KH1 il BH momiSSMEW S1HL 1 hof fork. uii. happi relijks v 97, op a igegevei DE GEWELDSTAAT. I» hooi. No. 65. T W E E-E N-V IJFTIQSTE J 1897. A R Q AN <3. Z AT E K D A Q 11 ^kU G U is T U is. dus zoek naar de oorzaken der nederlaag op den IX. 5. 6. 7. MA. io,oo na en Bi :0.50, -.00, f84 10 a 15 a >00, 7.71. 1.91. >.88. >.45. >igö kilo, erd c ha gen, ’EN. 39,00 6,50, keur keur geh; 8. 9. 10. 11. 12. 1. 2. 3. 4. vEN en Cursui Schoo! >fd aan- 3e kl en dage kaarten ar de rt vóór h en reizt die zij onder geen opzicht als de hare mocht VERGADERING van den Gemeenteraad van F op Zaterdag den 14 Augustus 1897, des voormiddag» ten 10 ure. ADVEli TENTIEN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 71/, Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. icien S 14«. VAN door de pers hadden bekend te maken en overleverden aan de natuurlijke gerechtigheid, de empirische verbetering. Hetgeen deze poli tie en justitie zou onderscheiden van de be staande in onze samenleving, is het ontbreken van het autoritair karakter als inrichting be doelende de ontdekking van in ’t verborgen gepleegde overtredingen, als instrument van de waarheid, zou ze een rein middel zijn in te genstelling met de strafrechterlijke vervolging, die vaak identiek is met bloedige geweldple ging en niet ten onrechte door Proudhon gekarakteriseerd is als een overblijfsel uit de barbaarsche tijden. „Buiten de uitbuiting van menschen door menseben, behalve de regeering van menschen door menschen en de aanbidding van menschen door menschen, hebben we nog: het gerecht van menseben over menschen, de veroordeeling van menschen door menschen en, om de rij waardig te sluiten, de bestraffing van menschen door menschen Deze godsdienstige, politieke en gerechtelijke instellingen, waarop we trotsch zijn, waaraan wij eerbied en gehoorzaamheid verschuldigd zijn, tot zij door den vooruitgang der tijden als een rijpe vrucht verwelken en afvallen, zijn de werktuigen van onzen leertijd, de zichtbare teekenen der heerschappij van het instinct over de menschheid, zwakke nog niet misvormde overblijfselen der bloedige gewoon ten welke de jeugd van ons geslacht aandui den. Het menscheneten met zijn wreede ge bruiken is sinds lang, ofschoon niet zonder den tegenstand der machthebbers, verdwenen. Het is in den geest onzer instellingen nog overal aanwezig. In denzelfden zin tegelijk met een blik op de onmacht van het strafsyateem en op het natuurlijk verbeteringsmiddel, door Vogt gehee- ten de empirische correctie, heeft reeds voor honderd jaren de verlichte geest Van Wekerlin zich uitgesproken Rukt neer uw galgen, zeg ik u verandert uw gevangenissen in scholen tot verbetering 1 Hoe lang moet men u te vergeefe toeroepen de grondstelling der politie ligt op den lichten, open weg der natuur alzoo zou onze ge- hcele rechtspleging slechts tirannie zijn Al dus spreekt de natuurDus was zij slechts een bewijs waarmee de staat eigen onmacht aantoont om de ware geneesmethode van een burgerlijke zieke te ontdekken Helaas waar toe nu deze codex? Werpt hem in ’t vuur! Niets is zekerder dan dat de maatschappij de openbare straffen geheel kan ontberen voor haar bestaan. Het crimineel stelsel is in strijd met de menschelijkheid, de natuur en het ge zond verstand Bedient u van de natuur lijke gevoeligheden der menschen om de heer schappij van het verstand en der liefde tot rust te bevestigen. Hierdoor zult gij de hartstoch ten bewegen, vrijwillig onder het juk te gaan en aan de jeugd de vrije ontwikkeling laten alzoo spreekt de crimineele codex der natuur.*1 De strafgevangenissen zijn in het gunstigt geval palliatieven, middelen die niet de oorzaken 9 van de kwaal maar de uitwerking der oorza- ken aantasten en diensvolgens vrij wel doel- Rloos zijn. Wil de landman een voor zijn iand- 5 bouwprodukten nadeelig insect uitroeien, dan -moet hij het dier zijn levensvoorwaarden zien te ontnemen. Zoo b. v. verdrijft hij den hout worm door den dorren woudbodem te bemes ten; en evenals deze worm verdwijnen zal met de schraalheid van den bodem, zal ook de aan randing van het eigendom niet meer plaats vin den bij algemeene verbetering der maatschap pelijke toestanden. Economische nood en zorg zjn bij verreweg de meeste vergrijpen de oor zaak; vaak ook de afschrik voor de ontberin gen van het proletarenleven. Nog een ander soort van misdadigers komt voort uit de bevoorrechte klasse de corrup tie tengevolge van de economische uitbuiting en de concurrentiestrijd, daarbij het gevaar waarmee hun sociale positie wordt bedreigd, 1 waarschijnlijk ook de verlokkende gelegenheid aangrijpende, zijn ze eenvoudig van de ge wettigde plundering overgegaan tot de onge wettigde. Ze bewijzen door dit feit het oor zakelijk verband dat bestaat tuschen economi sche uitbuiting en eigendomsaanranding en kondigen daarmee het einde van den geweld staat aan. „De geest der onderdrukking, de geest der slavernij, en de geest van het bedrog zegt Godwin in zijn Enquiry into the principles of Political Justice (Londen 1793) zijn de onmiddellijke gevolgen van het vigee- rend eigendomstelsel. Dezelfde geweldstaat dus die met palliatie ven de overtredingen zoekt te keeren, zaait het kwaad roekeloos uit met volle handen en zal dus niet bij machte zijn aan de kwaal een ein de te maken m. a. w. de geweldstaat is een onrein middel tot bescherming van den eigen dom. Een maatschappij zonder heerschappij, waar iedereen de gelegenheid wordt geboren door een matigen en weinig onaangenamen ar beid een toereikend inkomen te vinden vrij van alle uitbuiting, begunstigt alzoo de solida riteit, gelijk uitbuiting en concurrentie deze uit- iioeien zulk een maatschappij zou nauweljjks met andere dan pathologische gevallen van ei- gendomsschending te doen hebben. En om de sporadische neigingen tot overtredingen te be strijden, zou geen kunstmatige bedreiging van noode zijn de natuurlijke gevolgen van de misdaad in het maatschappelijk leven, het schok- fken van het moreel crediet, dat ook materieele schade berokkent en onder omstandigheden kan overslaan tot ernstige vergrijpen, zou den dief, den bedrieger vervolgen tot hij zich gebeterd had. Indien georganiseerde waakzaamheid of opsporing noodzakelijk werd, zoo zouden zich vereenigingen vormen tot bescherming van het eigendom, wier leden de betrapte misdadigers dienst 1896/97. van M. g- If "h e j zoek naar de oorzaken der nederlaag op den Sn eek, voorgrond treedt is de houding der nü zich noemende vrij-anti-revolutionaire partij. Na een beschouwing van hetgeen deze partij, wijst dr. Scli. op haar verhouding tot de ka tholieken. Zonderlinger houding dan die van de vrij-anti-revolutionaire partij tegenover de i onmogelijk. En daarna somt hij d« handelingen dier partij op, welke zij in I den jongsten verkiezingsstrijd heeft te zien ge geven ten opzichte van katholieken. „De vrij-anti revolutionaire partij aldus be sluit hij zijn beschouwing over deze partij vergeeft aan de Katholieken 1891 niet, vergeeft nimmer aan de georganiseerde anti-revolutio- nairen het spel van 1894. Daar ligt het ge heim. 1891 tegen de Roomschen; T894 tegen Kuyper. „Welnu, laat de Roomschen, laat Kuyper gezondigd hebben, hier geldt toch het woord „II ne faut prendre conseil, ni de sa passion, ni de celle d’autrui.** „Van eigen hartstocht bij de vrij-anti-revolu- tiuairen gewaag ik niet. Ik doorvorsch geen harten en nieren en vraag naar geen bedoelin gen. Maar dit éene staat vast: men is van die zijde te veel te rade gegaan met de zon den van ’91 en ’94 en het eenzijdig bespiege len der zonden van de anderen heeft tot de fout ce n’est pas un crime de heilloo- ze fout van 1897 gevoerd. „Een heillooze fout. Want de vrij-anti-re- volutionnaire partij heeft het geloof aan de on kreukbaarheid barer oorspronkelijke broederen en vooral het geloof aan eigen onkreukbaar heid geschokt. Zij toch heeft zonder eenige reden de Katholieken van zich vervreemd en den naam en de blaam van halve oprechtheid gewonnen. Zij is geprezen door Zaaijer en door Bronsveld verschopt/ Ten slotte bespreekt dr. Sch. de vraagWat hebben wij te doen Het is geen vraag of wij zullen optreden zelfstandig en onafhanke lijk. Dat heeft het program uitgesproken, dat is te Utrecht herhaald en bevestigd. Het lijdt wel geen twijfel of samenwerking in de Kamer met de georganiseerde anti-revolutionaire partij is mogelijk. Betreffende de vrij-anti-revolutionairen is het bijna een vraag van personen. Tegenover de overige partijen staan wij lijn recht en vast om des beginsels wil. Toevallige ontmoetingen, maar ook geen andere dan- toe vallige zijn mogelijk. Vooral in dit tijdsge wricht. Ook tegenover de regeering staan wij. Of wij het aangenaam vinden, of niet, wij zijn op dit oogenblik Harer Majesteits zeer getrouwe onderdanen en loyale oppositie. In de laatste jaren en reeds tijdens de grond wetsherziening was oppositie om des beginsels wil eigenlijk ónmogelijk. De vroegere rech terzijde, de groep der christelijke partijen had eigenlijk niets tegenover zich. De liberale par tij was verdeeld en een regeeringspartij bestond niet. Men had dus alleen en uitsluitend met maatregelen te doen. Ter wille van die maat regelen kon de rechterzijde kabinetten steunen We meenen hier nog nader gewag te moe ten maken van de artikelen door dr. iSchaepman onder den titel: „Een nalezing* in het Cen trum geplaatst. Het is de vraagwaarom de natie, die zich voor uitbreiding van staatszorg heeft verklaard, die uitbreiding niet heeft opge dragen aan de Christelijke partijen, welke de schrijver in die artikelen bespreekt. De natie heeft getoond geen vol vertrouwen in de Chris telijke partijen te stellen, eerder wantrouwen. Of dat gevoel gewettigd is Wat betreft de beginselen en het streven, ant woordt dr. Sch. met een volmondigneen 1 De Christelijke partijen meenden het eerlijk met de sociale hervormingen. Maar de massa rekende niet met het hooge ideaal dat zij voor oogen hadden, ze rekende met de feiten en die zijn niet altijd gunstig voor de Christelijke par tijen, dank zij de fouten in het vetledene be gaan. En toen nu de tegenpartij beweerde, dat de bescherming, die zij vroegen, niet den werk man maar den patroon zou ten goede komen, was dat wel een valsche voorstelling, maar de massa sloeg daar geloof aan, omdat zij wel naar de daad maar niet naar het beginsel vroeg. Zeer scherp laat dr. Schaepman zich uit over de Christ. Historischen, die bij mede als een oorzaak van de neerlaag noemt. Het is bijna overbodig hen te noemen, schrijft hijdie partij heeft met kinderlijken ijver voor haar faam gezorgd. Zelfs nu, na de verkiezing, houdt de reclame niet op. Zij komt nog ver kondigen dat zij aan den toestand het merk- teeken geeft. Wat deze partij verricht heeft Dr. 8. gewaagt niet van de wijze waarop zij het verricht heeftlogen en laster zijn hier te zachte woorden. De Christ. Historischen waren de toongevers bij de vereeniging „om des beginsels wil,“ zoo- als men het genoemd heeft, van liberalen, ra dicalen en socialisten. Men zou kunnen vra gen welk dit beginsel is. Maar waartoe Bij de Christelijk-Historische partij is het een be ginsel van haat en van ijdelheid. Haat tegen de kracht, die zij niet overwinnen kan. Haat ook tegen den man, die de „ellende“ der Ne- derlandsch Hervormde kerk heeft ontmaskerd en haar zwakheid geopenbaard. allerlei soort, groote en kleine. Vrees voor ’t kerkegoed, vrees voor het slaken der zilveren koorde, vrees voor kerkegrootheid. Het optre- dcu UC1 VZUlWLClXJlk 1XISIV11SUUÜ is ecu uagiscn feit. Een tweede omstandigheid, die bij het onder- UIT DE P E R 8. Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactia betreffende, franco in te zenden. Ijdelheid van onderstelt een regeeringspartij. De rech- I -erzijde heeft nu haar verantwoordelijkheid i vrii te houden en zich voor niets mede-ver- J x- -A-l»L-Xx den der Christelijk Historische is een tragisch 1 selen gevorderd wordt. j blijkens hetgeen de Nederlander schrijft, wil Mededeeling van ingekomen stukken enz. Beslissing inzake het Volkspark. uc *qj-auu-re' Onderzoek geloofsbrieven van Raadsle- i katholieken is leden. Begrooting der Algemeene Armvoogdij, dienst 1898. Rekening der Muziek- en Zangschool, dienst 1896/97. Adres van B. van der Heijde en echtge noot. Alsvoren van J. J. van Velzen. Alsvoren van S. P. Westra. Alsvoren van J. en H. E. Cock. Voorstel procedure W. Bos. Benoeming van een Commissaris der Mu ziek- en Zangschool. üstratiA Lid, ÏLT. - beschouwen. De samenstelling van het nieuwe kabinet onderstelt een regeeringspartij. De -erzijde heeft antwoordelijk te stellen dan voor hetgeen met haar beginselen strookt en door haar begin- Dat is loyale opposi tie en tot deze opposie zijn wij nu niet ER(01KAV mis- ffl nnmniHU) won k B3E2 EK l 1( -’'SS PUNTEN VAN BEHANDELING: Resumtie der Notulen. VAN l. ward; I B 1< nnnr l

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1897 | | pagina 1