ onder alle handelsteden. Sinds lang kwamen de ka- I het slaken der heftigste verwenschingen, ravanen, uit de Arische centra van Azië ko- dat de soldaten, onder aan C “e’,deT’ r d00r- - -rPlicht in hun armL Vnem’en In Juli van ’t jaar 58 kwam Paulus voor de k-~ i- J SI U R A A gga SJSCFJSEf J •J fl 4' - ■^4^'SWfc\'3LCt4c-3S is i- 1 pen. aaneensluiten eigenlijk geen andere is, dan de macht te ontwringen aan den werkgever, en

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1896 | | pagina 1