per
KIEEWS- B 1MBTBMÏ IMS DE
[Eft
j
(BfflK B BW ««SHIT SfflE
No. 66.
w o r> a. o
toren
]baa
DE GEWELDSTAAT.
OL
1897.
18 U O U S8 rJP U J8.
publie
2. dat de buur
X.
werkslieden, gefailleerde koopliedenkortom
BINNENLAND.
h aan
t blad.
KMA
mille
het or
K^I dchzelt overleg plegen, of hij het stutten, dan
vel voorzichtig slopen zal.
n met
Schar- )aren drang om elkaar te overvallen, te pluk-
jr te
1
i'/4
voor
telling van menschen die op dolle honden ge-
ijken, die bezeten zijn door een onweerstaan-
Alle brieven
in te zenden.
In den gemeenteraad van Roermond deelde
de burgemeester mede, dat hij door den staat
is gedagvaard voor den rechtbank in Den Haag.
11.50,
.50
z. v.
Heeg
Wij-
Oeg0 roorgesteld als
Tjip- lescherming van menschen voor menschen, dan
idema weeft gewoonlijk op den achtergrond de
>7/.
Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post ƒ1.25.
en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
lat de straffende gerechtigheid het zwaard uit
le hand legt, den blinddoek van de oogen rukt
steeds jn afdaalt van de treden harer eere-zitplaats,
om den voor haar in ’t stof liggenden misda-
liger op te richten en hem af te vragen, wat
tan zijn broeders in haar naam werd misdre-
VAR- jen Hoog tijd dat de alleen schuldige maat-
ichappij ophoudt den onschuldige voor de recht-
>ank te dagen en de met roest en bloed be-
ruilde wapenen te misbruiken, door haar van
set voorgeslacht overgenomen in den waan der
individueele verantwoordelijkheid
Vragen als deze zijn niet opgeworpen door
octoren aan de groene tafel ten einde der
eerling aan den tand te voelen en tegelijk
SIGA- les doctors grootere wijsheid te doen uitkomen.
vooiiyie groote sociaal-politieke strooming van
esi^)iize wegstervende eeuw nagaat weet, dat deze
stroom spoelt en knaagt aan de fundamenten
lan dit stoute, eeuwen-oude gebouw der straf
wetgeving. En wie niet wil dat het gebouw
onverwacht instort en in zijn val de diepste
liepten van ons volksleven beroert, moet met
e
AM.
mg.
*7'..
i
van verpachter en pachter;
2. dat de huur voor onbepaalde tijd worde
omstandigheden (b.v. niet nakomen der voor-
SSTEB
3 Begui
\TSTR(
hoofd
Igekeur
laren, te schelden, te bestelen en te vermoor-
len. Intusschen zijn de menschen, waarvan
lier sprake is, geen wilde kannibalen, veeleer
Jijn ze door sympathie en verstand voldoende
Hitwikkeld, om te begrijpen, dat het leven
b verdraagzaamheid en orde aangenamer is dan
lat in chaotisehen onvrede. Men mag ook aan-
lemen dat de menschen in voelen en denken,
a heel hun natuur, tot zekere hoogte eenstem-
nig zijn. In elk geval worden hun handelin-
;en te harmonischer naarmate ze zich tot ver-
tandsmenschen ontwikkelen. Naar de mee-
ning van Spinoza moeten ze noodwendig een-
ADV ER TEN TIEN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 71;, Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
In het Hand, beklaagt de voorzitter van het
centraal bestuur der radicale vereeniging, de
heer Kouveld, zich, dat de verkiezings-aanplak»
biljetten dier vereeniging met den naam Ger
ritsen door den aanplakker van Vooruitgang
overplakt worden met den naam Geertsema.
Dat kunstje zou Vooruitgang vroeger ook heb
ben uitgehaald. De radicale vereeniging heeft
zich nu genoodzaakt gezien, mannen in dienst
te nemen, die dezen overplakten naam on mid
dellijk onleesbaar maken.
De Vereeniging Door arbeid tot verbetering
had eene commissie benoemd, om een onderzoek
in te stellen naar de gebreken, die het huidige
stelsel van verhuring aankleven en om tevens
middelen ter verbetering aan te wijzen. Deze
commissie heeft thans een lijvig rapport uitge
bracht, waarvan de conclusie aldus luidt:
De verhuring van boerenplaatsen en losse
landen behoort anders te geschieden dan thans
gebruikelijk is. Wenschelijk is:
1. dat er wettelijke bepalingen in ’t leven wor
den geroepen tot bescherming van de rechten
In het „Social-polit. Centralblatt I, 38 be-
spreekt Franz v. Liszt „de toekomst der rech
telijke straf* op een wijze die als een symp
toom schijnt van het verval der staatsjustitie.
Wel bepleit de schrijver de berechtiging door
Je straf, maar het hoofd vol nieuwe, revolutio
naire beschouwingen, laat hij er dan sceptisch
den uitroep op volgen: „Gij laat den arme
jehuldig worden en geeft hem daarna over aan
de pijn.*
Indien waar is, dat iedere misdaad door de
maatschappelijke omstandigheden wordt bedon
gen, dat hij noodzakelijk gevolg is van de ge-
iga enz, geven toestanden wordt het dan niet hoog tijd
krachl
„De toekomst der straf* heeft de staats-
6 tot traf een toekomst Deze vraag is wel van de
;ewichtigste en moeilijkste die de sociaal-poli-
ius zich stellen kan.* Indien de staat wordt
een onontbeerlijke uitstelling tot
De heer M. Valk Lz., leeraar in de Ned.
taal- en letterkunde te Loosduinen, heeft een
brochure het licht doen zien, getiteld: „De
waarheid in zake de gebroeders Hoogerhuis,
onschuldig veroordeeld tot 12, 11 en 6 jaren
gevangenisstraf.*
slagen door ellende, door zorg en knechtschap
van allerlei aard. De voldane burger bespeurt
niets van een krijgvoeren, omdat gestreden
wordt en geleden in vormen welke de Staat
erkent als „wettelijk*, „vreedzaam* en „orde
lijk/
Op 64-jarigen leeftijd is de vorige week te
Haarlem overleden de K. Pruisische opperbi-
bliothecaris aldaar, prof. A. v. d. Linde, een
I Nederlander van geboorte, die in zijn leven op
verschillend gebied, maar vooral als geschied
kundige, zich naam had gemaakt. Veelopzieu
baarde o. a. in 1870 zijn artikelen in de Specta
tor over de „Coster-legende,* waarin hij de
uitvinding en den uitvinder der boekdrukkunst
besprak.
3. dat er pachtcommissiën van Staatswege
worden ingesteld, om in de verschillende land-
bouw-aangelegenheden adviezen te geven, uit
spraken te doen en bij wijze van arbitrage ge
schillen te beslechten;
4. dat er meer uniformiteit in de huurcon
tracten worde gebracht on dat daaruit allerlei
belemmerende bepalingen dienen te worden
weggenomen.
In de Haagsche Kroniek van de N. Gron. Ct.
lezen wij o. a. het volgende:
Heeft het nieuw opgetreden Kabinet geen
aanleiding gevonden (en m. i. terecht) om een
afzonderlijk departement van landbouw in het
leven te roepen, de Minister Borgesius koestert,
zoo verzekert men mij, het voornemen, om bij
zijn Ministerie eene afzonderlijke afdeeling voor
landbouw op te richten en van dat plan zal hij
bij zijn eerste begrooting doen blijken.
Voorts heb ik van goederhand vernomen dat
de Minister van Binnenlandsche Zaken last
heeft gegeven om alle gegevens te verzamelen
voor een heiziening van de schutterij wet, ten
einde deze met of zonder verband met de
stellig spoedig te verwachten regeling van on
ze levende strijdkrachten, mèt invoering natuur
lijk van den persoonlijken dienstplicht, naar
de gebleken behoeften te herzien.
stemmig zijn voor zoover ze leven naar de
voorschriften van hun verstand.
„Alles zegt hij wat voortvloeit uit do I
I
meisjes, hoestende kinderen, behoeftige
I vers, dronken zwierbollen, geruïneerde hand
werkslieden, gefailleerde kooplieden kortom
i uit menige wonde bloeden wij allen, ons ge
slagen door ellende, door zorg en knechtschan
Onder het opschrift „een maatschappelijk eu
vel* schrijft de Vadert, over het fooien-stelsel
Wij denken aan het geven van fooien, dat
in ons midden meer en meer oen stelsel en een
kwelling wordt.
Waar bleef de tijd, waarin men alleen een
nieuwjaars- en kermisfooi behoefte te geven, en
een fooi aan de baker op een doopmaal
Thans wordt men, in onze steden en op reis,
van den morgen tot den avond gekweld door
menschen, die verwachten, dat gij in hun open
hand een aalmoes zult doen vallen.
Een tramconducteur neemt het u kennelijk
kwalijk, als gij de 2’/2 ets. begeert terug te ont
vangen, waarop gij aanspraak hebt. De man,
die u een geringe versnapering brengt, verwacht,
dat gij hem iets geven zult. Als gij enkele
centen terug neemt, telt hij ze u toe, langzaam
en verwijtend, of geeft voor ze niet bij zich te
hebben en vraagt, of gij niet kunt „passen*.
De werkman, die even een slot aan een deur
in orde bracht, of de glazenmaker, die een ruit
zette in uw venster, vraagt met nadruk, of gij
niets te zeggen, d. i. niets te geven hebt.
Zoo gaat het den geheelen dag. Het is een
belasting en geen lichte, die ons wordt opge
legd door al die fooien. Uw verteering en uw
reisgeld wordt er met eenige percenten door
verhoogd, ’t Is een nimmer ophoudend aftap
pen. Wij vinden het zoo stuitend, die jonge,
krachtige mannen den geheelen dag te zien
bedelen, want het is een vragen om een gunst,
niet om een recht. Het verlaagt den stand
van bediende, die toch al niet hoog staat aan
geschreven. Het vergalt ons menigen uitgang;
het verhoogt noodeloos onze uitgaven.
Wij zijn afkeerig van bondenmaar een bond
tot uitroeiing van het fooienstelsel zou veel nut
kunnen doen. Zoolang hij er niet is, hebbe
men den moed, om fooien te weigeren of niet
te geven overal waar men meent, dat ze door
onbevoegden wordt gevraagd.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek
brengt ter openbare kennis, dat het Kohier
der Personeele belasting no. 2, dezer gemeen
te, dienstjaar 1897, door den Directeur der Di
recte Belastingen te Leeuwarden gearresteerd
den 16 Augustus 1887, aan den Ontvanger der
Rijksbelastingen te Sneek ter invordering is
ter hand gesteld en dat een ieder verplicht is
zijnen aanslag, op den bij do wet bepaalden
voet, te voldoen.
Sneek den 17 Augustus 1897.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
menschelijke natuur, voor zoover het bepaald
wordt door het verstand, moet erkend worden
door de menschelijke natuur als haar naaste
oorzaak. Wijl echter een ieder begeert, naar
de wetten der natuur, wat hij voor goed, en
verafschuwt, wat bij voor kwaad houdt, en wijl
alles wat naar de uitspraak van ons verstand,
voor goed of kwaad wordt gehouden noodwen
dig goed of kwaad is, zoo doen de menschen,
die in hun leven te rade gaan met hun verstand,
noodwendig hetgeen overeenstemt met de na
tuur van ieder mensch. Bij gevolg moeten ook
alle menschen onder elkander overeenstemmen,
die hun verstand tot gids door het leven hebben
aangenomen.* De reine verstandsmensch naar
Spinoza’s voorstelling, noem hem vrij een hersen
schim, toch kan het menschengeslacht dit ide
aal meer en meer naderen; in ieder geval is het in
die richting reeds zoover gevorderd dat het on
zinnig zou zijn hem in staat te achten zich-zelf te
ontvleezen. Die daarvan droomon zijn staats-
ploerten want de spookachtige voorstelling van
een krijg van allen tegen allen, is een uitvin
ding van de bijgeloovige vereering welke de
„ploert,* die „holle darm, vol vrees en hoop,*
als Goethe het uitdrukt, bewijst aan zijn afgod,
den Staat, een uitvinding van het bijgeloof, die
ter beveiliging van booze demonen een fetisch
durft aanbevelen.
„Krijg van allen tegen allen* dwaasheid
Geen menseb, die bij zinnen is, stelt zijn vre
de en zijn leven in de waagschaal tenzij hij
bij den strijd zeer geinteresseerd is. En hoe
zou dit denkbaar zijn, waar hem de gelegen
heid wordt geboden, door eenigen arbeid te ver
werven wat hij voor een behagelijk leven
noodig heeft, wanneer de grond der uitbuiting
en brutale concurrentie, de heerschappij ont
breekt, wanneer de mensch in den mensch zijn
medearbeider ziet, wanneer de leden der maat
schappij zich als de leden van één huisgezin,
solidair verbonden voelen. Niets in de natuur
merkt Spinoza op is voor de mensch
van meer nut, dan de mensch die leeft naar
zijn verstand Het gebeurt echter zelden
dat de menschen leven naar hun verstand
veeleer gaat het zoo met deze dat ze hatelijk
en lastig voor elkaar zijn. Desniettegenstaan
de kunnen ze nauwelijks een eenzaam leven
leiden daarom bevalt aan de meeaten de defi
nitie, dat de mensch een gezellig dier is.
In waarheid ontstaat uit de samenleving der
menschen meer voor- dan nadeel. Spotters mo
gen afgeven op de menschen, zooveel hun lust,
de theologen ze vervloeken en de zwaarmoe-
digen het ruwe boerenleven verkiezen en de
onverstandige dieren bewonderen, toch zul
len ze ervaren dat door wederzijdsche hulp
en bijstand de menschen veel beter in eigen
behoeften voorzien en met vereende krachten
de rondom dreigende gevaren vermijden kun
nen.*
Niet in de vrije maatschappij, maar in den
bestaanden geweldstaat heerscht een vreeselijke
strijd van allen tegen allen. Stroomen onzicht- j
baar bloed worden dagelijks vergoten het I aangegaan, behoudens het recht in bijzondere
bloed stroomt dagelijks van bleeke fabrieks- c - -
zwer waarc*en) om de huur te doen eindigen;
s'
9/i#