MIS- ffl IMIRHIfflHUD Ml N KB No. 59. T W E K ‘E N-V IJFT I G 8T E JAAROANO. 1897. DE GEWELDSTAAT. 3 a ïodI. Procesverbaal - Verkiezing. JAARMARKT of KERMIS Z A T E M I> «- 24 JULI. in. Ofschoon do massa des /olks langs dien MA. BINNENLAND. 35,50. UIT DE PERS. Cts. Bij deze Courant behoort als Bijblad Feull- leton-nummer 251. Alle brieven in te zenden. Het lid van de Eerste Kamer prot. Van Bo ne val Faure heeft onder het opschrift:, Dr. r Full e Bos* f50 8 30 a 70, kilo, re rd Scha den, sa 36.00 -.00 keur keur geh: inting. Meij- 52 jr. 1. 2. 'KMA. ‘4 lingen van goederen hebben, dan overeenkom stig de aanwijzing van den Marktmeester of, bij ontstentenis van dezen, van de Politie en na voldoening van het marktgeld. Sneek, 20 Juli 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BE NN E W1TZ, Secretaris. Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.— franco per post ƒ1.25. en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek, herinneren, naar aanleiding van artikel 18 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad no. 134), de ingezetenen dat steeds aan degenen, die zich daarvoor aanmelden ter Secretarie der gemeente, gele genheid wordt gegeven tot kostelooze inenting en herinenting. Sneek, den 23 Juli 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. uM. li. “4. ADV ER TEN TIEN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents voor eiken regel meer 7 */a Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. :EN eu Cursus School :fd aan» B E K E N D M A K I N G. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der I gemeente Sneek maken bekend, dat de voerman, de hooge beambten zijn deels PEN. 36,00 33,50, woonlijk stokslagen) stellen de zweëp voor. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek, brengen ter openbare kennis, dat ter Secretarie dezer gemeente, gedurende 14 dagen, vanaf den 24en dezer maand, voor een ieder ter lezing is nedergelegd en in afschrift, tegen betaling der kosten, algemeen verkrijgbaar ge steld, de aan den Raad aangeboden rekening der ontvangsten en uitgaven dezer gemeente pVer 1896. Sneek deu 23 Juli 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. afgoden" Wat is dat? nu uit zijn toestand van slaafschheid, waar zelfs in onze dageu het menschengeslacht geestelijk en zedelijk nog niet zoover gevorderd is, dat het weet het ideaal der dwangloosheid naar waarde te schatten. „Wanneer de wijze zijn tijd vindt, dan rijst hij op; vindt hij zijn tijd niet, dan laat hij het onkruid voortwoekeren en gaat heen," zegt Laötsè zelf. Confucius, zijn geestelijke tegenvoeter, aan hanger van den Staat, van de centralisatie, de autoritaire moraal, spreekt met zeer groote waardeering over Laötsè, terwijl hij zijn oor deel uitsprak over diens leer in deze woorden Vogelen, weet ik, kunnen vliegen; visschen, weet ik, kunnen zwemmen; dieren, weet ik, kunnen loopende loopenden kunnen omsin geld, de zwemmenden gehengeld, de vliegenden kunnen geschoten worden. Kom ik bij den draak, zoo weet ik niet hoe hij zich op wind en wolken verheft en ten hemel stijgt. Heden zag ik Laötsè: Is deze niet als de draak?" De vrije verstandsmensch wil heerschen noch beheerscht worden. Dat hij niet heerschen wil, zag reeds Laötsè voor 2000 jaren, toen hij zei De groote Faö, hoe hij rondzweeft Hij kan links zijn en rechts. Alle wezens verlaten zich op hem om te leven en hij weigert niet. Is het werk ten einde, dan noemt hij het niet het zijne. Hij bemint en voedt alle wezens en maakt niet den Heer. Omdat de heilige mensch nooit groot zich voordoet, kan hij zijn grootheid voltooien." Een andere opmerking van dezelfde strek king gaf Laotsè in deze woorden Niet hoog plaatsen de wijzen doet het volk niet mokken. Een der Haagsche correspondenten van de Tel. schrijft aan dat blad Omtrent de samenstelling van het nieuwe Kabinet kan ik u nog geene berichten uit min of meer vertrouwbare bron verschaffen, maar wel wil ik u eenige vermoedens mededeelen, die misschien later zullen blijken niet al te i ver bezijden de waarheid te zijn. Dat de heer Roëll van het Buitenhof naar het Torentje zou is in deze omstandigheden zeker I hoogst onwaarschijnlijk, zelfs is het niet waar- j sehijnlijk te achten, dat de vroegere premier op maan den geleden in de Eerste Kamer sprak, nl. dat rust voor hem meer aanlokkelijk begon te wor den dan gezag. W ie dan de opvolger van den heer van Hou ten zal worden? Het zou mij zeer verwonde ren zoo dit niet dezelfde persoon is, die op volgde als afgevaardigde van Groningen en die nu door de geruchten als toekomstig Minister van Justitie wordt aangeduid. Vraagt men, voor wien dan deze laatste portefeuille bestemd is, dan begeef ik mij geheel op het gebied der gissingen en spreek het vermoeden uit, dat dit een andere hoogleeraar aan een andere univer- siteit zal wezen, een man eveneens van voor- I Kuyper en de Roomschen" een ingezonden stuk in het Christelijk-bistorische Nederlandsche Dagblad, waarin hij betoogt, dat dr. Kuyper j geheel ten onrechte een samengaan met de j Roomsehe Kerk loochent en een samengaau met de Roomsehe Staatspartij erkent. „Zou nu waarlijk dr. Kuyper niet weten vraagt de schrijver dat de Roomsehe Staats partij de partij is van de Roomsehe kerk, niets meer en niets minder, en ook niets anders? De Roomschen zijn op staatkundig gebied nooit met een ander einddoel opgetredeu, dan om de belangen van de Roomsehe kerk te bevorderen. Zoo steunden zij indertijd Thorbecke, die hun de bisschoppen bezorgde, en toen de Pauselijke hiërarchie verkregen was, draaiden in de Twee de Kamer, op eene enkele uitzondering na, al le Roomschen in een ommezien van links naar rechts. Eerst sloten zij zich bij de liberale partij aan om met behulp van deze te verkrij gen wat de Roomsehe kerk verlangde; daarna werden zij, op bevel van Over-de-bergen, conser vatief, omdat van de anderen voor de Roomsehe kerk niet meer te halen viel. Van een poli tiek karakter wilden zij voor zich zelven niet weten. De Noordbrabantsche Vereeniging, waaruit allengs de tegenwoordige katholieke partij is voortgesproten, wilde indertijd zelf» geen politieke, maaralleen eene kerkelijke par tij heeten. „Het is dan ook eon volkomen valsehe rede» neering, welke onderscheid maakt tusschen de Roomsehe kerk en de Roomsehe Staatspartij. Dat is niet anders dan een listig uitgevonden onderscheid in woorden, dat in het wezen der zaak niet bestaat. En er is niet te ontkomen aan deze slotsom, dat hij, die zich verbindt met do Roomsehe Staatspartij, zich verbindt met de Roomsehe kerk. „De leider toont inderdaad weinig achting voor zijne luyden te hebben, als bij meent dat trouwe Calvinisten niet zouden weten dat bij de Roomschen de kerk alles is. Ook weten zij maar al te goed en gelukkig dat het zoo is! dat de Roomsehe kerk door de Jezuïe ten bestuurd en gedreven wordt en dat zij, door de Roomsehe kerk ter wille to zijn, met de Jezuïeten hand in hand zouden gaan." BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek; Gelet op de eerste zinsnede van art. 98 der I verhuizen Cbineesche volk zich hebben kunnen verheffen gel!jk8 °P Vüor de,n «Penbaren dienst be- uit hemden grond mag opslaan of daarop uitstal- niet zoozeer uit i I des morgens acht uur, en dat vóór den 22sten - - -u- -- - i dier maand aiieXramen, disschen, tenten enz. j staatsgezinde neigingen heerschten en ofschoon zullen moeten zijn afgebroken en weg-geruimd. hij duizendjarige vereering vond, werd toch J Tevens wordt herinnerd «u 12 der Al- het ontwakend verstand verstikt door den Staat gemeene Politie-Verordening, waarbij is bepaald: en de Staats-filosofen. Hoe zou ook het oud- dat niemand eene tent, kraam, tafel of iets der Koud deze leugen kruipt uit zijn de Staat, ben het volk." Waar volk is, verstaat het den Staat niet haat het als den booze, die zeden en rech» beloert en verkracht! Maar de Staat liegt altijd, ’t zij goed of kwaadsprekend; en wat bij ook spreekt, hij liegt en wat hij ook heeft, bij heeft het gestolen „Op aarde "~is niets boven mij: ik ben de beschikkende vinger Gods" alzoo brult het ondier, en niet enkel langoorigen en kortzichtigen zinken op de knieën! Ach, ook in u,gij groote zielen, smokkelt hij zijn duistere leugens binnen Laötsè’s meening over den Staat is een ethika van dwangloosheid, door von Strauss aldus ge resumeerd Ze werkt niet door geweld of dwang, niet door gebod en verbod, die door het „nitimur in vetitum" de toestanden slechts verergeren; ze werkt vrij op vrijen en daarom gaat door haar vrije inwerking het volk van zelf tot haar over, verandert of bekeert zich van-zelf.* Zulk een ethika paste voor een volk, dat misschien het meest en langdurigst donder alle volken werd bezocht door een ver stijving, zooals alleen heerschappij, staat, cen- traliiatie, wetgeving en autoriteit kan bewer- I alhier dit jaar begint op Vrijdag den 13den I Augustus, des morgens acht uur, om te eindi* Hoewel Laö-tè’s ethika het vermoeden toe» °P rigdag den 20sten Augustus d. a. v. laat dat in het gevoel van zijn volk anti- dat vóór deu 22sten J I dier maand alle^kramen, disschen, tenten enz. -- Tevens wordt herinnerd aan art. 12 der Al- Kieswet; Brengen ter algemeene kennis, dat is aange- plakt en ter Secretarie der gemeente voor een jie^' Buitenhof wenscht te blijven, wanneer ieder ter inzage is nedergelegd, afschrift van ziejj Je woorden herinnert, die hij eenige het proces-verbaal van de zitting van het I Hoofdstembureau, waarbij is vastgesteld de uit slag der op 22 Juli j.l. plaats gehad hebbende Herstemming ter verkiezing van drie leden van den Gemeenteraad van Sneek. Sneek, den 23 Juli 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. Voorstel inzake het oliehokje aan het Hooiblok. 7. Missive van Weesvoogden inzake een Volkspark. 8. Vaststelling ie Suppletoir-Kohier van den VERGADERING de» Gemeenteraad van Sneek, op Zaterdag den 24 Juli 1897, des namiddags ten 6 ure. punten van behandeling: Resumtie der Notulen. Mededeeling van ingekomen stukken enz. 3. Aanbieding der gemeente»rekening, dienst 1896. 4. Rekefiing der dd. Schutterij over 1896. 5. Alsvoren van het Buma-leen over 1896 1897. 6. zer is zijn handen, deels zijn teugels, de straffen (ge- weg in alle staten gedrenkt is met onderdanigheid, IjÊschouwt ze haar regeering met een zekere antipathie, met wantrouwen of vrees, soms wel met haat ook zooals de knecht zijn heer of de vijand den vijand. Joh. Stuart Mill zegt in zijn werk „on liberty" over zijn vaderlandEr bestaat bier een zeer levendige prikkelbaarheid tegen iedere rechtstreekscbe inmenging der autoriteit in het private leven, eerbied voor de individueele onafhankelijkheid, dan wel uit de nog niet geheel versleten in druk volgens welke de regeering steeds optreedt tot schade van het publiek belang." Zulk opwekken eener animositeit, die dikwijls tot oproer aangroeit, is een onbedriegelijk tee- ken dat, trots alle theologische, juristische en peadagogisehe sofisterij, trots alle frazen over de harmonie, bet volk zijn regeering minder als dienaar van het algemeen welzijn, dan als heerschende, voor particuliere belangen opko mende partij beschouwt. In de eeuwen van Laötsè (6 eeuwen v. Chr.) tot Nietzsche, heeft deze disharmonie zich vaak krachtig uitgespro ken in afkeurenden zin tegen de overheid on geleid tot revolutionaire systemen van ethiek, ten einde de heerschappij op zij te zetten. r In zijn filosofische poezie „aldus sprak Za rathustra" spreekt Nietzsche in het hoofdstuk „ue nieuwe afgoden" deze vernietigende woorden: „Staat? Wat is dat? Wel! Doet open uw ooien, want nu spreek ik tot u mijn woorden van den dood der volken. Staat heet het koudste der koude monsters, liegt het ook; en "mond: Ik, nog een en ten ken bij een volk, welks beroemde muur Hoofdelijken Omslag, dienst 1897. symbool zijner afgeslotenheid, van zijn gebrek i aan ontwikkeling is en van welke toestand een chinees opmerkt: De chineesche Staat is een wagen, die steeds denzclfden wegrijdt; de kei- om! in het iwnraifflï sh. 9 VAX w 9 9 9 9 9 dej- i. .ars, oor- srlei van Ten, n de alle arbjj nen, llad- ordt 192 'a I 1 1* S BUK® K C U B A T. 4; Kieswet: I i WVÖ. AAVV UUU- 7 7 - --

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1897 | | pagina 1