1
•k.
UB KTMIffim Ml Ik.
BELANG EN RECHT.
’ij-
L
No, 86.
E E N-E N-V IJ F T I S T E J
!896.
J
de
is
:k-
KALVERM A HT£T
dit jaar invalt op Maandag den 2 November e k
Z VI1 E K I) W <4
24 O <D T O 13 E 13.
ii.
ad»
rij'
35
In
16
Alle brieven
in te zenden.
40
i
)0;
ADVERTENT1ËN
meer
ijna
kier
it.
rAN
Cd.
!1T
im;
00,
00,
k.
rd:
ha*
en.
SN-
,00,
,50,
,00.
eur
3Ut
1/.’
50,
lar.
i.
t..
i’IMOOffllM
i
van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents-
voor eiken regel meer 7 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever. J
Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
bekendmaking.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek maken bekend, dat de tweede
Sneek den 20 October 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
UIT DE PERS.
In de vergadering der roomsch katholieke
kiesvereemging, deze week in Den Haag ge
houden, werd de organisatie der roomsche partij
in Den Haag en omgeving behandeld. Mr.
Kolkman, de voorzitter, zette uiteen dat de re
organisatie noodig is om te houden wat men
te verdedigen heeft en om te verwerven en te
bevechten hetgeen verlangd wordt. Immers er
wordt van de andere zijde reeds verzamelen
geblazen en niemand minder heeft daartoe het
sein gegeven dan de minister Van Houten hij
die door toedoen van de clericalen op den’mi-
nisterieelen zetel kwam, wiens kieswet met de
hulp der katholieken tot stand kwam, en die
zich met hand en tand verzette tegen een bij
de kieswet van katholieke zijde voorgesteld niet
destructief amendement, maar die in de Eerste
Kamer met afschudding van zijn etiket van oor
sprong partijman werd, toen hij verzamelen blies
tegen clericalisme en protectionisme. Waar al
dus aan de clericalen de handschoen werd toe
geworpen, waren zij verplicht dien op te rapen.
In een sterk toegejuichte rede drong hij op
vereeniging van alle katholieken aan.
Naar aanleiding van deze vergadering schrijft
de Residentiebode, het R. K. orgaan van de
residentie
.Machtig klonk dat Katholieke woord door
de „hoorbre stilte" der zaal, vooral toen de
spreker op den voorgrond stelde het Katholiek
strevenden eerbied voor Gods gezag, de ver
dere machten en de wettelijke orde te hand
haven,* maar daarnevens ook de vrijheid op-
vorderende ,om onze godsdienstige overtuiging
en niet zou verstommen indien daarnaast een
geslachtenstrijd zich wilde ontwikkelen. Het
is niet goed gezien van een deel der vrije vrou
wen, zich op zoo onverzoenlijk standpunt te
plaatsen tegenover de mannen én omdat het
tweedracht zaait waar eendracht broodnoodig
is, én omdat het zou zijn de koe bij den staart
in plaats van bij de horens te vatten. De strijd
om ’t bestaan drijft de vrije vrouwen en daar
onder ook deze radicale vrouwen tot optreden
zij willen strijden voor haar belangen en rechten.
Maar is het niet een bekrompen opvatting
van zaken wanneer men de vrouwenbelangen
met voorbijzien van de interesse der mannen
op den voorgrond stelt? Zoolang de maatschap
pij het familieleven blijft voorstaan, is het be
lang van man en vrouw innig verbonden en
moet, wie de belangen van den éen wil behar
tigen daarbij die van den ander niet uit het
oog verliezen.
Er wordt in onze maatschappij veel leed ge
leden ais gevolg van de maatschappelijke ver
rotting. Zoolang de bazis der gemeenschap
blijft wat ze is, valt aan duurzame lotsverbete
ring van vrouwen noch mannen te denken.
Daarom verwacht de maatschappij dat allen die
in de zaak betrokken zijn de handen ineenslaan
vrouwen en mannén, voorzoover hun rechten
genegeerd worden, moeten zich verbinden; wat
helaas nog zoo spaarzaam zich voordoet ten ge
volge van achterlijke verstandsontwikkeling der
vrouw, kan beter worden door oprichting van
vrouwenbladen, die voor de rechten der vrouwen
willen opkomen nog eens echter herhalen wij,
dat .Belang en Recht* daarvoor niet den meest
praktischen weg zal bewandelen, eerstens door
eenzijdig de belangen der vrouw te willen ver
dedigen, anderzijds door het woord te richten
tot de betergestelde vrouwen.
Vaak komt het voor, dat inden klassenstrijd
de vrouw van den mindere naast den man staat,
maar vaker nog is dit niet het geval. Er is
voor deze vrouwen voorlichting noodig, en in
deze behoefte voorziet .Belang en recht* niet;
reeds de prijs van het blad is daarvoor te hoog
gesteld.
Men mag echter niet op eens het volmaakte
verwachten. De mythologie sterft niet met het
geslacht waardoor zij gedragen wordt. Evolutie
is ook in den maatschappelijkeu strijd het pa
rool. De oogen openen, verlichten en ontwik
kelen, wie daartoe meewerkt, ook al beperkt
hij zich tot een bescheiden kring, verricht een
nuttig werk, staat in dienst van de evolutie en
ontrukt aan het conservatisme een deel zijner
krachten. Spreken over rechten, het oog ves
tigen op belangen, ook al richt men zich daartoe
tot éen der beide seksen en daarvan een zeer
bescheiden portie, wie zich daarvoor inspant
verricht een nuttigen arbeidhet overwint hiér
de oppositie der vrouw tegen het streven van
den man, brengt daar harmonie en eendracht
tusschen vrouw en man in den strijd, terwijl
het elders weer de vrouw opvoert tot voorlicht
ster en leidster van den man in den strijd.
Daartoe zal .Belang en Recht* het zijne bij
dragen en verdient daarom onze waardeering.
Het conservatisme is een veelhoofdig monster.
Laat ieder, die den moed en de kracht daartoe
vindt in zichzelf, de bijl opnemen en een der
koppen voor zijn rekening nemen en het
beest moet het opgeven ten laatste. En waar
de vrouw nog in ontwikkeling zoover bij den
man ten achter staat, zal een maatschappelijke
hervorming, zooals die verlangd en verwacht
wordt, weinig zekerheid van duur geven, zoo
lang de eene helft van ons geslacht nietiu ont
wikkeling met de andere gelijk staat.
Overheersching blijft bij ongelijkheid van ver
standsontwikkeling. Gelijkheid van recht, recht
voor allen, heeft als onafwijsbare voorwaarde
de eisch gesteld, dat de een niet behoeft op te
zien tot den ander. Wanneer de leeuw met
behulp van den ezel den buit veroveren, blijft
het recht van den sterke heerschen. Zoodra
de krachten gelijk staan vervalt deze rampza
lige regel van zelf.
Men mag verwachten dat het nieuwe blad
daartoe het zijne zal bijdragen; in naam van
de rechten van den mensch zij dus het nieuwe
zusterorgaan voorspoed op haar arbeid toege-
wenscht.
Naast de bladen .Evolutie* en .de Vrouw*
nog een derde te zien verschijnen, moet wel
den indruk maken dat de vrouwenbeweging in
ons land omvangrijk en van beteekenis zijn
moet, maar ook het voorgevoel versterken, dat
met al de inspanning en kosten, welke de vrou
wen zich getroosten, de zaak er niet beter op
worden zal.
Wat het eerste punt betreft zijn we niet op
timistisch gestemd; wij meenen te mogen con-
stateeren, dat de beweging voor de rechten der
vrouw door de vrouwen nog slechts voor een
zeer klein gedeelte met sympathie wordt ge
volgd. Zonder evenwel in dezen beslist te dur
ven spreken, is met vrij groote zekerheid aan
te nemen, dat de zucht naar ontvoogding bij
een zeer uitgestrekten kring van vrouwen be
staat, hoewel sluimerend. De vraag is slechts,
haar uit den dommel op te wekken en daar
voor zal ook het nieuwe blad naast de reeds
bestaande het zijne bijdragen. Men behoeft
Biet bang te zijn dat ze elkaar zullen af breken
of neutraliseeren, zooals men dit waarneemt
bj de persorganen der .onderscheiden fracties
b. v. van de liberale partij. Bij dezen geldt
het de vraag, van welke dier organen de stem
het zwaarst zal doorklinken in de praktijk der
wetgeving; bij gene hoe men elkaar den loef
>al afsteken in het winnen van abonnées en
het bedelen om advertenties; bij de eersten hoe
men zijn invloed zal doen gevoelen in de maat-
whappij, bij de laatsten hoe men ’t zal aan
leggen om aan invloed te winnen op elkander,
t Betreft hier iets in wording, wat bij de po
litieke organen de zaak is van het effekt.
En uit dit oogpunt beschouwd lijdt hetgeen
twijfel, dat ook het nieuwe vrouwenorgaan niet
geheel zonder beteekenis zal zijn. Het zal in
de kringen der welgestelde vrouwen andere
denkbeelden brengenlangzamerhand ook déar
de overtuiging ingang doen vinden, dat de vrouw
haar aandeel toekomt, dat is minstens de helft,
van de beschikking over de maatschappelijke
m economische belangen. Recht voor Allen
:al een meer en beter begrepen leuze worden,
en waar tot op heden de man alle macht op
'taalkundig gebied uitoefent, is het een blijk
tan wijs beleid dat de radicale vrouwen opko
men voor haar rechten en belangen zonder
■aarvoor als in „Evolutie* den oorlog te ver
baren aan de overheerschende partij. Bij eene
’fganisatie zoo zwak als die der vrouwenrech
ts, is het toch geen overbodige wijsheid dat
men organiseere alsvorens oorlog te verklaren
er* en dat men wachte met oorlog te. voeren tot-
^at de organisatie zoo stevig is dat men met
eenig uitzicht op succes zich inspanne.
Toch, indien men voor de maatschappij heil
’erwachten mocht van een dergelijk ageeren
“er twee seksen tegen elkaar, zou men bedro
gen uitkomen. We leven reeds sinds eenigen
ijd te midden van den klassenstrijd, een strijd,
ie langzamerhand in hevigheid toenemen moet
te nemen tot grondslag voor onze daden en de
opvoeding onzer kinderen.*
,De orde, zelfs de meest kalme regelmatig
heid, werd in deze vergadering, waar toch van
doodschheid of dofheid geen sprake was, geen
oogenblik verstoord. Muizestil was het, als wij
daareven schreven, gedurende de rede van mr.
Kolkman; toch werd die stilte één oogeriblik'
op zeer gedruischvolle wijze onderbroken. Het
was, toen de spreker zijn gehoor verzocht, het
kaartje der districten van ’s Gravenhage, dat
aan den ingang der zaal was uitgereikt, om te
draaien ten einde met hem na te gaan wie
alzoo kiezer worden. Het gedruisch, dat ’toen
viel waar te nemen, bewees eerst recht, hoe
vol het was in die stille zaal.
„Het lijkt wel een hagelbui!* hoorden wij in
onze nabijheid Ja, het was ook een hagelbui
maar die nog niet uit de lucht is gekomen’
doch eerlang in Van Houten’s haver slaan zal’
zoodat er geen vrees meer bestaat, dat die
haver hem nog lang steken zal en tot verwaten
uitlatingen gaat verleiden, zooals Z.Exc. zich
op den dag van de aanneming der kieswet’
in de Eerste Kamer veroorloofde, toen hij zich’
niet ontzag om, van zijn positie als minister
der Kroon misbruik makende, de krijgsleus aan
te heffen: „Protectie, clericalisme! waarachtio-
dat willen ook wij niet!*
Ook wij niet.
Wie, wat moet onder dat ivy verstaan wor
den
.Doch, aldus besluit de Residentiebode, laat
ons gerust wezen vergaderingen, als we moch
ten bij wonen, bevestigen ons hoe langer zoo
meer in de overtuiging: ,Uwe kromme spron
gen hebben uit, Excellentie!*
De vraag der preventieve hechtenis, waarop
in den laatsten tijd weder meer de aandacht is
gevallen naar aanleiding der maandenlange
vrijheidsbeneming van twee personen te Rot
terdam, achtereenvolgens verdacht gehoudcü
van den moord op den jongen Hoogsteden al
daar, wordt ook in bet Vaderland besproken.
Het blad erkent t gewicht dezer aangelegen
heid, maar acht de bezwaren vooralsnog on
overkomelijk. Het spreekt van zelf dat het een
groot onderscheid maakt of men wordt vrijge
laten, omdat gebleken is dat men volkomen
onschuldig is aan het feit, waarvan men ver
dacht is, dan wel omdat er geen voldoende
termen zijn gevonden om voort te proeedeeren.
Zou in ’t eerste geval een geldeljjke schade
vergoeding nog maar een schamele compensa
tie zijn voor het aangedane moreele leed, in het
tweede geval zou het wel eens wat bar kun
nen zijn, dat de Staat nog schadevergoeding
zou moeten toekennen aan hem, die er in ge
slaagd is de justitie handig om den tuin te
leiden. En ’t zou moeilijk zijn een juiste scheids
lijn te trekken. De onthouding van schadever
goeding zou, is het verleenen regel, altijd nog
eenige smet werpen op den betrokken persoon
als een onuitgesproken verdenking. En is
men uit vrees voor onbillijkheid erg faciei met
het verleenen van schadevergoeding, ook al staat
de onschuld van den betrokken persoon niet
muurvast, dan kan men ’t gevaar loopen dat
hij, die al schadeloos is gesteld voor het on
dergane leed, later nog weer eens moet wor
den ingerekend, omdat hij ten slotte blijkt toch
niet onschuldig te wezen.
Het blad ziet geen kans die moeilijkheden
te overwinnen, maar wil aannemen dat er on
der haar deskundige lezers zijn die ’t wel
kunnen.
-
SI
kieirs- b immiiiiup I'lioi! os
wiii
'W
16
4
kER (OlitAV