MfflïS- BIDIWMHLillIW DS
■■MT BOMB SIBIL
1 TO
PARTIJHEERSCHAPPIJ. I-
No. 20.
T W E E -E N-V U F T I G 8 T E J A A R G A N Q.
1897.
WO i: >SD AG
IO 31 A A K T.
)st
III.
BINNENLAND.
nadeel bezorgd, het jaarlijks klimmend bedrag
Naar ’t Vad. heeft vernomen is aan den heer
•j
I.
t.
heid, omdat deze zich moet richten naar
:ma
ojna
van
uw-
Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
i 26
^ijbe,
us te
i der
noth,
Idcn
nnei
die
len,
nk-
sn,
len
Is-
er-
ier
ier
te
an
Hil-
«ter
v.
m
i- d
struiken,
van een
■7
De Minister van Binnenlandsche Zaken heoft,
wegens het overlijden van den heer mr. W. J.
Roijaards van den Ham, bepaald, dat de ver
kiezing van een lid van de Tweede Kamer iiï
het hoofdkiestrict Breukelen zal plaats hebben
op Dinsdag 30 Maart a. s. en de herstemming,
zoo noodig, op Dinsdag 13 April d.a.v.
Tot rechtvaardiging van
Dezer dagen behelsde de N. R. Ct. een me-
.00,
0 a
Tot voorzitters der raden van beroep voor
de personeele belasting zijn benoemd te Leeu
warden mr. J. G. Peeting aldaar, te Heerenveen
mr. M. Mz. van Heloma aldaar.
maar door het sporadisch ontwaken
schuchter viooltje op minder begun- dedeeling, ook door ons overgenomen, waaruit
stigde plekjes, zoo ontspruiten ook de nieuwe
waarheden bij enkele individuen, terwijl de
massa blijft bij de heerschende denkbeelden.
De menschheid op haar tocht naar de waar
heid gelijkt op een marcheerende troepen
kelen, weinige baanbrekers of padvinders, u
vooropachter hen zetten de gelederen zich
breeder uitdaar achter volgt de massa met
pak en zak, het heele convent over de platge
treden heirbaan.
De massa is niet zelfstandig, heeft tot op he
den geen initiatieven in spreken noch hande
len de troepenmensch is traag, de een verlaat
zich op den ander, tot eindelijk een energieke
kop den hoop steunt en aanvoert het lei
dende dier van de kudde. Nietzsche duidt de
ze karaktertrek aan met het bonmot
Openbare meeningen private luiheden.
Mr. Kerdijk vestigde eenigen tijd geleden de
aandacht op de wenschelijkheid van de nale
ving op de arbeidswet door de arbeiders zelf
te doen controleeren. Zal dit denkbeeld tot
uitvoering komen, dan is een eerste vereischte
dat de werklieden de wet met de belangrijke
besluiten kennen, hetgeen nog veel te weinig
het geval is. Nu heeft mr. Z. v.d. Bergh een
paar jaar geleden getracht in die behoefte te
voorzien door een „Populaire bewerking* van
de Arbeidswet en de besluiten. Hij heeft toen
de voldoening gehad dat boekje te zien beoor-
deelen als zeer geschikt voor zijn doel, een
zesduizendtal exemplaren moest spoedig na el
kaar gedrukt worden, o. a. een paar duizend
exemplaren voor den Alg. Nederl. Politiebond,
maar de werklieden-kringen heeft het boekje
niet bereikt, ofschoon het juist voor deze was
bestemd.
Thans wenscht de heer v. d. B. een nieuwen
druk te doen verschijnen, die de sedert noodig
geworden wijzigingen zal bevatten en dezen
voor f 4 per 50 exemplaren (dus a 8 cent per
stuk) voor werklieden- en onderwyzers-vereeni-
gingen verkrijgbaar te stellen. Maar dat is
zonder tekort slechts mogeljk als een groot I 8<j.1
aantal exemplaren in eens kan worden gedrukt
en geen onkosten behoeven gemaakt te worden
voor reclame en dergelijke. Hij wenscht daar
om de werklieden- en onderwijzersvereenigin-
gen uit te noodigen deze zaak in haar g~ 1
dering te bespreken en haar bestelling te doen
toekomen aan Van Markens Drukkerij-Ven-
nootschap te Delft. Laatstgenoemde heeft thans
zelf op het groote nut dezer uitgave de aan
dacht gevestigd en een circulaire verspreid
waarbij tevens gevoegd een paar bladzijden uit
het boekje als proeve van bewerking.
voor dat de minderheid zou heerschen over de
meerderheid Het democratische rechtsgevoel
vordert dat de meerderheid de teugels in han
den nemé.
Aldus argumenteerend veroordeelt de demo
cratie zich-zelf. Wanneer ze toch in de besten
de minderheid ziet, geeft ze toe dat de meer
derheid bestaat uit massa’s van middelmatig en
inferieur gehalte, dat de democratie dus betee-
kent de heerschappij der platte middelmaat.
Wat werkelijk ’t geval is. „Het volk oordeelt
krachtens zijn gezond menschenverstand. Het
gezond verstand wisselt met den tijd en hetx
klimaat, naar omstandigheden en persoonlijke
neigingen. Een Spanjaard van voorheen was
het helder als de dag, dat de ketters verbrand
moesten worden het gezond verstand van een
Parijzenaar der 17e eeuw oordeelde dat men
den koning moest gehoorzaam zijn. Het ge
zond menschenverstand kan schrander of dwaas,
zelfzuchtig of grootmoedig, wreed of goedig zijn
Hoe het ook zij, feilbaar en onverdraag
zaam zeker, als zijnde het totaal onzer voor-
oordeelen/ Zeer juist opgemerkt is wat Ibsen
zijn „volksvijand* dr. Stockman laat zeggen
„De meerderheid heeft nooit het rechtaan haar
zij want ze bestaat uit de dommen ze heeft
enkel de machtde minderheid daarentegen, de
élite op geestelijk gebied, heeft op haar zij het
recht de waarheden waarom de meerderheid
zich schaart zijn afgeleefd, verouderd, ranzig
spek op de nieuwe waarheden, de ideeën der
minderheid komt het aan. Hierin heeft
Stockman gelijk bestreden moet de Jeer die
we erfden van onze vaderen en die nu ge
dachteloos naar alle kanten wordt ver
kondigd, de leer, dat de groote hoop, van
het volk, dat de onkundigen en ongeschikten
in de maatschappij hetzelfde recht hebben tot
verwerping of aanneming, tot besturen of re-
geereu, als de weinige op geestelijk terrein
uitstekende persoonlijkheden/
Met Stockman mag men echter hierin ver
schillen, dat men de geestelijk-voornamen noch
den schepter der aristocratie in handen geven,
noch het juk der democratie op de schouders
leggen mag. In zaken van alledaagsche betee-
kenis, waarover de massa bevoegd is een oor
deel te vellen, als b. v. loon, arbeidsduur enz.
doet de democratie zich op dragelijke wijze
kennen. Maar zoodra intelligentie, fijner ge
voel en minder algemeen verspreide kennis noo
dig zijn, neigt de meerderheid voorzoover ze
niet uit een besef van onmondigheid de beteren
volgt tot ruwheid en dwaasheid.
Nieuwe waarheden, nieuwe uitvindingen zijn
niet op eens in alle hoofden opgenomen. Zoo-
als de lente haar komst niet aankondigt door
een plotseling groen worden van alle weiden
en door een algemeen knoppen en bloeien der
zou zijn af te leiden dat de invoering der nieu
we wet op ’s Rijks personeele belasting alwe
der tot verstoring der gemeentelijke geldmid
delen zou leiden. Zij luidde aldus
„Tengevolge van de invoering der nieuwe
wet op ’s rijks personeele belasting, hebben
nu de gemogen ter zake der opcenten over
deu' dienst T896/97 niets meer van het rijk te
wachten.
De gemeentebesturen dus, die gewoon waren
b.v in de rekening over 1895 te verantwoor
den 8 maanden (MeiDecember) over dat jaar
plus 4 maanden (JanuariMei) over 1896,
kunnen nu deze regel niet meer volgen ten op
zichte van de rekening over 1896, omdat de
uitkeering slechts loopt over 8 maanden en die
voor de overige 4 maanden (tengevolge van de
nieuwe wet) na 31 December niet meer plaats
heeft. Daardoor zal in tal van gemeenten een
tekort ontslaan, gelijk aan de opbrengst der
opcenten over 4 maanden.
In tal van plaa’sen brengt dit een groote
stoornis in de financiën teweeg. Eén gemeen
te b.v. zal, op den dienst 1836. een tekort
krijgen van pl. m. f50.000.
Indertijd is gelijke moeilijkheid ondervonden
bij de veranderde wijze van uitkeering van het
4/s van het personeel. Men zit er nu weer
zéér mede in, in vele gemeenten, en vooral in
die, waar hoogst zuinig moet worden geadmi
nistreerd, omdat er nimmer batige saldo’s van
eenige beteekenis verkregen worden/
Naar aanleiding daarvan schrijft het U. D.
het volgende
Dit is een zonderlinge mededeeling. Heb
ben de gemeenten, van welke hier sprake is,
dan jaar in jaar uit de inkomsten van een
volgend jaar voor een deel opgemaakt Dan
is het heel goed, dat zij nu eindelijk tot een
geregelde comptabiliteit genoopt worden. De
zaak is, wat het rijk aangaat, volkomen in or
de. Dat heeft in 1896 uitgekeerd 4 maand
opcenten over den dienst 1895/96 en 8 maan
den 1896/97 loopende tot 31 Doe. De
gemeenten zullen dus over 1896 de opcenten
over 12 maanden ontvangen. Zoo zgn, waar
men regelmatig boek gehouden heeft, de op
centen ook in de begrooting voor 1896 opge
nomen en zullen zij in de rekening over dat
jaar verantwoord worden. Die gemeenten ont
vangen over 1897 opcenten van het personeel
van 1 Jan.—31 Dec., omdat het dienstjaar
voortaan met 1 Jan. begint. Wat door ver
mindering der belasting de opcenten minder
opbrengen gedurende dat jaar, wordt volgens
de wet van 7 Dec. 1896 (Stbi. no. 179) van
rijkswege bijgepast. De gemeenten, voor wie
in de N. R. Ct. een klaagtoon aangebeven
wordt, verkeeren in het onaangename geval
van hen qui ont mangé leur tlé en herbe.
’t Is jammer voor ze, ma;.r ze hebben ’t zich
zelve te wijlen. En als onder die beklagens-
waardige gemeenten er een is, waarvoor dit
schadepostje f 50,600 bedraagt, dan zou men er
j kunnen voegen, dat men daar toch beter
had moeten weten!
Wat omtrent de wijziging in het 4/s gemeld
wordt, is geheel onbegrijpelijk. De fixeering
verga- aan gemeenten een allengs toenemend
nadeel bezorgd, het jaarlijks klimmend bedrag
I door een vast cijfer werd vervangen, maar in
I het dienstjaar is toch niet, zooals nu, eenige
i wijziging gebracht. Heeft de schrijver wellicht
ook de klok hooreu luiden, zonder te weten
waar de klepel hangt.
aristocratie op feodalen grondslag of aan
I de plutocratie, maar aan een heerschappij der
besten in platonischen zin.
Maar dit denkbeeld is in de oogen der echte
de heerschappij der democraten een gruwel „de besten* zijn im-
meerderheid voert de echte democraat aan, dat mers in de minderheid, en absurd komt het hun
al wat mensch heet gelijk in rechten is, dat
ieder mensch wil als een, dat geen meer of
S? I minder wil zijn dan een ander.
Komisch dat deze grondstelling, die doorgaat
voor 't fundament der democratie, hiermee in
strijd ia. Immers, in de democratie heeft hij
deed I dje behoort tot de meerderheid een voorrecht
boven hem die deel uitmaakt van de minder-
gene.
Waar blijft nu de geprezen gelijkheid?
Democratie beteekent het brutaal recht van
den sterkere; want de meerderheid zet haar
wil enkel door uit kracht van het aantal. Het
onderscheid tusschen vuistrecht en democratie
ligt in hoofdzaak in 't gebruik van handen hier,
van vuisten ginds; bij het laatste geeft de zwak
kere zich gewonnen omdat hij zich uitputte of
bevreesd maakte, bij het eerste uit eerbied voorde
democratische idee. Weliswaar staat de demo
cratie hooger dan het vuistrecht in de bescha
ving, omdat het proces vereenvoudigd werd en
geen bloed kost.
De absurditeit van de democratische grond
stelling, volgens welke allen gelijk recht op de
heerschappij hebben en de meerderheid als
heerscheres zal optreden, werd door Friedliin-
der, den orthodoxen democraat, door de vol
gende zeer aanschouwelijke voorstelling aanbe
volen
„Er moet over iets worden gestemd. De
meerderheid moet beslissen en de minderheid
zal gedwongen zijn zich er naar te schikken.
Denken we b. v. aan de vraag, of in een open
bare school godsdienst zal onderwezen worden
en welke godsdienst men daarvoor zal kiezen
er moet stemming over zijn de uitslag zal ver
schillend zijn wanneer men alleen de Berlijners
dan wel alle Pruisen er over oproept. Hebben
de boeren en verdere onder papeninvloed staan
de menschea het recht, de ontwikkelde bewo
ners der groote steden te dwingen hun kinde-
ren te laten onderwijzen in den godsdienst, om
dat gene grooter in aantal zijn dan deze? Gaan
we nog een stap verder. Waarom laten we
juist de Duitschers en deze alleen stem uitbren-
gen en niet ook de andere Europeanen, of ten
minste de Russen Als maatstaf daarbij zal
toch niemand willen aannemen de staatkundige
vereeniging onder één „heerscher*. Ook de
gemeenschappelijke taal of dezelfde afstamming
kan hier als richtsnoer gelden. Men denke b. v.
aan de Duitschers in Amerika en in Zwitser
land, of herinnere zich het Oostenrijksch mo
zaïek van Germanen, Slaven, Romanen, Semie
ten enz/
Democratie is echter erger nog dan heer
schappij zeer dikwijls is ze de overheersching
door de geestelijk middelmatigen, zoo niet laag-
sten. Was een kratie noodig wat niet het
geval is dan zou de heerschappij der besten
verkieslijk zijn. Ik denk natuurlijk niet aan
ADVERTENT1EN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 71/J Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te verneme bij
den uitgever.
r
■S
SN
pgmacwa
L
±rr.-j»
Ö0
7
23
15
35
15
',o
s