I
I
51 W
MR EI IBÏERTEÏTIE BLAD MR l)ï
Lotton voüf da Nationale Militie.
j
HET MILITARISME.
No. 84.
E E N-E N-V IJFTIGSTE
A R Q
W96.
K AL VE RM A R KT
17 OCT OIJ JEU.
BINNENLAND.
i-
tot
8
5
Alle brieven
in te zenden.
r.
ar.
L
Deze CO UR ANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
Door de Prov. Staten van Noordbrabant is
met 34 van de 57 stemmen tot lid der Eerste
Kamer gekozen de heer mr. J. W. van der
Biesen.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek maken bekend, dat de eerste
dit jaar invalt op Maandag den 19 October e.k.
Sneek den 2 October 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
Bij deze Courant behoort als Bijblad Feuil-
leton-nummer 231.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
voor eiken regel meer 71/, Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
j mij hebben te gehoorzamen. Niet onwaarschijn
lijk dan ook dat de Europeesche legers in de
toekomst in plaats van naar buiten, zich naar
binnen zullen moeten keeren tot handhaving
der „orde/
De grootste van alle belemmeringen bij de
zoo hoogstwenschelijke opheffing is echter het
volk zelf, dat nog slaafsch genoeg is om niet
te kunnen leven zonder een aanvoerder, die
de baas over hen speelt.
De geestelijkheid neemt men kwalijk dat ze
heerschappij voert over de schare, maar de ti
rannie der Juzuieten zou ophouden, als het
volk zelfstandig ware. Niet de tirannen zijn
I het die het volk slaafsch maken, maar het zijn
de slaafsche menschen die de tirannen verwek
ken. Waaruit dan volgt dat aan het opruimen
van ’t gehate militarisme met de daarmee zich
parende heerschappij van vorsten en geestelijk
heid niet te denken valt, zoolang het volk zijn
zelfstandigheid niet heeft verkregen.
Vredebonden zijn zeker nuttige instellingen,
omdat en voor zoover ze de geesten oproepen
tot het zoeken naar de middelen om den vrede
permanent te maken. Maar op zich zelf zal
van hen geen directen iuvloed op den gang van
zaken uitgaan.
En uit dit oogpunt beschouwd doet zich de
vraag voor waarmee begonnen moet Moeten
de heeren van allerlei slag eerst worden op zij
gezet opdat het volk zich zijn zelfstandigheid
zal kunnen verzekeren, of moeten de volken
zich eerst de zelfstandigheid eigen maken om
daarna de heeren te kunnen afzetten, óf wel
kan het éen samengaan met het ander
Heeren werken stelselmatig den zin naar
zelfstandigheid tegennatuurlijk zal tijdens hun
regime de zelfstandigheid zich niet dan gebrek
kig en onvolkomen ontwikkelen kunnen. Er
zou dus iets vóór zijn te zeggen eerst de heer
schappij te breken, wanneer de volken reeds in
hun geheel daartoe konden besluiten. Maar
wie zoo wilde handelen zou slecht uitkomen,
omdat hij voorbijzag, dat naast de zelfstandig
heid van enkelen de slaafsche zin van velen
blijft voortleven.
Verschillende oorzaken zijn er voor deze on-
gelijke ontwikkeling van den zin der zelfstan
digheid. Wij noemen als zoodanig het verschil
in ontwikkeling van het verstand, verschil van
maatschappelijke positie en de stelselmatige be
vordering van een en ander door de vorsten,
de geestelijke herders, in éen woord door de
heeren. Van tweeën éen dus: Of het volk be
hoort geduld te oefenen met de opruiming der
heeren tot al zijn loden den vereischten graad
van zelfstandigheid hebben verworven, óf wel
het volk oefent zich in het laatste en beproeft
daarnevens bij elke gunstige gelegenheid de
heeren van den troon te stooten. Het laatste
dunkt ons de meest praktische, bijgevolg de aan
gewezen weg. Het is de weg die reeds sinds
geruimen tijd wordt bewandeld, een actie die
door de gezaghebbenden ten onrechte wordt
litieraad wordt geopend, ter Secretarie voor-
noemd moeten worden ingeleverd.
Sneek den 9 October 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
KENNISGE VING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek,
Gelet op het besluit van den heer Commis
saris der Koningin in Friesland van 7 Septem
ber 11. Ie Afdeeling M/S no. 1048 (Provinciaal
blad no. 58)
Brengen ter openbare kennis, dat de loting
van hen, die in dit jaar voor de lichting der
Nationale Militie van 1897 dezer gemeente zijn
ingeschreven, zal plaats hebben in de Concert
zaal alhier op Maandag den 19 October e. k.
des voormiddags ten 10 ure
dat op Woensdag den 21 October d. a. v.
ter Gemeente-Secretarie door of van wege de
lotelingen aanvrage kan geschieden voor de
getuigschriften ter bekoming van vrijstelling
van den dienst, wegens broederdienst of als
eenig wettig zoon;
voorts dat om vrijstelling wegens eigen mili
tairen dienst of dien van broeders te verkrij
gen, de paspoorten of andere bewijzen van ont
slag, uittreksels-stamboeken of bewijzen van
werkelijken dienst, ten minste Hen dagen vóór
den dag, waarop de eeiste zitting van den Mi-
leede oogen aangezien is, uit het oogpunt der
humaniteit beschouwd, een heerlijk verschijnsel,
een voorteeken van betere toekomst niet alleen,
maar ook een veilig gegeven waarop we ons
mogen verlaten dat zal afgerekend worden met
de ons nog aanklevende gebreken uit het ver
leden.
Naarmate de accoorden voller worden van
het lied:
Weg met tirannen! Maak
conserveert tegen den vijand binnenslands.
anneer ik beveel, zegt Wilhelm van Pruisen aangezien als een kenmerk van demoralisatie
ot xijQ recruten, dat ge moet schieten op uw der lagere volksklassen; de ontwaking en op-
■^aders, moeders, broers of zusters, dan zult ge leving van den vrijheidszin, hier en daar met
ons vrij, ja maak
ons vrij
naar die mate zal het rotte en vooze uitzwee-
ren en verdooven in het maatschappelijk lichaam.
Of ons geslacht dien eindpaal zal bereiken
is onzeker; en waar alle berekening noodwen
dig falen moet, is ongeduld boogelijk te ontraden-
Het geduld alleen overwint alles bij den vol
hardenden vooruitstrever. Ook hier past het
woord van den wijzen koning
Alles heeft zijn bestemden tijd.
Hoe hard het ook valle aan hen wier oogen
reeds zich openden voor het licht, hoe velen
we nog moeten zien vallen als slachtoffers der
dwaasheden door ons uit vroegere geslachten
overgeërfd, men arbeide rustig en geduldig
voorwaarts en een goed einde zal het werk
zeker kronen.
Eigenaardig en als een oorzaak van blijdschap
moet het zijn voor hen die zich verheugen in
het licht, dat in ons landje reeds predikanten
openlijk het lijdelijk verzet gaan prediken tegen
het militarisme. Daarom, moed gehouden we
komen er.
Bij de Dinsdag te Venlo gehouden verkie
zing voor een lid der Tweede Kamer zijn uit
gebracht 2096 geldige stemmen. Gekozen is
de heer Nolens met 1396 stemmen. De heer
Haömans verkreeg 699.
Dezer dagen meldde het U. D. dat in ver
band met de dracht der nieuwe geweren, pl. m.
4000 M., en het feit, dat de schietbanen te
Laren op ongeveer 3000 M. gelegen zijn van
de spoorweghjn Baarn—Hilversum, op last van
den inspecteur der infanterie de veiligheids
maatregelen bij het schieten waren verscherpt.
Op de pl. m. 80 M. hoogen toren van de N. A.
waterleiding zal telkens een hoornblazer ge
plaatst worden. Bij aankomst van een trein
blaast hij „ophouden met vuren* en als de trein
gepasseerd is, wordt een roode vlag geheschen
en het signaal „vuren* gegeven.
De Amst. Ct. wijst er terecht op, dat niet
alleen een voortsnellende spoortrein bedreigd
wordt, maar alles wat zich binnen de 4009 M.
ongeveer in de richting der banen bevindt. Is
derhalve de spoorbaan onveilig, dan zijn dat ook
de grindweg van Bussum naar Hilversum, de
bosschen van Oorver, terwijl men op den Trom
penberg en in Hilversum tot bij het station de
kogels kan verwachten. Uit een schetsje toont
zij dit nader aan en stelt de vraag, of het niet
op den weg der burgerlijke autoriteiten ligt een
onderzoek in te stellen.
De verrassingen, welke de nieuwe geweren
medebrengen, behoeven niet vermeerderd te
worden. Het gebeurde op het schietterrein bij
Waaidorp stemme tot voorzichtigheid.
Zondag avond trad te Utrecht de heer H.
van Kol (Rienzi), oud-ingenienr ïn Nederl.-
Indië, als spreker op.
Er was een groot aantal belangstellenden,
meestal werklieden en kleine ambtenaren, waar
onder ook vele vrouwen. Zooals de aanplak
biljetten vermeldden, zou hij Indische gru
welen in verband met den Atjeh-oorlog behan
delen. Spreker deelde echter mede, dat dit
minder juist was, daar hij niet alleen over In
dische, maar over koloniale gruwelen zou spre
ken.
Aan het verslag in het U. D. ontleent men
verder het volgende
Komende tot den Atjeh-oorlog, waarvan spre
ker het eenig doel noemde, zich van het land
I meester te maken vond spreker het geen
wonder dat de Atjehers ons haten. Hoe lan
ger de oorlog duurt, hoe gruwzamer hij wordt
en hoe bloeddorstiger hij van beide zijden wordt
gevoerd. Spr. behandelde de bekende zaak van
het onthoofden van Atjehers en de daarover in
in de Tweede Kamer gevoerde discussie. Na
I nog gewezen te hebben op het gebruik in den
oorlog van dwangarbeiders en op den toestand
j van den Indischen soldaat, betoogde spr.dat
wij in de beschaafde wereld in aanzien zouden
stijgen als wij ons uit Atjeh terugtrekken, op
dat er een eind kome aan de moorden en de
Een vraagstuk, ingewikkeld, zoodat hoogst
bekwame menschen er geen oplossing aan we
ten te geven, is het militarisme. De aandrang
er toe wordt grooter, do oogen van ’t publiek
beginnen open te gaan voor deze dwaze over
levering der Middeleeuwen; reeds lang kende
nien haar schaduwzijde, thans valt daarbij meer
en meer de belachelijke kant in ’t oog. We
behoeven daarop gelukkig niet meer de aan
dacht te vestigen en kunnen ons dus bepalen
tot de vraag harer oplossing.
Wat weerhoudt ons, kinderen der verlichte
eeuw, om ééns voor al met het monster af te
rekenen
Vooreerst de land- en volksgrenzen. Ware
er in ons werelddeel geen staalkaart van nati
onaliteiten, er zou van militarisme hoogst waar
schijnlijk geen sprake zijn.
Daaraan valt echter niet te tornen; zoolang
de verschillende volken ieder hun eigen taal
spreken, zal men vruchteloos pogen alle volk
tot éen volk te maken. Daaruit volgt, dat on
ze tijd dringend vraagt om éen wereldtaal.
Maar er is meer dat de samensmelting be
lemmert. Elk volk heeft ziju eigen regeerings-
vorm en al is het waar, dat vormen gemakke-
lijk zich wijzigen naar de omstandigheden, niet
minder zeker is dat het persoonlijk belang van
hen die aan ’t hoofd staan, stelselmatig deze
samensmelting verhindert. Zoolang er dus vor
sten zijn, die als ’t ware middelpunt zijn waar
bij de regeeringsvorm den omtrek voorstelt,
zonnen, die elk voor zich een zonnestelsel willen
verbeelden, valt op amalgameeren niet te re
kenen.
Waaruit dan volgt, dat het voortbestaan van
het vorstendom in zich sluit de afdeeling der
Wereld in landen en volken en de continueering
van ’t militarisme. Waarbij nog komt, dat de
vorsten omgekeerd het militarisme willen hand
haven, niet alleen uit liefhebberij, maar ook
om voor hen-zelf een afdoend raison d’etre te
kunnen aanvoeren.
Afschaffing van legers is dus niet denkbaar,
zoolang niet de vorstelijke waardigheid is afge*
schaft en ten spijt van heel wat bekrompen,
kortzichtige dwazen, vraagt ons verstand, dat
den oorlog verklaart aan ’t militarisme, afzet
ting der vorsten.
Maar niet enkel dwazen zijn het die de vor
sten willen handhaven. Zeer ontwikkelde gees-
Éen zijn er, die begrijpen, dat met het verdwij
nen van de vorsten het militarisme mee zal
verdwijnen van ’t tooneel, en hoe afkeerig ook
vau deze dure liefhebberij, blijven ze militaris
ten en monarchaal-gezinden, niet uit beginsel,
ttaar uit taktiek; het conservatisme ziet in de
militie het laatste bolwerk dat zijn voorrechten
SI
rm
fflifflinw imuDissifflismi
L
J
-
I
I
r
r
i.
i K 0 U R A N