■NS- H ADÏERTE.W-BMD WOU D! flUffl III ill 1IMMHII SNEEK. h Je is k- 19^ I ^3 No. 88. E E N E N-V IJ F T I G 8T E J A A R G- A N G-. 1896. 25 '.A. rJT IS JL< I> A O- 31 OCTOBER. MOOI, 3IA21RIIOE? >da U I T DE PEES. ft Bij deze Courant behoort ale Bijblad Feuil- leton-nummer 232. 50, W, Ik. :d: ia- 3D. IN. 00, 00, 00. sur mr !;s. 50 A a o; V- en door eensgezindheid aan de tegenpartij den pas af meer sympathie gewekt en meer steun in den I rug gekregen hebben. Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek maken bekend, dat de tweede K AL VE RM A RKT dit jaar invalt op Maandag den 2 November e.k. Sneek den 20 October 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. si Men had de democratie gewonnen met een voorstelling als deze: dat men niets voor haar wil, zonder haar. Meer succes dan met het ellenlange program hadden de liberalen kunnen wachten van het parool, kort en bondigGrondwetsherziening, zonder meer. De heeren hebben dit niet gewildde vrees dat de democratie hen zou degradeeren, heeft de leiders van dien stap terug gehouden. De heeren wilden aan ’t roer blijven en het gevolg ervan zal zijn dat de werklieden-kiezers mee mogen helpen aan de afvaardiging der heeren. In de eerstvolgende periode wacht ons waar schijnlijk niet veel meer dan de onverkwikke lijke voortzetting van do onderhandelingen tus- schen geavanceerden en radicalen. Zou het werkende en verarmende deel de» volks genoegen daarmee nemen? Zou het onmondige volk zich neerleggen bij de verzekering der heeren, dat het op hen ver trouwen kan? Waar is de onnoozele, die dit bevestigend beantwoorden wil? Naar aanleiding der aanneming en bevestiging der Koningin als lidmaat der Ned. Herv. ge meente heeft de Kerk. Ct. gewezen op Willem den Zwijger en zijn oprecht en eenvoudig ver trouwen in God. Zij deed dat aan de hand van ’tgeen Motley van den Prins zegt. De K. C. eindigde aldus „Door U behoeft niet gezocht te worden naar een voorbeeld om bij de U wachtende taak te worden, een model om U naar te vormendenk aan Willem I, den Vader des Vaderlands, den grooten vertegenwoordiger van de meest groot- sche denkbeelden „Christinne als hij, zult Gij de beste Heer- seheresse zijnals Hoofd van den Staat in lief de dienende, allen alles wordende, omdat de kracht van een rijke traditie in U leeft, en het ideaal der burgerlijke, staatkundige en godsdien- stige vrijheid U steunt en draagt „O Koninklijke Lidmate der Ned. Herv. kerk, aan U onze gelukwenschvoor U ons gebed over U, Uwe Koninklijke Moeder, het geheele Nederlandsche volk de zegen Gods!* Het Hand, nam deze woorden over en voeg de er nog ’t een en ander bij ter verheerlijking van den Zwijger. De Tijd heeft op deze woorden en deze her innering vuur gevat. In haar nommer van Dinsdag stond het volgende te lezen: „Niet dan in geval van uiterste noodzakelijk heid wenschen wij zaken, van verre of nabij het particuliere leven onzer geëerbiedigde Ko ningin rakende, te mengen in een polemiek, die "■uit den aard der zaak lichtelijk een scherp ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents- voor eiken regel meer 7 */a Cents. Bij abonnement is de prijs’ belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. docht, die bij het werkend deel der natie ten opzichte van de bedoelingen der heeren in sterke mate is ontwikkeld, en die over de lange rede voeringen heen de vele goede voornemens, als in den herfst de boonstaken, gaat uittrekken en opbergen voor een volgend seizoen, de geavan ceerde ranken daarbij „in den modder* trap pende. Hetgeen de geavanceerden willen is mooi! hetgeen ze zullen hebben te vervullen zwaar, en hetgeen ze niet willen, maakt de uitvoering van dit werk nog zwaarder. De geavanceerd-liberalen spelen hoog spel door veel te beloven, veel te vertrouwen en veel steun zich te ontzeggen. Of zou bet verdachtmaking zijn, wanneer men wilde beweren, dat de groote meerderheid der aangesloten liberalen zich zelf moeten ver loochenen wanneer ze hun stem geven aan de voorstellen van het Hoofdbestuur, gedreven als ze worden door de vrees voor overrompeling en geleid als ze willen zijn door wie den moed hebben de maat aan te geven Zou het te veel gezegd zijn, wanneer iemand het vermoe den uitsprak, dat een aanzienlijk deel Van de meegaande liberalen bij den eersten kruisweg den besten afslaan en de veormannen alleen laten zullen? Mr. A. Kerdijk in den modder, zou men zoo zeggen, wordt dan radicaal. Maar al loopt het Hoofdbestuur in zijn geheel met de keurbende der getrouwe volgelingen naar de radicalen over, ook dan nog blijft de vraag: Zou het kortzichtigheid zijn wanneer iemand meende ook in die combinatie weinig waarborg te zien voor het nakomen van de reeks der toegezegde weldaden? Het wil ons voorkomen dat de geavanceerd liberalen in den strijd voor hun beginselen en in het goed geloof hnnner goede voornemens optimistisch genoeg zijn om hun eigen krachten te overschatten. Ze laden op zich den schijn, dat het optimis me aan hun democratische gevoelens parten speelt en hun oogen verblindt voor der demo craten leuze: voor het volk door het volk. Ze wekken het vermoeden van verder te willen springen dan hun polsstok reikt. Zouden de volgelingen zich laten verblinden door den overmoed hunner leiders? We moeten dit afwachtenmaar hetgeen we thans door het Hoofdbestuur zien voorspiegelen is zoo mooi en frisch, dat men zich onwille keurig verbaast over de naïveteit, die in blind vertrouwen op de nieuwe troepen en in ’t ge loof aan de deugdelijkheid harer plannen alle verdere versterking afwijst of uitstelt tot nader order. Wat kon er schooner en krachtiger zijn dan de leus van algemeen kiesrecht? Van democraten pur sang, als de bestuurs leden zich voordoen, had men allereerst dezen eisch mogen verwachten. Van politici, die niet leven willen bij den dag maar die plannen maken voor de toekomst, hadde men moeten hooren der eisch: dat de democratie voor alles belang heeft bij grond wetsherziening. Werkelijk, indien de geavan ceerden dit zich hadden voorgenomen, ze zouden De liberale kiesvereenigingen zijn opgeroepen om een oordeel uit te spreken o vei de voor stellen der Liberale Unie. Ontwijfelbaar zal de eene vereeniging vóór, de andere né zich vereenigen met de denkbeel den van het hoofdbestuur. De omstandigheden dringen er toe zich te verzamelen om dezen rijk voorzienen disch van beginselen te snijden, zich over de Liberale Unie als Unie in ongunstigen zin uit te laten. Maar ook is de tijdruimte te beperkt om van gedachten te wisselen met het hoofdbestuur, en vóór de ver kiezingen worden uitgeschreven, neen vóór de hieuwe kiezerslijsten gepubliceerd zijn, dienen de nieuwelingen in het kiesrecht .te weten bij welke partij ze zich het best kunnen aan sluiten. Alsof het een feest van Sinterklaas was, is de liberale winkel gevuld met allemans gading en de kiezers onder de werklieden vin den er stellig iets in wat hèn aantrekt. Nemen we dus aan dat het ontwerp-program vrijwel ongehavend uit den strijd zal te voor schijn treden, dan staan ons in de naaste toe komst ingrijpende hervormingen te wachten, allen min of meer van belang voor den werk mansstand. En bij zoo schoon vooruitzicht kan men de verzoeking niet weerstaan met eenig ongeduld die toekomt te verbeiden; van ouds toch brengt de gewoonte mee, dat de verschil lende partijen in 't staatkundige tegen den tijd van den stembusstrijd elkander den loef afste ken in ’t geven van beloften, waarvan de meeste ’t echter in elk der achtereenvolgende periodes niet verder hebben kunnen brengen dan tot het asyl der vrome wenschen. Veel beloven en weinig doen is onder onze politici iets dood gewoons; men heeft er gewoonweg niet den tijd voor gehad, en dat excuus is immers zeer plau sibel? De heeren zijn gewoon van de honderd en zooveel dagen der Kamerzittingen de gaven van hun redenaarstalent wijd te ontplooienze zijn nu eenmaal ambitieus op een kamerzetel, en daarom brengt het lidmaatschap van de Tweede Kamer mee, dat ze zich van tijd tot tijd eens laten hooren en blijk geven van hun talent. Een Kamerlid heeft dus een dubbele taak te vervulleneerstens moet hij het be houd van zijn zetel zich trachten te verzekeren en tweedens meewerken aan de wetgeving. Welke van die twee beroepsbezigheden de I zwaarste is, valt zoo maar niet uit te maken. Om niet onredelijk te zijn willen we ze gelijk stellen en daarmee dus aannemen dat de heeren van den tijd der zittingen de helft noodig heb ben om in hun eigen belang werkzaam te zijn blijft dan nog over de andere helft voor de Wetgeving in ’t belang van ’t volk. Waar nu voor de hand ligt een voorstel van onderscheiden hervormingsideeën, alle den wer kenden stand betreffende, is wel een vraag wel ke practische overweging verdient dezedat men 1 «ich zooveel mogelijk vrijware van den achter- karakter aanneemt, ’t Is om die reden, dat wij ons onthouden van aanmerking op dagbladarti kelen, waarin H. M., ter gelegenheid van H. D. aanneming tot het lidmaatschap der Nederd. Herv. kerk, „de vroomheid14, „verdraagzaam heid* en verdere deugden, Willem den Zwijger toegeschreven, ten voorbeeld worden gesteld. Wij hebben over protestantsche historie-ver- valsching dikwijls genoeg onze meening gezegd, om bij deze gelegenheid het stilzwijgen te kun nen bewaren. Dezen wensch evenwel willen wij niet onderdrukken, dat de onpartijdige, der zaak kundige geschiedschrijver eenmaal het ka rakter onzer jeugdige Koningin moge schilderen als geheel het tegendeel van dat van den sluwen en somberen Zwijger, welke door zijn herhaalde geloofsverandering en veel andere handelingen het bewijs leverde, dat bij hem godsdienst niet meer dan een middel was tot het bereiken van eerzuchtige bedoelingen, alsook dat H. M. ge durende de lange en voorspoedige regeering, die allen haar toewenschen, steeds moge ondervin den en erkennen, dat de liefde, vereering en aanhankelijkheid harer katholieke onderdanen in geenen deele geschaad worden door herinne ringen aan een verren, niet eens rechtstreek- schen voorzaat, die, als afvallige van hun kerk, die kerk zelf en hét aan deze getrouw gebleven katholieke voorgeslacht gevolgd heeft.* Met verbazing, zegt de Zw. Ct., hebben on getwijfeld zoo goed als allen in den lande van dit protest op di^pogenolid onder deze omstan digheden kennis genomen en het ontbreekt dan ook niet aan betuigingen van afkeuring over deze onhebbelijke wijze van doen. De anti-revolutionaire Nederlander (parfij Lohman) stelt de vraag of er niet iets intens iunationaals in ligt, om den grooten martelaar, die als middel in Gods hand en met opoffering’ van goed en bloed, de grondlegger van ons na tionaal bestaan werd, op een dusdanige wijze te bekladden of het niet anti-nutionaal in de hoogste mate is om de schaad, welke onze dierbare Koningin bindt aan Hare doorluchte Voorvaderen met hun roemrijke geschiedenis en welke het cement vormt onzer Oranjeliefde moedwillig en opzettelijk door te breken, al thans een poging hiertoe te wagen, een poging, die, naar t blad hoopt, in de oogen van ons volk nimmer gelukken zal. „Wij beminnen en eerbiedigen onze Koningin om honderd redenen, aldus besluit het blad, maar bovenal omdat in Haar het bloed vloeit van onzen Willem den Zwijger.* Het Volksdagblad heeft er ook iets over te zeggen en doet uitkomen dat het katholieke hoofdorgaan, als het in zijn kraam te pas komt, er niet tegen opziet een voorzaat uit het Oran jehuis te signaleeren op een wijze, zooals een volbloed „opruier* het niet zou verbeteren. Werkelijk niet onaardig is de wijze waarop de Amst. Ct. de Tijd beantwoordt. Zij schrijft: Wij betreuren het dat de T-ijd haar goede voornemens, in den aanvang verkondigd, aan stonds weer heeft laten varen. Over den Zwij ger te zwijgen was haar toch blijkbaar te mach tig. Maar wij vragen ons te vergeefs af, waar de „uiterste noodzakelijkheid* school, die de Tv’cZ er toe drong haar goede wenschen voor de Koningin te kleeden in een banvloek over Prins Willem I. Zoo men over „protestant sche historie-vervalsching* reeds dikwijls het zijne gezegd had, was er tot onthouding thans te gereeder aanleiding. Wij gaan op de zaak zelf niet in, juist om een polemiek te vermijden, die „uit den aard der zaak lichtelijk een scherp karakter aan neemt.* Maar het komt ons voor dat de Tijd hier van den Zwijger althans het zwijgen had I i t’-* I -- ■A'

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1896 | | pagina 1