«EMEKim B l!l I ilMMffll SBL
a
MEERS- B 1BÏB1HIIML.W TOOR M
No. 40
w o je r\ «-
UNIE-DAGEN.
Nationals iilitie.
1897.
U
19 31 E I.
in.
A.
F
BINNENLAND.
ai
d
nde
oor
liek
Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
El
len
BEKEND MA KING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek maken bekend, dat ter Secre
tarie der gemeente voor een ieder ter inzage is
nedergelegd, eene lijst vermeldende de inrich
tingen van weldadigheid, tot genezing of ver
pleging van zieken of gebrekkigen en de in
richtingen tot algemeen nut, binnen deze ge
meente, waarvoor geene belasting naar den
laten, 2den en 3den grondslag der personeele
belasting, wegens het gebruik van pereeelen of
perceels gedeelte zal worden geheven.
Sneek den 18 Mei 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEW1TZ, Secretaris.
!i-
e-
Een belangrijk bericht en dat de voorstan
ders der rechten van de vrouw ongetwijfeld
zeer zal verheugen, brengt de N. B. Ct. De
Raad van State zou zeer onlangs aan Hare
Majesteit de Koningin-Regeutes hebben gead
viseerd, de onbevoegdheid der vrouw om tot
voogdes benoemd te worden, uit ons burgerlijk
recht te doen verdwijnen, door intrekking van.
het bepaalde sub 3 in artikel 435'van het Bur
gerlijk Wétboek.
Uit het Bat. Hand, blijkt, dat de firma G.
Kolff Co. te Batavia den Deenschen schilder
Hugo von Pedersen, medewerker aan de Ill.
London News, een reis door Java laten doen
van West naar Oost om teekeningen te maken
voor een prachtwerk, uit te geven door ge
noemde firma en de Erven F. Bohn te Haar
lem.
bevonden
4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aan
een ander toebehoorende, als de zijne vertoont.
De Verlofgangers worden herinnerd, dat de
strafbepalingen van art. 144 der aangehaalde
wet ten strengste zullen worden toegepast op
degenen, die zonder geldige reden niet ver-
schijnen.
Sneek den 11 Mei 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
Dr. Cuypers is bevorderd tot commandeur
den Nederlandschen Leeuw.
Nog zij vermeld dat onderscheidene onzer
In de
ADVERTENT1EN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen by
den uitgever.
van tijd tot tijd alleen te zijn. En die behoef
te naar eenzaamheid is een kwelling, waaraan
we verslaafd raakten en die ons ongelukkig
maakt. „Mij dunkt**, zegt Coppee zoo terecht,
„om geheel en al ongelukkig te zijn moet men
niemand meer bezitten om lief te hebben.
De Meimaand is tot dusver niet wat we er
van verwachtten. De koude hagelkorrels, die
neerkletteren op onze opdoemende idealen, heb
ben neerslachtige stemming bewerktbij her
haling brachten ze tot ons de boodschap, dat
het leven zijn teleurstellingen heeft en dat
men wel doet zich in oogenblikken van opge
wekt leven voor de schrijnende ontgoocheling
te vrijwaren, door de teleurstellingen niet uit
het oog te verliezen.
Hebben we daaraan wel gedacht, toen de de
mocratie als een uit de wolken neerdalende
heilige geest schier allen deed spreken met vu
rige tongen in allerhande tongval van heer
lijkheden die ons te wachten stonden Een
iegelijk onderzoek» zich zelvewant de demo
cratie verkeert thans algemeen in een toestand
van neerslachtigheid.
Men gevoelt dat vier jarea ons te wachten
staan van koud conservatisme, waarin de rech
ten van het volk worden doodgezwegenonder
plichten en nog eens plichten zal men het doen
bukken voor de rechten van de heeren. En
het stomme volk, als opgegroeid in en met te
leurstellingen, zal niet zwijgen, maar het zal
ja en amen! zeggen op de sommaties der „chris
telijke** aanvoerders.
De vloek van het hedendaagsche christendom
is, dat het zijn invloed misbruikt door de rech
ten der kleenen te miskennen en de schare te
misleiden. De Unie links en rechts kwam tot
stand; op huwehjksche voorwaarden, onder
voorbehoud van eigen inzichten op dit en dat
punt en met het recht van ontbinding, hebben
zelfs de aanhangers van den onverbreekbaren
huwelijksband zich vereenigd tot een mariage
de raison. Het „volk** tegen elkander op te
zetten schijnt de bedoeling der „christelijke*
heeren; ten minste die uitwerking moet het
hebben, dat gevoelt ieder.
Onder de leus van „God in den Staat* kun
nen de meesters straks zich vermeien in ’t zoete
niets-doen en leven als God in Frankrijk. Het
domme volk laat zioh gewillig bij den neus
nemen het applaudisseert met donderend ge
weld en keert met leege handen en verteederd
gemoed naar huis terug, niet beseffend zelfs
met het flauwste besef dat men het in deze
Uniedagen op listige wijze voert op zijpaden
en blinde straten. Het volk applaudisseert
donderend is het applaus op de zalig spre
kende woorden van priesters en priesters-
maats.
Een volk dat zoo lichtvaardig zijn rechten
verkoopt, verdient geen ander lot dan hem
straks wacht.
In de schoone Meimaand gaat het hart uit
naar de verjongde natuur met haar frisch groen,
haar openspringenda knoppen en haar vogelen-
coucert. De lente met haar bekoorlijkheden in
tooi en stem, spreekt ons van kracht en van
schoonheid, van leven en hopeze voert ons
terug naar de dagen onzer jeugd ze geeft ons
dien heerlijken tijd van ons leven met zijn zor
genvrij geweten nog eens te doorleven in vo
gelvluchten voor onzen geest toovert zo het
ouderlijk huis, de woonplaats onzer jeugd, de
plokjes die we zoo bij voorkeur zochten, onze
.^ouders en onze speelmakkers. Het hart gevoelt
'zich weer jong de liefde ontluikt weer in volle
kracht en we roemen weer in het leven „Hoe
schoon is bet leven hoe jammer dat het ons
zoo snel voorbij vliegt.*
En dan, wanneer onze herinnering zich ver
levendigt en we voor ons de schimmen zien
van dezen en dien een makker, een vriend,
een vader, een moeder met wie we het levens
genot plachten te deelen en die ons voor altijd
"verlieten, dan stemt ons dat weemoedig te mid
den van de opwekkingen tot leven en genieten.
Want genieten doen we eerst recht wanneer
we van ons genot kunnen meedeeien aan an
deren, onze vertrouwden, die ons wederzijds
van het hunne meegeven. In onze jeugd ver
trouwen we zoo gauw, hebben we zoo spoedig
onze vrienden, leven we in elke nieuwe omge
ving intiem in zoo korten tijd.
Hoe beschamend staan daartegenover de uit
komsten onzer in jonge dagen zoo innig vast
staande verwachtingen omtrent de toekomst.
Op rijperen leeftijd knoopen we niet zoo schie
lijk vriendschapsbanden en worden we niet zoo
Imet vrienden omstuwd. De liefde bleet, maar
I ze werd beredeneerd en de ervaring maakte
het bloempje schuchter. Ze wist niet meer
wien ze haar vertrouwen zou kunnen schenken,
want ze was zoo herhaaldelijk reeds teleurge
steld en bedrogen. En zooals de bloempjes in
de Mei, sloeg ze bij de warme stralen der och
tendzon de schutbladen open, om ze weer te
sluiten bij de eerste gure vlaag die de zon
achterhaalde en voorbijsnelde. En zoo regel
matig ais de regelmatige onbestendigheid van
deze Meimaand, was het openen en sluiten,
hoop en teleurstelling, maar teleurstelling het
meest. Totdat er een oogenblik kwam waarin
we meenden dat het vertrouwen de wereld
heeft verlaten, een oogenblik van diepe smart,
amdat het ons op het het hart drukte:
Er is geen vriendschap, geen liefde, geen
genot in het leven. Het leven is een be
goocheling, een illusie, een mystificatie, een
roes in de dagen onzer jeugd, met de walgen
de ontgoocheling als nasleep ervan op rijperen
leeftijd. Dan eerst begrijpen we den man die
zoo vurig en hopeloos verlangde naar het
eeuwig groenen der „jungen Liebe*.
we
gezelschap misten, wordt het ons nu een behoefte
Eergister, 16 Mei, heeft dr. P. J. H. Cuypers
zijn 70en verjaardag gevierd. Van alle kanten
zijn hem bewijzen van belangstelling toege
stroomd en breed is de rij dergenen die hem
met woord en daad huldigen.
Was de dag van eergister in hoofdzaak aan
de stille huiselijke herdenking gewijd, besloten
met een gezellige samenkomst in het hotel
l’Europe, gister had in ’t Rijksmuseum de meer
openbare feestviering plaats.
Bij monde van den heer Van Tienhoven,
commissaris der koningin in Noordholland, werd
aan dr. Cuypers in de groote hal van het
Rijksmuseum een oorkonde aangeboden, bege
leidende de aanbieding van een verzameling
en beschrijving zijner kunstwerken, uit te ge-
ven hem ter eere, tijdgenoot tot herinnering,
I het nageslacht ter leering. Vele vereenigin-
gen van kunst te Amsterdam, in Don Haag en
1°. die, zonder geldige reden, niet bij het I Utrecht boden bem geschenken aan, alle afge-
- I wisseld met gezang van het a capella koor van
2°. die, daarbij verschenen zijnde, zonder Averkamp.
geldige redenen, niet voorzien is van de hier-
voren vermelde voorwerpen'; van
3°. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij
te leeren, dat men met zijn vertrouwen het onderzoek niet in voldoenden staat worden bladen den jubilaris hulde brengen.
vsorzichtig zij in het schenken de maatschap
pelijke toestanden hebben de harten met wan
trouwen vervuld en daarom is het volk voor
zichtig in het geven van zijn stem. De erva
ring nu, die leert dat de wereld bedrogen wil
zijn, heeft ook geleerd, dat men het met een
bijbel onder den arm of een schuithoed op het
hoofd in de wereld ver brengt. Men wint daar
mee het vertrouwen en donderend applaus.
Jezus dreef de kooplui den tempel uit, en na
dien tijd heeft men het schoonmaken verzuimd;
een flinke schoonmaak zou heilzaam zijnwant
kooplui bedienen tegenwoordig de mis, het'
avondmaal en de sacramenten der kerk koop
lui bedienen het heilig woord kooplui bestij
gen het preekgestoelte en den katheder koop
lui maken verdachteen vuistslag ontstelt
de gemoederen en het volk applaudisseert met
donderend geweld.
Ons volk is, zegt men, een handelsvolk.
Het moest dus ’t klappen van de zweep ken
nen. En toch zal het wel beetgenomen wor
den door de nieuwe firma, die als manusje-
van-alles zal zorgen voor
God in den staatGod in de schoolvoor
de groote dieven het geld, en voor de kleinen
de doodstraf.
Tot handhaving en bescherming dezer schoone
instellingen worden opgeroepen de zonen des
volks; vrijgesteld van de „nationale militie*
zijn: de rijkelui-jongens en de priesters.
(Alweer donderend applaus.)
KENNISGEVING.
INSPECTIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek,
Gelet op het besluit van den Commissaris der
Koningin in deze Provincie van den 4 Mei 11.
Je Afd. M en S no. 485 (Prov. blad no. 46)
brengen ter openbare kennis, dat het onder
zoek van de verlofgangers der militie te land
in deze gemeente zal plaats hebben op Maan
dag den II Juni e. k., des voormiddags ten 10
ure
dat aan dat onderzoek zullen behooren deel
te nemen alle binnen deze gemeente gevestigde
Miliciens-Verlofgangers voor zoover zij vóór
den Isten April jl. in het genot van onbepaald
verlof zijn gesteld, om het even tot welke lich
ting zij behooren
dat de Verlofgangers, behoorende tot de lich
ting van 1890, voor zooverre niet gepasporteerd,
ook verplicht zijn, zich aan het voorschreven
onderzoek te onderwerpen;
dat de Verlofganger bij het onderzoek moet
verschijnen in uniform gekleed, en voorzien van
de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn i
vertrek met verlof medegegeven, van zijn zak
boekje en van zijn verlofpas
dat, behoudens het bepaalde in art. 130 der
wet op de Nationale Militie een arrest van 1
twee tot zes dagen door den Militie-Commissa-
ris kan worden opgelegd aan den Verlofganger:
1". 2L, _._2„ o_
j onderzoek verschij'nt;
Toch ligt de schuld niet geheel bij het volk, I
Even als Onze maatschappij heeft het hare er toe bijge-
in onze jeugd naargeestig werden, zoodrawe dragen, door op gevoelige wijze herhaaldelijk
l ons
rer-
rz.,
S3
SBgSCTW
i>
>9
f
9
9
SVIJEki:» (OIRAA