en
CEB ffll ffl HIT IMMSSlilHT SSEEK.
u
No. 22.
T W E E -E N-V IJ F T IQ 8T E
1897.
A R G A N Q.
I”
h. PARTIJ HEERSCHAPP IJ
v.
W O £2 IN A. <3-
17 31 A A KT.
UIT DE PER 8.
irkje
5.50,
ment»
i uutti
Deze CO UR ANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te Kenden.
plai
roe-
>tig,
erk
be-
sni-
en)
lai-
c.
en.
rt.
- Sja ontneemt iets aan zyu zelfstandigheid.
naam
van de wetenschap alle oogen te logenstraffen,
een sukkel moet geweest zijn
Werkelijk wordt onder den invloed der de
magogen, die de massa vleiden om ze daarna
den voet op den nek te kunnen zetten, een
waan geboren, die gevaarlijk kan worden, in-
jy A dien niet bijtijds tegengegaan.
l',e
iQke gterrekunde interesseerde,
van - -
Hof- meQ zou door aanschouwing duidelijk kunnen
ong, maken, dat Galilei, die het waagde in
kjeu
bei-
uur
h 11
I De dictatuur van het proletariaat,* schoon
niet de duivel der verwoesting, is gevaarlijk
fvoor de cultuur. Ze zou het hoogere geesteï- dividu dikwijls optreedt
leven niet minder benadeelen dan de dictatuur
‘der bourgeoisie, die onze wetenschap en kunst
reeds meermalen heeft aangerand.
I Het proletariaat, in algemeenen zin genomen,
LlzoO na aftrek van het aantal uitzonderingen,
beeft volstrekt niet een opleiding genoten welke
het een toongevende invloed kan toestaan op
het gebied der verstands-ontwikkeling. Kennis
van zaken, die aanspraak geeft op een beslis-
jende stem, is niet het deel van de massaze
ilijft het vaak duur verworven goed van eenige
jen. Daarom zou een massa, die haar
voorschriften geeft aan de weinige deskundigen,
loen denken aan den leerling die den leermeester
ibegs wenscht te onderrichten. Een kenner van de mas
sa heeft de democratie gegeeseld in deze woorden:
Wanneer het algemeen kiezerslichaam zich voor
zou ’t niet moeilijk
zijn te bewijzen dat de zon om de aarde draait
ADVERTENT1EN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7l/t Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te verneme bij
den uitgever.
I. v. 5
M
aan de»
rden f
De beweging door den Christelijk Histori-
schen Kiezersbond in ’t land veroorzaakt wordt
door de organen der anti-revolutionaire partij
voortdurend bestreden. Dezer dagen heeft ook
de Prot. Noordbrabanter er ’t een en ander
over gezegd. Het blad schaarde zich zonder
voorbehoud aan de zijde der bestrijders en
qualificeerde deze „anti-papistische beweging*
als een stroovuur, terwijl het wees op de wei
nige resultaton die in 1853 door de Protestan
ten zijn verkregen door de agitatie, toen in ’t
leven geroepen.
Wij mogen het als Protestanten betreuren
zoo vervolgt het blad dat niet geheel
Nederland met de Reformatie van de zestiende
eeuw is medegegaan, maar laat men toch eer
lijk genoeg zijn om te erkennen, dat zij (de
katholieken) evengoed recht van bestaan heb
ben op onze erve als wij Protestanten. Ook
zij hebben mede gestreden om Nederland vrij
te maken van de Spaansche dwingelandij, al
was hun strijd meer gericht tegen het schen
den der privilegiën dan tegen de geloofsvervol
ging.*
Naar aanleiding hiervan schrijft het Centrum
„Een dergelijke bekentenis in een Protes-
tantsch blad mogen wij beschouwen als een
gunstig teeken des tijds.
De vooroordeelen tegen Rome, welke verhin
derden de waarheid te onderscheiden, begin
nen bij sommigen, bij velen zelfs te wijken.
Men komt tot kalmer, beter, helderder in
zicht. Men laat iets varen van de subjectieve
meening, om objectief het verleden en het he
den te beoordeelen.
En het natuurlijk gevolg daarvan is, dat
men zich tot vrede en verdraagzaamheid voelt
geneigd, om met weerzin den rug toe te kee-
ren aan hen, die het onzalige vuur van een
godsdienststrijd, van een kerkvervolging weer
zouden willen doen opflikkeren
Intusschen denkt dr. A. W. Brondsveld er,
blijkens de „kroniek* in zijn jongste Stemmen,
nog eveneens over als vroeger en blijft hij met
klem ijveren voor den Bond en waarschuwen
tegen Rome.
Het meest belangwekkend is hier de houding
die de schrijver aanneemt tegen den rechter
vleugel van de anti-revolutionaire partij, met
den heer De Savornin Lohman aan de spits.
Waar deze dr. Kuyper en de Stand, aanvalt
volgt dr. Bronsveld met genoegen de actie der
groep, maar hij kan het toch ook met haar
niet vinden, wijl zij niet medegaat in zijn strijd
tegen Rome. De Nederlander, het orgaan van
den heer Lohman, opent gastvrij zijn kolom
men voor stukken die niet zonder voldoening
door roomsch-katholieken zullen gelezen worden
en de leuze van Lohman c. s. blijft„mét
Rome tegen het ongeloof.*
Waarom dr. Bronsveld niet met deze leuze
kan meegaan zet hij aldus uiteen
,Is dan het standpunt van den heer Loh
man en zijn vrienden verkeerd? Is het niet
wijs, is het niet een eisch der omstandigheden
dat wij met de roomschen front maken tegen
de revolutionaire bestanddeelen onzer maat
schappij Moet de scheiding tusschen room
schen en protestanten, welke niet te loochenen
en te overbruggen valt waar het geldt kerk
en godsdienst, niet op den achtergrond treden
zoodra wij komen op politiek gebied Daar
kan men samen optrekken tegen gemeenschap
pelijke vijanden, en strijden voor wederzijdsche
belangen.
In een roomsch-katholiek blad, dat in het
noorden van ons land verschijnt, werd nog
dezer dagen een opwekking gegeven tot soort
gelijk samenwerken: in kerkelijke zaken, vij
anden in politieke actie, broeders
Maar óp zielkundige gronden reeds achten
wij ’t bedenkelijk een verbond te sluiten met
mannen, die op ’t hoogst en innigst levensge
bied onze onverzoenlijke tegenstanders, onze
doodsvijanden zijn.
Het is niet ónze schuld, dat onze roomsch-
katholieke landgenooten hetgeen ons verdeelt
op den voorgrond hebben geplaatst. Zij heb
ben een program openbaar gemaakt, waaraan
niemand raken mocht, omdat het de goedkeu
ring wegdroeg der bisschoppen.
Wil dit uu niet voor protestanten hetzelfde
zeggen alsneem u toch in acht Worden
wij daardoor niet van meetaf verplaatst op spe-
cifiek-kerkelijk terrein Zien wij niet overal
achter eiken roomschen candidaat, en achter
elk roomse h voorstel, den staf der bisschoppen
en de drievuldig© kroon des pauzen
Met alles wat van die zijde wordt gevraagd
en gezegd, wordt, het kan niet anders, bedoeld
het belang der roomsche kerk. Waar men
wel met ons wil strijden, daar wil men ons
als hulptroepen gebruiken, om de macht te
verslaan van het ongeloof; maar in de oogen
der roomsche kerk, zijn ook wij ongeioovigen.
Vraag maar eens, hoe men b.v. in Spanje en
in Frankrijk hoort spreken over het protestan
tisme.
Wij hebben dus alle reden, om met wantrou
wen de hand aan te zien, die van roomsche
zijde ons wordt toegestoken. Men wil ons pe-
bruiken, men wil van ons zich bedienen om
zijn wenschen verwezenlijkt te zien. Meende
men, gelijk in de dagen van 1853, te kunnen
komen waar men wezen wil met behulp van
de liberalen welnu, men wierp aan die zijde
de netten uit. Men zoekt ons, niet omdat wij
„gelooven* maar omdat wij, in dit stadium on
zer ontwikkeling, van nut kunnen zijn.
Het mag niemand verwonderen, dat wij ons
wel tienmaal bedenken, voordat wij met Rome
in overleg treden en er toe medewerken haar
macht te versterken.
Dat de Roomsche partij zou zijn een bol
werk tegen de sociale revolutie, een behou
dende macht, geeft dr. Br. evenmin toe. De
geschiedenis leert z. i. het tegendeel. De mo
raal der jezuïeten kan nooit een kracht zijn in
den dienst van het goede, zij transigeert met
de ongerechtigheid, zij verzwakt het besef van
hetgeen recht en waar is, zij ondermijnt het
gezag en bereidt steeds de revolutie voor. Doch
afgescheiden van dit allesde roomsch po
litieke partij onderwerpt zich in alles aan de
uitspraken van den Paus; eigenlijk zijn hetalleu
zouaven en wij, wij zijn en blijven Nederlan
ders en willen en mogen de politieke macht
niet helpen verhoogen van een partij bij wie
het vaderland de tweede plaats inneemt, bij wie
staatkunde en godsdienst onafscheidelijk zijn
vereenigd.
Nooit is ook het protestantisme wèl gevaren
imponeert hem, suggereert haar meeningen en
gevoelens. Stemt hij van meet af met haar
overeen, zoo versterkt ze zijn autoriteit en loopt
hij gevaar ook in andere aangelegenheden voor
haar te worden geïmponeerd. Zoo verklaart
zich de vermetele zekerheid waarmee het in-
wanneer het in de
massa opgaat. In dit groot gezelschap gevoelt
het minder zijn verantwoordelijkheid dan op
zichzelf staande en zoo begaat het onder haar
auspiciën vaak dwaasheden, ongerechtigheden,
wreedheden en gemeenheden, als gold het een
daad, licht als het handopsteken bij een tegen
stemmen.
Verlokt door ’t vooruitzicht om tot heer
schappij te geraken, hem door de democratie
geopend, maakt zich de demagoog de eigen
schappen der massa ten nutte hij beschouwt
de massa als de stijgbeugel om op 't paard te
komen.
Als een kurk door de golven laat zich de
demagoog door de massa dragenhij drijft bo
ven en wacht zich er voor met de massa van
meening te verschillen. Hij kent die meening
en werpt zich op als spreker. En als de kud
de haren herder, volgt hem de schare die den
toon weet te treffen welke bij den onmondigen
demos weerklank vindt. Als met tooverslag
wordt hij als haar leider aangewezen, en zoo
zijn er leiders die de kunst verstonden bij al
le wendingen en kronkelingen in den boezem
der massa zich aan de spits te stellen van de
meerderheid. Zooals de edele slavenbevrijder
Garrison den individualistischen wensch uitsprak,
altijd te mogen strijden voor een zaak die recht
vaardig maar niet populair is, huldigen de de
magogen de tegenovergestelde grondstelling
Ik wensch altijd te strijden voor een zaak, die
populair is, al is ze ook niet rechtvaardig.
Daartoe neemt hij allereerst zijn toevlucht
tot vleierij. En om dit met succes te doen
verliest hij zich niet in loftuitingen, maar hij
roert op een toon, van achting en beleefdheid
getuigende, de vooroordeelen en gevoelens der
massa aan. Zoo zegt het „Handboek van den
demagoog* Wilt ge aan uw medeburgers
bevallen, prent hun dan zoo diep mogelijk hun
neigingen en vooroordeelen inze deelen zou
zeker voordeelig zijn, maar strikt genomen is
het voldoende ze nauwkeurig te kennen en ze
te vleien.* Ad rem bij velen onder de sociaal
democratische leiders, maar ook bij andere par
tijen vaak een woord van pas, werd voor een
paar jaren door een lid van den Duitschen Rijks
dag in een debat over den toekomststaat gespro
ken
Iedere sociaal-democraat van 20 tot 25 jaar
is voor u een wetenschappelijke geest en gij
slingert zoolang hem het wierookvat der we
tenschappelijkheid om het hoofd, tot hij gaat
gelooven aan eigen wetenschappelijkheid en u
in deze bedwelming blindelings volgt. Men
kent de fabel van den raaf en de vos. „Zijt
gij niet de hemelsche vogel die van de rech
terzijde van Zeus neerdaalt om mij, arm vosje,
te spijzen?*
Een ander middel in de handen van den de-
5 f° weinig'
z. v
Tjal
magoog is het opwekken van verwachtingen,
het geven van schoone beloften en het wekken
van heerlijke illusiën. Bij verkiezingen vooral
wordt trouw gebruik gemaakt van dit wapen.
Voor de verkiezing wijst bij, zooals het Parij-
zer blad „Pere Peinard* dit eens met een il
lustratie veraanschouwelijkt heeft, naar de maan
en na de verkiezing, wanneer het volk roept:
„Hier met de maan 1* wijst hij het op een
lichaamsdeel dat met het hemellichaan trekken
gemeen heeft naar ’t uiterlijk.
Democratie gaat niet altijd samen met ken-
jf. nis van zaken. Handige, welbespraakte volks
menners vermogen bij haar meer dan deskun
dige vakmannen. Dit mag echter niet voeren
tot een gevolgtrekking als deze: dat de massa
zich heeft te onderwerpen aan het despotisme
van „deskundigen.* Men moet onderscheiden
tusschen vrijwillig en gedwongen volgen, tus
schen vertrouwen op den deskundige en onbe
redeneerd geloof aan een autoriteit. Zoo Iaat
zich de leek op heelkundig gebied met volst
vertrouwen behandelen door den chirurgijn, zon
der dat daarbij het denkbeeld van heerschappij
of slaafsche zin wordt gewekt. Alleen daar
zijn deze te zoeken, waar dwang naast onver
stand den schepter zwaaien.
Onafscheidelijk van de democratie ia de de
magogie; niet, zooals men meent in democra
tische kringen, als misbruik of toevallige uit
was, niet als uitzondering dus, maar als regel,
als behoorende tot het wezen der zaak. De
elementen „demos* (massa) en „kratje* (heer
schappij) roepen langs natuurlijk noodwendigen
m weg -de demagogie te voorschijn met haar ken
merken: verleiding, corruptie, onderdrukking
en uitbuiting der massa door bepaalde leiders.
Onder den invloed der massa wordt het in-
s- dividu een ander mensch, een mensch in „door-
~7-ffliee*. Heeft hij vroeger er beneden gestaan,
dan is hij gerezen; was hij een hooger staand
individu, dan is hij nu gedegradeerd. De mas-
>'M ontneemt reis aan zijn zenstanaigneió, ze
x -
i
115
135
45
659
7-
77
720
i
15* v
25*
■/is
iveii
SNEEKER COURANT.
isms- h utrannii Lüi.ib w ie