Jill IIS- 0 llffiim-M won N
JIRT
I
No. 90.
E K N-E N-V IJFTIQSTE
1896.
7 NO
E NI 3 2 if.
UIT DE PERS.
N
r-
Alle brieven
in te zenden.
zeer eminente koppen
weinig pleizier bezorgd.
ae
30
a
er
ar
ar
Is*
'0,
10,
0,
k.
1:
a-
OïtTHODOX.
Terwijl de leiders in de politiek hun best
doen om tegen den naderenden „storm* hun
partijen te constitueeren, hebben de non-actieve
Deze CO ÜRANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave ot redactie betreffende, franco
politici niet anders te doen dan te luisteren en,
opmerkelijk genoeg, leenen zij, de zonen van
het vrijheidslievend volk, gretig het oor naar
de woorden hunner voorgangers. Bij alle par
tijen is het koekoek éen zang de heeren
wijzen, en de gekken prijzen; voorzeker geen
schitterend blijk van onzen vooruitgang in
’t democratische.
Over Rome en roomsche politiek hebben we
’t natuurlijk nietdie is heelemaal niet demo-
cratisch, of wel democratisch van boven af.
Het roomsche volk wordt beheerd en geleid
tot aan de hemelpoorten, en het goedig-on-
noozele volk trekt er zich niets van aan wan
neer de heerooms hun stembriefje invullen en
de Kamerleden van hun geloof de richting aan
geven in de politiek. Zooals de paus zegt
Dat moet gij gelooven, roomsch-katholieke zo
nen, en de priesters: zóo moet gij stemmen
zonen der kerk, zoo zeggen de leden der
kamer: en aldus hebt gij, broeders in den ge-
loove, uw wenschen tot regeling van maatschap
pelijke zaken te richten.
’t Gaat dus alles van boven af, en waren de
burgers van dit land allen roomsch, er behoefde
van kiesrecht geen sprake te zijn. De zaken
des lands dreven dan behoorlijk op geestelijke
adviseuren. Het eenige waarover onze Room
sche medeburgers zich warm maken en opwin
den kunnen, is de waarheid, waarmee deze
hun door andersdenkenden wordt onder ’t oog
gebracht; alleen daarop reageert het roomsch
publiek, zooals sommige kunstenaars reageeren
tegen de armoe. Het een en het ander pleit
natuurlijk tegen de admissie der democratische
brooming.
Daarover hebben we ’t nu niet. Een deur
die op nachtslot is en daarbij gegrendeld on
der en boven, is niet met een sleutel open te
kiijgen.
Maar wij willen een oogenblik de aandacht
>epalen op het volk der protestanten, dat zich
iberaal noemt.
Wat men wel eens beweert van de christelijke
kerkleer: dat ze alles behalve christelijk is,
Eou men ook met een variant kunnen toepas
selijk verklaren op ons liberalisme. Het is
dies, maar liberaal is ’t niet.
«Eendracht maakt macht* te Groningen vindt
iet program der Liberale Unie te knellend en
leklemmend. „Eendracht maakt macht* ver-
angt naar meer liberaliteit.
De idee is zoo kwaad niet; ze vindt dan ook
“er en daar weerklank. Er zijn liberale maa
ien die ’t program te bindend achtenook zijn
!r die het onpraktisch noemen, omdat het be-
waarlijk zal zijn bij de verkiezingen candida-
Cü genoeg te vinden die zuiver op de graat
“JD, Maar een program moet de leidinggeven,
onze liberalen reageeren alleen maar tegen
e beschuldigiging der radicalen en anderen,
at ze door te loepen aan den leiband van
eenige personen hun recht
2FS?eeld *e«ben: ,Immers wat «Een- [tegen de afdwaling der moderne beschavïngp’Ën
zou hun reactie niet een vingerwijzing zijn
tegen het onvermoeid ordenen en regelen, Van
boven af? Zooals een mensch, die, bestormd door
allerlei tegenstrijdigheden, zucht en klaagt, niet
t wetende waaraan hij zich te houden heeft, is
mus omdat er de liberale kern, de democrati- een kenmerk van den geest onzes tjjds den
mensch te plaatsen in een afgesloten kring waar
in hij zuchten en klagen moet: Hoe kom ik er
weer uit? En bindt men hem aan zoovéél en
velerlei, dat hij uit diepte van ellende roept
Hoe maak ik me toch los, om vrij weer te
kunnen leven
Ook op politiek gebied vecht de oude mensch
met de nieuwe en zien we, als in de kerk, bij
elk overgangstijdperk de orthodoxie herleven,
of, als in dagen van wilde vrijheidsuititfgen,
het politiegezag krachtiger drukken op de bur-
gerschouders.
Laten we ’t de Genestet nog eens helpen
wenschen
De tijd van overgang, O, dat hij overging
BEKENDMAKING.
OPROEPING VRIJWILLIGERS VOOR DE
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek,
Gelet op art. 9 van het Koninklijk besluit
van den 17den December 1861 (Staatsblad no.
127), zooals dit is gewijzigd bij besluit van 22
Juli 1892 (Staatsblad no. 179);
Roepen op zoodanige ingezetenen, die verlan
gen als vrijwilligers bij de Militie op te treden,
om zich daartoe aan te geven ter Gemeente
secretarie in de gewone bureau-uren.
Om als vrijwilliger bij de Militie te kunnen
worden aangenomen, moet men ongehuwd of
kinderloos-weduwnaar en ingezeten wezen, voorts
lichamelijk voor den dienst geschikt, ten minste
1.56 M. lang, op den Isten Januari van het
jaar der toelating als vrijwilliger het 19de jaar
ingetreden zijn en het 35ste jaar niet volbracht
hébben, tot op het tijdstip der toelating aan
zijne verplichtingen ten aanzien van de Militie
zoover die te vervullen waren, voldaan en een
goed zedelijk gedrag hebben geleid.
Het bezit van die vereischten, met uitzonde
ring van de lichamelijke geschiktheid en van
- - een
getuigschrift van den Burgemeester, verkrijg
baar op plaats en tijd boven vermeld.
Hij, die voor de Militie is ingeschreven, wordt
-V00J, Ge
meente, in welke hij ingeschreven is, tenzij hij
geene verplichtingen ten aanzien van de Militie
meer te vervullen heeft.
Hij, die bij de Zeemacht, bij het Leger hier
te Lande, of bij het Krijgsvolk in ’s Rijks Over-
zeesche bezittingen heeft gediend, wordt niet
als vrijwilliger bij de Militie toegelaten, tenzij
nj bij het verlaten van den dienst, behalve
een bewgs van ontslag van den bevelhebber,
onder wien hij laatstelijk heeft gediend, een
getuigschrift heeft ontvangen, inhoudende, dat
hij zich gedurende zijn diensttijd goed heeft
gedragen.
Hij kan, heeft hij dit ontvangen, tot dat zijn
veertigste jaar volbracht is, als vrijwilliger bij
de Militie worden toegelaten.
;Sneek den 6 November 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNÉWITZ, Secretaris.
ADVERTENT1ÈN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents'
voor eiken regel meer 7% Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
In de Vragen des Tijds komt een uitvoerig
artikel voor van mr. E. Fokker over onze bur
gerlijke wetgeving uit sociaal oogpunt. Het slot
woord laten wij hier volgen
„Overzien wij het terrein waarop dit opstel
zich beweegt, dan komen wij tot de slotsom
dat Nederland veel in te halen, veel goed te
maken heeft. De wetgever der toekomst zal,
wil hij een rechtvaardige en aan de behoeften
en inzichten onzer samenleving beantwoordende
wetgeving maken, grooteren invloed moeten toe
kennen aan het ethisch element, met het zui
ver individualistisch karakter der tegenwoordi
ge wetgeving moeten breken, tot het inzicht
moeten komen dat bij private overeenkomsten
niet t belang van partijen alleen en uitsluitend
betrokken ishij zal meer rekening moeten
houden met den arbeid, daaraan tegenover het
kapitaal een niet ondergeschikte positie verze
kerende hij zal den rechtstoestand der erken
de natuurlijke kinderen moeten verbeteren en,
door onderzoek naar het vaderschap toe te staan,
de natuurlijke (nu niet-rekende) kinderen met
hun moeders niet langer aan ellende prijs
geven, terwijl hij den rechtstoestand der gehuw
de vrouw, ook voor zooveel zij kostwinster is,
zal moeten wijzigen bovenal zal hij de loon-
overeenkomst van meet af te regelen hebben.
Een wetboek van den arbeid dus Die dat
verlangt heeft óf geen flauw besef van den
om vang der taak, of behoefte aan een motief
voor uitstel. Partieele regeling alleen kan hier
redding aanbrengen. Doch men sla dan de
hand aan het werk. Want waarlijk, voor nie
mand die kennis neemt van hetgeen er op so
ciaal en wetgevend gebied elders, zoo in Euro
pa als in Amerika en Australië voorvalt, is het
een geheim, hoe schrikbarend wij op dit gebied
ten achter zijn.*
De Nationale Zuiderzeebond houdt de plan
nen tot afdamming en gedeeltelijke droogmaking
der Zuiderzee levendig. Reeds werden een
paar kleine vlugschriften uitgegeven, waarvan
wij vroeger in ons blad melding maakten. In
het laatste werd, zooals men weet, meer bij
zonder gewezen op het groote voordeel dat ver
bonden is aan het verkrijgen van-éen IJselmeer
met zoet water voor al de aangrenzende pro
vinciën.
Dr. P. P. C. Hoek, die reeds vroeger wees
op de nadeelen welke voor de visschenj zouden
voortspruiten uit een gedeeltelijke droogmaking,
komt in zijn Mededeelingen over Visscherij op
deze aangelegenheid terug. Hij is allerminst
een tegenstander van het grootsche plan der
droogmaking, maar hij zou zeer ongaarne zien
dat het tot uitvoering kwam, zonder dat hét
voor en het tegen met dezelfde zorg overwogen
en zonder dat er zoo ernstig mogelijk naar'ge
streefd was de nadeelige gevolgen er van af te
wenden.
Wij laten hier zijn betoog volgen:
„Er is eigenlijk maar éen ernstig bezwaar
tegen de droogmaking dat bezwaar vloeit
voort uit het groote visscherij belang, dat de
Zuiderzee nog altijd bezit. En reeds bij de
afsluiting zal men met dat bezwaar in zijn vol
len omvang kennis maken.
In 8 of 10 jaar het af te sluiten deel van
de Zuiderzee herscheppen in een zoetwater-
meer dat wil voor mij zeggen: in 8 of 10
jaar de bestaande visscherij-industrie van de
Zuiderzee met den aankleve van dien volkomen
te gronde richten 1 Het zijn u.l. niet alleen eeni
ge duizenden visschers met hun gezinnen, die
daardoor broodeloos zullen worden, het zijn bo-
sche idee van algemeen kiesrecht, in vergeten
was.
De politiek schijnt een moeilijke faculteit.
Men wil ze doorgronden tot den bodem, maar
als palen die van het schip verticaal naar be
neden schieten, komt de een na den ander een
oogenblik later weer naar boven geschoten om
horizontaal te drijven aan ’t oppervlak. Het
is duikelen en weer naar boven komen door
de opstuwende kracht en de lichtheid van de
zinkers tegenover het grooter soortgelijk ge
wicht der vloeistof. Het gaat in de politiek
als in den godsdienstvan boven af naar be
neden en terug aan ’t niveau, de hebbelijkheid
van ouds, het orthodox princiep dat zoo gaarne
in het volk doordringt zonder democratisch te
zijn.
De politiek heeft aan
reeds veel moeite en i
En telkens weer gaat het naar den orthodoxen
sleur. Men vraagt niet wat het volk denkt o?
gelooftmen zegt aan het volk, wat het denken
of gelooven moet. Men laat niet aan het volk
de beslissing, wèt het in zijn belang wensche-
lijk acht, maar, mir nichts dir nichts, wordt
het volk te verstaan gegeven, wat men het zal
laten wenschen. Liberaal, mild, is deze houding
niet, al wordt ze ook voorgestaan door vooruit-
strevers in *t liberale.
En de oorzaak is niet ver te zoeken. Het
liberalisme is een leer, staande tegenover een of
meer andere doctrines. Het liberalisme is doc
trinair en heet daarom ten onrechte liberalisme.
Men moet het zien om het te kunnen gelooven,
welke scherpe lijnen getrokken zijn om de libe
rale staatkunde der naaste toekomst af te bake
nen. Men wenscht wetten voor dit en wetten
voor dat, alsof heel ons volksbestaan niet ge
lukkig kan zijn zonder een bergketen van wet- gevorderde lengte, wordt bewezen door
ten er om heen.
Vraagt men: vanwaaf deze orthodoxie in ’t
liberalisme dan zal wel de organisatie der slechts als vrijwilliger toegelaten
partij en het succes dat men beoogt aan dé
stembus een der hoofdoorzaken zijn.
Vergissen we ons niet, dan wacht ons in de
toekomst een periode van insluiten en inrijgen
dat zal de maatschappij een nette taille geven,
maar of daarmee de gezondheid wel wordt be
vorderd? Men duizelt van de haken en oogen
die het lichaam zullen sluiten en knellen en
vraagt zich af: wat de gevolgen zullen zijn
wanneer het lichaam in groei toeneemt en de
haken of oogen doen lospringen. Zij die zich
in zoo’n keurslijf niet willen kleedeu, noemt men
spottendwilden. Er is toch in die wilden iets
gezond-natuurlijks, wat aantrekt, al moet men
toegeven dat in een geordende maatschappij elk
individu iets moet offeren van zijn „wildheid*
op ’t altaar van het algemeen belang. Zou men -
op den liberalen m hun wildheid niet een protest hebben te zien
- -- -
dracht maakt macht* wil, is in weinig woorden
uitgedruktliberaal heeten zonder liberaal te
zijn. Slechts bij uitzondering hebben we in
het liberale kamp een stem vernomen die zich
verhief tegen den vooruitstrevenden catechis-
I
na
I
I
d
5^
10,
>0,
311
X
ia.
45*
25*
20*
6 50
7-
77
720
8
8-
815
835
8 4?
ÏER COURANT.
«iiiiniiri mbd h.
D,