ffiffiESinj III! IjfflHWSSt,SHI SIHS.
1
Mll> 1 IDBfflTHID VOOR DE
I
WfQ
.1
BI
Het Veer Enkhuizen-Stavoren.
No. 104.
E E N<E N-V IJFT I G 8T E
A R Q A. N Q-.
1896.
Nationale iiiitie,
st
25 -A- CE? E JL£ O .A. (3-
2ft DB C EM B E 12.
4.
>0.
- --a ivuiouauus geen tenuis van ocuoienanu ie njaai/atii/iv r jvjim op
stap verder. De afgevaardigde voor Hoorn, Dinsdag den 19 Januari e. k. des voormiddags
de heer Serf, die al zijn best deed om den I ten 11 ure.
i tot eene au^ere zienswijze te bekeeren, Dat in die zitting uitspraak wordt gedaan
had daarvan geen succes. Wij hopen dat deze omtrent alle in de eerste zitting niet afgedane
Alle brieven
in te zenden.
ar
ur
h;
ow
id
us
n-
Ji-
r-
ie
n.
m
00
a
)0,
ff.
>0,
'0,
d:
la
in,
Bij deze Courant behoort als Bijblad Beuil-
leton-nummer 236.
ADI EB TEN TIEN van 1 tot 4 régels, gewone letter, 40 Cents-
voor eiken regel meer 7*/, Cents. Bij abonnement is de prijs’
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
er bij, indien de Maatschappij van de
-rkcid van de zaak overtuigd is
dan zal het voor haar geen bezwaar hebben
moge streng logisch zijn zij
weinig rekening met het alge-
heeft eigenlijk met de bestaan-
-- Het is toch
vraag, of de Spoorwegmaatschappij al
'2 zou doen, wan-
veerpont geheel uit eigen midde-
de Maatschappij mag geëischt
- —a van eene* zaak
een
Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redaetis betreffende, franco
I •Daar de Nieuwjaarsdag ditmaal
alsdan een dag vroeger, dus Donderdag
avond 31 December worden uitgegeven.
Voor velen in Hollands Noorderkwartier, in ’t
bijzonder voor Enkhuizen, Hoorn en de daar-
tussehen gelegen Streek zal de behandeling van
de begroeting van Waterstaat eene teleurstelling
hebben opgeleverd, in zooverre als vooreerst de
kans wederom is verkeken op eene betere ver**
binding tusschen Enkhuizen en Stavoren, wat
het goederenvervoer betreft.
Het is van algemeene bekendheid, dat sinds
de.opening van de spoorbaan Amsterdam-Enk-
huizen en de veerdienst tusschen Enkhuizen en
Stavoren het personenverkeer tusschen Holland
■en Friesland aanmerkelijk is verbeterd en ver-
I gemakkelijkt. Minder algemeen bekend, n.l.
I alleen aan de belanghebbenden, is dat het goe-
derenvervoer tusschen Holland en Friesland
door dienzelfden dienst er weinig op vooruit
is gegaan, want het feit, dat de goederen bij
hunne aankomst te Enkhuizen uit den trein
moeten worden overgeladen in de boot, en dan
I bij de aankomst te Stavoren nog eens uit de
I boot in den trein, blijft voor den handel en
I landbouw een onoverkomelijk bezwaar. En
I vooral voor den landbouw; de landbouwproduc-
I ten, met name de kooien, die bij tienduizenden
l m de Streek worden geteeld, verminderen door
I dat telkens overladen dermate in qualiteit en
I in waarde, dat de weg over zee voor dit pro-
I duet allerminst verkieselijk is. Hetzelfde geldt
I natuurlijk voor goederen die zeer veel plaats
I innemen, voor stoffen, die met de schop moeten
verwerkt worden en voor vee. De veeverzen-
I ding tusschen Holland en Friesland langs de
I hjn Enkhuizen-Stavoren is dan ook sinds de
I opening van het veer ieder jaar minder gewor-
I den. In het eerste jaar van de veerdienst, in
1885 werden per veer 997 stuks vee vervoerd,
terwijl in het afgeloopen jaar nog slechts 550
I stuks vee werden vervoerd. En deze vermin-
I dering ontstond niettegenstaande er ieder jaar
I duizenden stuks vee uit de provinciën Friesland
I en Groningen naar de markten van Hoorn,
I Alkmaar, Purmerend en Amsterdam worden
I verzonden. Met volle recht mag men dus uit
I de vermindering van het veevervoer langs het
I veer Enkhuizen-Stavoren de gevolgtrekking ma-
I ken, dat het veer voor veevoer zoo goed als
I geheel ongeschikt mag genoemd worden.
I En hij die onbekend is met.de vruchtbaar-
I heid en den handel van Westfriesland, en die
I zooals vele menschen plegen te doen uit zijne
I onbekendheid met die Streek de gevolgtrekking
I sou maken, dat die Streek ook wel niet zoo
I heel veel te beteekenen zal hebben, verwijzen
I Wij naar de officieele cijfers, die ons toonen hoe
I n0?/ het g°ederenvervoer reeds is tusschen
I Holland en Friesland langs den zeeweg; dat is
I dus enkel het vervoer van die goederen, die
I wel tegen dat herhaalde overladen bestand zijn;
I dat die soort onder de goederen de minderheid’
I Vormt zal wel geen betoog behoeven.
I Terwijl er in 1885 langs den zeeweg 1569
I zendingen vrachtgoed zijn overgevoerd, bedroeg
I «at getal zendingen in 1895 reeds 21417; be-
I ^telgoederen bedroegen in 1887, 1022; in 1895
I ^eds. 42371 zendingen; IJlgoederen in 1887,
I *21; m 1895 reeds 2259.
I ^Ziedaar eenige cijfers, die recht geven, er op
I 0D9 Toor dat hier Tan wederzijds belane soraka
en landbouw, de eerste
voor 5
j gesteld van
en Friesland gebruik te maken.
Dat dit zoo is, werd reeds ingezien door den
vorigen burgemeester van Hoorn, het zoo be
treurde kamerlid baron van Dedem. Reeds in
i de zitting van 2 October 1888 wees hij als af
gevaardigde voor Hoorn op die twee belangrijke
factoren voor goederenvervoer, n.l. vee en
groenten, en hij voorspelde toen reeds dat be
tere regeling van het goederenvervoer noodza
kelijk zou blijken te zijn.
Op welke wijze zou er nu in dien toestand
verbetering zijn te brengen? Het antwoord
lijkt zeer eenvoudig. Wanneer voor het goe
derenvervoer gemaakt wordt een stoompont, en
deze de tot hetstoombootveer Enkhuizen-Stavoren
dienende goederenboot vervangt, is men gereed.
Een stoompont is namelijk een vaartuig, dat
door stoom wordt voortbewogen en zee waardig
genoeg is om 6 a 8 beladen goederenwagons over
te voeren. Zulk een stoompont maakt natuur
lijk een einde aan dat herhaaldelijk in- en uit
laden, waarvan hierboven de bezwaren werden
aangetoond. In Holland laadt men dan de
goederen in de wagons. Deze wagons loopen
over rails van het station Enkhuizen op de
stoompont, waar zij natuurlijk ook op rails staan,
en in Stavoren loopen zij wederom over rails
van de boot op de Friesche lijn.
Bij de kosten van de stoompont, komen dus
de kosten van aanleg van den weg om aan de
Stations Enkhuizen en Stavoren de wagons van
het emplacement op de pont te krijgen, bene
vens de kosten van wijziging van de beide ha
vens, die, zooals ze thans zijn, niet geschikt zijn
voor een stoompontdienst. Vooral de wijzingen
die de haven van Stavoren zou moeten onder
gaan, om voor de exploitatie van een veerpont
geschikt te worden gemaakt, zijn nog al belang
rijk, en zouden dus nogal geld kosten.
De Minister voor zich is gelukkig ook over
tuigd van de wenschehjkheid van het tot stand
komen van eene veerpont. Ongelukkig is hij
het echter niet eens kunnen worden met de
Hollandsehe Ijzeren Spoorwegmaatschappij over
de voorwaarden waarop die veerpont zou tot
stand komen. Hij heeft aan die Maatschappij
voorwaarden gesteld, welke deze gemeend heeft
niet te kunnen aannemen.
Wat is het geval? De Hollandsehe Ijzeren
Spoorwegmaatschappij, die, zooals vanzelf spreekt
groot geldelijk belang heeft bij eene verbetering
van het gsederenvervoer over zee naar Fries
land, verklaart zich bereid in de omschepping
van de goederenboot tot stoompont het leeuwen
deel van de kosten te dragen. De Maatschap
pij zal de aanzienlijke kosten dragen van eene
stoompont waarop 6 a 8 wagons geladen kun
nen vervoerd worden, op voorwaarde, dat die
veerpont zal worden opgenomen onder het ma
teriaal van den veerdienst, dat door een opvol
genden aannemer zou behooren overgenomen
te worden, en mits de Staat de kosten van de
wijziging der havens voor hare rekening neme
of zoo de Staat daartoe niet geneigd is wil de
Maatschappij ook die kosten voor hare rekening
nemen, mits de Staat dan goedkeure dat die
kosten op de kapitaalrekening der Maatschap
pij worden gebracht, zoodat zij in geval van
naasting van den spoorweg door den Staat zou
den moeten worden terugbetaald.
De Minister is echter van oordeel, dat die
verbetering van het goederenveer geheel zal
moeten worden bekostigd door de Hollandsehe
Ijzeren Spoorwegmaatschappij, en, voegt de i
mislukte poging don heer Ferf niet zal af-
schrikken, maar dat hij in vereeniging met den
heer Zijp, afgevaardigde voor Enkhuizen, zal
blijven hameren op deze dringende verbetering.
Eene stoompont tusschen Enkhuizen en Sta-
voreti moet er komen. Het lijkt wel, wanneer
de Regeering eens iets voor den landbouw zou
kunnen doen, of er dan nooit geld is.
Enk, Ct.
B EK E N D MA K 1 N G.
Inschrijving voor de Nationale Militia.
Lichting 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
KENNISGEVING.
LICHTING VAN HET JAAR 1897.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
Gemeente Sneek, voldoende aan art. 87 der wet
op de Nationale Militie van den 19den Augus
tus 1861 (Staatsblad no. 72), zooals zij is ge
wijzigd bij die van 4 April 1892 (Staatsblad
no. 56), brengen ter openbare kennis, dat de
tweede zitting van den Militieraad voor deza
gemeente zal worden gehouden in het gemeen
tehuis van Schoterland te HEERENVEEN op
te dringen, dat de veerdienst in dier voege Minister
voor zijne goederen, de
den koristen weg tusschen Holland Deze redeneerin°-
aan te dringen, dat de veerdienst in dier voege Minister er bü h
iW.°^eU en verbeterd, dat handel levensvatbaarheid
-o voor zijne goederen de j dan zal het voor naar geen bezwaar hebben
zijne producten, in staat worden ook de daaraan verbonden kosten to dra°-en
an Irnrf.Qf-an vxrnrr tucc-nknn I TAi uIiloC-l.
op Vrijdag invalt, zal de Courant laatste
houdt al zeer
i meen belang en _.o
de quaestie niets uit te staan,
i niet de i
dan niet eene voord eelige zaak
i neer ze eene 1
len tot stand bracht, maar wel welk aandeel
billijkerwijzè van
worden in het tot stand komen v
van algemeen belang, die voor haar tevens
particulier geldelijk belang is.
Nog bedenkelijker dunkt ons een ander ar
gument, waarop de Minister zich baseert, om
te betoogen, dat de Staat zelfs verplicht is, om
zich te onthouden van alles wat zon kunnen
bijdragen, om die veerpont tot stand te doen
komen. Dit argument is dit„In 1890,“ zegt
de minister, „is bij het tot stand komen van de
tegenwoordigen spoorwegovereenkomst eene ver-
deeling van het verkeer gemaakt tusschen de
beide groote spoorwegmaatschappijen. Toen is
als het ware afgebakend wat ieders deel zou
zijn, in welk opzicht beide maatschappijen met
elkander zouden kunnen in concurrentie treden
en in welke gevallen dit niet zou plaats heb
ben. W anneer nu het veer veranderd wordt
op de wijze als de maatschappij dat wenseht,
wordt in die verdeeling eene niet onbelangrijke
wijziging gebracht/
Inderdaad, men vraagt zich bij het lezen van
dit argument af, of men goed gelezen heeft.
Hoe nu, is men geneigd te vragen Moet bij
den minister in deze zaak het belang van den
handel en den landbouw in de Provincie H.-
Holland; d. i. een algemeen belang minder ge
wicht in den schaal leggen, dan de o verwe-
ging of uit die noodzakelijke verbetering de
Hollandsehe Ijzeren Spoorwegmaatschappij toe
vallig wat bevoordeeld zou worden boven de
Maatschappij tot Exploitatie van de Staats
spoorwegen gaat dan niet meer het algemeen
belang boven het particuliere
En wanneer de Minister eindelijk er bezwaar
in ziet dat de veerpont onder het materiaal
wordt opgenomen van den veerdienst, dat door
een opvolgenden aannemer zou behooren te
worden overgenomen, omdat die bepaling van
nadeeligen invloed zou kunnen zijn op de gel-
delijke uitkomst van eene latere aanbesteding
van den veerdienst, dan moeten wij wezenlijk
onze vrees uitspreden, dat Zijne Excellentie 'al
bitter slecht op de hoogte is van het veer Enk
huizen-Stavoren. Want welk belanghebbende
weet niet w'aarom, en onder welke omstandig
heden de Hollandsehe exploitant van het veer
is geworden? Wij zullen er hier maar niet
anders van zeggen, dan dat toen bij de laatste
aanbesteding de exploitant Bosman, wiens uit
stekende verzorging van den dienst niet genoeg
geprezen kan worden, niet meer de laagste in
schrijver was, de Maatschappij gebruik ge
maakt heeft van het recht haar bij art. 75 van
het contract van 1890 toegekend, en zelve de
exploitatie heeft aanvaard. Het denkbeeld, dat
de Maatschappij dat recht ooit weer zal laten
varen, is eenvoudig te mal om van te praten
maar de Maatschappij wil zich alleen vrijwaren
voor schade ingeval de Staat tot naasting over
ging-
Hoe dit alles zij de zaak is voorshands geen
-
<^>Esai)ivj
i
s-
7-
77
7»
8-
8-
815
835
8 45
•e
10,
5 45*
j 2 -
7 20*1
------a
I g<’Ven We 0uz6 h00IdPlaats bovea-
aS^E^EESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek
Gelet op art. 19 der Wet op de Nationale Militie van 19 Au
gustus 1861 (Staatsblad no. 72) zooals die is gewijzigd bii de
wet van 4 April 1892 (Staatsblad no. 56)J
Brengen ter kennis der ingezetenen, dat bij hoofdstuk III
dier wet, handelende over de inschrijving voor de militie
ouder anderen voorkomt het navolgende 1
Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie ingeschreven alle
mannelijke ingezetenen, die op den laten Januari van het jaar
hun 19de jaar waren ingetreden. J
Voor ingezeten wordt gehouden
-1, >hR’, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of
zyn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet
van den 28sten Juli 1850 (Staatsblad no. 44);
2. hij, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de
Iaa ,.e' aan ln de eerste zinsnede van dit artikel vermelde
hieldY00ra,saande’ achttien maanden in Nederland verblijf
3. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was al
houdt V°°Sd geeU insezeten> mits hÜ binnen het ryk verblyf
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, behoo-
reilde tot eenen Staat, waar de Nederlander niet aan den ver-
plicliteii kri.gsdienst is onderworpen of waar ten aanzien der
nomen’hOhtlSlleid het besiasel van «ederkeerigheld is aange-
Art. 16. De inschrijving geschiedt:
1. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vaderof
is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden de
voogd woont;
2. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente
waar hy woont;
3. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door
dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten ’t lands geves
tigd is, in de gemeente waar hij woont;
4. van den buiten’s lands wonenden zoon van een Neder
lander, die ter zake van ’s lands dienst in een vreemd land
woont, in de gemeente waar zijn vader of voogd het laatst in
Nederland gewoond heeft.
Art. 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven-
1. de in een vreemd Ryk achtergebleven zoon van een in
gezeten, die geen Nederlander is;
2. de in een vreemd Ryk verblijf houdende ouderlooze zoon
van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten
3. de zoon van den Nederlander, die, ter zake van ’s Lands
dienst in ’sRyks Overzeesclie bezittingen of Koloniën woont.
Art. 18, .Elk, die volgens art. 15 behoort te worden inge
schreven is verplicht, zich daartoe bij Burgemeester en Wet
houders aan te geven tusschen den Isten en den Sisten Januari
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn vader'
of is deze overleden, zijne moeder, ot zijn beiden overleden’
zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht.
Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar
doch vóór het volbrengen van zyn 20ste ingezeten wordt ia
verplicht, zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan’ te
geven bij Burgemeester en Wethouders der Gemeente waar de
inschrijving, volgens art. 16 moet geschieden.
Daarbij gelden de bepalingen der 2de en 3de zinsneden van
art. 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het register van het jaar, waar
toe hij volgens zynen leeftijd behoort
Naar aanleiding van bovenstaande bepalingen maken Burge
meester en Wethouders verder bekend, dat op WOENSDAG den
6en JANUARI 1897, ten Gemeentehuize al hier, eene bijzondere zit
ting zal worden gehouden tot inschrijving der mannelijke in
gezetenen, die op den len Januari 1897 hun 19de jaar waren
ingetreden, en die alzoo geboren zijn in 1878,
Terwijl overigens de inschrijving ter Secretarie dezer gemeen
te kan geschieden van ’smorgeus 9 tot *s namiddags 1 uur.
Smeek den 15 December 1896.
fvordfin P’P.Wïi'zio-rl nn Vörhntnr/l rl r. k 1
f rv .-v L m i1-- x n 1i v - -