8.1
IT
■WS- EIIffltHfflHU) IN» DE fflfflfl HI HET IMDISSMT SM.
V
Na 36
T W E E -E N-V IJ FTIQ 8 T J A A R Q A N O.
1897.
OL
I, I
de Nil
rerbiniT
jbaa
PARTIJHEERSCH APPIJ. het gevaar van bederf voor de beweging; cor-
xvm.
W O O A. O-
Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave uf redactie betreffende, franco
in te zenden.
iet Kt
ai
ruptie toch is het, iich door het bedreigen met
benadeeling te laten bewegen tot het verlooche
nen zijner overtuigingen. Tot illustratie van
deze critiek een karakteristiek stukje, met dr.
Bruno Wille als hoofdpersoon. Wij geven het
woord aan dr. Wille
Dat verwondert mij volstrekt niet, maar het
ADV ER TEN TIEN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 71/, Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen Ug
den uitgever.
Toen de kanselier Caprivi in den duitschen
Rijksdag van de sociaal-democraten getuigde,
dat ze met ijvar hun militie-piicht vervuld had
den, zei Bebel:
bewijst alleen dat de heeren van de rechter-
ook boekhouders van hier te lande gevestigde
reederijen mogen niet tot bet doen van uitdee-
lingen of uitkeeringen, waarover volgens art.
5 1 en 2 en art. 6 2 belasting verschul
digd is, overgaan, alvorens daarvan aangifte
gedaan en de over vroegere uitdeelingen of uit
keeringen verschuldigde belasting betaald te
hebben.
Bij liquidatie mogen de hier bedoelde uit
deelingen of uitkeeringen niet geschieden, alvo
rens de daarover verschuldigde belasting is
voldaan.
Art. 45. Bestuurders van de bij art. 16 en
c bedoelde naamlooze vennootschappen, coöpe
ratieve vereenigmgen, andere vereenigingen en
stichtingen, die een bedrijf of beroep uitoefe
nen, onderlinge verzekeringmaatschappijen en
sociëteiten, alsook beheerende vennooten van
hier te lande gevestigde commanditaire vennoot
schappen op aandeelen en boekhouders van bier
te lande gevestigde reederijen, zijn gehouden
binnen veertien dagen na de vaststelling van
balans of rekening een zoodanig uittreksel als
noodig is tot toelichting der winst, uitkeerin-
gen of uitdeelingen te doen toekomen aan den
voorzitter der commissie van aanslag, bedoeld
bij art. 19 16 of 2, die den aanslag moet
regelen.
Art. 47 5. Hij, die daartoe gehouden, üa-
laat de verplichtigen na te komen bedoeld bij
art. 15 1 eerste lid, en art. 15 2 eerste
lid, wordt gestraft met eene geldboete van ten
hoogste f 25.
Gelijke straf wordt opgelegd in geval van
overtreding van art. 45.
6. Overtreding van art. 16 wordt gestraft
met eene geldboete van ten hoogste f 400.
Art. 34 le lid. Handelsreizigers, kramers
en alle verdere personen, die hun bedrijf of be
roep rondtrekkende uitoefenen, voor zoover zij
behooren tot de bedoelden bij art. la, h en k,
zijn gehouden onverminderd hunne verplichtin
gen omschreven bij artt. 12 en 14, zich ter
plaatse binnen het Rijk, waar zij zich na het
begin van het belastingjaar het eerst bevinden,
bij het gemeentebestuur schriftelijk aan te mel
den, met opgaaf van hun naam, hunne woon
plaats en hun bedrijf of beroep. Ten blijke
dat zij hieraan voldaan hebben, ontvangen zij
kosteloos een door of vanwege het hoofd van
dat bestuur onderteekend Bewijs, dat zij gehou
den zijn mede te onderteekenen en op aanvraag
aan ambtenaren der directe belastingen te ver-
toonen.
Art. 47 7. Personen, die van een bewijs
voorzien moeten zijn als bedoeld in art. 34 en
die in gebreke blijven dit bewijs op aanvrage
aan bevoegde ambtenaren te vertoonen, worden
gestraft met eene geldboete van ten hoogste f25.
Geven zij ter bekoming van dat bewijs, aan
het bevoegd gezag een valschen naam, woon
plaats, bedrijf of beroep op, of maken zij ge
bruik van het aan een ander afgegeven bewijs,
dan worden zij gestraft met eene geldboete van
ten hoogste f 150.
Art. 12 2, 2e lid l°d. Biljet B wordt uit
gereikt
1°. aan alle in het Rijk wonende aan wie
biljet A wordt uitgereikt, voor zooverre
d. zij den Ontvanger der Directe Belastin
gen uiterlijk op 15 Mei hunnen weusch om
een biljet B te ontvangen schriftelijk hebben
kenbaar gemaakt.
Sueek den 1 Mei 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
„In het jaar 1890 had ik met een paar vrien
den een eigen uitgeverszaak georganiseerdin
zijde en de regeering van de degelijkheid der dezen „vrijen boekhandel" heb ik mijn poezie-
sociaal-democraten zich een geheel onjuiste
voorstelling gevormd hebben.
dat .de bereidwilligheid waarmee juist mijn
partijgenooten zich hebben onderworpen aan
dé voorschriften der discipline, gevolg is hier
van, dat zij in en met Je discipline zijn opge
groeid. De sociaal-democratie is dus in zeke
ren zin een voorbereidende school voor den
militairen slaat."
Met- deze discipline hun partij te doordringen
en te hervormen, was het doel der leiders van
de sociaal-democratie toen de val der socialis
tenwet hun weer vrijheid van beweging toe
stond. Hiertegen verzetten zich de jong-socia-
listen, die opkwamen voor het individu in de
massa, totdat een openlijke breuk de onaf-
hankelijken scheidde van de partijgenooten.
Bij den aanvang der scheuring schreef het
leidend partij-orgaan„Wie meent zich als
franc-tireur te kunnen plaatsen boven den wil
der partij, ga heen; dit weet elk onzer van
den eersten tot den laatsten en daarom handelt
ieder daarnaar.*
Om deze woorden goed te begrijpen, dient
men te bedenken, dat hij die „heengaat* zich
berooft niet alleen van zijn invloed op de aan
hangers der partij, maar ook van zijn eer.
Zoo lezen we in het „Handboek van den de
magoog* „Fatsoenlijke lieden, zijn vrienden
zelfs en zijn strijdmakkers bij vroegere gele-
■f- genheden, zouden hem, zoo al beleefd en lank-
r moedig, althans tegemoet voeren Gij maakt u
schuldig aan een verkeerde handeling; onze
vijanden levert gij wapenen, gij verdeelt ons.
Zijn partij verdeelen d. i. de leiders beris
pen en een strooming tekeer gaan die men
voor verderfelijk houdt is evenwel een mis
daad waarop de strop staat
Er zijn gevallen waarin uitingen, hoewel van
verstand en inzicht getuigende, zonder beraad
worden gelijkgesteld met desertie. Ongevallige
raadgevers worden meer verafschuwd dan vij
anden men beschouwc ze als overloopers.*
Niet zelden ook wordt hem, die „heengaat",
in zijn inkomen nadeel berokkend, voor zoover
v namelijk dit inkomen afhankelijk is van de
gunst der partijgenooten b. v. in hun hoe
danigheid als koopman, herbergier, boekdruk
ker of journalist.
Zoo herinnert de uitzetting uit de partij aan
zekere tuchtmiddelen waarvan de kerk zich be
dient tegenover haar afvallige zonen. Het toe-
JL passen van deze middelen is af te keuren, om-
dat het de vrijheid van denken belemmert en
den vrijen verstandsmensch hinderpalen stelt,
i Waar zulke middelen gebruikt worden dreigt
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek,
Gelet op het Besluit van den Heer Commis
saris der Koningin dezer Provincie van den 12
April 1897 (Provinciaal Blad no. 41),
Brengen bij deze ter kennis der ingezetenen:
l9. Dat met de uitreiking van de beschrij-
vingsbiljetten der belasting op Bedrijfs- en an
dere Inkomsten, voor het dienstjaar 1897/98
op den 13 Mei a. s. en met de wederophaling
der biljetten A en B twintig dagen daarna zal
worden aangevangen dat met een en ander,
behalve des Zondags, onafgebroken zal worden
voortgegaan, en dat de aanslagsregeling, be
doeld bij art. 19 7 der Wet, moet zijn afge-
loopen den 1 October a. s.
Voorts worden de ingezetenen hierbij indach
tig gemaakt op de volgende bepalingen der
Wet van 2 October 1893 (Staatsblad no. 149).
Art. 15 2. Ieder die optreedt als bestuur
der of beheerend vénnoot van eene hier te lan
de gevestigde vennootschap, onderlinge verze-
kering-maatschappij, coöperatieve vereeniging,
of van eene vereeniging of stichting die een be
drijf of beroep uitoefent, of als boekhouder eener
hier te lande gevestigde reederij, is gehouden
daarvan schriftelijk binnen ééne maand kennis
te geven bij het bestuur der gemeente waar hij
woont.
Art. 16. Hier te lande wonende beheerende
vennooten van Nederlandsche vennootschappen
en maatschappen, als bedoeld in art. 6 2, en
van de in art. 1 bedoelde commanditaire ven
nootschappen op aandeelen, bestuurders van
hier te lande gevestigde naamlooze vennoot
schappen, coöperatieve en andere vereenigingen
en onderlinge verzekeringmaatschappijen, als
En wie zich nu niet voegt naar deze grond
stellingen van ondergeschiktheid en met ande
ren, die voor onwaardig zijn verklaard om ver
der deel uit te maken van deze organisatie,
zich verbindt om tegen de aangewezen mach
ten zich te verzetten,, verliest daarmee eo ipso
ook het recht van gebruik der organen en voor-
Geelen, welke den partij-leden verzekerd ztjn.
Een dier organen is onze boekhandel en daar
om was ons besluit voor ons zeer natuurlijk.
Uit Uw schrijven blijkt ons, dat een verkla
ring als deze niet geheel overbodig is.
R. Fischer."
Wel een merkwaardig stukje ter karakteri-
seering van den partijgeest. De partij een
heerschappelijke organisatie; de „aangehoori-
gen* hebben zich aan den wil van het „ge
heel" met „discipline" te „onderwerpen" en mo
gen „heengaan", zoodra ze zich niet „schikken*
naar de „grondstellingen der onderschikking".
Vérder geldt de partij als een instelling die
aan de lieve „aangehoorigen* zekere „voordee-
len verzekert* en anderen, die wegens gebrek
aan volgzaamheid bij het bestuur in ongenade
zijn gevallen, deze voordeelen zonder meer
onttrekt.
Dat men door het gebruik maken van suiker
klontjes en de zweep, huichelarij en slaafschheid
aankweekt, schijnt deze „real* politikers te ont
gaan. Ook kan het hun niet schelen een
werkje te boycotten dat voorziet in een leemte
der .partijliteratuur, enkel en alleen om in
het vuur van hun ijver een hun niet welge
vallig persoon af te straffen.
i' bundel „kluizenaar en kameraad* doen ver-
Ik geloof zelfs schijnen, alsook „de Jeugd," een geschrift tot
onderhoud en leering voor de zonen en dochte-
ren van het arbeidende volk.* Het geschrift
voor de jeugd voorzag in een leemte, die vol
gens verklaring van partijleiders en partijdagen
■bestond; door menschen als Liebknecht werd
de uitgaaf gunstig beoordeeld en de volksboek-
handel van de „Vörwarts" belastte zich tegen
de gebruikelijke provisie met de exploitatie van
deze boeken. Toen nu op den Erfurter partij
dag tal van socialisten formeel als „lasteraars,*
inderdaad echter wegens afwijkende meeningen,
uit de sociaal-democratische partij waren uitge-
stooten, protesteerde ik in een volksvergadering
te Berlijn daartegen en in een resolutie sprak
ik deze gedachte uitHet socialisme is een
beweging en gemeenschap op geestelijk gebied,
waarvan niemand kan worden verdrongen we
gens verschillen van persoonlijken of taktischen
schen aard daarom mag men de uitgesloten
socialisten allen beschouwen als partijgenooten.
Buitendien liet ik me de keus welgevallen
als lid eener commissie tot voorbereiding van
verdere stappen van protest.
Dadelijk daarop werden door den boekhandel
van de „Vörwarts* aan de uitgeversfirma mijn
boeken teruggezonden met het volgende schrij
ven
„Bij besluit van ,het partij-bestuur worden
de door dr. Bruno Wille uitgegeven, bij U ver
schenen geschriften „de jeugd" en „kluizenaar
en kameraad" door ons niet meer verkocht.*
Op mijn verzoek aan het partijbestuur om
mededeeling van de overwegingen die tot dit
besluit hadden geleid, ontving ik van den se
cretaris der partij ten antwoord
Berlijn S. W. 6 Nov. 1891
Katzbachstraat 9.
Den Heer Bruno Wille, Friedrichshagen.
Eigenlijk bestaat voor ons geen aanleiding
tot antwoord op Uw vraag van gisteren, daar
wij voor onze besluiten slechts aan onze partij
genooten antwoord en rekenschap verschuldigd
zijn. En als zoodanig zult gij u, na Uw reso
lutie in de „Ressource*-vergadering en als me
delid in de „commissie van zeven", wel niet
meer beschouwen. Onze partij is niet enkel
een vage ideeën-gemeenschap, maar een zeer
reëel lichaam met zoo en zooveel organen. En
zoomin als het ons invalt iemand uit te sluiten
uit het wolken-koekoeksheim eener „geestelijke
beweging en gemeenschap," evenzeer heeft de
partij er op te letten dat haar leden zich in
quaesties van taktiek en discipline onderwer
pen aan den wil van het geheel.
i>
j
1
j
OEEKER COURANT.