.AMENBINDEN EN SAMENFLANSEN
Jllffls- ffl IMBlTHÏHill) WOK DE
No. 75.
1896.
e
s
W O JK IV E> A. <3-
16 H 3d 1* TT EJ >j g j KJ 1«.
wat die, „ééne Schepper" ervan
UIT DE PERS.
rgers
sociale positie
J
Alle brieven
in te zenden.
„mep“ ze zijn bekrompen
1 eenheid, maar de vlag waaronder ’t gezag vei-
KindWel van grootpapa.
Ond. En die dan, vanwaar kreeg hij het
is
hder indruischen tengevolge van den grond-
B
50
a
ot'}
et
1-
e-
S'
S
n-
van den Dag waarmee Goethe zijn diepstge-
Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
ie
De goddelijke inspiratie zij met u, o
L“ lïïet vergrijsd Europa, door den dichter in
ln klaagzang herdacht, door hem met een ge-
kei van verlichting vaarwel gezegd, is de woon-
;ats van millioenen, wier belangen tegen el-
1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
Cents. Bij abonnement is de prijs
LWat samenbindt is goed.* Het zijn geen woor-
V uit den bijbel of eenig ander gewijd boek
oethe heeft ze neergeschreven in een ideale
einming, en zoo vaak wij, menschen, in der-
slijke stemming verkeeren, gevoelen we de
)lle beteekenis dezer woorden.
Welk rechtgeaard menschenkind, die niet,
anneer zijn hart geniet, den aandrang in zich
lelt opkomen zich solidair te verklaren met
zijn natuurgenooten Die niet bij de heer-
|ke tonen der muziek zijn hart voelt kloppen
»n warme liefde en belangstelling in zijne me-
feuienscheu? Die niet bij een onbezorgd leven
ln wensch uitspreekt bij zichzelf of in ’topen-
fcar, dat het hem oorzaak van onuitsprekelijke
teugde zijn zou, wanneer allen van zijn ge
licht het even goed hadden als hij
|Eu toch is dit niet zoo. Wij, menschen,
lorden saamgebonden in kerk, in staat of maat-
Pappij op een wijze, die ons doet vragen soms,
er aan ’t knellen dier banden nooit een ein-
F komen zal.- Velen zijn er in ons midden,
|e zoo bitter gaarne zouden wenschen naar
Bders te kunnen verhuizen, naar oorden waar
pn vrij kan leven, onbezorgd dat hun mede-
enschen zullen komen en hun op wettelijke
Ijze berooven van wat hun dierbaar is, hun
Jacht, hun levensgenot, hun kinderen, hun alles.
in
pielk voor zich; is voor verreweg het
botste deel zijner bewoners niet meer dan
!n ballingsoord waar heul te vinden is noch
5' flost, of het mocht de troost zijn van een libe-
preek zooals 't Nieuws van den Dag er
|er eentje ten beste heeft gegeven, naar aan-
ping van Msgr. Bottemanne’s woorden, toen
|ze prelaat, het Kroningsfestijn van ’98 her
ijkende, opwekte tot aaneensluiting der katho-
|ke en niet-katholieke medeburgers.
■Alsof alle verdeeldheid in deze wereld slechts
F afwijking ware van den gedachtengang,
puurt de preekende schrijver een toost met
grondgedachte Pax vobiscum, vrede zij u-
pen! Een ontoerekenbare leuterkous, die, zoo
i onze rotte
Schappij zijn vrede woorden uitgalmt, eu
1 dwaas, die niet inziet dat de woorden van
lig vaart. Welzeker,
greintje sympathie om
we allebei zoo dol veel honden van dat eene,
het gezag, waarmee alles, wat verschilpunten
voor den dag brengt, ongenadig wordt doodge
drukt. Maar onze verbintenis is, op de keper
gezien, een huwelijk uit berekening. Wat sa
menbindt is goed, al zijn ’t de „centen" ook 1“
Ik weet met of de groote geest van een
Goethe voor zoo’n „heirath" woorden van lof
zou kunnen vinden. Me dunkt, Goethe zou
op de verschilpunten hebben gewezen, ergo
door meneer Ritter voor een bekrompen natuur
zijn uitgemaakt. Animal disputax Ergo biba-
mus En Goethe verstond ook de kunst op de
verschilpunten te wijzen. Lees maar zijn epi
gram op de begrafenis van den vorst„Plech
tig zien we naast den Doge den nuntius gaan;
ze begraven den Heer 1 Een verzegelt den
steenwat de Doge denkt weet ik nietmaar
de ander glimlacht zeker over den ernst dezer
statie."
Nog anders laat zich deze „samenbinding"
denken. Er zijn menschen misschien behoort
ook dr. Ritter er toe die in Oranje den band
zien welke ons volk samenbindt. Die menschen
zien daarbij over het hoofd dat slechts een
kleine cathegorie van bekrompen naturen aan
dezen band behoefte gevoelen voor zich-zelf,
en een onaanzienlijk deel van ons volk, de
bekrompen naturen, volgens den genialen heer
Ritter ziet in dezen band iets hinderlijks, iets
stropachtigs; de ontwikkelde klasse, die over
tuigd is van het kracht- en weerlooze van ons
koningschap, hecht er voor zich evenmin waarde
aan. Blijven dus enkel de „getrouwen."
Bij deze indeeling valt het op, dat door een
deel der ontwikkelden valsch spel wordt ge
speeld om de ontevredenheid te onderdrukken
galmen ze boven alles hun Oranje boven! uit.
De edele Goethe, wanneer hij nog in leven
was, zou er zich zeker aan ergeren, dat ont
wikkeling en beschaving zoo zeer ontaardden,
dat ze den hartstocht zoeken op te wekken
voor een hersenschim Bij ’t verval van den
ouden godsdienst een nieuwen afgod bouwen
om alle volk er heen te lokken en met een
beroep op het edele in den mensch het onedele
zoeken te vermoffelen, allen, die de verschil
punten in ’t oog houden, uitmakende voor
bekrompenen van nature?
Van samenbinden kan geen sprake zijn, zoo
lang de een door den ander overheerscht en
uitgezogen wordtdie band moet springen,
dunkt me. Maar zoo heeft Goethe ’t ook niet
bedoeld, als dr. Ritter het wil. Goethe hield
niet van preeken en menschenverblinding.
Goethe gaf, om op verschilpunten de aandacht
te vestigen, cathechisatie op deze manier
Onderwijzer: Bedenk u, kind, van waar deze
gaven zijnVan u zelf kunt ge niets hebben.
Kind Wel, alles heb ik van papa.
er het werkelijke leven heen, in
J 11 n 4-r.
1 dwaas, die niet inziet dat de woorden
bisschop, niet alleen bindende, maar ook
sluitende strekking hebben, en een satisfait
niets heerlijkers kent dan de idee, dat alle
- J van dit landje zich gelukkig gevoelen
bet besef, dat zij allen kinderen zij van
Qen Schepper. Zoo wordt een beroep ge-
au op de betere gevoelens van den mensch
stil te zijn en saam te binden als „burgers
F hetzelfde vaderland." En meteen krijgen
I die zich spitsen „op de punten van verschil,
r io stilte hun hart ophalen aan de fouten
lQ anderen," een
/luren van het geslacht animal disputax. In
In de vrijzinnige Nederlander worden eenige
beschouwingen gewijd aan de nieuwe kieswet.
Vraagt men zich af welke de vermoedelijke
gevolgen der nieuwe kieswet zullen zijn be
halve misschien een passende belooning voor
den minister die haar tot stand bracht dan
is men, naar ’t blad doet uitkomen, met het te
geven antwoord min of meer verlegen. De
kieswet van 1896 heeft met die van 1887 dit
gemeen, dat zij het kiesrecht uitbreidt tot groe
pen, die er over het algemeen onverschillig voor
zijn, doch het blijft onthouden aan het gros van
hen, die er prijs op stellen. De 150,000 kiezers
welke de nieuwe kieswet misschien aan de te
genwoordige 300,000 kiezers zal toevoegen, zijn
voor het meerendeel op het platteland te zoeken.
In de groote en in vele middelmatige steden
zal de uitbreiding van het kiezerspersoneel be
trekkelijk gering zijn hoogstwaarschijnlijk veel
te gering, om zich in de keuze van afgevaar
digden af te spiegelen. Hierin zal geen veran
dering komen wanneer de nieuwe wet op het
personeel in werking mocht treden want de
daarbij beoogde vermeerdering van het aantal
betalende belastingplichtigen zal alweder ten plat-
telande van veel meer beteekenis zijn dan in
de steden. Aan de groote menigte der werk
lieden in de steden, die in hun onderhoud en
dat der hunnen voorzien, wordt geeh toegang
tot de stembus verleend.
Wel laat het zich aanzien, dat de nieuwe
kieswet in de verhouding der 'partijen in de
Tweede Kamer eenige wijziging zal brengen.
Maar deze zal niet zoozeer het gevolg zijn van
de uitbreiding van kiesbevoegdheid ais van de
splitsing der groote steden in enkelvoudige kies
districten, welke vooral in den aanvang denke
lijk niet zonder invloed op de keuzen blijven
zal.
Het kan zijn, dat de nieuwe Kamer, al ver
schilt hare samenstelling niet al te veel van die
der tegenwoordige, meer dan deze gezind blijkt
om hervormingen tot stand te brengen. Het
bewustzijn, dat men een ruimeren kring van
kiezers achter zich heelt, kan reeds op zichzelf
heilzaam werken. De uitbreiding van kiesrecht
van 1887 is in dit opzicht niet geheel zonder
vrucht gebleven. Veranderingen in het belas
tingstelsel, gelijk door den minister Pierson zgn
tot stand gebracht, zouden vóór 1888 wel geen
meerderheid gevonden hebben ofschoon men
niet vergeten moet, dat die maatregelen werden
aangenomen onder den indruk van een aan
staande hervorming van het kiesrecht.
Toch is er oneindig veel te doen overgeble
ven. Wel is, volgens het Eerste Kamerlid de
Onderw.En van wie heeft papa het dan I heer Muller, in de laatste jaren reeds zooveel
op het gebied der sociale wetgeving gedaan, dat
i het volkomen overbodig is om de arbeidende
Ir. j n x a vtr j t n. klasse en masse tot het kiesrecht toe te laten
6 heeft ’gnomen.. ten M haar verbeter;üg van sociale pS
Nieuws door de wetgeving te bezorgen, maar de heer
afwachting van
I zeggen zal, wenschen we ons hart eens op te
I halen aan deze bederfwekkende zoetigheid.
j Het Nieuws vond in de opwekking van den
kerkvorst reden om dezen door heel het land
uit te galmen als een toonbeeld van goedheid
wat samenbindt is goed, zegt ’t blad, en zie
monseigneur samenbinden, katholieke en niet-
katholieke burgers! De eereprijs van goed te
zijn voor zoo’n eminenten samenbinder! De
samenbinding gold een feest, een nationaal feest,
een feest voor allen, die uit dankbaarheid voor
’t Oranjehuis het koningschap in ons land wil
len gecontinueerd zien en blij zijn wanneer over
twee jaar Oranje weer den regeerzetel inneemt.
Eerder dan in loftuiting moet men in verba
zing uitbarsten, wanneer een katholieke bisschop
bet sein geeft voor een zoo algemeen feest, en
daarom verwonder ik me over het Nieuws, dat
zoo iets niet opmerkte en maak ik me bezorgd
over de geestesrichting van den leider van dit
blad, die in verrukking raakt over een bisschop,
wanneer deze woorden spreekt waarvan men
op z'n minst kan zeggen, dat ze niet zoo har
telijk kunnen gemeend zijn als wanneer ze door
dr. Ritter waren uitgesproken. Het Nieuws
weet wel dat het koninklijk gezag bij ons een
wassen neus is; dat versiersel wil het Nieuws
echter gaarne behouden omdat het blad zoo
dankbaar is, wijl Willem I ons hielp vrijvech-
ten van Philips en ’t overheersehend katholi
cisme. De bisschop zal zich zeker verwonderen
over dr. Ritter’s extasehij zal dezen zeggen
„maar, meneer Ritter, zoo heb ik ’t niet ge
meend. De minst aangename bladzijden van
Neerlands historie zijn voor ons, katholieken,
die, welke de inleiding vormen van Oranje’s
heerschappij hier te lande. Ik heb het volk
willen opwekken tot eensgezinde feestviering,
niet om de feestviering, maar om de eensge
zindheid ten opzichte van datgene, waardoor in
onze dagen afscheiding en tweedracht is ontstaan.
Wij, katholieken, nemen zoo maar de gelegen
heid eens waar van een feestviering, zooals we
desnoods ook een Rotterdamsche kermis zouden
aangrijpen, om de menschen bij elkaar te krij
gen en de verschilpunten met wat geestrijk
vocht te doen vervloeien. Meen nu, asjeblief
niet, meneer Ritter, dat wij, katholieken, dank
baar zijn voor wat Oranje ons gebakken heeft."
En binnenskamers zal monseigneur er wel
bij denken: „Wat zijn wij toch politieke slim
merds We stappen als echte diplomaten over
onze bezwaren heen, stooten desnoods aan met
onze tegenstanders en drinken op de gezond
heid van wie ook, wanneer we daarmee het
hart kunnen winnen van de invloedrijken in
ons midden. Lach er niet omStraks, in 1898,
dansen de monseigneurs en hun gevolg in har
telijke harmonie den rondedans om den Oranje
boom met de rijke protestanten wij, omdat
we die protestantsche rijken zoeken te winnen,
en zij, omdat ze hun blijdschap voelen opge
wekt over hun vrijmaking van onze heerschap
pij, maar allebei omdat de Oranjespruit voor
j ons is, niet zoozeer ’t symbool der nationale
er is tusschea ons een t
de eenvoudige reden, dat voelde waarheden uitbracht.
Voor leugens heeft Goethe zich, naar ik durf
aannemen, nooit laten inspireeren, veelmin voor
die leugens, die het onrecht willen recht praten
of verbloemen, waaronder de groote massa des
volks gebukt gaat.
5 oor samenbinding is noodig een homogene
massa waaruit het onrecht verwijderd is. Zijn
dan de menschen, die op dit onrecht hameren,
bekrompen, laten we er eerlijk bij voegen,
dat ze waar zijn ook.
ADVERTENT1ÊN van
voor eiken, regel meer 7*^
belangrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
-
s
3ESSi5®
t>
'.-Vz.
Q
tt>
o
S?
0>
l|S
te
te
te
ma
ma
v o-