o urn e. van BINNENLAND. wer- D< het men ook aanwende, De k FEUILLETON. VI. uw voor zoo goed als zeker beschouwd werd, dat c 1 van dit de opneming van den heer van Houteij dan reeds ware een s Te vend gracl passt gcroi betre Tt wal wate wate den geno Daas wooi posit D< oud*: schij G< die ten UL< verse Roman van J. W. von Megede. V. Vervolg.) goed Hij kom ’t w v.d. ,1 voor mijn betoog zelfs van weinig gewicht, wer Op waai ken, land o a. zijn van al de voorwerpen j ver- Natz onde te lijk voor met kelei tafel gelijk gelijkelijk te verdoelen. Want"daarovet- zou oud-1 nu i diens roodi den dorpi Maar Marie viel dat huismoedertje^. van De Standaard zegt: Tusschen de stemming en de herstemming zal ditmaal slecht één goede week liggen. Kort dag alzoo. Daarom is het van aanbelang, nu reeds vast te stellen, wat ons bij herstemming zal te doen staan. En dan dunkt ons, zullen daarbij deze re gelen moeten gelden Ten eersteAls onze eigen candidaat in herstemming komt, voor hem ijveren, met alle macht. Ten tweedeAls het op herstemming tus- sclien een liberaal en een Roomsche gaat, den Roomschen candidaat met beslistheid steunen. En ten derdeAls het staat tusschen een conservatief-liberaal (of christelijk-historische kiezersbondsman, wat hetzelfde is) en een voor- uitstrevend-liberaal, den eerste pogen te weren, door op den laatste aan te houden. Regelen, die natuurlijk geen accoord tus- sehen twee districten uitsluiten, indien weer- keerig belang dit raadzaam maakt. Alki mr. daarvan. Terloops werd toen ik volg h mini stenographisch verslag van de Dordrechtsc Courant door mij opgemerkt, dat het Min sterie, hoewel uit oud-liberalen samengestel misschien door zijn oorsprong reeds clerical van aard was, daar het in staatkundige kringt t... 3vJ, A.. de formatie van het Kabinet (speciaal betn verh de goedkeuring van de bisschoppen was gi yraagd en verkregen. Waarop ik dan verdt liet volgen, dat, wat daarvan ook mocht ziji in ieder geval het Ministerie in zijn werking inge; d. i. in zijn doen en laten, van de R.-K. staat! die partij afhankelijk was. „Zoowel uit de woorden als uit het verban blijkt dus onmiskenbaar, dat het feit, door m gereleveerd, niet was de goedkeuring der bis schoppen, maar wat in de staatkundige krirï uit gen daaromtrent voor zoo goed als zeker wen aangenomen. Dit feit werd door mij aangehaald, nie wat de heer van f schuift. leszins juist en waar, door tal van getuigen t Twee doctoren te Rotterdam geven in de N. R. Ct. den raad voorzichtig te zijn met de potlooden in de stembureaux en deze niet aan den mond te brengen. Men moet zich voor mogelijke besmetting wachten. Natuurlijk is er dadelijk een vernuftig man opgetreden, die een middel weet, om te voor komen dat het potlood in den mond wordt ge stopt! ’t Komt ons voor dat de waarschuwing op zichzelf voldoende is. Die geen potlood kan gebruiken zonder het eerst in den mond te steken, brenge zelf een potlood mee. Miez Oc «Hij- Wan stelle ken geen wanklank' sokki van den; En b een ander, veel/ op di op c beste eenm Mart toen Weel na ut „Die wens anno gen zag zij in den grooten gang-spiegel, hos behoi verliefd Arthur hare gra^ieuse, nu wel eenig-v boog: zins coquette bewegingen volgde. Hasso vanl.der zullen van hunne opkomst in werkelijken dienst niet voor diligent worden gehouden, maar zijn verplicht, om 1. van hunne verhindering tijdig ter Secre tarie der Gemeente te doen blijken door inle vering van eene geneeskundige verklaring, en 2. om zich terstond na het herstel naar hun korps te begeven. Tevens brengt de Burgemeester nog in her innering, dat voor deze opkomst geen gebruik mag worden gemaakt van de vervoerbewijzen voorkomende in de zakboekjes, zijnde deze be stemd om te worden gebruikt bij opkomst met spoed. Sneek, den 31 Mei 1897. De Burgemeester voornoemd, ALMA. De lang verwachtte stilte van ’t kerstfeest rustte op Lorschen. Een heldere, koude ster renhemel vonkelde boven de witte sneeuwvel den. De knechten slenterden met de handen in de broekzakken loom bij den paardenstal rond en keken met doffe belangstelling nu eens naar de boerenhuizen in het dorp, waar hier en daar het flauwe licht van een kerstboom merkbaar was, en dan weer naar de vensters van het heerenhuis, welks helder verlicht front een zee van licht vertoonde. Daar, in de reusachtige, door de in een hoek ge plaatste kachel lekker verwarmde vestibule, stond thans een lange tafel. Op het grove, helde re tafellaken prijkte een reusachtige kerstboom, schier overladen met roodwangende appels, no ten en groote, schreeuwend bonte harten van peperkoek. Bedienden en jagers in groot livrei met slobkouzen en knoopen met wapens er op, De „Vereeniging tot behartiging van de be langen der caféhouders in.Nederland* gaat zich ook met de verkiezingen bemoeien. Zij heeft namens alle caféhouders in Nederland den can- didaten de volgende vragen gesteld Zijt gij vóór handhaving der bestaande drank wet en derhalve vóór het behoud van het monopoliestelsel, dat deze wet ten grondslag heeft? Zijt gij vóór wijziging dier wet, in dien zin, dat daaraan ten grondslag ligt: vrije uitoefe ning van beroep, d. i. dat ieder staatsburger, wien geen zijner burgerschapsrechten bij von nis is ontzegd, aanspraak heeft op het vergun ningsrecht? Het bestuur voegt er bij, dat alle leden vast besloten zijn niet hun stem uit te brengen op candidaten, die vóór het behoud dier wet of wel voor verscherping daarvan zijn. Juni is in dit jaar een drukke verkiezings- maand. Niet alleen moeten 100 leden der Tweede Kamer worden gekozen, maar ook moet worden voorzien in de keuzo van Raadsleden, daar een derde deel der gemeenteraden dit jaar op den eersten Dinsdag in September aftreedt. Vroeger was de dag voor de periodieke ver kiezing van Raadsleden de derde Dinsdag in juli. De wijzigingswet, die onlangs in werking is getreden, heeft daarvoor thans den laatsten Dinsdag in Juni bepaald, dus ditmaal 29 Juni. Op dien dag heeft, echter de eigenlijke strijd niet plaats. Evenals voor de Kamer geschiedt dan namelijk de opgaaf van candidaten, en zoo er meer candidaten worden opgegeven daii er plaatsen zijn te vervullen, geschiedt de stem ming ook op gelijke wijze dus aan de afge schoten lessenaar binnen 14 dagen, op den dag door B. en W. te bepalen, dus uiterlijk op 13 Juli, en de herstemming zoo noodig ook binnen 14 dagen, voor alle districten die tot dezelfde gemeente behooren op denzelfden dag. waren bezig de waskaarsen in het naar harsl riekende groen vast te maken, terwijl de graa met zijn ouderwetsch bevend schrift de namen van zijn personeel op witte kaartje! schreef. Comtesse had het ambt, uit de op eei rij geplaatste zilverblanke peperkoeken, nooten, bonbons waarachter haar fraaie gestalt! bijna geheel schuilging zoo onpar ijdig mo I 1 1 V 1 1 1 i waakte de oude heer met argus-oogenhij hid daar de ontevreden brommende tante reeds weg gejaagd, wier oppervlakkelijke manier van ver deden en aftellen van peperkoeken en appel» hem bespottelijk en vervelend voorkwam, en keek thans ook met argwanende blikken naar zijn! dochter. Maar Marie viel dat huismoedertje, spelen thans recht ia den smaak, al was ’t al leen maar om zich heel waardig tegenover Arthur te toonen, die elk oogenblik komen moest. En daar vernam zij ook reeds door de helder hoorbare winterlucht het belleugelui van twee sleden, ’t welk zij dadelijk herkende: het eene zacht, welluidend, als om t te brengen in de plechtige stilte van den! avond dat was Arthur; en e-'" —i verder af, maar schril, luid, waaruit men den jagenden draf van scherp aangezette paarden duidelijk hooren kon, dat was neef Hasso, die ’t na vele jaren eindelijk eens inviel, het fepst in zijn geboorteland en bij zijn bloedver wanten door te brengen. „Gij hebt u met de bonbons verteld, Mieze,' zei de oude heer waarschuwend, nadat de ver welkoming had plaatsgehad. Gehoorzaam be-* gon de comtesse nogmaals, en met innig genoe gen In het Vad. is het volgende schrijven opge nomen van den heer Smidt „Volgens het verslag heeft de minister v. d. Kaay te Alkmaar gezegd„mr. Smidt vertel de, dat het oordeel en de goedkeuring der bis schoppen waren verkregen over het tegenwoor dig Ministerie Wat hij verklaarde was een grove leugen. Noch zijdelings, noen direct heeft de formeerder van het Kabinet, de heer Roëll, de bisschoppen gehoord. „Dit laatste zeide de heer van der Kaay, als daartoe gemachtigd „namens den heer Roëll.* „Beide mannen zijn door mij steeds als waar heidlievende mannen beschouwd en ik neem daarom tegen alle verhalen en verzekerin gen in, die met bijvoeging van allerlei bijzon derheden reeds geruitnen tijd de ronde deden het als een boos verzinsel aan, dat bij de for matie van het tegenwoordig Kabinet invloed of goedkeuring van de R. K. geestelijkheid plaats vond. „Voor het overige echter kan ik mij bij het door den heer van der Kaay gesprokene niet neerleggen. „Den groven vorm en ruwe toon ga ik voor bij, om dadelijk op de zaak zelf te komen. „Die een ander en vooral op die wijze terecht wil wijzen, moet vóór alles zelf correct zijn. Nu heb ik nimmer verteld, wat de heer v. d. Kaay mij in den mond legt. Te Dord recht heb ik in een toespraak gewezen op on derscheidene omstandigheden, die aantoouden, dat het tegenwoordig Ministerie onder den duim 28. „Ha, dat treft, Natzfeld! Zocht u juist. Dansen heden voor mij uit. Ik geloof bepaald dat de cognac van mijnheer uw oom rumvla is, zoo lekker smaakt ze. Zoek te vergeefs een vast steunpunt Den bediende zoo pas uitgestuurd om den dobbelsteenbeker Uit den luiden toon van den dandy sprak blijkbaar de wijn. „En Gisela? Wil de oude haar de andere heup wel met biljetten van duizend mark op stoppen Doerstedt schudde ’t hoofd. „Gij zoudt ma ken dat men een hekel kreeg aan alle vrou wen.* Daarop leunde hij vertrouwelijk op Natzfelds schouder. „Zij zal mij niet ontloopen, de kleine. Eerst nog een beetje van 't leven genieten Verloofd ben ik, goddank, nog niet.* „Voorleopig slechts dronken,* stelde Natz feld hem gerust. „En gij, vervloekte vent, brengt met al praatjes alle meisjes ’t hoofd op hol. Geluk kig dat zij den goddeloozen zin daarvan niet begrijpen ook mijn zuster Anna niet. Geef u overigens mijn zegen, kinderen, als ge dien hebben wilt!* Natzfeld keek met attentie naar den hals van een der kippen halzen. „Bederf mij 't meisje niet, prins Lak Maar boos kan ging Nede der Kaay daarvoor in de plaat gedri „En dit feit is niet „grove leugen”, maar al leszins juist en waar, door tal van getuigen t bewijzen. „Dat het, als een bijkomende omstandigheid is V aangehaald, was slechts toevallig. Weinig vei moedende, dat iets wat algemeen als beken werd ondersteld en ook geenszins on waarschijn lijk was, toch onjuist zou zijn, verheugt he mij nu, het vermeld te hebben, omdat ander die verhalen van parlementaire kringen als o; zich waarheid berustende zouden gebleven zijn, tei^aanv wijl ze niet anders dan verzonnen praatjes wï D< ren. Want, om ze nu verder als zoodanig aai1 eenii te merken, daarvoor is de enkele tegenspraal ling van den heer Roëll voor mij geheel afdoende. „Op hetgeen de heer van der Kaay verde te Alkmaar tegen mijne beschouwingen heef aangevoerd, kom ik thans niet terug. Wat hi daar van anti-clericale neigingen geliefde t' verzekeren, is trouwens in tegenspraak met di feiten (of daartoe benoemingen behooren, is na der te onderzoeken) en ook met de door rij»digd ambtgenoot van binnenlandsche zaken in dien^” lijk verkiezingsrede te Groningen, daartoe door dei nood gedrongen, gedane erkentenis, dat hij ij zijn Ministerieel doen en laten de Roomsch Katholieken naar de oogen moest zien eei positie waarin hij en het Ministerie zich zei vrijwillig gebracht hadden. Die erkentenis al leen maakt trouwens omtrent de hoofdzaak, dit door mij behandeld werd, alle verdere redenee «ave ring overbodig. Zij blijft juist, welke moeiti lukk men ook aanwende, om met veel ophef eJ, Het groote drukte een (en dan nog oncorrect voort gegu gestelde) bijzaak uitsluitend op den voorgrom te dringen en daardoor de aandacht van dt hoofdzaak af te leideu.* Ook mr. W. van der Kaay heeft aan het Vad. zijn lezing gegeven over hetgeen hij te maar „Dai schijnt zij mij een nadere kennisma king waard. Zal morgen mijn contra-visite op Soraunen maken. Wil ik u de tweede plaats bij de mooie vrouw reservoeren?* „Dat ontbrak er nog aan! Maar, gij daar een contra-visite maken Natzfeld bij Geil- mann Eenvoudig belachelijk!* „Eu gij zult vier weken lang voor- en na middags de grenzen van uw bosch afrijden als ridder van de droevige figuur. Tot een stouten stap komt gij toch nooit! Als er spra ke is van uw kolonel en de kleinburgerlijke gevoelens hier in den omtrek, dan zit uw hart, waar ’t volgens uwe beschouwing zitten moet, namelijk in de hakken.* Vesting-Telegrafisten, die hebben voldaan aan het bepaalde in den eersten volzin van artikel 6 van Kon. besluit van 29 Februari 1884 no. 13 de Adspirant-Vesting-Telegrafisten en de overige Miliciens ingedeeld bij de telegraafcoin- pagnie op 9 Juni 1887 de 4e compagnie van het korps Pantserfort* Artillerie op 11 Juni 1897 de le en 2e compagnie van het korps Pant- serfort Artillerie op 18 Juni 1897 de 6e compagnie van het 2e regiment Ves- ting-Artillerie op 21 Juni 1897 de le en 5e compagnie van het 4e regiment Vesting-Artillerie op 22 Juni 1897 de 7e compagnie van het 2e regiment Ves- ting-Artillerie op 6 Juli 1897 de 6e, 7e, 8e, 9e en 10e compagnie van het 4e regiment Vesting-Artillerie op 20 Juli 1897 de 10e compagnie van het 2e regiment Ves ting-Artillerie op 27 Juli 1897 de 7e en 8e compagnie van het leen de 2e, 3e en 4e compagnie van het 4e regiment N ss- ting-Artillerie op 3 Augustus 1897 de le, 2e, 3e, 4e en 10e compagnie van het le regiment Vesting-Artillerie op 10 Augustus 1897 de Miliciens Vesting-Telegrafisten van het korps Genietroepeu, le serie, die hiervoren den uitgezonderd, op 12 Augustus 1897 de 2e 3e 6e 7e 9e en 10e compagnie van het 3e regiment vesting-artillerie op 13 Augustus 1897 de 4e compagnie van het 2e regiment ves- ting-artillerie op 17 Augustus 1897 de Milioiens-vesting-Telegrafisten van het korps Genietroepen, 2e serie die hiervoren wer den uitgezonderd, op 19 Augustus 1897 de le, 3e, 5e, 8e en 9e compagnie van het 2e regiment Vesting-Artillerie op 1 September 1897 de 2e compagnie van het 2e regiment Ves- tiug-Artillerie op 7 September 1897 en de le, 4e en 5e compagnie van het 3e re giment Vesting-Artillerie op 14 September 1897. D. de Verlofgangers van de lichtingen 1894 en 1895, behoorende tot de telegraaf-compagnie van het corps Genie troepen op 9 Juni 1897, en de miliciens-Aspirant-Vesting Telegrafisten van het korps Genietroepen op 12 Augustus 1897. De betrokken Verlofgangers worden herin nerd aan hunne verplichting, om bij de op komst onder de wapenen a. voorzien te M van kleeding en uitrusting, door hen bij trek met groot verlof medegenomen b. hun verlofpas vóór vertrek naar korps te doen afreekenen, en c. zich een of twee dagen vóór den dag, waarop zij bij hun korps moeten zijn, ter Se cretarie der Gemeente te vervoegen tot het bekomen van daggelden en vervoerbewijzen, voor zoover voor de verstrekking daarvan ter men bestaan. Zij, die wegens ziekte niet aan deze oproe ping op den bepaalden tijd kunnen voldoen, men op u niet worden. Welk een fameuze inval, dien dokter daar, dien Gampesch ons op den hals gestuurd heeft, er op zijn fransch uit te smijten!* „Ik weet van niets.* „Gij weet nooit ergens van! En als gij he den een meisje de trouwbelofte hebt gedaan, dan weet gij daar morgen ook niet meer van.* „Kan best wezen.* „A propos, daar we nu toch eenmaal over de vrouwen praten onlangs die Gillmann in ’t bosch getroffen bijna een rendez-vous. De kerel kwam ons echter over 't mot. Hem ziende plaats gepoetst. Dat sujet is in staat vertrouwelijk te worden. Mij kapitaal uit dien strik gered wat?* Natzfeld lachte hem in ’t gezicht uit. „Gij hadt diplomaat moeten worden, mijn waarde. Een gezantschapspost ware voor u weggelegd. En zoudt gij nu misschien denken, lang- beenige idealist, dat die vrouw ooit weer alleen een voet in ’t bosch zet?.Dan zou zij wel tot de dubieuse dames moeten behooren.* „Morgen reedsWedden Om hoeveel?* stelde de dandy geprikkeld voor. „Spaar uw geld maar voor andere dingen, Doerstedt!* „Maar gij maakt mij bepaald ongerust. Niet weerkomen Ik heb verdoemd veel met die vrouw op.* Natzfeld wierp hun een loenschen blik toe. „Gij hadt zeker uw monocle vergeten en zult u verzien hebben? Die mevrouw Gellmann moet volstrekt niet knap zijn het type van ’t al- daagsche.* „Ja wel! Een figuur als uit een sprookje, een allerbekoorlijkst kopje. Ben werkelijk verliefd.* zat van de Roomsch-Katholieken en van i fractie-Lohman en op de noodlottige gevolgd stenographisch verslag van de Dordrechtsc hoewel uit oud-liberalen samengestel i# w-.v ik. U.V.V LU.l.H fcU i v<wi. *xiy fiw JDllli: v - mwb. y a.L, ual 11VL

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1897 | | pagina 2