MH H S E IDÏERTOIHUE IWIi 1)1
asm El HBT AliHOVDISSMliVI SUL
6
No. 55.
1897.
T W E E -E N-V IJ F T I G 8 T E JAAJRGANO.
Eiarv
ZATICK O A. o-
1O J U L. I.
IDEAAL.
II.
vertrouwen ie,
—.00
UIT DE PERS.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franc»
in te zenden.
totaal door gedupeerd.
niet anders dan een uitmaak, een voorwendsel, i
en indien de Tijd vóór do verkiezingen op dat
ngekoch
Bij deze Courant behoort als Bijblad Feuil-
f50
1 1 a
25 a
110,
LM.
ili.
g.
k.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents
voor eiken regel meer 7% Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen by
den uitgever.
oord
Scha-
ggen,
«J
tuigings
e. Brie
tstel, ou
leringen
ran vei
enz. eni
n zege
i gewicii
enz. em
De uitmaak is ook klonk met meerderheid van stemmen Tegen*,
i Dat ueze
worden, het
aanbeeld had geslagen, was de kans niet gering
geweest dat er wèl een meerderheid was ge»
weest aan de liberale zij. Het zou ons niet
verwonderen, of duizenden van katholieke werk
lieden zouden, na kennis te hebben gekregen
van de jezuietische retraite, wenschen anders
gekozen te hebben. Wellicht was dan even
min een anti-revolutionair gekozen als een ka-
tholiek boven den Moerdijk.
Het volk, dat te goed van
wordt bij zijn installatie in de kiesvereenigin-
gen op droevige wijze teleurgesteld. Het is
niet meer of minder dan een klap in het ge
zicht van den werkman, die zich eerst liet lij
men door de schoone voorspiegelingen van de
geestelijke adviseurs om lid te worden vau de
bestaande kiescolleges.
De uitslag is echter een compleete nederlaag
geweest voor het conservatisme. De verliezen
waren enkel bij de katholieken en de conser
vatief liberalen, en dit zoo zijnde getuigt het
toch van eeu verregaande onbetrouwbaarheid,
te durven aankomen met het voorstelniets
te kunnen doen, alias een conservatief kabinet
te verlangen. Het zou een illustratie zijn van
het bekendo woord
De koning is dood, leve de koning
Was het voorstel gekomen uit den koker
der andere partij, dan had men recht gehad
het een dwaas idee te noemen. Van conserva
tieve zijde echter verdient het als geslepen, lis
tig, oneerlijk te worden gebrandmerkt.
Het denkbeeld van mr. Br. is zeker gezond,
maar of het te realiseeren zal zijn, mag men
met grond betwijfelen. De bondgenooten waar
op hij het oog heeft geslagen, verdienen eerst
nader gekeurd te worden. Do links-anti-revo-
lutionairen in de Kamer zijn de werktuigen
van dr. Kuyper, en deze mar. heeft, om mis
schien voor hem geldige redenen maar die
voor het volk niet kunnen wegen, een deel
van zijn democratische plannen zonder blikken
of blozen over boord gegooid, ter wille van
zijn bondgenooten. t
Een veilheid als deze, zal mr. Br. denken,
is gunstig voor de verwezenlijking mijner plan
nen. Maar mr. Br. mocht wel bedenken dat
het een moeilijke taak is, vier jaar saam te
werken met een compagnon die zich omkoop
baar heeft betoond. Een ideaal, op dien grond
zich verheffende, loopt te avond of morgen
groot kans in een illusie te verkeeren.
de handelscentra en de zuiveldistricten woonde.
De beweging was weinig geestelijk en het had
er veel van of men de kiezers als kinderen
beschouwde, die men tot een gang naar de
kerk trachtte over te halen met de be
lofte van een stuk koek. De theologische poli
tiek heeft blijkbaar den theologischen zin der
natie mistrouwd.
Gelukkig heeft de tweede helft der negen
tiende eeuw niet alleen de thelogische poli
tiek ten tooneele geroepen, maar bijna te ge
lijkertijd de sociale politiek, die reeds zoover
haar invloed heeft doen gelden, dat alle ver
schenen staatkundige programma’s tevens soci
ale programma’s waren.
Toch heeft men bij deze stemming van niets
zoo weinig vernomen dan juist van sociale po
litiek. De liberalen waren zoo geschrikt, dat
alle artikelen van hun programma’s te samen
konden worden gevat in den eenen uitroep
hoe houden wij die clericalen ons van ’t lijf
En bij de anti-theologische politiek kwam de
persoonlijke politiek, bijv, in Amsterdam.
Hoe men de .kerkdijken* als regeerings-
partij zoo gevaarlijk kon achten, begrijpt de
schrijver niet. De theologische politiek, een
maal aau het bewind, is schuchter en be
schroomd, omdat zij alleen door op een onbe
trouwbare en voor haar zeer onsympathieke
bondgenoot te steunen de meerderheid kan ver
werven. Bovendien, de bondgenooten hebben
niet alleen met hun Kamermeerderheid te re
kenen, maar ook met die hunner tegenpartij
in onzen Senaat. Dit gold niet minder waar
er sprake was van graanrechten.
Wat nu de sociale politiek der theologischen
betreft de katholieken achten zich gebonden
aan de encycliek Rerum Novarum, maar wan
neer de synode der Ned. Herv. kerk, de ex-
ministers Smidt en Pierson, de heeren Wert
heim en Gleichman of Ferf eens met een vati»
caansche pen hun sociale geloofsbelijdenis
moesten schrijven, zou zij er slechts weinig
anders uitzien, dan dit paiuselijk document.
De uitslag van de verk ezing stelt niet ge
heel teleur. Van theologische politiek zal men
vooreerst niets bemerken. Maar rooskleurig
ziet de toekomst er niet uit, en dat niet alleen
wijl er op geen krachtige beweging in de rich
ting der sociale politiek valt te rekenen bij de
verkregen partijgroepeering, maar ook omdat
het stemmeneijfer bij de verkiezing op de ver
bonden theologische partijen uitgebracht veel
te groot is, om haar nu reeds alle hoop tc
ontnemen. In negen districten scheelde het
maar enkele stemmen. De Kamer staat wel.
niet op het doode punt, maar de eerste de
beste ontbinding kan haar daarop voeren.
De les bij de eerste verkiezing onder de
nieuwe wet aan alle partijen gegeven, kan
geen andere zijn dan dezedit kiesrecht staat
I den goeden gang van zaken in den weg het
Dat deze vraag bij de verkiezing zou gesteld
,i nvtuuu, uvè was te voorzien, vervolgt hij, en
zet dit daarna uiteen door een beechouwing
Theo-
zo van
Van de verheffing der Kerk kan voor
i ons land bij staatkun
dige verkiezingen geen sprake zijn, en voor de
anti-revolutionairen is de naam kerkelijke poli
tiek zeker niet toepasselijk, daar de eenheid
der kerk en der schrift-interpretatiën, juist wat
bij de katholieken de kracht uitmaakt, bij hen
afwezig is.
In deze eeuw was den protestantschen recht-
zinnigen een gelijksoortig lot wedervaren als
I den Roomschen sedert 1572, toen ons volks-
De katholieke partij zal de eerste vier jaren
rust nemen. De reden van deze lusteloosheid
is volgens de Tijd te vinden in de samenstel
ling der nieuwe Kamergeen der partijen die
de meerderheid heeftergo geen der partijen
die de teugels der regeering ter hand nemen
kan, aldus de Tijd.
Gedeeltelijk heeft het blad gelijk. Noch de
clericale-, noch de liberale partij kan op zich
zelf beslissen over de meerderheid.
Maar ongelijk heeft het blad, indien we let
ten op de beloften door elk dier partijen afge
legd vóór de stembus, en ongelijk ook wanneer
we in aanmerking nemen den totaal-indruk van
keur den uitslag der verkiezingen.
keur Vestigen we onze aandacht op de artikelen
Sek:in de verschillende partij-programma’s, die be-
37 qq trekking hebben op den socialen toestand van
de werkliedenklasse, dan bemerken we in elk
38.00 dier epistels roerende overeenstemming.
Algemeen is de overtuiging, dat die toestand
verbetering behoeft en vrijwel hetzelfde werd
.door de partijen voorgeslagen als middel van
redres.
We noemen als overeenkomstige artikelen
die welke inhouden regeling van loonen, werk-
iduur, pensioen en verzekering van den werk
man tegen invaliditeit en ongelukken.
Zouden de thans gekozenen, die eenparig
'bijna beloften in dien zin hebben afgelegd, zich
kunnen verantwoorden met te verwijzen naar
Se samenstelling der Kamer, wanneer hun ge-
rraagd werd waarom de voorgestelde hervor-
3/a ilingen in de doos blijven? Immers neen?
De hervormingen in dien geest gewenscht
en voorgeslagen z’jn noch specifiek liberaal
noch clericaal. Alleen is elk idee van niets
doen daarbij buiten gesloten, want er is voor
deze hervormingen een zeer groote meerderheid,
wanneer de gekozenen hun woord houden.
Daarop alleen komt het aan, en na de Tijd
gehoord te hebben mag men veilig aanne
men, dat de katholieken zich zullen terug-
trekken, iets wat alleen denkbaar is indien xij
goed hebben gezien die deze partijmannen
reeds van den aanvang hebben gedoodverfd
xla kooplui, die veel beloven en weinig geven.
Het conservatisme van de katholieke partij
is notoir en dat ze op een of ander punt haar
bedenkingen zou maken, werd algemeen ver
moed. Maar dat ze de brutaliteit zoo ver
drijven zou met den voorslag te doen alle be
loften als niet gedaan te beschouwen, op grond
dat in de nieuwe Kamer geen partij de meer
derheid heeft, zal toch velen verbazen. Want
een ministerie als de Tijd wil, dat de loopen-
de zaken afdoet en de zaken loopende houdt,
- is natuurlijk verplicht al het nieuwe onaange
roerd te laten, links te laten liggen. Zoo iets
is waarschijnlijk een kolfje naar de hand der
jesuieten, maar het werkende volk wordt er
karakter onder den invloed der Hervorming
zijn stempel ontving. In staat en kerk sche
nen zij geslonken tot een minderheid, waar
mee men nauwelijks rekening had te houden,
totdat de reactie kwam, en sedert Groen van
Prinsterer den grondslag legde en Kuyper het
gebouw optrok, waarin ,ons Christenvolk* zou
wonen als anti-revolutionaire staatspartij, waren
voor hen evenals voor de katholieken de da
gen van vernedering geteld. Beide groepen
groeiden op, nu en dan elkander toelonkende,
de een gebogen over den bijbel, de ander ge
knield voor het kruis, instinctmatig gevoelende
zooal niet tot een huwelijk, althans tot het ge
meenschappelijk voeren van één huishouding
te zijn voorbestemd. Op dat laatste liep het
reeds uit in 1888.
De afschaffing van den persoonlijken dienst
plicht scheidde hen weder en de verschijning
van het kiesrechtvraagstuk verwijderde de meer
conservatieve roomschen nog verder van de
ietwat democratisch getinte anti-revolutionairen,
maar, dat bij de verkregen kiesrechtuitbreiding,
waardoor bij de nieuwe kiezers dat deel der
bevolking gevoegd werd waaronder de geloovi-
gen het sterkste zijn, de Standaarc/partij, die
zich verzwakt gevoelde door Lohmanianen en
Brondsveldianen, den steun aannam der ka
tholieken, kon niemand verwonderen.
Het theologisch element op zichzelf moest
reeds tot aaneensluiting dringen. Het is waar,
de hartstochtelijkheid aan het theologische
eigen is bijna uitsluitend erkend in min gun-
stigen zin. Maar de haat zou niet zoo fel
kunnen zijn, ook bij de theologen, als het ver
mogen tot liefhebben ontbrak. Hard of zacht-
handig, zij beschouwen zich als menschenred-
ders. En de schrijver, die van alle theologi
sche politiek in den grond afkeerig is, omdat
hij haar in strijd acht met de voorwaurden tot
maatschappelijken vooruitgang en tot verhef
fing van den mensch, kost het geen moeite om
het bondgenootschap toe te juichen als een
eerlijke bekentenis aangaande het overheer-
schend theologisch karakter der roomsche en
anti-revolutionaire politiek.
Jammer genoeg, dat die lof niet onvermengd
mag zijn. Het valt niet te ontkennen dat tot
dusver de theologische politiek zich weinig
krachtig heelt betoond. Het ministerie van
1888 vertoonde een opmerkelijke slapheid en
zwakheid, terwijl men zich juist theologische
politiek niet anders denken kan, dan recht op
haar doel afgaand, atkeerig van elk opportunis
me. En toch hield van alle politiek in actie
de theologische op de kiezersmarkt de wet van
vraag en aanbod het scherpst in het oog en
bedacht zij steeds hoe bij anderen ,in het ge
vlei te komen,* zoodat het meermalen den in
druk maakte, alsof de beginselen van Gods
Woord iemand nog meer rekenen, dan bidden
leerden
Zoo bleet thans op het zeer uitvoerig pro
gram van actie der anti-revolutionairen de af
schaffing der plaatsvervanging achterwege en
werd door beide clericale partijen de aandacht
gevraagd voor een zuiver staathuishoudkundig
vraagstukgraanrechten en verhooging van
het invoertarief, Jat zeker ia geen logisch ver
band staat met theologische politiek. Hier
was het opportunisme aan het woord.
De eenige verklaring van dit curieuse geval
moest zijn dat de meerderheid der katholieken
en anti-revolutionairen niet in de groote steden,
De redacteur van de vroegere Amsterdammer,
de heer J. de Kon, heeft in de Juli-aflevering
van het Tweemaandelfjksch Tijdschrift naar
aanleiding van de jongste verkiezingen een ar
tikel geplaatst over „Theologische en sociale
politiek.* „Hel Nederlandsche volk heeft zijn
i keuze gedaan,* schrjjft hij. „Vóór of tegen
Onze-lieve Heer niet als Yader in da He
melen, maar als alfa en omega in de politiek
zoo luidde de vraag, en het antwoord
r
was te voorzien, vervolgt hij, en
over de politiek der clericale partijen.
logische politiek, noemt de schrijver
beiden.
da katholieke partij in
SHEERER €0URAH
der-
r
ars,
:>or-
irlei
van
Ten,
5 45*
sas*
120»
0
n dc
allo
irbij
nen,
:lad-
ordt
192
«ÓO
7 -
77
7 25
S
8-
81a
8 34
8 48
1 !,2
ior me
i. i
l/a
Wel mogelijkI Maar men verlangt hier nu eenmaal.
en dSl’a gelukkig I geen voorschrift uit vaticaamche pen, die-
teerendehoe Nederland op staatkundig en sociaal gebied
moet worden ingericht. Dat kunnen nederlandsche pennen,
hoofden en harten «elf 't best beoordeelen en uitmaken. Met
pauselijht eiusyclieken hebben, we hier hoegenaamd geen relv
nïng u houden