MEliWS-ABVERTEST1IBL4D HR III!
GEHEE1ÜTE 111 MET IIIRMSSHEM SB.
.t
No. 46.
1897.
T W E E -E N-V IJFT I Q ST E J A A R U A N <3-.
iaar
II
Opkomst onder de Wapenen.
CAUSERIE.
Ko-
W O K 1)
9 J L A I.
i enz'.
racht
feeds
AR-
mijd
re-
Nati-
■binte*
MeI
st or-
s.oo,
0 i
ren iets moeten leeren, staan de liberalen over
het algemeen dadelijk gereed om de grens te
bepaleniets mag niet zijn zooveel men ver-
300
cht-
Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ff.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
we-
een
u
ABVERTEN TIEN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cent»,
voor eiken regel meer 71/> Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorw aarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
M.
i.
,/l 6
'iie
aj. man verklaarden, zou men 't niet mogen geloo-
iren
j Het cijfer wordt willekeurig genomen ,maar
een cijfer nemen allen aan immers er moet
een grens zijn.
IBS
De BURGEMEESTER van Sneek,
Gezien de missive van den heer Commissaris
der Koningin in Friesland van den 10 Mei 1897,
le Afdeeling M en S no. 523, (Prov. blad
no. 48), betreffende opkomst in werkelijken
dienst van Verlofgangers der Nationale Militie
'is een liberaal beginsel. Wie daarom tegen
leerplicht is moet de facto een illiberaal
zijn.
Deze redeneering, is logisch, maar of de
praemisse, het uitgangspunt, zuiver logisch is,
mag nog wel eens worden onderzocht, dunkt
me. Reed? op den klank af zal men geneigd
zijn, leerplicht te gaan zoeken in het woorden
reek der kerkelijke partijen en niet in dat
van de liberalen, die in de vrijheid opgaan.
Doet het begrip leerplicht aan dat van vrij
heid niet geweid aan Of hebben de libera
len hier een achterdeurtje noodig, zooals dat
bij liberalen wel meer pleegt voor te komen
Een liberaal man heb ik eens in ernst hoortn
vragen, wat vrijheid is. Zou de man, behoor
lijk ontwikkeld, als ik hem schat, Multatuli’s
definitie vrijheid is absentie van dwang
niet hebben gelezen Of gaat het hem als
zoovelen van zijn geestverwanten, de groote
meerderheid in ons landje, die transigeeren met
hun beginsel zoodra het met de praktijk in
aanvaring komt Ik geloof van ja, d. w. z.
naar mijn meening is een liberaal niet getrouw
aan zijn beginsel, zooals wijlen onze voorvade
ren, tot aan den bedelnap. Vooral op onder
wijsgebied is deze lapsus een herhaaldelijk
voorkomend verschijnsel. Mr. Pjjnappel’s op
vatting komt mij voor zeer juist te zijn en ook
deze opvatting vindt steun in de praktijk.
Vooreerst worden tal van families bij invoering
van leerplicht in de portemonnaie getroffen en
sommigen zwaarder dan ze doorstaan kunnen.
En tweedens zal men het stelsel niet kunnen
doorvoeren, zonder hier en daar te stuiten op
het schier onoverkomelijk bezwaar van plaats
ruimte. In de steden is nu al onvoldoende
ruimte voor de jeugd die zich aanbiedt. Ten
derde, en ook dit bezwaar is klemmend, zul
len de kerkdijken verlegen zitten met te kort
aan ruimtewanneer zij zelf het niet ronde-
Een van de aftredende Kamerleden voor de
hoofdstad, Mr. Pijnappel, beeft zich tegen leer
plicht verklaard. Leerplicht, aldus Mr. P., is
synoniem met leerdwang. Voor de liberale
partij „als zoodanig" zegt de kruidenier-
kerkvoogd is mr. P. derhalve als oandidaat kiest,
„Het geestelijk voedsel moet verstrekt wor-
-1 men op het program van iedere fractie jen aaa ajjen met mondjesmaat", zoo zegt de
dezer partij, wat dus zeggen wil dat leerplicht liberaal in doorsnee. Een fatsoenlijk beginsel
- 1 dus, waartegen geen fatsoenlijk mensch iets kan
man inbrengen. Maar fatsoenlijk of niet fatsoenlijk,
j ik houd niet van dat geven en nemen. Wan
neer men iets wenscht, wil, goed, ja, noodzake
lijk acht, welnu laat men het dan wenschen,
willen, goed en noodzakelijk achten, in zijn
geheel. We hebben nu eenmaal genoeg van
het halfslachtige liberalisme. Maar nog iets.
Naar mijn bescheiden meening is juist het
halfslachtige de voornaamste oorzaak van den
wenschnaar wettelijke regeling van den leerplicht.
Zoo is ’t met meer wettelijke regelin
gen gesteld waarvan de biografie in ’t kort
hierop neerkomt: Men heeft iets oorbaar of
nuttig bevonden en besloot dus er toe over te
gaan. Maar eenmaal bij de uitvoering van
’t besluit kwam men op zekere hoogte waar
op men ’t niet oorbaar of nuttig meer vond en
men hield op, overwoog, wilde de instelling
niet als onhoudbaar prijsgeven en ’t gevolg
was grenspalen bij de wet.
Onder ’t schrijven bemerk ik mijn gebrek aan
praktischen zin. Men kan immers van ’t goede te
veel krijgen ook? Alleen maar komt me die wille
keur in ’t vaststellen dergrens te hulp, waar ik zoek
naar argumenten voor de stelling Het is echt
liberaal aan ieder de vrijheid te laten om voor
zich-zelf te bepalen wanneer hij genoeg heeft.
De eene maag kan meer verdragen en heeft
dus meer noodig dan de andere. Vandaar dat
het gekibbel over den fatalen termijn een doel
loos haspelen is; ieder heeft gelijk eu allen
hebben ongelijk. Het eene kind is op 10-jari-
gen leeftijd meer ontwikkeld dan een ander
van 14 jaar. En niemand bezit de bevoegd
heid om vast te stellen, wanneer een kind er
genoeg van heeft. Alleen een kind kan dit
bepalen. Dit zoo zijnde is wettelijke regeling
van leerplicht geweld plegen aan de rechten
der jeugd. Want leerplicht voorschrijven heeft
als noodzakelijk gevolg dat men den tijd afba
kent er moet een begin en een eindpunt zijn
en nu is het een feit, dat er kinderen zijn die
op 3, anderen die eerst op 5 of 6 jarigen leef
tijd behoefte gevoelen aan schoolonderwijs. De
meesten zijn na korten tijd reeds voldaan en
zullen niet vragen om tot 15 jaar te mogen
school gaan een ernstig feit dat alle ernstige
liberalen tot nadenken moest stemmen en doen
▼ragen of de inrichting van ons onderwijs niet
aan een fundamenteele hervorming dient onder
worpen. Ik meen van ja, ten spijt van een
drom van paedagogen. Want ik ben liberaal
pur sang en verlang „als zoodanig* dat de kin
deren naar school gelokt worden in plaats van
onmogelijk verklaard, en terecht: leerplicht j p -
jindt men op het program van iedere fractie jen aan allen met mondjesmaat", zoo zegt de
ze, zooals nu vaak het geval is, er heen t t
moeten drijven. Ik behoef zeker niet nader
Iets leeren moeten de kinde- te verklaren waarom bewaarscholen afkeuring
ren, maar zoodra gedecreteerd is dat de kinde- verdienen nit libera d oogpunt, al erken ik dat
de liberalen er vaak toe gedwongen worden
de lieve jeugd te bewaren voor christelijke be
waarplaatsen, waar de weeke hersentjes wor
den gedrukt met bijbelteksten en beschrijvin
gen van hel en verdoemenis tot knarsetanden
toe wat zoo licht aanleiding geeft tot dwang
voorstellingen en monomanie op lateien leef-
l tijd, als b.v. in de laatste dagen te constatee-
ren viel uit de krantenberichten van een frater
Olivier (Olijfboom), die van den kansel vertelde,
dat onze lieve Heer zooveel brave menschen-
kinderen heeft laten verbranden en stikken
omdat er zooveel slechte menseden in de
reld zijn, die natuurlijk niet komen in
christelijke-liefdadigheidsbazaar. Tusschen twee
haakjesAls 't waar was, dat onze lieve Heer
op een of andere manier de slechten naderbij
zocht te brengen tot de goedo werken, had hij
wel een elimineren zet kunnen doen. Maar
’t is een pater, die ’t zegt, en paters verkee-
ren te weinig in de wereld om over wereldsche
zaken gezond te kunnen oordeelen; een bewijs
als daarvoor nog bewijs noodig is
hebben we in pater Ermann van Kat
wijk, die Nederland platloopt om te vertel
len dat de liberalen van God, eigendom, fa
milie en het Koningschap niets willen weten.
Donnerwetrerpotsbliiz Wat een kinder
praat! Eu zoo’n man wordt uit zijncel gehaald
om de Nederlandsche kiezers met raad en daad
bij te staan! En dan nog een sprekend be
wijs van geestelijke ongezondheid leveren de
paters van Genderen, die met bedelen aan den
kost moeten komen en toch kiezers meenden
te zijn Wie stuurt die stumperts een grond
wet
Verbeeld je dat God in den staat kwam en
wetten maakte, en de 12 apostelen van Gen
deren kwamen Hem verklarenAanzie Heere
onze armoed en wees ons genadig, die uw
trouwe dienaren zijn zoolang we vertoeven bin
nen de kloosterpoort; maar die, zoodra onze
neusgaten de vrije lucht ruiken, meenen onder
en boven de wet te zijn 1
Maar ik dwaal af. Eenmaal in gezelschap
van paters weet men niet waar men toe komt.
Apropos dan van leerplicht: nog één groot ar
gument is er mijns inziens aan te voeren voor
het riehtige in mr. Pijnappel’s keuze vau
standpunt. Wanneer men kinderen verplicht
het geestelijke voedsel te gebruiken dat de
staat ze aanbiedt, heeft de staat immers zijn
recht verspeeld voor de spijs te laten betalen.
Een liberaal, die deze waarheid verkracht,
slaat z’n eigen ruiten in.
van de lichtingen 1893, 1894 en 1895;
ROEPT BIJ DEZE OP de in deze Gemeen
te gevestigde Verlofgangers van de Militie te
land, beboerende tot de hieronder vermelde
lichtingen en Korpsen, om zich dit jaar op de
hierna aangegeven tijdstippen, uiterlijk ’s na
middags ten 4 ure, bij hun Korps in werkelij
ken dienst te begeven, te weten
A. de Verlof'g lingers der lichtingen 1893 en
1894, behoorende tot
de 4e compagnie van het 3e bataljon van
het regiment Grenadiers en Jagers */a gedeel
te) op 28 Juni 1897
het 5e bataljon van het regiment Grenadiers
en Jagers, bet 2e 3e en 4e bataljon van het
5e regement Infanterie, de le 2e en 3e com
pagnie en ’/i der 4e compagnie van het 5e ba
taljon van het 8e regement Infanterie op 4
Augustus 1897
het le, 2e, 3e en 4e bataljon van het 2e, 3e
en 6e regement Infanterie op 24 Augustus
1897;
het le, 2e en 4e bataljon van het regiment
Grenadiers en Jagers, het le, 2e, 3e en 4e ba
taljon van het le en 4e regiment Infanterie,
het le bataljon van het 5e regiment Infanterie
en het le, 2e, 3e en 4e bataljon van het 7e
en 8e regiment Infanterie op 25 Augustus
1897.
B. de Verlofgangers der lichting 1894, be
hoorende tot
de le, 3e en 5e batterij van het le regiment
Veld-Artillerie op 23 Juni 1897;
de 2e batterij van het korps Rijdende Artil
lerie op 28 Juni 1897;
het le peloton van de 2e compagnie van het
korps Torpedisten (plaats van opkomstfort
aan den hoek van Holland) en het 2e pelotou
van de 2e compagnie van het korps Torpedis
ten (plaats van opkomst den Helder) op 2 Juli
1897;
de le, 5e en 6e batterij vau het 3e regiment
Veld-Artillerie op 7 Juli 1897;
de le, 4e, en 5e batterij van het 2e regiment
Veld-Artillerie en korps Genietroepen (uitge
zonderd de Vesting-Telegrafisten, die hebben,
voldaan aan het bepaalde in den eersten vol
zin van artikel 6 van het Kon. besluit van 29
Februari 1884, no. 13, de adspirant Vesling-Te*
legrafisten en de overige Miliciens, ingedeeld bij
de telegraaf-compagnie) op 21 Juli 1897;
de 2e, 4e en 6e batterij van het eerste
giment Veld-Artillerie op 29 Juli 1897;
de 2e compagnie van het korps Pontonnier»
op 3 Augustus 1897
de le en 2e compagnie Hospitaalsoldaten op
9 Augustus 1897
de 2e, 3e en 4e batterij van het 3e regiment
Veld-Artillerie op 16 Augustus 1897;
het le peloton van de le compagnie van het
korps Torpedisten (plaats van opkomst Fort de
Ruyter) en het 2e peloton van de le compag
nie van het korps Torpedisten (plaats van op
komst Hellevoetsluis) op 19 Augustus 1897;
de le compagnie vau het korps Pontonniers
op 23 Augustus 1897;
de 3e compagnie Hospitaalsoldaten op 24
Augustus 1897
de le, 2e en 3e compagnie van het 3e ba
taljon van het regiment Grenadiers en Jagers,
het 5e bataljön van het le, 2e, 3e, 4e, 5e, 6e
en 7e regiment Infanterie en de 2e, 3e en 6e
batterij van het 2e regiment Veld-Artillerie op
25 Augustus 1897.
C. de Verlofgangers der lichting 1895, be
hoorende tot:
de 5e, 6e en 9e compagnie van het eerste re
giment Vesting-Artillerie op 8 Juni 1897;
het korps Genietroepen (uitgezonderd de
ven, dat ze, liever dan de kinderen naar de
openbare school te zien gaan, ze in Gods vrije
natuur laten ronddwalen. Dr. Kuyper beweert
*dan ook, dat de liberalen de schoolkwestie weer
oprakelden door den leerplicht op te nemen
iu hun program.
Een ander bezwaar tegen leerplicht is
dat de liberalen uit praktisch oogpunt te
cousekwente doorvoering niet aandurven.
Het onderwijs is noodzakelijk, volgens hen
ze willen de ouders verplichten van staats
wege hun kinderen naar school te zenden.
Maar tot hoelang? Wel, zegt de een,
tot 12 jaareen ander maakt er 13 of 14 van.
- - -
p
jr-
roefd
da te
na te
de te
:e Op-
tje de
•wij ka
?aber,
ike v.
Koest
dema
Horst
Vt.
1»
SNEEKBR COURANT.